Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28 C 44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28 C 44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28 C 44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
L. v. BOS
DORDRECHTSCHE
ARCADIA.
Bevattende
Oude en Nieuwe ,foo binnen- als bujten-lant-
fche Gefcbiedentjfen , verfchiet van Verban-
delingen , Staet en Wijf kunde , Uinnery en
Voéjj , VewiMiK. en Nut, &c.
Tb DoRD*ecHT,
By ^Abraham ^^r/Vj^TBoeck-verkooper ,
wooncndeby'cSiadc-huys. 1662.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
OP-DRAGHT
AenMe-Juffer
ANNA CORNELI A
DE CASTILLEIOS.
Me - Juffrouw ,
E Arcadia eertijdts inEnge-
landt van den vcrnuftigcn
Ridder Sidney geteelt , en
de Gravin van Pembrock
opgedragen , heeft daer na
haer vertreck in Hollandt genomen ,
door den Geleerden Heer van Heemf-
kerck ; en is alfoo vervolgens een Borge-
rin van Dordrecht geworden j Maer, on-
der verfcheyde befigheden : fy eerfteen
MinnareiTegeweeft zijnde, is daer na een
Staetfvrouw geworden , maer heeft nu
ten laetften , om haer leven als in een
kring te fluyten, Min, S tact , Wij fkunde ,
Rijmery , Vermaeck 5 Leering, Oudt ea
Nieu , ja al waer haer gedachten op heb-
ben konnen vallen, onder een vermengt.
Sy aldus veel onderwindende, en ter haat
* 3 flaen-
{bende (den Hemel weet met wat ge-
luck) heeft te veel van een vrouw,om,fon-
dergeleyde, opnieuw een ren door defe
kleyne werelt te doen. Het gefelfchap
ran mannen is opfprakelijck , en dat van
haers gelijcken vermaeckelijck » fy is 'er
van haereerfte geboorten af onder op-
gevoedt, enfou'ergaerne haer laetfte ja-
ren onder verflijten. Sy beeft hacr ooge
al wijd en zijd laten gaen,en weynige van
haren aert aentreffende> zijnde den een te
trots , den ander te eygen wijs , een darde
te vies , een vierde te hoovaerdigh , fom«
mige te licht , fommiee te deun gefet >
heeft het fel ve ten laetften op u geflagen,
daerfe alle befcheydentheyt, beleeftheyt ,
foetigheyt , vriendelijckheyt > redelijck-
heyt ; en, om haer te nauwer te vergelijc-
ken, Edelhey t heeft ingevondén. Sy heeft
nauw onder foeck van alle defe uwe hoe-
danigheden gedaen > en bevonden, vey-,
ligh onder U Ed: befcherming te zijn, als
wiens Voor-ouders foo geluckiglijck het
juck van de Spaenfche dwinglandy afge-
worpen , en fich in de gewapende armen
van ons ftrijdende Vadedandt geworpen
heb-
hebben, om hun vryheyt in dit vrye landt
weder te vinden, (felf met verlies van
treffelijckeeer-ampten, inhunvaderüjc-
ke Stadt Cordoua , daer den naem van
de Caftilleios t'allcn tijden in hooge
achting is gevveeft ♦ en als noch is, in
verfcheyde huyfcn , waervan uvvnaefte
verwanten als erffelijck het heerlijck
ampt van Giurado , of Ampt-man van
die plaets hebben befeten) foodanigh,dat
de getrouwe dienden in verfcheyde bele-
geringen, velt-tochten, en andcrfints
getoont, UEd: Heer Groot-vader in
de hooghfte gunft van fijn Excellentie
Prins Maurits heeft konnen in
wickelen. Uyt de welcke UEd: Vader >
Jonck-heer Maurice de Caftilleios, voort
gekomen is, hebbende met het aenvan-
gen van fijns levens tijt die eer genoten,
van door de armen van dien beroemden
Helt , die ons Vaderlant foo lang als Op-
per-Veltheer , en foo geluckichlijck be-
fcheimt heeft , ten Doop gehouden te
zijn. Wiens Bannieren hy van kints been
af (om onder dien hoogen Leer-meefter ,
en in dat loffclijcke Schooi van Mars, van
* 4 lijn
fijn Jonckheyt af gequeeckt te worden )
gevolght is , klimmende van een gemeen
krijghfman tot de waerdigheyt van Capi-
teyn Lieutenant, vanhetCoIonelsvaen-
del j van Prins Willem» Stedehouder
van Vridlandt , &c. Volgende door-
gaens fijnoverlede Hoogheyt»dien door-
luchtigen Frederick Hendrick,
Prins van Orangien , in al fijn tochten en
aenvangen> tot dat hy ten laetften, Venus
by Mars voegende, Me- Juffrouw van
Gelinckhuyfen , Dochter van den Heer
Gelinckhuyfen > in fijn leven Borgemee-
ftervanden Briel , ten echte verkregen»
cn uyt defelve U. Ed: beneftens U.E.
Heer Broeder Jean Maurice de Caftille-
jos voortgebraght heeft : om inll.Ed:
de loffelijcke deughden van U. Ed;
Moeder bewaert , opgequeeckt > en ten
laetften tot de hooghlte volmaecktheydt
opgeklommen,en in IT.Ed: Heer Broeder
een dapper navolger in fijn ampt en moet
te fien : maer beyde om hem in verfchey-
de fijne tochten , in-legeringen, befettin-
gen , en diergelijcke moeyelijckheden te
verfellen^ tot dat ten laetften defe Maeg-
de-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
;| de-Stadt, mettl.Ed: by woning is ver*
eert geworden.
p
Mi
fel
Caïïdiam magtm nwlis ra condere gentem.
Dat is:
latuur , aUycts vangroot gewicht
Braght Cafiiilegos in het licht.
Befiet nu Me-Juffrouw hoe groote Re-
den defe ellendige heeft, om U haer hant
toe te reycken , en onder U. Ed: vleuge-
len te fchuylen , aengemerckt fulck een
over-een-komft van Edele geboorte,
moeyelijcke opvoedingen , kommerlijck
(werven, een maegdelijckc vriendelijcke,
lieftalige , verftandige , gefpraeckfame ,
beleefde, en vrolijcken aert, fchoonheyt,
en wat een welgeborene wel paft : alle
welcke hoedanigheden , behalven veel
andere, die ick, om afgunft tefchouwen,
voor by ga , haer fpoors genoegh geweeft
zijn, om fich eeuwighlijck met u te ver-
binden. MaerMe-Juffrouw, opdatghy
haeroock eenweynigh nader kent, eer
shv haer de handt biedt, fy ^alkanfe van
b 1 * < ee<
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ecnigc oudtheden fpreecken , roemt daer
wey uigh op , e n genoeght fich met fulcks
als na i*een vertnufte papieren > of Tuffen-
de berflencn fmaeckt, maer fulcks als ten
deelen niet onbekent, ten deeien half
vergeten . maer in het geheel nut en noo-
digh is. Sy ftoft cp geen groot verftant,
geen diepe gcleertheyt, geen doorknede
vonden^ maer derft fich de eerevenwel
aenmaügen van vermaeckelijck en nut te
famen te zijn. Betrachtende het veers van
Horatius,
Et prodejfe voluut & deleiïare Toëtd.
Omne tuin punctum qui tntfeuit utile dulcL
Dat ist
V>e Dichters foecken t'faem en voordeel en ver*
mAeck^*
Die 'tfoet met 't nut vermengt, wenkt vrj een
grootc fiteik*
Soodanigh isfy, Me-Juffer > die fich
U. Ed: komt acnbicden, en die fich de.
eer geeft, van U. Ed: Character of merek-
teecken op het voorhooft te drucken » in-
dien
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
dien tl. Ed: haer gun flighlijcki na haer
gewoonlijcke befcheydentheydt , gelieft
aen te nemen, tegen alle lafter te befchut>
ten, en met uw fchilt,als een tweede Pal-
las > al die haer om haer te beledigen der-
ven naerderen , infteenente verkeerent
en. foor eeuwig den mont te fluyten» falfc
U. Ed: alle eerbiedigheydt en ontfagh »
gunftendienftbaerheytbeloovenj van dc
perfoonvan
Me-jHffr. V; Ed:
Gantfch Ootmoedige en On-
derdanige Dienaer
L.. v. Bos.
Tot "Dordrecht % opden daghvnn
de Druck'gc geboorte van de Dor-
drechtfche /hcad'ui , den eerflen
Mey, iüöi.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Ad Nobiliffimam Dominarn
D. ANNAM CORNELIAM
de CASTILLECOS.
ARCADIA DORDRACEN£
Pailadem.
HAfta fed &Clypeu$> mibl funttua no-
mina virgo y
Protetlrix fcriba Vatis & Arcadia ,
lila fub hoe noslro , tandem nunc Kafcitury
Ajlro,
In f atria Civis , fit peregrina Domo.
Si quondam Bat avis tüuxerit altera term y
Diva potens , noïtris civtbus una Stetit ,
Vrolis adoptaU Mater , prafumeris Anna y
Atma parem > Virgo fic fimul cjfe potes.
Dat is :
ÜNaem is my een febilt, 6 Maget, en een fpeer ,
Gv die d' Arcadifche en haer maker in u ermen,
Befchitt en voor het vyer van afgunjiwilt befchermc,
So als onsHooft-ftar haer gehort beflraelt van veer,
"En fv ,foo langgefolt .fich flaet tenlaetfien neer,
sSafoo veel fuc kelens , in Maeghdeltjcke wallen.
Sagh yemant Pallas oyt by Batoos Burgers brallen,
fflerproncktfe in infe Stadt foo moedigh als wel eer.
Als Anna Moeder heet, vand'aengenome vrucht.
Wart Anna Moeder Maegkt uyt aengenome fucht.
In
SlnArcadiamTuridreghtanamj
ab Ingeniofiffimo Poëca
d. l. s i l v i o,
Schola? ejufdem Re&ore Secunda-
rio, conceptam perfeftam-
cjue> fantaftico more mo-
doque.
ARcad'u noslratis opus , primordiafidt
Vtrginis, ordirisprinctpiumquefacis ;
\2sIon peregrtna tibi placuit mormmentareferre
Tantum , qu&gremïoTerra Laünatenet.
I Turpis Oiiveri qiugcjla fuere tjrannt ,
Anglia cumRegempreftt iniqua fuum.
I Sed pojlquam averfis ocuhs dolucrepircmptum
Fata j Ducem patrio reddis Amice piunu
\ JEneadumque genus, magrii incunabula Regni
Refiituis y Caroli laude decente tui *,
\Sat Regno Caroloque datum : nunc , Urbis
amoré ,
Suggcris a primis unguibus Orta Loei :
INon folumprodeffecupis Lecloribus 3aptas
UeUafavïs , mixta ejl dulcibus utüitas*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
OP O £
DORDR ECHTSE
ARCADIA.
van
L. v. B o s.
HOe dracft die fcbootic bof Karos
Soo c'tcrcitjck^ tn baer gareele ,
:lj fiet , dat blau gejpickelt ros ,
* Soo fcboon als Meefters handt kan flreele
Waer wil dit heen f na Ueerdervoort ,
t Om Swijndregts Bruygom tegaenbalen f
Keen, om eenjjfdijcke moort >
Daer yder me wil zegen pralen.
Het bloedigh vechten wertgefiuyt >
Wat levert dit vermaken ttyt.
Ul^ volgh hier op het fchichtig fpoof
Van nieuwe en oude duélliften >
Enruck^ degantfche werelt door%
In bloet en fiael van heete twifjten >
Tboledo fiet het oudt gerecht ,
Geharrenaft voor Konincx oogen »
Dat moorden aen vermaecken hecht >
Gtrnfchgrwplijckj finder mede ioogen f
prat
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Wat vallen paerlen van u Kroon
Caftilien , f 00 hel en fchoon.
Wie fie ickjaer in 'r harnas ftaen i
Gelijckals fchitterende Sonnen ,
Soo heet op moorden en op flaen f
Het zijn Caraffen cn Colonne» :
Het wraeckz vj/cr glimpt ten oogt» uyt*
Het menfche vleefch is paerde voeder ,
Wat noot, de doodt ivert htergefiuyt »
Wanneer dat Dighby , maer fijn poeder
Der ware medclijdentheyt ,
Op doodelijcke wonden Icjt.
Wie treedt foofchamper en foofier ,
ln lange Uau gcfltckte hleeden ?
*t Zijn ivater Nymphen , die het vpr
Van ntjdigheyt , voor ruft en vreden
Verkiefen , 't is de Leck^ en Wael y
En TJfel , en de Rijnfcbe vloeden ,
Die na der Opper -goden ^ael ,
Seer tegen onfe Merwe woeden ,
En wiüe dat haer filver nat ,
Sub in een hleynder kreyts bevadt.
Hiereerften Dircl^ op fijnen throon ,
Daer l loris die , te trots vermetel 9
De Adel boent , door Velfens Soon
Gefi hopt wen uyt fijn jtoel en zetel ,
*ot eyndelijck^ dat Dordrecht* Son »
Uerin ons Merwe cierltjcl^ bulden »
yiumpben over Stroomen won ,
In foo ons Stadt en ftaet vervulden
Met Korenen van overvloet ,
rerfelt met Kejiferlijcke ftoet.
In Leckj> en Maes , en Wael , en Kjftf ,
ïie volle fchooten komen brengen ,
Wan Weelde , Koren , Moft , en Wijn ,
\Om foo *t vermaecl^ met nut te mengen %
VGelijcl^gbjfgrooten man bier doet ,
In voor ff eelt in ons wiWge Boomen >
Hw lusl in Klavcr-wejde boet ,
tfvaert door onfe UerWen-ftroomen ,
\Godt geve mijn en u dien fcbat ,
Hang vreught te plucken in mijn Stadt»
W. v»Blyenberch.
O P
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
I
O P
L. v. Bos
DORTSCHE
A R K A D I A.
LEesgierge jeught, wiens graage luft
Ter weetcnheit vvicrt nooit gebluft»
Maar die met onvermoeiden vlijt
Uw leedighzijn en buitentijdt
Befteedt in een vernuftigh boek»
En acht den Schrijver wijs en kloek >
Die zoo op beids is af gericht*
Dat teffenshy vermaakt en fticht.
Hier doorghy vaak uitheemfche ftof ,
Uit 't Italiaanfch of Spaanfche Hof >
Of van de Teems of van de Loir >
Zoo graagh omhelfde , en keurde voor
De Vrucht geteelt uit Hollandts brein.
(Zoo lieflijk weet de Loir en Zein *
Wiens tonge drupt van hoonighzoet >
Het oor te ftreelen en 't gemoet
Zijns Leezers , door den letterfmaak
En 't ziel vervoerende vermaak
Dat yder fchept in (lof , en taal »
ln ftijl > en zwier > in hooffche praal ,
En
rv
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
En fchrandre vondt van d'eedle Geeft ,
ie hooger fchoeic dan menfchenleeft.)
Maar graage Jonkheit » taal voortaan
'Niet meer naar 't geen den Italiaan
Of Brit of Fransman aardighs heeft t
In ftof en ftijl , 't zy hoe beleeft ,
En heufch en hooffch -y ons Vaaderlandt
Vernuften tjueekt , wiens vlugh verfiant
En fchrandre geeft zoo heerlijk prijkt ,
I D at hunnen roem voor niemandt wijkt,
I Hier van getuigh het fier Vernuft
' Van Van denBos , dat nimmer fuft
Noch fluimert , maargeduurigh leeft
In wakkerheit, en zwiert en zweeft ,
Gelijk een by , in boek en bladt >
En gaardt dus eenen letterfchat
Van nut vermaak en aardigheen ,
Tendienft der Jeughtenyderecn.
Dit blijkt in 'tgeen zijn fchrandre veer ,
Zoo hooffch van zwier, zoo nut van leer,
Aan ons vertoont in deezeblaan 'y
Daar yderkan zijn luit verzaan
In zulk een keur van mengclftof ,
Van Minnery ; van Heldenlof;
Van Weereltkunde, en Staats belang,
In Rijksbeftuur door Vrouwend wang •
Van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Van Droom>cn Spook, hoe Vrou Natuur
Haar wondrcn werkt door lucht en vuur >
En heelt een verfche of vuile wondt
Door 't middel van een wondre vondr.
Van d'opkomft , wecderwaardigheên,
En ramp > en fpoet , en aart, en zeen
Der Stadt, die van den Vryen Staat
Van Hollandt ftrekt het hooftcicraadt >
Enoudtfte zuil , en eerde (rem ,
Door wien de vrye Leeuw zijn klem
En krachten krijght in muil en poot»
Tot nootweer van den Bondtgenoot.
Dus kout men hier ; en dus om Dort
Zuit hollandt een Arkaadje wort ,
En d'eedle Merw , die fiere ftroom ,
Een Alfeus , die zijn groene zoom
En oever boort met Hoev en Stee ;
Daar ydereen in veilge vree
Zijn Landthuis bouwt , en zijnen tijdt*
In Hof en Beemd , met vroolijkheit
Vaft overbrengt , en onderhoudt
't Gezelfchap met beleefden kout >
Terwijl men duikt in lommergroeiif
Daar zon noch lucht geen hinder doen.
A. v. G.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
DORTSCHE
ARCADIA.
Eerfle Boecl^,
JI s°" begofi: in het langer*
j der dagen den Middagh-
| üjn tenaerderen, en lijn
; brant te met meerder en
j meerder aen te fteken ,
wanneer een aenfienlijcke
Karos met twee paerden , in de gewoon-
lijcke Ponten , de Dortfche ftroom nae
Swindrecht over gevaren is, dewelcke
op het landen twee treffelijcke Edellie-
den , die, geduurende de over-tocht, daer
uyt gegaen waren , weder in nam, cn met
de felve, alleenigh van twee dienaers,
achter op ftaende, gevolght , dapper den
dijck op , Weft-wacrts aen , voortfloegh ,
tot dat de felve niet verre van de aenfien-
lijcke plaets van den wijfen l'criander
Iral hielt en fijn vracht lofte. Defc twee
Edell ingen , beladende hun dienaers daer
te blijven, flaen met malkanderen ter
zijden af, de Laen van de Hoeve door,
en komen over een fmalle vonder in de
Juftige weyde, die aen alle kanten dele
plaets omcingelt , en een aengenamc uyt-
ficht maeckt. Symoghten omtrent een
goede roer- fchoot vredigh voort-gegaen
zi jn , wanneer fy beyde den Mantel atf eg-
gen , en met een luchtige gefwindigheyt
A het
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
% DORTSCHE
het wambus uyt doen , en foo met het
boven lijf ontbloot ftaende , in malkander*
omhel fing toe vallen. Dit gedaen zijn-
de treckt yder van leer , en beginnen aüoo
onderling een tijdt korting , dat al heel
een anderen fwier had , alfmen in de
Scherm-fcholen gewoon is te fien. Dit
geficht (loegh terttont de oogen van het
Edele gefclfchap , het welcke in de by ge-
legene Plaets , om defe ibmer-dagen foe-
telijck te bededen, by een gekomen was 5
Lyfander al der-eer ft, wees de anderen de*
fen handel aen , en begaf fich te gelijck
nae fijn geweer , dat op de Ledekant van
de kamer Jagh, om fich daer terftont
heen te begeven, en, was het mooghhjck,
fulck een ontijdigh bloedt-ftorten te ver-
hinderen , gelijck oock den dapperen Ly-
damas, enden vcrmakelijcken Polymy-
thus, die, hoewel Lyfander de voorbang-
fte fchcen , evenwel de trappen af waren ,
en dc achter-poort uyt , eer Lyfander fich
van het fmeeckenen vleyen der Jofferen,
poogende hem in defe tochtte verhinde-
ren , en het gevacr voor oogen te ftellen ,
kondc ontflacn , die noch ten lactften , op
belofte van fich felvcn en de andere hor-
tten uythetgevaer te houden, enallecn-
li jckde bemiddeling van de twee Kam-
pioenen te lullen bewereken , fich uyt de
vriendelijcke en meewaerdige armen
verlofte. Hy ter loops de anderen , die
al een ftuck weeghs voor uyt waren, ach-
ter-
t. Hf
.kat
Hl
«I . . . r.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 5
ter-haelt hebbende , begeven lich defe dry
fcheydts-lieden, met hun degens onge-
trocken in de handen , nac defe droeve
kamp- plaets , daerde twee vyanden,met
de meefte hitte ter werelt , malkander
niet minder als de doot dreyghden. Maer
of hen al hunnen yver vleugels aen de
voeten fcheen te geven, en met een onge-
woone fnelheyt voort dreef, quamen fy
evenwel foo vrocgh niet, ofeenvande
twee , hebbende alrects een fteeck dwer*
boorden lincker arm gekregen, endaer
door een weynigh aen het deynfen ge-
racckt zijnde , fou , naer alle blij ck, voor
fijnvyant, die fich met defe zege niet
fcheen te willen laten genoegen , hebben
moeten bucken : doch ten laetlten naer
by gekomen, beftont Lyfander hen, die
door hun hitte noch niemant gewacr ge-
worden waren , dus toe te roepen: Hout
°P» gnv brave Edellieden, (want uw"
kloeckmoedige dapperheyt kan ons niet
minder als in fulcke uwe waerdigbcydt
verfeeckeren) en eer ghy vorder plaets
aen uwe gramfchap geeft ,onthoudt de re-
den de lijne niet. Elck van de twee
flaet daer op het hooft derwaerts , en
fiende defe dry met het bloote geweer
naerderen, willen niet wat te dencken,
en ftille ftaende , vraeghden beyde, wat fy
fochten , en waeromme fy hen verhin-
derden hun out gefchil te bellechten ?
Po!ymythus,metcen vriendelijck weien ,
A 2 dat
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
4 DORTSCHE
dat voor al geen vyantfehap voor ftelde,
naerderby komende, verfocht met aen-
genanie woorden een korten ftilftant,en
hen gehoor te willen verleenen, beloven-i
de , indien fy fich door hunne reden nietf
wilden laten voldoen , hen onverhindert |
te fullen laten bcgaen. Sy fich daer op
ft il- houdende, vervolghde defe : Wy twij-
felen geenfios, of een groote en gewichti-
ge oorlaeck heeft u,Heeren,tot defe hant-
gemeenfehap gebraght , maer beloven ons
lbo veel van u-lieder Edelen aert , dat die
door een noch gewichtiger fich lal laten
ter neder letten. Defe is het dubbel ge-
vaer het geen felfs dé overwinnaer dreygt,
en in ftaer ltelt,om voor een eerlijck redde-
ren van fijn belangen, aen een on edele
dootover gelevcrt te worden, Onslant
(dewijl wy wel lien dat ghy uytlanders
zijt) heeft geen toevlucht van Kloofters
en Vry-plaetfen , om een ongeluckige
dr.ot- fiager tegens het gewclt van het Ge-
recht te befchutten , maer dewijl alles
voor die Hoogc Macht open ftaet , is de
hoop van reddering te kleynder> en de
lietde van fich lelvcn , hooger op te ne-
men. Derhalven was noyt overwinning
te betrachten , die den overwinnaer in
meerder lijden als den overwonnen ftelt ;
gelijcker noyt twiit foo groot was, die
door verfhndtge bemiddeling niet fou by
te leggen zijn. Wy bidden dan , indien
het bidden van Edellieden op huns gelijc-
ken
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. ?
ken placts fou mogen grijpen(vergeef het
my , indien ick miflchien, door onkunde,
my tegen een hooger waerdigheydt fou
mogen komen te vergrijpen) uw gevecht
voordces tijt een weynigh uyt te Itellen ,
met ons in dat naefte Lult-huys te gaen ,
en al daer, is het niet van een volkomen
verfoening, ten minden van een wen-
fchclijcke ftilftant ons de eer te geven ,
terwijl men orderc ftelt tot verbinding
van defe alrects ontfangene wonden , en
fufïing van dc door u lieden aengevan-
gen fpoorloolheyt, die alrects (dewi jl dc
nauwe wetten van ons Vadcrlant iultkc
onwettigheden niet willen lijden) ten
hooghite ftraf-bacr is. Den onbefcha-
digtiden Edelling nu een weynigli
aireets aen het bedaren, en des te betet
met het verkregen voordcel vergenoegt ,
den gequetrtcn, door het overvloed igh
miflehen van lijn afgut lende bloet, al vry
verkoelt , feheenen een weynigh nae defe
redenen te luyftcren , fondcr dat even-
wel ycmant van hen de eerfie wildezijn
in hetomhelfen van dele beleefde aenbie-
dingj tot dat den Dortichcn Adel, wel
ilende, dat het rtuck van eer hen alleen
te rugge hielt, yder lijn Man by de handt
nam, en half metgewelt de mantels om
gehangen hebbende, nae 4e luft-placts
beftondtc leyden , terwijl Lydamas ikh
van hun Degens verfeeckerdc , en die,
met hun wambuyien, hen achter nae
A 3 droegh,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
i
<$ DORTSCHE
droegh. Soo haeft fy nu aldus te famea
byden Luft-hof quamen, ontmoete hen
de beleefde en mcdc-doogendc JofFeren,
die niet als met tranen in de oogen , 't zy
uyteendeughdelijck medelijden, ofuyt
een vergenoegende vreught, die gene, die
{y al voor heen in hun gedachten de doot
toe gefchickt hadden, fonder te weten
wieiy fouden hebben te beklagen , nu be-
houden en dat fware ongeval onttogen te
fien , hen ont fingen. Het overvloedigh
bloeden van den gequetften arm deed hun
teeder gemoet de oogen daer van af-kee-
ren , fonder dat yemant van de fel ve het
vermogen had de wonde te fien verbin-
den , welcke plicht door een van de die-
naers volbroght wierr. Dit gedaen zijnde,
wiert den gequetften , die onder de handt
flauw geworden was , in een afgefonder-
de ftille kamer, nae datmen hem meteen
dronck Rijnlchen wijn ververfcht had,
te rufte geleght. Den anderen , zijnde
den Koetfe en Paerde in de ftallinge beftel-
ling gegeven , voegt fich by den hoop , en
beltaet de Iufferen met een bevallijckc
aenminnelijckhcyt te onderhouden. Ick
ben uwe mededoogentheyt, feyde hy , en
de belcefrheyt van deiè Edellieden ten
minften foo veel fchuldigh , dat ick moet
bekennen, door uwe hulpeof van de doot,
of van een ncderlaegh verloft te zijn;
m ler evenwel niet (aengemerekt uw' na-
tuerJijcke wapenen) van de vrees in een
veel
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 7
veel argerte vallen , en , in de plaets van
inmijnbloet te verfticken , doordeftra-
len van foo veel fchoonheden te verbran-
den,'t en zy het genade is, en geen v/reet»
heyt.het g'eene ick fn uw' oogen (6 beval-
lijcke loffercn) blaccken fie. Soo lange ,
berechte daerdegceftige Euphemia op,
uw belangen foo verfpreyt.cn uw vrees foo
algemeen is,alsonfer aller wapené te dug-
ten/al uw gevaer te minder zijn-, ten min-
ftcnfal yemandt van ons foo veel mede-
doogen hebben , om u tegen de wrectheyt
van de anderen te befchermen, of foo veel
afgunft , als het veroveren van fulckc ver-
dienden yemandt van haer medegencoten
te benijden , en alfoo fal u , het gae hoe't
wil, geen hulpendc handt konnen ontbre-
ken. Mijn geluck fal foo groot niet zijn ,
antwoordeden vreemdelinck , want het
zy my yemandt befchermt , of mijn ver-
overingh een ander benijdt , fulckc plich-
ten konnen my niet minder alsdanekbaer
maccken , en dewijl mijn verdien! ten ioo
veer zijn onder i'oodanigen weklaedt , als
de belooningh boven het bereyrk van
mijn macht, kan ick niet minder doen,
omnictondanckbaer teftervcn, als mijn
lel ven aen fulcke plichtige deugden op te
offeren , en ftae alloo , die met het behou-
den van mijn leven een groote winningc
meende gedaen te hebben, in gevaer een
meerder, namentlijckmijn vryheydt,te
verliefen. Euphemia had haerantwoort
A 4 al
*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
8 DORTSCHE
al gereet,wanneer Lyfander (die een wey-
nigh te ernftigh was voor foodanige hoffe-
lijcke liefkoferyen , of miflchien vreefe
had , dat defe nieuwe fwier een dieper in-
druck inde genegentheden van defe on-
noofelen moght maeckcn , als hem en de
anderen moght nut zijn) meteen beval-
lijckheyt defe redenen brack :Holla mijn
Heer, en ghy Me-Juflfcr Euphemia, het
ichijnt ghyonfen arbeydt ioecktte ver-
dubbelen, wy komen verfch van het
fcheyden van eenen ftrijt.en gy vangt wcêr
een' ander aen , onfe redenen hebben foo
veel krachts gehadt,als een gevecht dat
levens koft te doen fcheyden, en helpt
ghy nu de reden felf aen het twiften, waer
fullcn wy onfe toevlucht toe nemen , foo
ghy ons defe wapenen uytde handen
neemt. Defen Edelman falonsdeeere
geven van ons kennis van fijn waerde
te doen hebbé, en, indien het niette raeuw
vooreen mifnoeght gemoet is, de oor-
faeck van defen haet verhalen , die foo
machtigh is gewceft.als iulcke twee Ede-
le zielen tot fulck een verwoetheyt te ver-
voeren. Veel meer ben ick aenuver-
lchuldight, berechte den vreemdelinck,
enachte my geluckigh dit tot een begin
van mijn danckbaerheydt te mogen
gebruyeken. Hier op quamen de andere
Edel- heden enlofferen tefamen, en de-
wijl de aengenaemheyt van den dagh , die
als doe geen van de hectftewas, endoor
een
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Mi
ARCADIA. 9
een foet windeken dc ftralcn van de Sonne
ry matighde, vant men geraden den Hof
tot dele vertelling te hefteden , te meer ,
| alfoo men den gequetftcn daer door te
meerder ruft hoopte te bevorderen , die
ondertuflehen foctelijck in flaep was
geraeckt. Sy dan, latende fijnen dienaerby
c hem, begeven iïeh de marmere trappen
i af , na den aengenamen Bloemhof, en vcr-
J kiefende een dicht Prieel, vanLiguftren en
s andere groente dichtte famen gewaflen»
fet fich een yeder op de groene Roomlche
Camille- fittingen neêr, enden vreemdc-
linck fich aen de zijde van Eup hernia
gevoeght hebbende, begoft met een be-
vallijcke wij Te vanfpreken,welcks klanck
noch een weynigh van het uytlandilch
hadt, fijnverhael.
Cefchiedemsvaij Ainbrofw en
LujLiccbio.
"KlApelx, mijnHeercn en Vrouwen, is
* mijn Vaderlandt, mijn afkomft,cn die
van mijn vyandt , is , gelijck ick fonder
ydelhey t fou konnen leggen, van de Edel-
fte , fonder dat ick defelve noodigh achte
nader te kennen te geven. Het gebeurde
op fekeren morgen-ftond,dat ick, met ten
Pagie alleen verfeit , my buyten de Stadt
gingk vermaken : weynigh meer als een
halve mijl weeghs moght ick van Napels
zijn , wanneer ick een Karos voor eenigh
A p ge-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
t0 DORTSCHE
gcboonte fagh ftilftaen ,uyt dcwelckeeen
Jongkvrouw,koftelijck gekleedt, hoewel
het aengelicht bedeckt houdende , voort
quam. Dele, fonder ergens na om te lien,
begaf fich na het geboomte toe, met fulck
een haeltigheyt , dat ick fulcks met ver-
wondering bleef aen fien. lek vraegh-
deeen van haer dienaren, wat de oorfaeck
van defe haeftigheydt van fijn Meerterfle
was , en met een, of ick haer cenigen aen-
fename dienft fou konnen doen , daer my
aeraer.fiinhjck gelaet , en hecrli;ckege-
ftaltenifle toe fcheen te verbinden. Hy ant-
woorde my , dat ick , met haer na te vol-
gen , ten minften dat voordeel fou kon-
nen doen , dat ick lichtelijck meer als een'
doodtflagh fou konnen verhinderen. Ick
begeef my derhalven van mijn paerdt , en
het ielve aen den fel ven dienaer te bewa-
ren gegeven hebbende , beltae de longk-
vrouw in aller haeft na te volgen , fooda-
High,dat ick, ter oorfaeck van het deun ge-
was, het welcke haer met haer vrouwe-
lijcke kleederen foo fpoedigh den door-
tocht niet wilde vergunnen, haer wel
haeft achtcrhaelt had. fy op het gerucht
van mijn gangk omfiende , en my gewaer
wordcnde,fcyde tot my: Indien, heer Rid-
der, by geval eengodtvruchtigen yver u
defe moey ten doet aennemen , foobidde
ick u, my te vergefelfchappen tot aen het
uytterfte van dit Boich, daer ick geloof
dat een Ridder fijn wederparty verwacht ,
om
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. ii
om den een den ander om mijnentwil de
doodt aen te doen , daer het, na mijn ge-
voelen , beter was dat fy beyde van onge-
luck bewaert wierder, ; want.hoe het oock
komt uvt te vallen , ick kan niet minder
als de corfieck daer van zijn. lek biede
haer van gantfeher harte mijn dienil aen ,
en vc volge foo met haer mijnen wegh.
Wy waren noch niet aen het uytterfte ge-
komen , wanneer wy alreef s het klincken
van de degens gewaer wierden , het welc-
ke ons re meerder deedipoeden, totdat
wyun laetltcn ineen kleyne vlacktetwee
Edel lied .ngewaer wierden, die te famen
hand- gemeen waren geraeckt, en dat met
fulckeen hevigheydt, dat niet anders als
de doodt van den een of den ander , ot wel
licht van bcydè, daer op Itondt te volgen.
Ick daer op de mijne treckende , beltondt
de vechters van verre toe te roepen, dat
fy iouden aflaten , tot dat fy ons fouden
gehoort hebben ; fy omfiendc, lagen defe
longkvrouw by my, om wiens eerbiedig-
heydt, meerder als om mijn roepenen
dreygen, fy itil hielden By hen nacrder
komende, vervolghde ick , irdien de oor-
faek van uw verfchil defe iongkvroaw is,
en, na ick verftaen heb , yder van u het
bcfitdaer van wil bevechten, ibuhetmy
duncken gevocghlijcker te zijn , het oor-
deel aen haer verku img, en niet aen de
onfekerhcytvanuwgeve. hr te vertrou-
wen ; laet haer de keurc van een van ü
A 6 bey-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
DORTSCHE
beyden toe , en ftelt de faeck aen haer , die
Kcen van u beyden , indien ghy anders ern-
ftigh bemint , heeft te verwerpen. Hy die
de hev ighfte van hen beyden icheen , dat
Euftacchio was, feydc, hy wilde het daer
niet laten op aen komen , noch een ander
met hem in gelijck recht verdrag hen ,
alfoo fijn trouwe liefde hem,fonder tegen
feggen , het voor- recht gaf , en was daer-
omme van gevoelen, dat door den doodt
van den een of den ander, de geluckige in
het volle en onverhinderde bcfit moeft
blijven. Dit kan wel fonderbloetgefchie-
den, berechte de Iongkvrouw meteen
beval ijeke manier daer op, en ick verfoec-
ke felve , indien ick u foo veel waerdigh
ben , my dat recht te laten , alfoo ick an-
deriins verklare , dat geen van bey-
den, het gaet dan hoe het gaet.oyt demin-
ütr van mijn genegentheden fal hebben te
genieten . en indien mijn keur hierplaets
gnjpen magh , verklare ick weder , voor
die geen die ick fal verkoren hebben, dat
ick noyt gunftigh oogh op fijn mede-
vryer fal üaen Door dele woorden begofté
Sy te luylteren, in voegen , fyeyndelijck
fich aen haer gedroegen , en haer vrye
wil tot rechter van het gefchil namen.
Rofaura , foo was defe fchoone genaemt ,
had foo haelt defe macht niet ontfangen ,
of kreeg h berouw van haer al te groote
voortvarentheydt , te meer, alfoo fy, haer
gtmoet onderfoeckende , geen ware genc-
genu
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 15
gentheyt tot een van beyden kon vinden.
Sy fich eyndelijck tot my kcercnde,fcydc :
Ick bcn,Hecr Ridder, de Gravin Rofaura,
die in dit Rijck genocghiaem bekent is.
ecnige laren geleden , ben ick aen een
man getrouwt gcwcelt, die alreers de acht
cn vijr'tigh laren voorbv was, welck hou-
welijck meer uyt inlicht vin itaet, als uyt
liefde voortgefet is. Mijn Man ftierr bin-
nen korte dagen na dar wy getrouwr wa-
ren, en liet my meereen rijekeen verlate,
als bedroefde weduwe. Dcfen Heer
Euttacchio, en den ander Odavio ,befton-
de haeft dacr acn, een y.ierom her fcerfte ,
my aen te foccken, beyde Edel, Rijck, ert
vangoeHe gcrtaltenis; maertot noch toe
hebbe ick my voor geen van beyden kon-
nen verklaren , het welcke hen bewogen
beeft malkander te haten , al foo den een
meende , dat hem den ander hinderlijck
was , totdat fy ten laetften malkander op
dele plaets beroepen hebben , om met het
wech-maken van een medevryer , fich
van my het volle bcfit te geven ; gclijck of
ick noodtfaeckelijck mijn genegenthcyt ,
tot noch tocvry , gevanckelijck aen een
van beyden moft overgeven, ick de tij-
ding dacr van hebbende, vantmy. ver-
plicht het bloedtftorten , het welcke ick
ibu hebben veroorfaeckt, te weren, en.was
het mooghlijck , hen terneder tefetten ,
het geen buytcn hetgeluck van uw'acn-
koralt mifl'chien ioo wel niet fou uytgc-
A 7 vaI-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
14 DORTSCH'E
vallen hebben. Nu hebbe ick mijn fel ven
in een faeck ingedrongen, daer ick wel
wenfehte van verloft te zijn r in vos-
gen ick verfoecke my hier van noch
vooreenigen tijdtte omflacn, om mijn
bedencken noch wat naerder daer over
te nemen» Dus verre vervo'ghde Rofauni
haer redenen ; maerde twee Ridders hiel-
den aen , om haer woort te voldoen ,
feggende , dewijl fy hacr verhindert had ,
hun lacck onderlingh te b.-flechren, iy nu
oock , volgens haer e\ gen aenbieding , de
Rechterfche en fcheytiker van hetgefchii
molt zijn, en een van hen bcyden gcluc-
kigh maken. Rofiuri fich al lus ^i-perft
vindende , begotthch veerdigh te maken
hiervonnis tcuytteren, terwijl d twee
minnaers.met open monden en geflooren
harren, na het vonnis van hun doodt of
leven -ha?ckten. Indien ick , feyde fy,
mijn verkiefmgh omtrent dele twee
Edel-lieden doen moet, foo verklaer ick
mijn feiven dus,du OcYivio my wel waer-
digh, m ier Euftacchio my liever is. Won-
der was het te iïcn de neerllachtigheydt
van den een , en de uytgelaten vreughd
van den ander. Octavio, als ofhy geen
MeeHerÜb, maereen Koninckrijck ver-
loren hadt, itampre met fijn voeten, trock
fijn hayr, en itelde fich aen als een ont-
fnidc, en ren lactften , na dathyduyfent
woorden van fpijt uytgebracckt had,
vlieght na lijn paert,werpt zich in de zael ,
en
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARC ADI A. tf
en rent het bofc h in,foodanigh,dat hy bin-
nen een oogenblick tijdtsuyt onfcoogen
was ; macr Eultacchio wierp fich neder
voor de voeten van Rofiura , kufte den
boort van haren rock , en gaf haer duyfent
danckf ggingen van haer gunlt, die
evenwel by haer niet over groot was.
Dit gedaen zijnde komt hy my oock
omhellen , en zegent de ure dar hy mijn
tegenwoordigheyt dus voor de eerltemael
genotë had, bidr ootmoedighlijk my.hem
onder het getal van mijn dienltbaertte
vrienden te tellen, tjelijck hy my v in doe
af aen lijn hooghlte en dierite genegent-
heden, felf met eeden , aenboodt. Ick,
waerlijck , vandt foo veel bevallijckheydt
in hem , dat ick niet alleen met woorden ,
macr oock metter daet my t'eenemael in
lijn vrientlchap over gaf j jadefe qu im in
fulcker voegen aen te groeyen,dat die van
PylaJes en Oreftes daer weynighichecn
by te pas te komen. Ondertufichen waren
wy dagelijcks by een , en mcnighmacl te
famenby Rofmra, die my met foo veel
vriendelijckheoen onthaelde , dat ick
meni^hmael verwondert was , dat fy foo
weynigh ondcricheyt tuflehen my en
haer vtrkoren vrient maeekte , al het
wekke Eultacchio met goede oogen
aenfigh, ïbheppende felf gelijck als een
by Tonder vermaeck , dat fijn lief foo veel
fta:-ts van die gene maccktc, welcks
vriendtichap hy ioo hoogh achte. M i jn
voor-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
id DORTSCHE
I voornemen was al lange geweeft , mijn
I Vaders huys te verlaten , en my nae
I vreemde Landen te begeven, omtefoec-
I ken het geen een Edelman van mijn
I gelegentheydt niet onbetamclijck moght
I zijn , en was aireets op het punt van mijn
I reyfe te bevorderen: maer Euftacchio, die
I fonder my niet fcheen te konnen leven ,
I hielt my dagelijcks op, gelijck oock
Rofaura my daer van , voornamentlijck
als wy alleen waren , ibcht af te raden.
Eenmael by haer in haer kamer alleen
' zij nde , vatte fy my by de handt, feggen-
de: Gy pooght, Amorofio, uw Vaderlandt
te verlaten , en andere landen te gaen
befoecken , mier ick , indien ick yets op u
vermagh , verfoeck u van dat befluyt af te
ftaen. ghy fult u verwonderen waerom
ick my aen u perfoon lbo veel laet gelegen
zijn , ick (al uoprechtelijck daer opening
van doen. ter tijdt wanneer ghymy te
hulp quacmt in het fcheyden van mijn
twee minnaren vandt ick fulck een beval-
I lijckheyt in uw wefen.dat ick van die tijdt
I af aen mijn genegenthcden aen u over
I gaf, en de verkicfingdie ick van Euftac-
chio gedaen heb, is alleen uy t een begeerte
voortgekomen om het bloedtftorten te
verhinderen , fonder dat ick oyt gedach-
ten gehadt hebbe, hem mijn eygen te
i maken G hy weet dat ick my niet verder
1 aen hem verbonden heb , als hem uyt
I twee aenfoeckers voor de waerdighfte
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
53
VI I
i
t
1
I
ARCADIA. 17
aen te nemen, Tonder dat my verboden is ,
een darde te beminnen > en daerom kondt
ghy, fonder quetfing van de behoorlijck-
hcyt,en fchending van uw vrientichap.uv
eygen belangen in my te beminnen
betrachten -y lek ben die gene die u daer
toe aenmane, en verwachte van u niet an-
ders als uw wederzijtfche gencgentheyt.
Verbaefi en opgetoogen bleef ick ftaen
over foodanige v/oorden: hier drongen
my de plichten van onfe vrientfehap , die
wel dier tuttellen ons befwooren was,
daer de verdienden van Rofaura , die al de
beweeghlijckheden had , die yemandt tot
liefde fouden hebben konnen verbinden :
Schoonheydt , Rijckdom , Edeldom , en
Staet. Wat lou ick doen, de liefde kreegh
de overhandt op de vriendtfehap , en ick
my voor haer voeten neder werpende ,
kufte haer handt , en bcdanckte haer voor
de uytfteeckende gunlt, dewclckc my
van haer bewcfen wierdt. Dit bleef foo
voor een wijl tuflehen ons verborgen,
wachtende fy de tijdt en gelegentheydt
fïch opentlijck te verklaren , dagelijcks
verminderende ingunften aen den onge-
luckigen Euftacchio tetoonen , die', niet
konnende bedencken waer de fchorting
was, my menighmacl de klaghten van
haerkoelheyt deed; ickfocht hem fom-
wijlen fulcks uyt het hooft te 11 aen , en
mcnighmael te vertoonen,dat de vrouwen
verandcrlijck waren, en datwy ons foo
ièer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
18 DORTSCHE
feer aen de felve niet moften gevangen
geven , of indien fy ons verachten , wy
moften het felfde doen : maer Euftacchio,
te verre in liefden ingezeylt , konde mijn
reden geen toegangk geven. Eyndelijck
kreegh hyde gedachten, als of yemandt
anders heymelijck verfoeck op haer
deedt , en door vorderlijcker hoedanighe-
den alfoo te met fijnplaets veroverde,
en nam voor, haer huysnaerftigh waerte
nemen. Ick beken (niet tegenftaende
miine liefde al eenighfms groot was,
hoewel niet gelijck dcfelvewel fou heb-
ben mogen wefen , alfoo ick noyt de y ve-
righfte minnaer geweeftben) dat het my
menighmatl in mijn hart deerde , dege-
rechrige droefheydt van mijn vriendt te
fien, en wenfehte felf, dat ick die weynige
liefde die by my was, moght van my wer-
pen, en Euftacchio geheel in het befit van
fijn beminde laten : maer wanneer ick
weder haer acnfpraeck quam te genieten ,
(het geenwy meeftdes nachts voor haer
traclie deden , om dat fy my , om alle ver-
moeden te fchouwen , verfocht had noyt
onrerfelt in haer huys te komen) viel ick
weder t'eencmael aen haer zijde , nemen-
de voor, haer mijn uyterfte genegentheyt ,
gelijk fy waerlijk wel verdiende, te geven.
Eenmael des nachts voor haer tralie ftaen-
de.cn met haer fprekende, vant ick my op
het on voor fien fte aengerandt , en dat met
foodanigc woorden: Ghy zijt dan dien
trou-
V
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
trouwcloofen Ambrofio , die wel foo
veel goddelooiheyt hebt gehad, om een
vriendt , die u lbo trouwelijck bemint
heeft , van fijn belit te berooven ; heb ick
daevom mijn vertrouwen op u gcftelt , en
umijngemoct foo menighmael geopen-
bacrt: den hemel lijde niet dat ick onge-
wroocken fterve; en tree kt daer medelijn
geweer, en nadert my, fonder dat ick
middel vant my tegen Euftacchio , die ick
kennende wierdt , te verantwoorden , in
fulcker voegen , dat ick mede genoot-
faeckt was de handt aen het geweer te
flaen. Ick, hard ge d rongen zijnde, poogh-
de my op het befte dat my mooghlijck was
te verweeren , te meer , dewijl ick aireets
in mijn zijde, hoewel lichtelijck,g:quetll
was. De gramlchap van my aldus on-
voorfiens befprongen tefien,dronu my tot
het uyterftc aen, wanneer lijn dienaer, die
lij nen Heer een ft uck weeghs van dae r op-
pafte j fiende dat wy handt gemeen wier-
den, Euftacchio te hulp quam, niet tcgen-
ftaendc fijn Heer lelt hem met lchelt-
woorden afdreef, maer defen was foo
voorhaf igh , dat hy , my te na komende ,
door eenSeeck doodt ter aerden v iel , foo
veel te ongcluckiger voor Euftacchio , dat
ick daer door te beter gelegenrheydt
kreegh , hem een ander in de fc houd er te
brengen , die hem buytcn macht van lich
te verweeren ftelde. Het naefte dat ick te
doen had, was my te vertrecken, te meer,
alloe
2o DORT S CHE
alfoo ick aireets van verre eenigh geruckt
hoorde. Ick fandt des morgens mijn die-
naer, om te vernemen naden uytval van
het gevecht , die my de tijding bracht, dat
den dienaerdoot , en fijn Heer fwaerlijck
gequetftwas, het welcke my drong na
mijn oorbaerom te Cien , en mijn Vaders
huys voor dat van een van mijn vrienden
te verwiflelcn , en my aldaerfoo lang be-
deckt te houden , tot dat alles , tot voort-
ietting van mijn reys , veerdigh was , daer
fich mijn Vader nu meer als oyt toe gene-
gen toonde. Soo als ick van meening was
des anderen daeghs te vertrecken , konde
ick evenwel gcenfins nalaten, mijnRo-
faura , voor het laetfte , noch eens aen te
ipreken ; ick bcgeve my vermomt der-
waerts.hoopende haer,na gewoonte,aen de
tralie te vinden, macr omtrent bet huys
komende, laghick de geheele ftraetmet
toortfen verlicht, en vol volcks , naerder
komende, ontmoeten my ccnige lieden
dat geeftelijcke fcheenen te zijn , die paer
aen paer met een fachten tret voor uyt
gingen , gevol^ht van een ander flach ,
met toortlen tuflehen beyde, daer op
quamen weder eenige anderen* en toen
weereen ander flagh , daer op quameen
lijck , dat men als ter aerden braght , ver-
fclt met eenige fangers, die het Requiem
fongen , en defe door een ftatigen rouw
gevolght. Ick bleef ftaen,en fach defe gee-
ftelijcken onder oogen , maer daer was
niet
I
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 21
n iet een die ick kende. Ick verftoute my
cyndelijck een aen te fpreken, en te vra-
fen , wiens lichaem fy aldus ter aerden
rachten? dat van de Gravin Rofaura,
antwoordeeen. O Godt ! is Rofaura doot?
antwoorde ick , en meende voorts na de
wijfe van haer doodt te vragen , wanneer
ick my alleen bevandt , en noch Monnic-
ken noch lijck meer omtrent my fagh.
mijn ontfteltenis was groot, en foodanigh,
dat ick nauwelijcks wift hoe van de ftraet ,
en weder in het huys van mijn vriendt te
komen. Ick vertelde hem mijn weder-
varen , die het alles als fuffcrijc in de wint
floegh , my verfekerende dat de Gravin
noch dien dagh in goede gefondtheyt was
gcfien. Na dat ick des onderen daeghs
van mijn Vader mijn affcheyt had geno-
mcn,begeve ick my in den avondt- ftondt,
alleen met een dienaer verfeldt, ter Stadt
uyt, nadat ick Rofaura met een Brief
mijn vertreck had laten weten , dcwelcke
foodanigh luyde.
Brief van Ambrofio aen Rofaura.
Mijn ongeval gebiet my uw tegenwoordigheyt
voor een vuijl te mifTchen , fonder middel te
vinden , anders nis door een Brief mijn affcheyt
van u te nenrnr, tw.ifeh met of ick falu binnen
weynigh maenden weder konnen vinden, met
foo grooten genegentheyt ^isick fcheyde, te zijn
uw' verplukte
A m br os i o.
Ick
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ai DORTSCHE
lek nam mijnen wegh langs Pofilippo
na Romen , daer ick my een wij l ophielt ,
loo om eenige vrienden, dewelcke ick
dacr had , te verfoecken , als om ordere op
mijn wiflel te ftellen , en van daer te
fcheep op Genua vertreckende , quam
eyndelijck tot Barcelona, meteentyaley
van die ftact : daer ick, tot mijn groote
verwondering ,dewaerachtige doodt van
Rofaura van een Edelman van Napels ,
quam te verftaen , die my geen kleyne
ontfteltenis aen braght , gelijckmen ge-
meenlijck aldcrmeeft bemindthet geene
men verlooren heeft, lek begaf my vor-
der na hetSpaenfche Hof, daer ickmy
een wijl ophielt , tot dat ick gelegentheyt
kreeg h , met eenige Duynkcrckiche Fre-
gatten na Nederlandt te komen , daer ick
den Koningk eenige jaren in den oorlogh
gedient hebbe, tot dat eyndeli jck,de vrede
tuflTchen die twee hooft-vyanden getroffen
zijnde , ick my na dele geweften begaf, ter
oorfacck van de roem die my daer van ter
ooren was gekomen. Het was mijn onge-
gelutk op gifteren binnen defeStadt van
mijn ouden vyandtlijckcn vrient gefien te
zijn , die, waergenomen hebbende, waer
ick ter herberge lagh, mynoch dienfel-
vcn avondt fijn -Ontfrgh- brief te huys
londt, om fich over het van my ontfangen
leedtte wreken. Mijn gelegentheydten
moet wilde niet toelaten , hem defe tocht
te weygeren , foo dat wy met mijn Karos
over
M
ARCADIA. 13
overvarende, eyndelijck defe plaets toe
beilechten van ons gefchil uyt gevonden
hebben ; ick wilde hem onder wegen fom-
wijicn de ware gelcgentheyt van de faeck
vertoonen.maer fijn verbittertheyt wilde
niet na mijnluyfteren, my geduurighte
gemoet voerende, dat hy en ick onfe
rechters aen de zijde droegen, het welckc
my eens genoegh gefeght was. Dus zijn
wy handtgemcen geworden , en ter goe-
der uuren van u-liedengefcheyden , het
welck mifichien een van ons beydenhet
leven gebaet heeft, waer voor ick niet
minder als erkentenis fchuldigh ben ; en
dit is alfoohet geen my wegende oor-
faeck van ons gefchil te feggen ftaet.
Nauwelijks had Ambrofio fijn vertelling
geëyndight , wanneer Periander, de mee-
fter van de plaets , en Vader van de fchoo-
ne Lucina, en Lyfander in den Hof quam ,
hy groetc al net gefelfchap belecfde-
lijck , en Tiende Ambrofio , die met de an-
deren opgeftaen was , om den ouden Heer
fijn plicht te bewijfen, biedt hem dehant ,
en heet hem wellekom in fijn huys , met
veel beleefde verfchooningen op de
grringheyt van fijn woon ing, engebreck
van bequame gelegentheydt , om een
perfonagie van fijn ftaet na verdiende te
onthalen. Ambrofio in tegendeel, poogde
fijn vrymoedigheyt en ilouthcydt van
aldaerfoo onbeleefdelijck te verlchijncn
met vele hcufche redenen te verfchoo-
nen ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
24 DORTSCHE
tnen: maer Periander fijn woorden fteu-'
rende, nam hem vriendelij ck by de handt,
en (alfoo hy alreedts van den Hovenier de
gelegentheyt van de faeck , en de oorfaeck
van fijn komft verftaen had ,) achtefich
ten hooghften geluckigh dat fijn plaets, en
by gelegentheyt van de fclve, dit gefel-
fchap hadkonnen dienen tot een verhin-
dering van fulck een hachelijck ongeval ,
en wenfchte,dat fe vorder ftrecken moght
tot een tempel van vrede , om voor altoos
defe breucke van vriendtfehap temogen
heelen. Daer op verfocckt hy der. Edelen
vreemdeling het kleene vermaeck dat fijn
plaets geven konde met hem te willen
genieten, en fiaen foo te famcn (na de
groete aen het gefellchap gedaen te
hebben) een van de paden in. De jonge
lieden, die als noch geen luft in het wan-
delen lchenen te hebben , hielden fich
ondertuflchen noch wat by cen.en namen
dele gclegentheydt waer , van het voorval
deler twee Edellingen te handelen. In der
waerhey t , feyde Clijtie , dcfen dagh heeft
ons al veel bylbnderheden toegebraght,
en vee! doen fien , en noch meer hooren ,
defen Itai u cnfchen, gelijk den Franfchen,
Adel (chijnt met vechten en twiftenaen
malkander te hangen , en foo met hun
leven re fpelen, als offe noch een lijf of
tweernde kift hadden. Dit was noch een
oorlaeck van gewicht, antwoorde Lyda-
mas, maer grooter ongevallen zijnder
menigh-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 2$
Imenigh-mael ontilaen uytveel kleynder
joorfaken,daermen fich niet ontfiet,om een
jbanggeficht malkander in het velt te he-
rroepen , en fondcr eenigh ontfagh het
{leven te benemen, my gedenckt van een
j voorval dat ick felf gefien heb , buy ten een
jvan onfe fteden , tuflehen twee of dry
IHop-lieden, die, in dienft van de Staet van
\ Veneetie, daer lagen om volck te werven.
! Zijnde te famen in een herbergh, ontftont
3 'er onder het verkeeren , over het verfet-
aten van een fchijf , of diergelijcke kleynig-
lheyt,tuflchentwee van de felven gefchil,
ü en alfoo de woorden hoogh liepen , beriep
fden een den ander , om tegen des anderen
fdaeghs fmorgens tegens hem met den
[ degen te fpelen ; den darden,die iïch mede
3 in hun twift ingewickelt had , wilde
i noot fakelij ck mede van de party zijn,
) fich aenbiedende de plaets van de gene
: die eerft quam te fneuvelen,tebekleeden ;
1 loo verre drong den defen defe ontfinde
Idwacflieyt, om, daer hy inder daetgeen
\ vyant had , den over winnaer tot fijn vy-
i ant te maken , en fonder cenige noot-
i dwang fich felven in hef gevaer te ftcllen.
> Op de oeftemde uur en plaets komen fy
i des anderen daeghs byeen, en te famen
i een glas Alfem-wijngedronckcn hebben-
» de, gaen alfoo foetelijck naebuyten toe.
I Hun onverduldigheydt (alhoewel de hae-
\ ftighcyt door den nacht en den flaep wel
. had behooren neder gefette zijn) wilde
B niet
%6 DORTSCHE
niet toelaten lang te gaen , maer, de eerftd
plaets voor de befte genomen hebbende
fmijten voorts de mantels van de fc boude-
ren , en , ruckende alleen het wambus
op , vangen hun bloedigh tijt-verdrijl
aen , terwijl den darden, met den degen in
de hant , de vecht- plaets vey lde# Na eeni-
ge gangen gegaen te hebben , wort deol
eenen in de lincker borft , een weynighl
onder den tepel, gefteecken en fijght daer)
over op fijn eene knie ter aerden: fijnl
yyant fulcks tiende , fmijt fijn geweer daerj
lijf e" neen » en Saet met °Pen armen nae nem|
vecht." toe » feggende, Pardon Capitcyn ; den ge-l
quetften , alsof hem defe goetwilligheydt
kracht tot boofheydt gegeven had , recht
fich weder op, en brengt fijn aireets ont-
wapenden vyant een fteeck van boven ,
met defe woorden : hou daer is Pardon >
en treft hem foodanigh, dat hy,fonder een
woort te fpreken , doodt ter aerden valt , |
van den ander nauwclijcks een half quar-
tier uurs overleeft zijnde. Den darden,
nu geen weêr- werek vindende , begeeft
fich terftont weder na deftadt, en nucx
door de andere poort weder daer uyt , om
het Gerecht, het welcke met ernft na hem
focht , en in die plaets al ftreng daer mede
doorgaet, te ontgaen, latende de twee
dooden op de plaets. Dat is een voor-
beelt van een onftuymige reuckeloofhey t
(berechte daer Lyiander op $) maer het
gene my het mcclte verwonden is , dat
de
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. ij
de Outheyt foodanigen üagh van moor*
den plagh in de plaets van het Gerecht te
gebruycken , om de twijfelachtige ge-
fchillen te beflechren , en de fchuldigen
omtrent eenigh mifbedrijf, ofdewaer-
heyt voor de Jogen uytte vinden; alsof
degerechtigheyt van die tijtfooblint in
verltant als van oogen was. Doch laet
zijn haer de oogen geopent , door het
aenmercken , dat niet lelden de onfchuldi-
ge voor de fchuldige viel , en de logen
over de waerheyt , en bedrogh over de
oprechtigheyt fege-pracldei laet, fegge
ick , na dat door iulck een wijfe van
rechts-plegen , het Vaderlant fijn befte
ftutfels , en de Koninckrijcken haer
vroomfte voor- vechters verloren hadden.
De omftandigheden , vervolghde Poly-
mythus , die fommige volckeren , en
voornamentlijck de Spangiaerden , om-
trent die gelegenthey t plegen te gebruyc-
ken, zijn foo verwondcrlijck als belache-
lijck , en die van de flachters gelijck , die
den prijs- of gilde-os op het cjerlijckfte
optooyen , door de Stad t met pijpen en
trommen , als in fege-prael , leyden , eer
fy hem ter doot brengen, my fchiet een
voorbeelt in de fin , die my gedenckt in
Vontus Heuterus , in het leven van Keyfer
Karei de V. gelefen te hebben , van een
gevecht van twee Edellieden , ten over-
ftaen van Keyfer Karei dcV. uyt het
welcke het gebruyek van dat rijck, om-
B % trent
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
28 DORTSCHE
trent die wijfe van doen , klaerlijck te
befchouwen is. Indien ick niet vrcefde,
door de lanck-wijligheydt, dit waerde ge-
felfchap moeyelijckheyt aen te brengen ,
ick Tournet het verhael daer van den tijt
een weynigh helpen verkorten, foolang
tot dat onfen italiacn, weder by ons
komt, en ons, nafijnbeleeftheydt, het
een of het ander mede-deelt. Jae wy
bidden u daer om , feyden de Jongk-
v rouwen den een na den ander, enwy
wenlchen niet liever, vervolghden Ly-
fander en Lydamas , als dat te hooren ;
begint flechts, waerde Polymythus , mif-
fchien wat wy weder tot danckbaerheyt
doen. Polymythus dan vervolghde al-
dus. Twee Edele Jongelingen , die geen
van beyden noch boven de 2 f. Jaren van
hun ouderdom waren, van de welcke
den eenen Pedro Torellio, en den ander
Hieronymo Ancagenoemt was , geraken,
ter oorlacck van het teerlinck fpel , met
malkander in verfchil, gelijck die Hop*
lieden daer Lydamas van verhaelt heelt ,
en komen foo verde in het t willen , dat
den een den anderen , tegen des anderen
daeghs , in het gevecht beroept. Sy
komen dan op de beftemdeuur enplaets
te l am en , alleen met den degen en kappe,
zijnde een korten mantel, bydeSpangi-
aerden als doe in het gebruyek , dewelcke
fy gcmeenlijck voor een fchiit gebruyek-
ten. Sy gaen malkander te keer , en na
eenige
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 29
cenige gangen gegaen te hebben , flaet
Anca Torellio den degen uyt de handt.
Den armen Edellinck aldus ontwapent
zijnde, en fijn vyant gereet fiendehem
het leven te benemen , itaet hem de over-
winning toe , op defe vóorwaerde : dat
hy geen levendigh menich dit voorval
fou te kennen geven ; alfoo hy liever wil-
de fterven , als in fchande en oneer leven.
Anca belooft hem ftil tel wij gen, endaer
op hun geweer weder op getteecken , en
malkander vriendelijck omhelft hebben-
de , gaen fy vredigh , als vrienden , weder
na de Stadt. Na cenige weynige dagen
was de gcheele Stadt Valedolid vol van
defe gefchi edenis , daer wiert nergens
yets gefproken als van de overwinning
die Anca op Torellio behaeldt had.
Torellio daer over befchuldight An-
ca van trouwlooiheydt ; deie vcr-
klaertdaer onfchuldighaen te zijn , macr
gehoort te hebben , dat een Priefter van
het n aefte dorp , die daer omtrent was ge-
weeft , en by fij n vee wandelde , den ftrij t
enden uyt- komft daer van gefien , en de
lieden vertelt had. Den Dorp-priefter
wort daer over ondervraegt, maer geeft
peen volkomen genoegen , of toont fich
felveneen weynighte leer op de zijde van,
Anca. Hier over verwerpt Torellio fijn
getuygenis, engaet voortin Anca tcbe-
ichuldigen , en fijn ongetrouwe hoogh-
xnoet te verwijten. De ander , in tegen-
B 3 deel,
Gc-
denck
waer-
digh
kamp-
ge-
vecht
van
twee
Spaen-
fche
Idel-
licden
binnë
Vale-
dolid.
30 DORTSCHE
deel , blijft vaft by lijn onlchult , en daefl
over, dewijl noch den een noch den an-l
der blij ks genoegh had , befluyten iy de
faeck aen een kamp-gevecht te bevelen.
Sy dan bieden den ICeyfer een verfoeck-
fchriftaen, eyfehende, naede wij ie van
Caitilieen Arragon, dat hen het gevecht
magh toegeftaen, en plaetsen tijd gege-
ven worden. DeKeyferwijfthennaden
Conneftabel, als dewelke het oordeel over
foodanige dingen vertrouwt wiert. Dcfe
poogt hen op alderhande manieren van
het gevecht af te manen : maer als hy daer
mede niet kan te wege brengen , en hen ,
volgens de wetten , geen plaets tot het
gevecht weygeren konde, ftaet hy hen
hun verfocck toe , en ftelt hen tijt en
plaets tot den kamp, zijnde de plaets op
den marekt te Valedolid , en den tijd den
29. van Winter-maent. Op de marekt
danwort een j>erck opgerecht, hebben-
de vijftigh lchreden in de lengte ,
en fes-en-dartigh in de breedte , om
heyntmet twee ryen fcherpe palen , die
met dwershouten aen-malkander vaft
gehecht waren : de binnenfte rije ftondt
vijf voeten, en de buytenfte fes voeten
boven de aerde , hebbende een ruymte
van 18; voeten toffchen beyden j in
welck midden , oock te midden van de
lengte van het perek , twee ftellagien
tegen malkander over waren opgcflagen.
Op het midden van yeder ftellagic ftond
een
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA; 31
neen hoog geftoelte , met goude laken be-
kleedt, en een gouden verhemelte be-
deckt j gelijck ooek het gantfche gebouwr
met zijde tapijten feer koftelijck ge-
deckt en behangen was : van de welcke dc
jeene voor den Keyfcr, cn de andere
voor den Conneftabel gehouden wiert.
Aen het ander gedeelte vr\n het perek
waren twee kleender ftellagien , met
vry minder pracht , opgerecht , voor de
vrienden en verwanten der kampioenen.
Aen de zijde van defe twee minder tteila-
gien (tonden twee tenten op geil igcn , in
de welcke fich de Itrijucrs fouden wape-
nen. De keyen van het perek waren
dick met zant beftroyt , op dat de kam-
pers te vafter fouden Itaen. Ten elf u uren
voor de middagh, was dentijdtyan het
gevecht beftelt , wanneer den Keyfer ,
al der eerft komende , fich op fijn rtcllagie
en in fijn geftocltc begaf ; den wekken een
gulde aockfken gegeven wieffc , het
welcke ter aerden geworpen zijnde, het
teccken van den (irijt te eyndigen feu zijn.
Dehooge Edellieden cn Bevel hebberen
van den Keyfcr gingen voor hem heen ,
en fijn Lijf- wachters aen beyde zijden,
achter hem volghdcn de Trompetters en
Trommel -dagers. Een weynigh daer
na volght den Connettabcl , zijnde een
man van over de tfeftigh laren , macr
anders feer kloeck cn wel gedaen van
lichacm, en met een aeniienlijck welen
B 4 na
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
3i DORTSCHE
na fijn heerlijck ampt begaeft. Hyhad
een vergulden Tabbaert aen, en fat op
een Spaenfche Klepper, de welcke feer
koftelijck met Goudten Zijde behangen
was. Opdefclve wijfe waren oock veer-
tigh Edele Mannen ver$iert, dewelcke
hem te voet voor gingen. Scs geheym-
fchrijvers volghden achter na te Paert,
geklcedt in doncker gele Fluweele rocken,
wekkers Paerden met blauwe fatijne deck-
kleedercn bedeckt waren. Hem , als
des Konincks Stede-houder , wiert een
Swacrt, dat, ter oorfaeck van des Ko*
nmgs tegenwoordigheyt, niet uytgeto-
gen was , voorgedragen , zijnde den
Swacrt-drager door een Wapen-drager
gcvolght, dewelcke hem fijn geflachts
Wapenen in fijn kleederen.alseen Herault,
voordroegh. Wanneer den Conneftabel in
de vecht-plaets quam,begaf hy fich na het
tonneel van den Keyfer , en groete hem
metbuyging van fijn lichaem , en klimt
daer nae op lijn ftellagie , en fet fich op fij-
nen ftoel neder. Ondertufichen wort het
perek door des Keyfers lijfwacht, foote
voet alstepaerd, omcingelt, dewelke al-
leenigh binnen de afpaling moghten ko-
men. Hier op komt Torellio als beroe-
per voor den dagh , zijnde vcrgefelfchapt
met den Admirant van Caftilie, als fijn
Wapen- heer, den Hartoghde Vejar, die
van Alburquerquen, en veel andere Groo-
tcn. Hy was geklectin een korten Rock.
van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
■ ■
A EL C A D I A: 33
Van gout en zijde geweven , en met Mar-
ters gevoert. Hem wiert een Strybijl , die
de franfchen Haches noemen, en een fpaen-
fcheftockade, of fteeck-degen , voorge-
dragen , als oock fijn wapen , en wapen-
rock. Met het wapen en andere tareree-
len , dewelke de wetten van den ft rijt kor-
telijck in hielden , kumt hy by den Key-
fcr , den wekken hy feer groote eerbiedig- 0lIt
hey t bewijft , gelijck oock den Connefta- .
bel, en begeeft fich foo nae lijn tente. Daer
opkomt Anca inde kamp-plaets, zijnde Span-
gelijck Torellio gekleet , als alleenigh dat giact-
lijnkleet met Arroijnen gevoedert was,
vergefelfchapt met den Marquis van Bran- tcen(
dcnnurgh fijn Wapen- heer, den Hartogh de
van Najera , van Alba , den Graef van Be- kamp-
neventen , en Marquis Daguillar, en ver-
fcheyden andere Grooten; zijnde hem het KJJ.,
gelijcke geweer en wapen-tuygh voorge-
dragen, daer op wierden hun beyderge-
ftaghts wapenen , beneffens de tafereelen »
voor de ftellagie van den Conneftabel op
gehangen j en foo gaet oock defen nae fijn
tent. Daer op roept hen den Conneftabel
weder beyde voor lich , alwaer fy , een
Priefter daer tegen woordigh zijnde , door
des felfs hant de hunne op een Euangelij-
boeck , en een Crucifix leggen, fwerende,
dat fy in de kamp treden , om de gcrech-
tigheyt van hun 1'aeck tebefchermen , en
dat fy geenderhande bedrogh, nochbe-
iwew ingen , noch kracht van kruyden of
& m ftee-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
54 DORTSCHE
fteenen f uilen gebruycken , maer alleen
door hun natuurlijcke fterekte en vernuft
de overwinning foecken Tullen : deunende
op de hulp van Godt > St.loris , en de Hey-
lige Magec Maria., endie van hun Wapen-
heeren. Toen brengen beydede Wapen- ,
heeren de wapenen der kamp-vechters in
een houten kift by den Conneftabel,die foo
het geweer als de lijf-wapenen naeu befiet,
en voorts in de fchael leght, om tcon-
derfoecken of de eene oockfwaerderzijn
als de anderen : want fy moghten tefamen
niet minder als tnegentigh ponden > maer
wel meer, wegen. Alldoen wierden de
wapenen weder elck in hunbyfondere tent
gebraght. Daer na wort'er wederzijts een
Edelman van den een tot den ander ge-
fchickt , om de ftrijders te fien wapenen ,
enallebedrogh voor te komen. Onder-
tufllhen klimt den Conneftabel van fijn.
fchouw-plaets in hetperek meteen groote
deftighey t , en beftelt daer het geen noo-
digh is } en alfoo > met twaelt Edele man-
nen vet feit, fet hy fich in een van dehoeo
ken van het perek neder, en fendt foo veeL
andere Edelen nac den hoeck daer tegen
over^ de andere twee hoecken worden yder
van dry andere Edelen gaede geflagen.
Alfmen daer op door het geluyt der trom-
petten ftilte gemaeckt had, roept den
Marfchalck des Kcyfers in y der der hoec-
Ven uytidat niemant, op verbeurte van
heticv.cn , eenigh gerucht fou hebben te
maken
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
m
ARCADIA. 57
maken , of de vechters met woorden ,
ftemmen , nielinge, fluytinge, gebaer.
met handen , of eenige andere beweginge
van het lichaem te moedigen, oftever-
lchricken ; of oock te vermanen de wape-
nen neder te leggen , als alleen dciè, die
daer toe hertelt zijn. Daer mede komt
den beroeper Torellio , houdende fijn
Strybijl in de hant , en een Swaert aen
fijn ïlincker zijde hebbende hangen ,
voorts aen alle zijden gcwapent, en met
fijn Wapen heer by fich, voor den dagh.
Den Conneftabel vraeght hem , wie hy
is , en om wat corfaeck hy aldus gewapent
in het perck komt ? Torellio feght fijn
noem, ende de oorfaeck van fijn aen-
komft. Daer op ontiicckt hem den Con-
neftabel het aengcficht , en hem kennen-
de , fluyt den Helm weder toe , en
beveelt hem in den anderen hocck van het
perck te gacn ; daer hy in het midden van
de dry Edcl-lieden ont tangen wort. Daer
medegaetde Conneftabel in den anderen
hoeck , en fèt fich tuflehen de twaelf
Edelen neder , alwaer hy het fclfde met
Anca doet , die hy na den anderen hoeck
ende dry Edelen fent. Ditgedaen zijnde ,
klimt hy weder op fijn fteilagie , en iet
fich aidaer terneder. Daer op ilactmen
de Trompetten , en de Kamp vechters
vallen met hun Wapen-hoeren op de
knien , en bidden GoJt om de overwin-
ning j daer op omhellen hen de Wapen-
B 6 hee-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
I
DÖRTSCHE
leeren, wcnfchen hen geluck, engaen
foo na de tenten. Terftont hoortmende
Trompetten ten darde mael, en met
ccnen komt Torellio met een moedigen
STuytfijnhoeckte voorfchijn, gelyck
«ockAnca, meteengematighde ganck i
wanneer fy nu malkander naderden,
oeeft Torellio Ancafulck een geweldigen
Bagh met fijn bijl op het hooft, dathy
hem bedwanck een weymgh teruggete
devnfen; doch defe blijft hem metlang
fchuldigh. Wanneerfy aldus malkander
menigen (lagh over en weder gebraght
hadden , en fich met armen en hun andere
leden dapper ter weer fielden , fpnngen
hun bijlen ten laetften weder-zms m
ftucken ; waer op fy malkanderen toe
Tliegen , om den een den ander onder
óe voet te werpen j maer den Keyier ,
nietwillende dat defe twee brave mannen
malkander aldus van het leven fouden
Serooven , werpt fijn gulde ftockfken
in het midden van de vecht-plaets, en
«biet alfoo het gevecht te fcheyden.Daer
lp vliegen de dartigh Edelen toe, en ha-
lenmet grootemoeytende twee Kampi-
oenen van malkander, en brengen hen
vder weder na fijn hoeck. Den Keyier
verklaerde , datfe de oorfaeck van het
gevecht , namentlijck hun eer , waer
omfydeftrijt hadden aengevangen, ge-
noeghfaem hadden voldaen. Den Con-
neftabel komt daer op. weder m het percK
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCAD IA.
17
en heffende den gulden (taf van de aerde
eft die den Keyfer, na dat hy die op
hooft geleght , en fij n kn ie ter aerden
meder-gebogen , en den ftaf gekufthad,
i weder. Den Keyfer voorts beveelt de
'. Kampioenen , fich met malkander weder
|te bevredigen , hen toefeggende fijn
; genoegen over hun dapperheyt , en dat
i hy hen beyde voor brave en Edele mannen
houden fou ; doch dat hy begeerde , fy
' fouden weder vrienden worden , en voor-
: taen malkander geen moeyelijckheydt
! aendoen , alfoo lulde .een dapperheydt
! beter tegens dc ongeloovige befteedt
waer. Den Conneftabel pooght op alder- Bitte-
hande manieren des Keyfcrs gebodt te ten
volvoeren, maer tc vergeefs, alfo niemant Jjaet
iïch tot bevredigen voegen wilde, waer
over hen den Keyfer door de felve poort , Kamp-
waer langs fy ingekomen waren, weder vech-
doet uytgaen , hen een fware ftraffe «rs»
toefeggende , indien fy oy t daer na weder
handtgemeen wierden. Nadcrhandt
hebben veel trcffblijcke mannen grooten
arbeytaengewent om hen teverioenen,
maeralles om niet ; waer over den Key-
fer verboort, hen beyde in de gevanckenis
liet werpen, cn daer foo lange houden , tot
dat fy malkander weder met vrientfehap
omhelft , en alle vyandtfchap,tcn minften
in fchijn, afgeleght hebben. Maer dat
fulcksvan harten niet geichiede, is ge-
noegh gebleken, alfoo de hact totter
5 7 doodt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
2$ DORTSCH E
doodt toe van een van hen beyden geduurfcl
keeft. Veel minder moeyten heeft ons'
de verfoening van defe twee Edellieden!
gekort,, viel dacr Periander (die met
Ambrofio, het veihael noch duurende,
weder by den hoop gekomen was) op in ,
miiïchien (gelijck het fpreeckwoordt
feght : hoe Edel der hart, hoe buyghlamer
hals) heeft hun oprechte Edelmoedigheyt
my den wegh te eerder geopent ;dat is 'er
van i was nu de wonde van den arm gene-
fen , die van het hart is gefalft. Een
yder rees daer over van fij n plaets op , en
bieden Ambrofio de handt, wenfehende
dat bun vrede en genoegen eeuwigh duu-
ren magh. Maer, vervolghde Periander ,
ick vinde geraden , dat wy het middagh-
mael aenvangen , want na dat ick aenko-
mende gehoort hebbe , heeft u , of mijn
of zijn faeck , of het voorval van defen
dag, met holle magen gelaten . Met eenen
voeghde hy fich voorheen naer het fpeel-
huys, noodigende het ghefelfchap te
volgen : dieiich nietlang lieten bidden ,
alibo fy , het vertellen geëyndight zijnde r
nu een tamelijck gevoelen van honger
begoften te krijgen. Men vant geraden
de tafel voor het bedde van den gequet-
ften Euftacchio tedecken, om hem door
het vermaeckelijck geielfchap mede wat
moets te maecken. De voorraet van
fpijle was noch fpaerfaem noch overda-
digh , na de. wijle der Landt-huvfen , het
Dancket?
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 3^
ncket , eygen gewas, keur van fchoone
ruchten , onder anderen ingeleyde Abri-
ofen, en voorn a ment 1 ij ck Perficken , of
olken , tot verwondering van de twee
Italianen , ongemeen groot en fchoon*
Is het geen wonder , feyde Ambrofio , dat Natuur
die vrucht, dewelcke hier te landt foo feer der
begeert wordt, in Perfien (van waer fy tot
ons overgebraght zijn) voor venijnigh, of *
altoos feer fchadclijck gehouden wordt,
indien wy anders Alciatus willen gcloo-
ven; diedefelvegebruyckt tot een bewijs,,
dat de verandering der geleerde mannen
van plaets , geli jek die van de vruchten ,
niet telden hun aertcn geluck verbeteren
doet. Het fou te bedencken zijn , ant-
woorde Periander daer op, of fulcks
meerder het iandr, als den weecken en
verwijfden aert der Perfianen moet toege-
fchreven worden -y want, willen wy de £jeetlt
ondervinding gelooven , dit volck heeft i>Crfia«.
weecke harftenen, en by gevolgh wcecke nen.
magen; want om dat fy van k indts been af
met het hooft leer gedeckt gaen , blijft
hen de pan foo weeck, datfe byna door
hetminlte geweltdoor geftagen konnen
worden , waer over fy oock feer licht kael
van hooft worden ; daer de Egyptcnaren
in tegendeel, die veel bloots hooft gewent
zijn te gaen, lelden het uytvallen des
hayrs onderworpen zijn. Den Koninck.
Hvndrick de vierde van Vranckrijck ,
vervolghde daer op Lyfandcr , wort oock
na?
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
4°
DORTSCHE
nagegeven , dat hy in het landtfehap
Bearn , daer hy in fijn jeught is opgevoet ,
vaneerftenaf aen bloots hoofts geloopen
heeft , en dat hy daerom foo wel tegens de
ongemacken van den oorlogjh moght.
Wat'cr van zy, antwoorde Periander , het
is feecker , dat dc gewoonte byfondere
kracht heeft op de natuur. In Indien wor-
den de eerft- geborene vruchten, foo als
fy ter wereldt komen, & adhucaMatre
rubentes , in de Rivieren afgewaflfchen, en
waervintmen kloeckeren ftereker man-
nen? De koude van dit geweft, antwoorde
Euftacchio , fou hier fulcks niet toelaten.
Onfe ftroomen of ftaende wateren , ver-
volghde Polymythus, fouden hier mif-
fchien een doodende kracht hebben , daer
uw Italiaenfche een levendmacckende
hebben, indien men anders de reyfigers
geloof geven magh , die gewoon zijnde
aenhoorders van hun tochten metopge-
gefmuckte vonden tot verwondering op
te voeren. Evenwel , voer daer Periander
op in,wat is'er van uw Laco Aniino, en haer
kracht , om de beeften , die in het Grotto
dei Cani geftorven zijn, weder levende te
maecken ? Ick magh feggen , antwoorde
Euftacchio , het felve meermaels gefien
te hebben: maer of de honden, die we!
Aerdt doodt fcheenen te zijn , in der daet al doot
Grot-0 warcn * nauwelijcks derven ver-
to d«i feeckeren. Ick geloove, berechte l'erian-
Cani, der daer op , dat het werek foodanigh
ge-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 4,
wïlegen is : de honden , met den neus
I dicht by de aerde gaende , trecken lichte-
lijck, jae begeerlijck de fwavelachtige
dampen van die grondt in , dewelcke hen
de harflenen in fulcker voegen vervullen,
dat de andere lucht, door de ftrijdigheydt
van die aeflfemingen, daer uyt gehouden
wordt , gelijck men defel ve wereking in
den wijn liet ; waerdoor de dieren fich als
fonder bewegen en gevoelen bevinden ;
maerterftondt weder in het koude water
geworpen zijnde, bekomen fy van die
befwij meling , gelijck de aemachtige
menfehen , dicmen met water in het aen-
gelicht te befprenckelcn weder bekomen
doet ; alfoo de gceften door de fchielijcke
en ftrijdende koude weder opgeweckt,
enaen het bewegen geholpen, en de fwa-
velachtige dampen , door het openen der
fwectgaten, machtigh worden. Het is
evenwel te verwonderen , vervolghdcPc-
riandcr , dat defe ongefonde opwaeflemin-
gen, diefelf het vliegende gevogelte doen
in het water neder vallen, het geweftvan
Napels die aengenamc vruchtbaerheydt
laten. In tegendeel geloofmen, antwoor-
de Ambrolio, dat de folpherachtighe
gront , dcor het ftoven van die verborgen
warmte , daer feer toe helpt , gelijck de
heetfte meft , aen de boomen geleght, hen
dickmaels te beter tieren doet : en in der
wacrheydtdit ge welt behoeft voor geen
van gekeel Italien , in fchoonheydt en
vrucht-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
4» DORTSCHE
vruchtbaerheyt , te wijeken. geluckigh
waerlijck, indien de onderlinge afgunft
der grooten, niet veel van ons geluck ver-
mindert had , die foo geduurigh als bitter
isjgelijck blijekt aen die oude en verë'el-
de twift van de Colonnen en Caraffen. Wy
hebben veel, antwoorde Periander , daer
vangehoort, maerno,t de rechte grondt
en oorfaeck daer van konnen vernemen ;
indien uw heerlijcklieydt daer eenigeby-
fonderc kennifie van heeft , ons fou dienft
gefchieden,indien ghy ons het verhael ge-
liefde mede te deelen. Soo veel my daer
van kondigh is, mijn Heer, antwoorde
Ambrofio, (gelijck ick meyjie daer al yets
af te weten) lal ick geerne het gefelfchap
deelachtigh maken, indien de langkwij-
ligheydt U E. niet lal komen te vervelen,
't Geen aengenaem en nut is , kan noyt te
lang zijn , antwoorde Periander , en alfoo
begoft Ambrofio fijn verhael.
Verhael van het gefch'dder Colonnen en
Caraffen.
pOmpejo Colonna , Vader van Fabricio >
zijnde , ter oorfaeck van een neder-
laegh tot Roomen begaen , gedrongen
lijn toevlucht weder na Napels te nemen,
vernam in fijn gebuurte een onbekent
Edelman , die daer voor eenigen tijdt
met'er woon was gekomen , genaemt
Olivier Carafïa, een dapper man* defe
nam
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
I
ARC A D I A. 43
imhy in fijn vrientfchap aen , endede
hem de gunlr , hem in fijn huyste ontfan-
gen , niet als cJienaer , maer als een vrient,
dieinongelegentheytwas ; en deed hem
tenlaetften infulckcr voegen fijn fortuya
en (lact maken , die in wacrheydt wcy-
nigh by die van de Colunnen tevcrgclijc*
ken , maer cvenWel boven de aldcr-
eergierighfte hoop van al de Caraffr n was.
Van delen Olivierzijn voort-gekomen *
Vincent , en den anderen Olivier Carafta ,
die door hun verdienften tot hetCardi-
naels ampt gekomen zijn , als mede daer
naPaulo en Jovan Pietro, die Ikh lelvcn
doorluchtigh hebben gemaeckt , wanneer
de Franfchen de eerltemacl in Italicn
cjuamen afdalen; en die doordegeduurig-
heyt diefeaen hun wcl-doenders bewefen
hebben , door der felven middel tot
fulcke wacrdigheden verheven zijn ge-
worden, als machtigh genoegh waren
hun gcfagh ftaendc te houden. Fabricius
Colonna had twee Soonen , dewelcke,
volgende den heerlijckcn en eerlijckcn
trant van hun voor-ouderen , hun jeught
dapperlijck hebben geoeffcnt, tot achter-
deel der vyanden des Keyfers , welcks
zijde fy droegen, gelijck de Caraffendie
van den Paus. De outftc was den dappe-
ren Mare Antonio, die het belegh van
Verona foo mannelijck heeft uy t geftaen ,
infpijtvanal het gewelt van Lautrech ,
den grootften Hooft-man die de Fran-
fchen.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
44 DOR TSCHE
fchen oyt in Italien hebben gehadt ; in
welck verdedigen hy fulck een eer heeft
begaen , dat de Veneetianen , tot een
ceuwigh kenteecken van fijn verdienften,
hem een treffelijcke Eer-kolomme in hun
Stadt hebben opgerecht ; en , om hem
vorder te verbinden , gebeden hebben de
doorluchtigfte Dochter van hun gebiedt
en ftaet te trouwen ; uyt de welcke Ca-
millo en PompeoColonne,Oomé van dien
Mare Antonio , daer wy tegen woord igh
meeft van te fpreken hebben , beneffens
Iulia fijn Moeder, voortgekomen zijn.
Sijn jongde Soon was Prolper genoemt,
dewelcke ongcluckighlijck verraden
zijnde, foo als hy den Hartogh van Mi-
lanen eenige troepen toe-braght , gevanc-
kelijck in Vranckrijck gevoert wiert,
daer hy foo wel en getrouweüjck door
Paul CarafFa (die het fel ve ongeluck had)
by eeftaen wiert , dat hy door lijn toedoen
middel kreegh , om te ontkomen en we-
der na Milanen te keeren , om de beledi-
ginge van fijn quaedt gel uck te verbete-
ren j makende te gelijck de tijt van fijn
gevanckenis doorluchtigh door uytfteec-
kende daden, die fchadeÏÏjck voor fijn vy-
anden , maer byfonder vorderlijck voor
de vrienden waren. Want terwijl hy tot
Parijs in de gevanckenis was , kreegh hy
onderrechting dat Carel , Hartogh van
Bourbon , Conneftabel van Vranckrijck ,
eenige diepe en duyftere m i 1 h oegen s had ,
de-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
A U C A D I A. 45»
jjdewelcke, nae de kunftgehandelt zijnde,
-afijn yver voor die felve kroon , wel fouden
ij mogen doen verkoelen, ja metter tijdt
-ijvan den dienft van fijn ouden heer aftrec-
aken. Profper fochtdefegelegentheydt,
itdie fich fclven foo koftelijck aenboodt ,
ii niet te verliefen: maerwiit, doormiddel
vanOlivier CarafFe, fijn medegevangen,
dielooflijck van een Édelman, Priemar
genoemt , de moeyelijckheydt van den
Conneftabel verftaen hadt, feer wel de on-
.v:3j gemeene en wijdt uytgeftreckte eerfucht
v van Bourbon te liefkoof en , en al foo de
getrouwheydt van dien Prins te doen
wanckelen , voor foo veel hy hem , van
•i wegen den Keyfer , een plaets in fijn
•3 oorloghs macht , en fulcken waerdigheyt
i in fijn landen, als fijn hoogc geboorte
verdiende , wift te belooven, wacr mede hy
volkomentlijk de belediging die hem aen-
] gedaen was, fou konnen wreken» De
I Hartogh van Bourbon dan vlucht uyt
'.j Vranckrijck, en neemt met fich iVofper ,
s| Olivier, Pomperan, en Priemar, bencffens
►J eenige andere Edel-lieden van fijnen aen-
hangk. Het welck daer na de oorfaeck
ï.1 was van het verlies van de flagh voor
Favie , en de gevanckenis van den ICo-
ninck Francois de cerfte. Profper hielt
fijn woort aen fijn verlolTer, en begevende
fich na den Keyfer, braght hem de blijde
bootfehap van het afvallen des Hartoghs»
en bewoogh hem denfclve te gacn ontfan-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
49 DORT8CHE
gen; jae in fulcker voegen, dat hemden
Keyfertot op dry mijlen buyten Toledo]
met al de grooten van Spangien , tegen]
quam, al waer hy hem, en Profper, grootej
gefchenckcn van gout en filver deed.:
Frofper behielt niet als een kleyne fbmmé
voor lïch fel ven , gevende Olivier CarafFq
de reft. Maer den Hartogh , hebbende ai
het fijne Priemar gegeven , bclafte hemJ
daer een ruyme milthey t mede te plegenJ
om aen de Caftilianen te toonen , dat hy in
der daet Edelmoedigh was. Men feght
dat Priemar alleen ten deelen fijn Meefter i
daer in gehoorfaem was , en den beften
buyt voor fich felven hielt, foo dat hy I
als doe ten eerften geen berouw hadt ,
Vranckrijck verlaten te hebben , daer
hy maer tamelijcke gelegentheydt
had ; in voegen hy nu foo rijck wierdt,
datdenKeyier, ter liefde van den Har-
togh van Bourbon , hem liet trouwen
met de Jonge Leonoor , eenige Dochter
van Dom Sebaftiaen Romalez , een Edel-
man , die een van de rijekfte van geheel
Spangien geacht wierdt : de Bruyloft
was nauwclijcks gehouden , of Profper
begeeft fich weder na Napels , hebbende
van te vooren foo veel te wege gebracht,
dat Iovan Pietro CarafFa, Broeder van
Paul, tot het Cardinaels ampt verheven
wiert , die naderhandt oock Paus gewor-
den isi welcke luyfter, hoewel van de Co-
lonnen afgedaclt , hen , die der dc meefte
i oor-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
-4
s;,
•1
|||
A R C ADIA: 47
oorfaeck van zijn geweeft, by na toonder
gebraght heeft. Staendanu ondertuffchen
het ongeluck van Vranckrijck , ter oor-
faeck van het verlies van de flagh van
Pavie,en de gevangkenis van dé Koningk
Francois> wierden de gemoederen der
Italiaenfche Vorften , vreefendc dat den
Keyfer hen te machtigh worden , enge*
heel Italien afloopen Tou , tot voordeel
van Vranckrijck opgeweckt; en daer, ter-
wijl defe twee groote Princen tegen mal-
kander ingelijcke macht, als in ballans
ftonden, noch den Paus,noch den Veneet-
fiaen, fich voor de een of de andere zij de
verklaren wilde , vielen nu foo wel de een
als de ander de fwackfte toe , waer door
fy des felfs vcrlooren hoop weder wacker
maeckten. Dit werck brack uyt, al eer
den Keyfer daer de minfte lucht van had ,
en indien Profper fich ten eerften tegen
het eerfte gewelt van dit verbondt niet
kloeckmoedighlijck eeftelt had, den Key-
fer fou de fchade en fchande hebben moe-
ten dragen , van fich uyt Italien gedreven
te fien. Maer hy fulcks vernemende,
fandt terftont Bourbon, die , door een doo-
delijckén haet gedreven tegen de bondt-
genooten van fijn ouden Mecfter , fijn
leger voor P.omen floegh , de Stadt in-
nam , aendeplondcring van fijn krijghf-
volck over gaf i maer zijnde acn de brefle
door een Mufquet koegel gefchoten (jae
felf , gelijckmen feght , door een van fijn
eygen
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
48 DORTSCHE
eygen volck) verfeeckerde fichPriemar*|i
die het bewindt van fijn huys had , van all i
fijn goederen en toeft el. Ondertuflchettl
den Prins van Orangien , op wien , na del
doodt van den Hartogh, het gebiedt, over I
de oorloghs macht, gekomen was , drong j
den Paus Clemensfoo nauw, dat hy hem I
dwong na fijn flotSt. Angelo te vluch- I
ten, daer hy hem , door de uytterfte noodt I
gedrongen , fou gekregen , en na Madrid
gefonden hebben , om den Koninek van 1
Vranckrijck gefelfchap te houden , indien
Vefpafiaen Colonna , Oom van Profper ».
niet ondernomen had hem te befcher-
men, en den voortvarenden overwinnaer
bewoghen , hem fijn vryheydt toe te
ftaen , hoewel voor een groot ftuck
geldts.
Ick verveele u miffchien, mijn toe-
hoorders , door ai defe voorbereydtfelen j
maer wy fullen haeft tot andere dingen
komen, die lichtelijckwat genoeghlijc-
ker fullen zijn. Eyndelijck de vrede tuf-
fchen den Keyfer en den Koningk van
Vranckrijck tot Camerijck belworen
zij nde, kreegh de geheele werelt daer door
een geheel nieuw wefen ; Romen voorna-
mentlijck beftondt weder het hooft op te
fteecken : te meer dewijl Paul Farneze,die
Clemens in den Paufelijcken ftoelopge-
volght was , hem in fijn hact niet na volg-
de. Het Hof kreegh weder fijn oude luy-
wer , en den Adel , die daer voorheen uyt-
geban-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 49
•{gebannen was quam allengskens weder-
kom, rriemarmede, hebbende, alsgefeght
fis, fijn Meefter Bourbon gevolghr, begaf
• fich nae lijn doot mede tot Rome metter
•: woon, daerdefchoonhcyten wellevent-
-{ heyt van fijn Vrouw Leonuor, en deby-
ofondere aerdigheyt en bevallïgheydt van
•nfijn dochter Colombinc, al de Grooten
I van dat Hof, als feylfteenen , tot fich troc-
i ken.onder dewelcke Mare Antonio , Soon
i van Profper, fich daergeduurigh liet vi li-
jden, beneffens den Jongen VirginiusUr-
ufno , die , nae-verwante van de CarafT.n
»|zijnde , met Mare Antonio om het voor-
recht fcheen te ftrijdem Dit leyde de eerfte
•;gront van mifnoegen, die daer nae door
• :.iCCamille Colonne, Soon van den voor-
noemden Mare Antonio, hervat , endoor
eê eenparige min-y ver vermeerdert wiert.
*Maeraldit, alslanckvvijligerdan verma-
ckeüjck , en maer van verre onfe ficck
erakende, fullen wy kortelijckovcrllacn ,
ïen komen, nae dat wy ccnighfins aldus
)debeginiclen van de Caraffcn nebben op-
pgehaelt, op de na-faten, daer wy alder-
imeeft van meenen te fpreken. Mare
iAntonio , een Edelman van uytfteeckcnde
).hoedanigheden , Soon van Mare Aurelio ,
edrevcn door een begeerte van vreemde
anden tellen, vandtgeenbequamer gé-
|welt , om fijn hoedanigheden in het
werekte (lellen, als hetSpacnfcheHof ,
het geen alfdoe, door de acnkomft van
C den
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
DORTSCH E
den Koninck Philippus de II. een nieuw«|
luyfter kreegh. Hy dan, wetende den j
bedelden tijdt , wanneer dien Koninck
fijn intrede tot Madrid fou hebben te
doen , begaf fich daer heen , met een toe-
del die fijn ftaet waerdigh wasj daer het
hem geluckte kenniflfe metDonJanvan
Ooftenrijck ( fondcr dat defen Prins
noch voor meerder als voor Don Jan de
Salcedo, Soon van den Heer Quifciada,
bekent was) te krijgen. Maernadathy
fich daer een wijl op gehouden had , quam
den grootenCareldevijtdc, (die , nadat'
hy lijn Soon al fijn Koninckrijckcn en
andere ftatcn opgedragen had , fich tot
het Kloofter leven begeven had) te der-
ven , waer door het geheele Hof dqn
P.ouw acn nam : oock Philippus , oorde-
lende uyt zijn af-geibndertheyt meerder
aenlïen te lullen verkrijgen, hielt fich
bedeckter als voor heen, weynigh toe-
gangk aen yemandt gevende , het welck
Ven 1'eker mifnocgei? in veel aenfienlijcke
IIccren verweckte , en onder anderen
oock Mare Antonio Colonna het Hof deed
verlaten , met voornemen , alfoo het ge-
rucht van de Ncderlantfche beroerten,
enhetmilhoegen der Grooten aireets me-
nighvuldigh in het Hof van Spangien
wiert, fich derwaerts te begeven , en dat
lanttekiefen , in geval daeryets met de
wapenen te doen moght vallen, tot een
toonccl , om fijn dapperheyt op te ver-
too-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA
•4'
' 1
1
toonem Hy dan begaf fich weder na
Napels , om alle nootfakelijckhedcn tot
fijn reis te vcrforgen. Maer foo haeft was
hy daer niet gekomen, of fijn Vader gaf
hem te kennen , dat hy in fijn af-zijn
voor-genomen had een van fijn Sufters,
aen eenjonck, wel-gemaekt, en rijck
Edelman uyt te houwclijcken , die iècr
op haer verlieft was. Ghy weet , fcyde
den ouden Man, hoe nauwen forge ick
over mijn kinderen drage , en hoe gevaer-
lijk de bewaring van foodanigepanden is ,
het welcke my daer te eerder toe bewogen
heeft , alhoewel ick een foort van tegen-
zin in uw Sufter Victoria bemerekt neb-
be} doch ick Jegge de oorfaeck daer op,
datdatgeflacht gewoon is haer gencgent-
heden te ontveynfen. Maer of iy al
fchoon eenige andere reden had, foo
meen ick my even- wel in defe gelegent-
heyt van de macht , die my de Natuur
over haer gegeven heeft, te dienen, als
mede op de indrucking die , tegen behoor-
lijckheyt , cenigh ander Perioon op haer
gemoet magh gemaekt hebben , weynigh
te paflen. Gaet ghy haer evenwel van
mijnent wegen belbecken, en macckt
haer genegen , om op morgen de voor-
waerden van haer Houwelijck teonder-
teeckenen. Gclijck Mare Antonio wel
Wift , dat fijn Vader fcer valt by fijn ltuck
bleef, cn niet gaerne tegen gefproken was,
deed hy niet anders , dan met een diepe
C i eer-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
DORTSCHE
eerbicdighey t fijn affchcy t van hem tc ne-
men , en foo voorts na fijn Sufters Kamer
tegaen, die hy feermoeyelijck en neêr-
flachtigh vandt. Sy was ondertufTchen
fcer blijde van hem te fien, fonderdatfy
evenwel na liet, blijckelijcke teeckenen
van een inwendige droefheyt te toonen*
Na dat de eerfte hoffel ij ck heden waren
afgclegt , wilde haerMarc Antoniofpre-
ken, van het geen hem lijn Vader had
gefcgt , waer op fy terftont feer in haer
aengeficht ontftack , en,licnde haer broe-
der met droefheyt en onfteltenis aen , fey-
de tot hem : M ij n broeder , ghy hebt ee-
nighfins kenniffc van mijn aert. Ick
ben een weynigh ingetogen , en verberge
geduurighlijck mijn gevoelen , fonder dat
ick evenwel het uytterfte vermogen op
mijn eygen driften heb, en dit fal de oor-
faeckzijn, foo het u gelieft, datgymy
lult hebben te verfchoonen , indien ick u
oprechtelijck nu te kennen geve , wat my
verbint eenigen arkeer van Afcanio te
hebben , dewelke men my ten Houwe-
Jijck foeckt te geven. Maer indien ghy
my oy t bemint hebt , moet gy al uw ver-
mogen aen wenden , om hem van dit ver-
foeck te doen afftaen. Mare Antonio,
kennende fijn Sufters aert, nam foo veel
voor veel van haer gelegt, en gelijk hy
haer byionderlijck beminde, en wel wift
dat fy , hebbende een hooghdravend ge-
moet , geen geringe driften fou konnen
her-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. f3
herbergen, liet hy niet na, haer al haer by-
fondere redenen af te parflen. i>y wey-
gerdc fulcks in het cerfte, macr haer be-
langen , en het vertrouwen dat fy op hem
had , haerdaer toe verbindende, maeckte
fy fich vaerdigh , hem haer gantfche ge-
moet te ontdecken. Wanneer een andere
jonger Sufter hen quam ftoren , dic,ter-
ftont haer Broeder omhelfende , (hoewel
hy over haer komft niet feer genoeght
was, temeer dewijl Victoria hem teec-
ken deed , dat fy niet begeerde dat Caflan-
dra (foo was de jongfte genaemt) kennifle
van hun onderlinge redenen had) hem
terftont duyfent vragen begoft. voor tc
ftellen , daer hy al kortclijck op antwoor-
de , hopende dat fy te eerder fou vertrce-
ken, en hen alleen laten. Maer dewijl
fy haer Broeder in langen tijt niet gefien
had , oordeelde defe, dat het dewelvoe-
gentheyt vereyfehte, hem een weynigh,
te onderhouden , en bcgolt daer op "de ge-
hcele faeck , acngaende het verlbeck van
Alcanio, te verrellen. Mare Antoniofagh
wel dat fulcks Victoria niet feer na haer
fin was, maerhy weet fulcks niet als dc
gemeene gewoonte der Dochteren, die
altoos fchijncn mifnocgen te nemen ,
wanneer men fpreeckt van hen uyt tc
houwelijckcn. Eyndelijck , dewijl Mare
Anronio faghdat fy haer verhael opgehe-
ven hadt , en dat het fwaer fou vallen haer
tc doen fwij gen , befloothy haer te laten
C £ voort-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
s± DORTSCHE
voortgien , om foo het naufte bericht van
de aerten natuur van Afcanio te krijgen.
Ick geloof, mijn broeder, feyde fy» dat'er
in dit verfoeck ecnige noodtfchickelijck-
heydt is , en dat die faeck die men onder-
handen neemt, noch een andere met haer
inwickelen fal. Afcanio is jongk, rijck
en dapper, gelijckmen feght, maerlijn
aert een weynigh emftigh , en een wey-
nigh grimachtigheydt , die hy evenwel ,
ten beften hy kan , pooght te bedecken ,
heeft weynigh ovcr-een-koraft met de
genegentheden van Victoria. Hy heeft
in vergelding een Broeder , Profper ge-
noemt , die twee jaren jonger is als hy , da
aerdighfte en vermakelijckfte Edelman
die binnen Napels is, indien anders waer
is, het geen men van hem feght. Hy weet
dat ick geen van de fwaermoedighfte ben ,
vn ick geloof, voor foo veel als men kan
iïen , dit mijn Vader tot dit verdubbelde
maeghfehap niet qualijck genegen fou
zijn. Victoria , die tot daer en toe de
oogen na de aerde gehouden hadt, en in
diepe bcdenckingen fcheentc zijn, ant-
woorde haer daer wel haeft op. Ick door»
dringe defe noodtfehickeiijekheydt (eer
weynigh, en bekommeremy oockfeer
luttel , of defe faek noch een ander met
fich inwickelt; mier ick wil u dat wel
tocfeggen , indien defel ve fijn voortgangk
neemt , dat ick my fcer bedrogen , en on-
geluckigh vinden fal. CaiTandra wilde
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. S?
haer daer weder op antwoorden, wanneer
men Mare Antonio quam aenfeggen , dat
Afcanio, hebbende fijn aenkomft gehoort,
veribcht hem te mogen begroeten. Om
hem dan met de meefte omftandelijck-
heyt te handelen , wilde hy hem niet tot
in de kamer van fijn Suftcrs laten komen ,
te meer alfoo hy wel wift, dat fulcks
Victoria niet aengenaem fou zijn , in dc
welcke hy nualrcedts een merckelijcke
afkeer ge fien hadt,maer hy gaet hem ïelfs
aende voor-zael vinden. Defe cerfte acn-
fpraeck gingk bykans geheel deur in Hof-
fel ij ck heden, ten eynde van de welcke hy
oorlof nam van Mare Antonio , nademael
menigte van fijn vrienden mede inquamé,
die hen beletten , dieper in hun onder-
handeling te treden. De relt van den
dagh gingk op defe wtjfe door, fonder dat
Mare Antonio gelegentheyt krijgen kon-
de Victoria vorder over haer laeck tc
konnen onderhouden , dewclcke hy des
avondts over de macltijJt wondeilijck
fwaermoedigh vandt ; en lijn Vader,aen
de andere zijde , alfoo vaft van voornemen
zijn voornemen te volvoeren, daer hy fijn
Soonden gantfehen avondt mede onder-
hieldt, alscen fake daer fijn Sultergroot
voordeel fou uy t te wachten hebben, voor
foo veel fyaenceh aenfienlijck genacht
fou komen. Des Morgens , zijnde noch
nietjopgeftacn , komt 'er een Pagie aen de
kamer-deur van Mare Antonio kloppen;
C 4 wan-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
S6 DORTSCHE
Wanneer defen ingelaten , en voor het
bedde gekomen was, vraeghde hy hem, of
hy Mare Antonio was? deie ja geantwoort
hebbende, gaf hem den dienaer een Brief,
dewelcke hy openende , van defen inhout
bevandttezijn.
Brief van Don Artal aen Mare
Antonio.
Voor foo veelghy den beleef tflen en Edelmoe-
dighjïen Edelman ter werelt zijt , verwacht ick
van uw goedertierentheyt , en trouwhart'tgheyt
de uytvjerckfeh van fulck een hooge achting ,
flh uw deughden van ugemaeckt hebben, lek
hevinde my geenjïnts in ft jet om u te kon-
Ken vinden , mijn ongevallen en mijn fteckte
verhinderen rny het felve : maer eer dat de fel-
ve mijn gerechtige vj.inhoop verhaeften.en het
ander mijn droevigh leven komt te eyndigen ,
bejweere icku foo veel liefde te willen toontn ,
ah te komen befoecken
D.Artal.
Mare Antonio bevand (ieh in het eerfte
een weynigh benieuwt over het ernftigh,
verfocck , het welcke hem van defen liec-
ken gedacn wierdt , daer hy felf den naem
niet van kende. Evenwel, acnmerekende
hoe ernftigh hy hem verfocht , en op wat
wijfehy van hem onderftandt begeerde ,
geloofde hy dat het eenigh Edelman was ,
die, ver van fijn Vaderlandt, en door de
fiecktc , en foo miflehien , door gebreck
van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. ff
van geldt overvallen zijnde, fijn hulp
verfücht. Hy fichtcrilont 'hebbende doen
kleeden en eenigh geit by fich genomen ,
om defen, dewelckc aenhem gefchreven
had , te hulp te komen , indien hy iulcks
van nooden hadt , begeeft fich op ftaende
voet , met den Pagie die den Brief gebragt
had, om fijn Heer te vinden. MacrMaie
Antonio was wel verbaeft , wanneer hy de
acnficnlijekheyt van het huys iagh , dacr
hy hem braght. Het felve bewoonde een
groot Heer , genaemt, Dom Pedro d'Ava-
los, wiens over-groot-vadcr den doorluch-
tigen Roderick d'Avalos was geweeft,
dewelckc den Koningk Alfonfo van
Arragon in den oorlogh gevolght was, en
onder de felve duylent proeven van een
ongemeene dapperheydt getoont had ;
waer voorhy van dien Vorltmet trerTc-
lijcke goederen en tijtels was voorlïcn,
dewelckc als noch fijn huys inbeiïtting
heeft , gelijck fy als nuch den nacm van
Marquis delGualto en Pefcairc voeren.
En delen Dom Pedro d'Avalos was, ter
oorfaeck van cenige faecken van ftaet , in
ongenade aen het Hof van den Keyfer
geraeckt , en had fich tot Napels vertroe-
ven , om aldaer den tijdt uyt te wachten ,
dat, de nevelen van afgunlt vervlogen
zijnde , de Sonne van Gin onichult moght
komen door te breecken. Dele quam
Mare Antonio ont tangen ineen fchoonc
zael , dewelckc feer koftelijck opge-
C f pronckt
yg DORTSCHE
pronckt was, en hebbende hem door
een groote Kamer geleydt > tot in een an-
der , dewclcke wat kleynder was , ver-
focht hem na een koets te gaen , daer hy
een man vandt , dewclcke feer kranck
was. Het onderfcheydt van de Livrey
van twee Pagies , en eenigc Lackeyen , met
dat van de andere van het huys , deden
Mare Antonio terilont gelooven ,dat defe
een man van aenfien was. Soo haeft was
Mare Antonio niet voor het bedde, of
defen Heer,.dewclcke hem daer gebraght
had, fprackeenige woorden foeteljck te-
gen den ziecken, en daer op Mare Anto-
nio omhelfende , begaf fich met een groo-
te eerbiedigheydt weder uyt de kamer.
Den krancken , Mare Antonio met eenige
ontftcltenis aengefien hebbende , badt
hem, fich in een ftoel voor fijn bedde
neder te fetten , en begoft met een flauwe
ftemme aldus te fpreken: lek ben be-
fchaemt, datonfe kennifle foo qualijck.
voor my begint,' en dat boven de ver-
plichtingen waer mede ickuw verfcbul-
dight ben , ick noch defe tot mijn be-
lading hebben moet, dat ghy my noch
felfs zijt komen befoecken. Ghy fiet
evenwel een gedeelte van mijn verfchoo-
ning in mijn aengeficht, en ick bidde,.
dat ick u het andere magh laten hooren ,
daer ghy ongetwijffèlt eenigh van uw bel-
lang in vinden fult. Mare Antonio, hem
by dc hant nemende , gaf hem daer op tot
antr-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA; 5-9
antWoort : Indien uw leven in mijn han-
den is , gelijck ghy my gefchreven hebt,
ick belove u, dat ick het mijne gewil-
lighli jck bededen (al , om het uwe te be-
houden. Soo begeert ghy dan wel, dat
ick u het verdriet aendoe, vervolg-
de den ziecken, van u mijn ongeluck tc
verhalen, en met ecnen de hant, die
Mare Antonio van hem valt hielt,te rugge
treckende, gaf hy fijn volck een teecken
om te vertrecken , en vervolghde lijn
reden op dcfe wijle: De aenmereking
van uw en mijn perfoon lal de oorfaeck
zijn, dat ick mijn verhael tc korter fal
overloopen , uyt vreefe van u moeyelijck.
te vallen , en om dat de ftaet daer ick in
ben my niet toelaet lang te fpreken ; ick
fal u vervolgens feggen , het geen ick van
uw beleeftheyt verl'oeck , en u hartelijck
tfdden,mijnern{tigh begeeren my toe te
willen ftaen. Men noemt my Don Artal ,
feer nauwe bloet- verwant van Don Pedro
d' Avalos , en by gevolgh geboortigh van
Arragon, daer ick , Tonder ydclheydt,
kan feggen , dat mijn geflachtaleenigeii
luylter heeft. Ick, hebbende aen het Hof
ecnigc vrienden gevonden , die ltoute-
lijck en wel te pas , tegen den Koningk ,
van wegen de onnoofelhcyt van Don lJc-
dro d' Avalos,hebben derven fpreken , heb
van hen de tijding daer van ontfangen,
gelijck ick hem het felvc oock hebbe
do:n weten met defc order evenwel , dat
C 6 hy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
to DORTSCHE
hy niet uyt Napels fou hebben te vertréc- .
ken, voor en aleerhy ten vollen van fijn <
herftelling fou vtrfekert zijn. Onder-
tuflchen, tot fijn ongeluck, dcperfoon
die fijn faken ten Hoof voorftond, wierd
door den Koningk na Nederlant gefon-
den, om mondelijfk eenige onderrecli-
ting aen den Cardinaei Granvelle te doen ,
aengaende de berechting , die hy , wegen
den (tact van dat lant , aen het Spaenfche
Hof had gedaen. De Koningk deed defen
in fijn Cabinet komen , daer hy hem meer
als een uur langk befigh hield , ten eynde
van welcke tijdt, defe getrouwe vriendt
niet naliet , fijn Majeftcyt van Don Pedro
te fpreken , die hem terftont daer op den
mont floot , door een antwoort dewelcke
hy hem deed , dat de faken van een Ko-
ningk t'eenemael een perfoon moeten
befigh houden, en dat, indien hy defe ve^
richting na waerde quam uyt te voeren»
het felve een middel tot de herftelling van
de d' Avalos fou zijn. Defe , gelijck hy
een out Hoveling, cn van groot begrijp
is, antwoorde daer niet anders op, maer
fijn wegh over Saragoce nemende, deed
my berechting van het gene hy by den
Koningk had te wege gebraght. Hy daer
op vervolghde onbekent fijnen wegh
naBayonne, als de kortfte omnaBruffel
te reyfen: lek geloofde dat fulcks wel
verdiende om my fclver na Napels te be-
geren, vreefendedat, indien ick fulcks
A
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 6t
een brief vertroude , dat dci'elvc moghc
komen verloren te worden , het welckc
defe goede laeck t'eencmael fou hebben
konncn verachteren. Ick dan begeef my ,
nu fes maenden geleden zijnde , tot V i va-
ros te fcheep, en ben cyndclijck hieraen-
gekomen,ick weet niet of ick fal leggen,
tot mijn geluck of ongcluck. Ick nam
mijn verblijf by Don Pcdro , die ick in ccn
wonderlijcke Ihntvairigheydt van geelt
vondt , het fy hy weder in gunlt geraeck-
te , of gedwongen was , aldaer in lijn ge-
willige bal 1 in gk fc hap tc b 1 i j v c n . On dcr-
tuüchen , om te tooncn hoe leer hy my
beminde, bleef hy niet in gebreke, na
eenige dagen , een trcffelijck bancket aen
de voornaemlte van Napels te geven , en
al wat'er aenlienlijckft in defe lradtmogt
zijn, daer optc noodigen. Ghy hebt
weltcgelooven , dat Mare Aurelio oven
Vader niet te huys gelaten wiert , die ook
toeliet dat uw twee Sulters , na het Avont-
mael , het Ballet quamen helpen veree-
ren , het wdeke ick acn de vrouw van
Don Pcdro gaf. Ghy lult my gelieven te
verfchoonen, indien ick uw verfwijgh
het gene my in ddeccrlfe bejegening voor
viel; maer dit fal ickallecnigh leggen *
dat, 'indien de lehoonhcyt van Victoria
tcrftontmijnoogcnllocgh , hier kloerke
gjell mijn hart'by gcvolgh veroverde,
\vaer op de hooge achting, dewelcke men
hacr deed hebben , my maccktc te bclluy-
C 7 ten h
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
DORT SCHE
ten, ofte fterven, pf voor niemandtaltf
haer te leven. Ick wenfehte wel in ftaet
te zijn, om u te konnen feggen , wat poo-
gingen ick deed om haer mijn genegent-
heden te kennen te geven,- en met wat
ononderfcheydentlijckheyt fy mjr aen-
hoorde. Ick wenichte oock wel dat ghy
wift, wat dienften Don Pedro en fijn
vrouw my gedaen hebben , om my den
wegh tot haer aenfpraeck te banen. Soo
veel is'er van , fy wiftcn veel te feggen
van mij n groote "goederen , dewelcke ick
in Arragon befit , daer fy evenwel niet
veel ftaets fcheen van te maken ; Ty ver-
heften mijn gel lacht , en een weynigh
aenfien het welcke ick verkregen heb ;
foo dat fy eyndelijk toeftont mijn aenfock
te dulden, behoudens dat fulcks met be-
williging van haer Vader gefchiede.
Voor foo veel fy fchoonen van treffelijck
gedacht is, ftaet het niet te verwonderen ,
dat'er meer aenfoeckers buyten my wa-
ren : maer mijn geluck , en het groot ge-
voelen het welcke men haer van my had
doen hebben , was de oorfaeck dat defel vc
my maer weynigh befcffelijckheyt gaven.
Ick was ondertufichen van voornemen
haer door Don Pedro ten houwelijck te
doen verfuecken ; maer noch hy, noch Vi~
öoria waren het hier in met' my eens
wetende dat Mare Aurelio een natuurlijcke
tegen fin had , om een fchoon-Soon aen-te-
nemen, die geen Napolitacn was; my,
on-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
9
ARCADIA. 6$
ondertuiïchcn te verftaen gevende, dat
uw verblijf in Spangion , uongetwijfelt
een beter gevoelen van onfe natie fou doen
hebben , en dat op uw wederkomft uw
gunfttot het werekdefack alderbcft fou
doen voortfettcn : voegende by defe rede-
nen, dat ghy haer boven allen leer bemin-
de , en dat ghy wel foo goedertier foud
zijn, als de verkiefing dewelcke het haer
gelieft heeft van mijn perlbon te doen,
voor goet te kennen. Met defe hoope is
deti jt vaft doorgegaen,die door een onver-
wacht voorval, eylaes! aldus omgeftoo-
ten is. Afcanio was mede onder anderen
op het Ballet , en , gelijck als hy oogen en
hart heeft, iaghhyhaer, en kon vervol-
gens niet minder als haer beminnen.
Maer gelijck hy een byfondere natuur
heeft , poogde hy defe drift te wederftaen,
om te doen gclooven dat hy weynigh be-
lang in faken van liefde had. En in der
dact daer liepen geheele dry maenden voor
by, fondei dat Victoria van fijnent we-
gen gemocyt wiert , en fonder dat ick het
mintïe vermoeden op hem had, gelijck^
ick met grootc naerftigheyt die gene waer"
nam , die by haer quamen. Maer ten laet-
ften , gelijck'er niets foogeheym is , daer
men geen twijfel van krijght , begoft ons
onderling verftandt veel menfehen de 00-
•gen te openen , en onder anderen die van
Afcanio, die, na de aert en eygenfehap van
veel nijdige menfehen, nu met te meerr
der.
1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
44 DORTSCHE
der y ver en begeerte betrachte, het geen
hy tot noch toe met eenigh ononderfcheyl
had aengemerekt. In voegen hy terftonf
begonde te overleggen , wat de oorfaectë
was van mijn verblijf al hier, en in ge-
dachtenis te roepen eenige galanteryen en i
vermakelijckheden , die ick fomwijlen:»
des nachts voor de veynfters van Viftoria- i
deed doen. En hebbende fich aifoo ten
lactften van mijn voornemen verfekert ,
namhy volkomentlijck voor, het felve
te verhinderen , en my in de wegh te
xijn. Hy dan , hebbende de faeck met
een van lijn vrienden overleght , verfocht
defelve het verfoeck te doen , het welckc
hy deed met fulckeengoetgevolgh,al$ i
hy fou hebben konnen verwachten. Noyt
hebbe ick ondervonden als doe , dat de .
rampen en ongelucken , door een noot-
lchickelijckc keten aen malkander ge-
fchakeltzijn. Den avont daer te vooren
wiert ick door fulck een geweldige
koorts aengetaft , dat Don Pedro verboot
dat my niemant van dit Houwelijck van
%Afcanio met Victoria fpreken fou , uyt
vreefe,dat my het felve noch te meerder
fou mogen ontftellen; waer door het ge-
beurde , dat het gerucht daer van aireets
door geheel Napels verfpreyt was , eer
icknochdeminfte tijding daer van quam
te vernemen. Des morgens verboden dé
Genecs-meefters my alle aenfpraeck , en
dat was den fel ven <fagh dat Mare Aurelio
fijn
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 6f
fijn Dochter Aicanio had toegeftaen.
Don Pedro was daer overalibo feeront-
ftelt als yemant anders ; en gelijck hy goe-
de kenniffe van mijn liefde had , twijfelde
hyniet, of de ecrite tijding, dcwelcke
ick dvier van ibu krijgen , fou mv de doot
verooriaken. Dit deed hem alle forge
verdubbelen , om niemant by my te laten
komen , om aldus een faeck voor my te
verbergen, die nu aireets in de mont van
een yeder was. Victoria ondertuffchen ,
niet wetende hoe het met mijn iïeckte was,
daerfy het bc^infel van had geilen, en
vreefende dat dit voorval delclve fou doen
verargeren , deed haer aert en natuure
gevvelt aen , en fandt my in een brief, die
ick als noch bewacr , de droeflte tijding
die ick oyt mijn leven omfangen heb , ge-
lijck ick u verfoecke defelve te willen
leien. En daer op kreegh Don Artal , al
fuchtende, een Brief van onderlijn oor-
kuflèn van daen , dewelke hy Mare Anto-
niotc leien gaf, daer hy deic woorden
in vant.
Brief van Vittoria aen Don Artal.
Mi j 7t Vader dwingt my om een ander als u ,
te trotrwen , hebbende my gijier avontge. ixvo77-
gen mijn toeftan*, daer toe te verleei7e. Mijn hart
lueygerde het felve met duyfent luchten , mijn
oogen met foo veel tranen > en mijn aengeficht
met een ongemeene ont fieltenis. Alleen mijn
tonge heeft ons bejde verraden , gevende het
doo-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
66 DORTSCHE
doodelijcke ja ; begaende alfoo een mijflagh*
daer de gehoor faemheyt en de vrees haer toege*
drongen hebben, lek weet niet hoeghy dit uvj «
ongeval fult dragen, het welckeick veel eerder
het mijne Jeu mogen noemen, om dat, indien hei
felve by geval u in het leven het , het felve
fekerlijck veroorfaken fal de doet van
Victoria.
MarcAntonio den Brief gelefen heb-
bende , gaffe hem weder , fonder te ant-
woorden , om hem in fijn redenen niet te
ftuy ten. Het foude onnoodigh zij n, ver-
volghde Don Artal , u mijn ongenuchten
hier over te befchriiven , dewelcke foo-
danigh waren, dat ly my in fwijm deden
▼allen , met een groote verbaefthey t van
die gene die my den Brief bracht , die heb-
bende mijn dicnaers , cn eenige van Don
Pedro, doen by komen , al de moeyten van
de werelt moften doen, al eer fy my weder
tot mijn fel f konden doen komen. Don
Pedro toonde fich feer geftoort datmen de-
fen gevaerlijcken bode had laten boven
komen , maer bedacht wederom , dat ick
ten minften nu van de faeck onderrecht
was , die ick doch vroegh of laet fou moe-
ten weten. Hy verfant den bode , fond er
dat ick de macht had hem iets te konncn
feggen , en vertroofte my ten beften dat
hy konde. Maer de fmart tafte my foo
geweldigh aen , datmy dcfelve fteldein
de ftaet daer ghy my tegen woordigh in
Bi
ff 3 5*1
ARCADIA. 67
fiet. Ick vernam daer nae wie dien ge-
luckigen was, en wilde mijn beft doen
om op te ftaen , om my over hem te wre-
ken , maer fulcks was my onmooghlijck ,
" fijnde mijn fwackheyt foodanigh , dat ick
zedert het bedde niet heb verlaten. Des
morgens daer aen liet Vidloria na mijn
gefontheyt vernemen , daer fy feer over
bekommert was , gelijek my defe feyde
die my van harent wegen quam befoeo
ken , iendende my met eencn defen brief.
Dit feggende , gaf Don Artal Mare Anto-
nio een anderen J3ricf , om te lefen , luy-
dendc aldus.
Brief van Vi&oria aen Don Artal.
Nademael teflemen , of een ander als ure
trou-wen , een en de fehe faeck is , lueet ick niet
?neer als twee hulp- middelen om tegen defe onge-
vallen te ftellen. Het eerfe is, dat mi]n Broe-
der op morgen alhier komt^devoelcke ick fal bid-
den y indien ick kan , ons by te tuitten ftaen. Het
tweede is de doot , indien hy ongewilligh is
fulcks te onderftaen , 9 1 geen 'uk niet gelooven
kan y of buyten macht , hetgeen ick eer befeffen
fou. Wat my belangt , ick njerjekere 11 , dat
ick ah dan moet en dapperheyt *voor u hebben
fal. lek geloof 'dat ghytc edelmoedgh en te ge-
trouw zijt , om langer te willen leven als
Victoria.
Siet daer, vervolghde hy , nemende de-
fen Brief wederom , dewelcke hy kuftc
en
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
68 DORTSCHE
cnby den andere leyde, wat het is, he($
welcke my veroorfaeckt heeft u de moey-
ten aen te doen van hier te komen.
Ick geloove dat Victoria u aireets ope-
ning van ons ongeval , fal gedaen heb-
ben , en verfocht om ons by te willen
ft aen , waeromme ick nu mijne gebe-
den by de hare niet voegen wil , we-
tende hoe feer ghy haer bemint. En al
hoe wel ick wey nigh by u bekent ben , en
hoewel: Hy wilde voortvaren, maeral-
foo zijn poogen een weynigh te geweldig
was, viel hy over dcfe woorden vanfich
felven , en dat met weynigh blijck van le-
ven. Maer eyndelijck, door de byftant
van fijn volck , dat in de naefte kameren
te hulp geroepen was , weder tot fich fel-
ven gekomen zijnde , feyde Mare Anto-
nio tegens hem : Ick heb reden my te be-
klagen, dat mijn Sufter, wetende de op-
rechte liefde dewelcke ick haer drage ,
my die gene diefe voor u heeft , heeft kon-
nen of willen verbergen: Evenwel ver-
fekerc ick u , dat fy geen reden fal hebben
üch over my te beklagen % noch oock ghy
om qualijck van mijn te oordeelen ,
ter oorfaeck van de verbintenis de welc-
ke ick aen uw Natie heb . Ick neem
de eere aen , dewelcke ghy my doet , van
ons huys en mijne Sufter; geeft my haer
brieven, daer ick foodanigen forgevoor
dragen fal , als ghy fel ve foud konnen , en
gelooft, al eer het nacht fal zijn, dat ick fal
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Hl
ARCADIA. 69
oogen al de lwarigheden wcgh te nemen
ie u nu dus onmooghlijck fchijnen te
ij n . Hy gafïe M are A nton io bey de , dc-
'/elcke defel ve beleefdelij ck ontfangende,
Wefe woorden dacrby voeghde: Indien
IJtóJVi&oria de oorfaeck van uw fieckte is ge-
'eeft, Mare Antoniofal die lijn van uw
genefing. Don Artal wilde hem bedanc-
t&j ken, maerzijn uytfteeckende blijtfehap
belette hem fulcks , foo dat zijn omhel-
lingen het ampt van fijn woorden moften
bedienen. Mare Antonio verliet hem dan
met dele beloften , en hebbende fich langs
"een heymelijcke traplaten afleyden , ora
de onthalingen van Don Pedrotcontgaen,
die hem aireets in de zael verwachte,
ftccgh op een brave Klepper, die hy
met fich uytSpangicn gebracht had, en
uytdeStadt rijdende, befluyt Afcanio te
gaen befoecken , die fijn verblijf hield in
ileentreffelijckhuys, het welcke fijn Va-
der, voorfijndoot, inde voor- ftadt had
doen bouwen, om aldaer, geduurende
Ide Somer, de fchoonhcyt en het vermaeck
■ van fijn hoven te genieten, daerhyfcer
; finneiijck op was. Mare Antonio vandt
' hem , foo als hy uyt quam , oock op een
fchoon Turcks Paert gefeten , van het
welcke hy terftont afiteegh , om Mare
Antonio te ontfangen , gelijck defen mede
deed. En hebbende gehoort, dat hy
Jtwee mijlen van daer gingk , naereen an-
der huys dat hy daer had , noch fchoondcr
als
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
70 DORTSCH E
als dit, om al daer ordereteftellen, tot
een treffelijcke Maeltijt, die hy aen het,
geheele Jiuys van Mare Antonio cn het
fijne van meening was te geven j foo was
delen leer wel te vreden dat hem die gele-
gentheyt gegeven wiert, om hem uyt
den huys te fien, en berechte daer om
Afcanio: dat hy veel van dat lufthuys ge-
hoort had, en dat hy niet ongenegen ibu
zijn het iel vc te fien . Afcanio fcheen dit
feer aengenacm ; en begeven fich foo te
famen derwaerts » een yeder maer met een
kleynen Lacquay verlek, om hunpaert
te houden» Aldus op wegh zijnde, on-
derhielt hy Aicanio met de byfonderfte
dingen , deWelcke hy in Spangien gefien
had , hebbende die kout met voordacht
op het tapijt gebraght, uyt vreefe dat iy
anders te vroegh die fouden begonnen
hebben , waer om hy gekomen was. Sy
dan komen eyndelijck aen het begin van
een fchoone dreef, daer de fchaduwen
verfche lucht hen noodighde af te ftijgen.
Sy gaven hun Paerden aen hunne Jongers,
en gingen foo te voet na het huys. Alfoo
het lel ve noch wat verre van daer was, en
Mare Antonio van ongedultby naftierf,
om Afcanio fijn faeck voor te dragen,
hielt fich defelve kort ftil, en Afcanio-
fcherpelijck aenfiendeieydehem : Alhoe-
wel het my een groot voordeel is , Heer
Afcanio, de eer van met u vermacgh-
fchapt te zijn, te mogen hebben , en dat'er
niet
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 7i
niet meer als ecnen dagh tijdts tuflchen is,
ï geloof ick evenwel verbonden te zijn , eer
ghy u noch verder in defefaeck inwickelr,
u te vragen , of ghy wel een perfoon
foud willen trouwen, die nu al voor lan-
. gcaen een andere genegentheyt verbon-
3! den is ? Afcanio veranderde hier op van
verwe.en wel fiende dat hy met fecr groo-
tenernftfprack, antwoordemet ontftel-
tenis: Dat wil Godt niet, dat ick eenrgh
perfoon in haer wil fou begeeren te dwin-
gen , al fou ick t' eenemael het genoegen
verliefen , het welcke ick uyt het Hou-
wclijckmetuw Sulter verwacht. Ghy
doet en fpreeckt foo wijiïelijck , antwoor-
deMarc Antonio,dat ick uw oordcel hier
in ten alderhoogftcn prijfcn moet , geven-
de hem met een de brieven van Don Artal
in de handen , vervolgende : ick fou de
i liefde die ick Victoria drage , en de Vricnt-
fchap, dewelcke icku voor lang toe- ge-
J dacht hebbe, te kort doen , indien ick het
gcene ghy dacr liet voor u had willen ver-
bergen. Ondertuflchen las Afcanio de
brieven, niet fonder grootcj ontfteltenis
| in lijn acngeficht te tooncti. Gelefen
hebbende, ieydehy : Ick geloof dat defe
twee brieven van uw Suftcr komen, al-
hoewel ick haer hant niet meerder als uw
vrientfehap kennc. Dit fal ick u alleen
feggen, dat voor uw komft totNupcls,
Victoria geen meerder afkeer van my als
van yemant anders getoont heeft te heb-
ben,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
7* DORTSCHE
ben, en datfe lichtelijck de wille van
Mare Aurelio uw Vader fou gehoorfaemt
hebben , die beter weet als ghy , wat voor-
deel fy by my te trouwen fou genooten
hebben. Maer nauw aenkomft hebt gy
haer bewogen het ver (beek van een Span*
giaert , tot kleynachting van uw eygen
Lantflicden en mijn ftact , goet te vinden.
Voor my , ick winne 100 veel by die ver-
wiiTeling.als ghy der by verlieft , en krijge
mijn oordeel weder, het geen foo wijdt
verdwaelt was, foeckende een iaeck te
verkrijgen, dacrickmyuyt dwaefheydt
fou ingewickelt hebben , die my miflehien
niet heel voordeeligh iou hebben geweeft.
Maer nademael ghy my verbonden hebt ,
vry uy t de borft te fp reken , \tfil ick wel
dat ghy weet, dat noch ghy noch fy,
niet hebt, het geen by mijn geboorte, en
hethuys der Caraffcn, daer ick foonau
aen vermaeghfehapt ben,noch oock mijn
ftaet, te pas komen kan. MarcAntonio
merekte wel dat hem de gramfchap ver-
voerde, en voor foo veel hyeenige reden
had , pooghde hy geen quaet affcheidt te
maken, meteen Edelman die fijn ver-
maeghfehapping had gefocht ; waer over
hy hem de foetfte antwoort gaf, die hy
geven kondc: maer fiende, dat hy noch
zijn beleeftheden , noch zijn reden plaets
wilde geven, kondehy niet laten tefeg-
gen: Heer Afcanio,ghy zijt de vrientfehap
die icku toon ieer verfchuldight, defe
doet
V
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 75
doet my u aenmereken , en antwoorden ,
metfulckeenfcdigheydt, als uw gram-
fchap niet fou verdienen. Ick meende
u gunft te bewijfen , als ick u een ge-
heym openbaerde , daer u foo veel aenge-
legen is , en dat ugelegcntheyt geeft uw
ongevallen voor te komen. Waerlijck ,
antwoorde Afcanio , mijn houwelljck fou
ongevalligh geweeft zijn, *nademael ick
in mijn gevoelen fou bedrogen geweeft
hebben , van dat ick aen uw Sufter een
feer eerlijckc vrouw fou gehadc hebben.
Neemt een beter .gevoelen , antwoorde
Mare Antonio met eenige hevigheyt,
van mijn Sufter en haer deughtfaemhey t ,
en fpreeckt op een ander'tijt tegen my
met beter beleeftheyt, nademael gyhebt
te weten, dat indien mijn ftaet de uwe
niet overtreft , fy defelve evenwel al heel
gelijck is. Hy deed Mare Antonio daer
op liegen, en terftont beyde dehantacn
het geweer flaende, wierden handt-ge-
meen ; Afcanio braght Mare Antonio een
fteeck , die hem een weynigh in de zijde
quetfte j en Mare Antonio weder hem een,
die hem dwars door het lichaem gingk :
hy viel daer op ter aerden, terwijl Mare
Antonio henen gingk daer de Paerden
ftonden. Hy gaf fijn dienaer het onge-
val te kennen, op dat hy hemfouficn
wech te krijgen; en beval de fijne weder
na de Stadt tekeeren, terwijl hy tepoll
na die plaets reedt , daer hy des avonts tc
D voo-
74< DORTSCRE
vooren een gedeelte van fijn volck gelaten 1
had , die al dacr verwachten , tot datmen
fijn goederen uytgcfchcept had. Hybe-
laftt hen dcfelve wederom te fchcep te be-
(tellen, en hebbende een brief acn fijn
Vader gefchreven , over het geen gebeurt
was , gaf hem daer in met eenen de Itaet ft
en gelegentheyt, ben effens de liefde van 1
Don Artal te kennen j hem biddende oot- |
moedighlijck , defeive te vergenoegen ,
en het houwelijck hem toeteftaen. Hy
fchreef oock aen fijn Sulter, en Don Ar-
tal, die hy te gelijck fijn twee brieven
weder fchickte, en voorts, fonderhun
antwoort te verwachten , begaf fich _tc
fcheep na Vranckrijck , om fijn vergiffe-
nis by de Princcs , die met den Koningk
van Spangien verhouwclijckt was , te ver-
krijgen; maer hebbende verftaen dat de
felve alreedts met den Hartogh van Aiba ,
diehaer in den naem van fijn Meefter ge-
trouwt had , vertrocken was , verbleef
hy noch een geheel Jaer in dat Rijck i tot
dat hy eyndelijck met Don Bernardin de
Mendoccgelcgenthcydt vant na Perpig-
mn,en,Don Bernardin aldaer gelaten heb-
bende, voorts na Barcelone te vertrecken ,
op hoop, fich aldaer lbo lange op te hou-
den, foobedecktelijckalshykonde, tot
dathy hoorde, dat fijn faken tot Napels
fouden by geleght zijn. Maer in tegen-
deel gaf dit voorval de uy terfte floot aen
de waggelende vrede van de Colonnen en
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. yT
I Caraffen, die tot Napels, en aen het Hof te
I Romen, ongemcene partyfchappen be-
| gorten te oeffenen; behalven de grarnfchap
van fijn Vader, die het houweüjck van
fijn Suiler met Afcanio wel gaernc foa
: geilen hebben, te meer, aiioo hy daer door
had gehoopt defcheure tuflehen die twee
doorluchtige huyfen vcrecnight te heb-
ben. Hier byquam noch een tweede toe-
i val, dat is, dat hy op een avondtftondt, om
I fijn vermaeck wandelende , van twee
onbekende vermomde, geen drv hraten
van fijn huys, aengetalt wierdt , 'die hem
ongetwijfelt vooreen ander namen. Hy
fich genoodtfacckt fiende fijn leven te be-
fchermen, hoewel dcfe twee wel gewapent
waren , was foo geluckigh , dat hy den
eerften een fteeck braght , die hem tot den
cencn wang in , en ten neck weder uyt
quam, die daer over doodt ter aerden viel \
terwijl fijn macker, om hulp roepende ,
noch vijt of fes anderen voorden dagh
deed komen, hetgeen hem verplichte ,
fiende de party ongclijck, de vlucht te
nemen. Dit verbond hem noch te meer-
der fich ftil en bedeckt te houden , behal-
ven dat de CarafFen , vernomen hebbende
dathyin dat Rijck u as, alle mogelijcke
middelen acnwenden , om hem te betrap-
: pen , niet tegenftaendL- hem Afcanio felve
: opfijnfterven genoeghfiem ontfehuldigt
;*Jhad.
Eyndi van bet arjlc Boccl;.
Di Het
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Het II. Boeck.
[Us verre was Ambrofio in
fijn vertelling gekomen,
wanneer den Wondheelder
(dewelcke men , orn de
wonden van Euftacchio te
verbinden , ftillekens uyt
de Stadt ontboden hadde) inkomende.om
na den gewonde tefien, het gefelfchap,
uyt beleeftheyt, fich genoodtfaeckt vond
plaets te maken, vertreckendefich onder-
tuflehen inden Hof, omaldaerden ver-
fchencn nu alreedts dalenden avondtftont
te genieten.latende denMeefter met fijnen
gequetftenbegaen. Alleenigh Periander
en Ambrofio lagen het verbandt aen. De
{bete Lucinia , die van haer vader noch
eenigh bevel had moeten ontfangen,
ondertufichen het gefelfchap voor uyt
fiende , liep meteen volleren , niet fonder
fchijn van verbaeftheyt , hen achter aen ,
roepende , dat men haer in wachten fou ,
en haer broeder Lyfander , foo haeft fy
by den trop was ? om de armen vattende ,
geltjckde Kinderen plegen, wanneer fy
verfchrickt ghemaeckt zijn. Lyfander
vraeghde haer, waerdele nieuwe liefde
van daen gekomen was. Wat moeyten dat
ick doe , antwoorde Lucinia , ick kan dat
fpoockfel van Ambrofio niet uyt mij d ge-
dach-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 77
dachten krijgen , maer , hoe ick het foeck
af te leyden , my dunckt evcnftaegh , dat
ick foo een voor mijn oogen lie. Ick heb
van al het werek van dcfe Colonnen foo
veel als niet verftaen , om dat mijn linnen
foogeduurigh met dat gelicht befigh zijn.
En dit is de oorfaek, dat ick nergens foeck
alleen te zijn: want my dunckt cven-
Iraegh , dat ick het een of het ander achter
mijn hielen heb. wie u veriaetot niet,
vervolghdefy , ick meenudefen avondt
getrouwelijck by te blijven. Een yeder
lachte om de vrees vanLucinia, dieoock
van de andere jongkvrouwen gevolght
wiert. Ick voor ray , feyde Lydamas , ick
iladaer het feeckerfte geloof nietaen, en
geloof eerder dat den goeden Heer in lijn
minneflaep gelegen, en gedroomt heeft,
Ten zijn evenwel al geen droomen , be-
rechte daer Polymythus weder op , het
geen de ondervinding van diergeüjcke
verfchijningen leert. Een vriendin van my
heeft by klaren dagh , foo als fy in den Hof
achter haer huys was , een geeft gefien , de
welcke geheel in 't wit ftond , met een
langen witten baert , en wit hayr , die met
beyde fijn handen een gallery beilagen
had, daer de jonge Maeght door moft
gaen» Onfe dienftmaeght, berechte daer
Lydamas weder op, des avor.dts lullen-
de uytgaen , quam terftondt weder met
verbaeltheydt ingeloopen , leggende ,
niet vorder te derven gaen , alfoo fy een
D 3 geeft
78 DORTSCHE
eeft gefien had, die daer noch ftondt , van
et hooft tot de voeten in het wit. Wy ,
het hooft buyten ftckcnde,fagen inder daet
yets, hetgeen, alfoo de Maen tamelijck
Ichccn , fich wit vertoonde * ick , terwijl I
niemandt naerderen dorlt , begeef my na
de verfchijningtoe, en nierdcr komende ,
fagh dat het de koocker van een Boom
was , die nieuw , en dien felven dagh daer
om gemaeckt was , en, door de witte van
het vuuren hout, fulck een lchijnfel gaf.
Enfoodanfge vicfevafen, geloof ick, dat
meeft , of wel al defe fpoockerijen , en
duyvelerijcn zijn. Dat ghy gelooven
foudt , berechte daer op Lyfander , dat 'er
geen Duyvels voor u zijn , fou de kracht
van een goet geloof mogen toegefchreven
werden ; maer in het algemeen te geloo-
yen dat 'er geen zijn , fou een weynigh na
Atheiftery Imaecken, en een groote brefle
aen de heylige bladeren gegeven zijn.
Maer , alfoo ick u meermaels foodanigen
tacl heb hooren voeren, ben ick niet onge-
negen, daer nu een weynigh van te fprecc-
ken. Brengt ons dan eerft in huys , by het
ander gefelfchap, viel daer Luciniaop in ,
want wy zijn gantfehniet genegen daet
na te luyfteren. Neen , fcyde Polymy-
thus , gny moet hier blij ven , en hooren ,
miflehien of delaetfte fchrick de eerfte
verdrijft; ghy hebt immer geen noodt,
fchoone Lucinia, terwijl wy by uzijn.
Ondertuflchen , vervolghde Lyfander,
wan-
ARCADIA. 79
wanneermen halfterrigh aen het looche-
nen fou willen blijven, en alle gefagh ver-
werpen, ook felf die van de Schriftuur, fou
het haetelijck zijn foodanige redenen te
voeren, ofte hooré voeren; maer fich daer
aen gedragcnde,daer fich een yeder aenge-
dragen moet, zijn fodanige dingen licht te
bewijfen Maer of ik,antwoorde Lydamas,
nueenmaeldatgefag niet loofeer looche-
nen , of verwerpen , als ter zijden ftcllen
wilde, waer bleven wy dan met het be-
wijs ? Als dan , antwoorde Lylandcr ,
moeiten wy de ondervinding plaets geven,
gelijck defelvein veel dingen het hooglte
cn krachtighfte bewijs heeft j gelijck , of
yemantniet wilde gelooven , dat'er een
toren van Babel , of foodanige graf nael-
den in Egypten , of diergelijcke wonderen
meer , te vinden waren , en het geen daer
van gefchreven is verwerpen wilde,moeft
men ten mintlen dele aennemen , die de
felvc gelien hebben. Soo oock, indien
men het hoögegefagh van de Schriltuur
afüaen wil(cn zijnde fulcks uy t de natuur
niet als een nootfakclijcke^ eygenfehap
goet te maken) moet men lich ten min-
ften aen de getuygenis van geloofwaerdi -
ge, en veel tij ts oogh-getuy gen, gedragen.
Laetonsdie hooren , lieve Ly finder , laet
ons die hooren, viel daer Pulymythus op
in, dicfe niet aennemen wil, maghfc laten
varen. Her geen Hthfitatm (na de getuy-
eenisvan tudm) in het leven van Apol-
B D 4 lo-
Vcr-
hande-
ling
van de
gec-
ften,
en hun
vcr-
lchij-
ning.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Mc
tus.
So DORTSCHE
Jonius vertelt, vervolghdeLyfander , fal|
voor eerft te pas komen. Menippus f feehd
hy) was een Jongeling van Lycia, viiFenl
twintigh Jaren out, met een goet ver-1
ftant, een wel geftelt lichaem, en een
fchoonegedaentebegaeft. Defen Menip-
pus eenmael na Cenchrea alleenighrey-
lende, wiert door een fchijnfel, dat de
gedaente van een fecr fchoone vrouw had ,
rippus ontmoet Defc neemt hem bv de handt ,
iBfe" Cr !fiÖSt5 : datl> al ovcr W door
» lijn liefde bevangen was geweeft , en
Philo- ü**Ly een Pnceniciacnfche Vrouwe van
ftra- geboorte was , dat fy in een van de voor-
beden van Corint hen, die fy hem noem-
de, haerwoon-plaetshad. Alwaerfver-
volghdefy)Menippe, indien ghy gene-
gen zijt by my te komen , hebt ghy met
my niet anders als een geneughlijck leven
te verwachten. Den Jongelingk , door de-
le verleydende woorden aengelockt, be-
geeft fich omtrent den avont na defe vrou-
we , en Ieght fich by haer. Defe onder-
linge handeling duurde een goede wijl-
zijnde ondertuflehen in eens yeder mont
dat Menippus van een vreemde vrouw be-
mint wiert Eyndelijck Appollonius
daer eenmael gekomen zijnde, en Me-
nippus fcherp onder de oogen fiende , fey-
de tegenshem :zijtghydie fchoone Ion-
gelingk daer de vrouwen op verheven?
Weet dat ghy een flange in uwen boefem
voedt, en van een flange gevoctwort.
Me-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
- -8?i
I
'
M
Hl
ARCADIA. 8t
Menippus fich over dele woorden verwon-
derende, vervolghde Apollonius : Het is
evenwel maer uw by (laepfter , en niet
uw huys vrouw ; hoe weet ghy datfe u foo
bemint ? Waerlijck , antwoorde Menip-
pus, fy toont haer leer door m ijn liefde be-
vangen te zijn. Het is dan wonder, ver-
volgde Apollonius, dat gy haer niet troutj
of meent ghy evenwel fulcks met den eer-
ften te doen ? Mifichien wel morgen ,
antwoorde Menippus. Eyndelijck den
dagh van de Bruyloft vaft geftelt , en van
Apollonius waergenomen zijnde, komt
hy, terwijl de gatten nu acngefetcn wa-
ren, mede; in de zael, en vraeghde Me-
nippus, waer die fc hoone was , waerom fy
nu dus vroli jck waren ? Sict daer iffe , ant-
woorde defe , en ftaet met eenen fchaem-
root op. Apollonius vervolghde: dit
gout , zilver , en al defe koftelijcke vaten ,
waer mede defe kamer verciert is, zijn
dan de uwe ? Sy hooren mijn vrouwe toe ,
antwoorde Menippus, en dit is alleen dat
my behoort, toomndc fijn' Philofophi-
fchen Mantel. Hebt ghy niet wel van de
hoven van Tantalus gelefen die nergens
zi jn , vervolghde Apollonius ? by Homerus
zijnfe , antwoorde Menippus , vorders
weten wy daernict van , als die noch noyt
den wegh ter hellen gevonden hebben.
Maer al het gene ghy-lieden hier liet , fcy-
de Apollonius , ioudt ghy wel gelooven ,
dat het foodanige hoven waren, die wat
D f fchijr
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
,1
Sz DORTSCHE
fchijncn, cn niet zijn? miffchien neen
maer op dat ghy gelooft dat ick waerheydt
fpreecke,foo weet,dat uw vrouwe een van ]
de Empufen (een naem beteeckencnde ee- *
nen been , alfoo men feght dat foodanige $
fpoocken en gedrochten maer een men- i
fchelijck been» en het ander vaneenighl
gediert of Metael vertoonen) of fpoock--;
gedrochten is. De Bruy t , fulcks hooren- 4
de, beftondt Apollonius hevigh tebefchel- 1
den , en te gebieden van daer te gaen , niet
fonder bittere fcheldtwoorden tegen al de
fuffjnde Wijfen of neufwijfen te gebruyc-
ken. Maer ondertuflehen verdween al
den kottel ij eken huyfraet, beneffens al het J
gefnor der knechten en dienaren , de fpij- I
le , en al den anderen voorraedt ; en de
vrouwe felf beftond Apollonius al fchrey-
ende te bidden , haer niet meerder te wil-
len quellenj die haer niet wilde fpiren,
maer ten laetften drong te bekennen, dat
fy foodanigen Empnfa was , en van mee-
niog geweeft , van Menippus verfa-
di^ht zijnde, hem te verflinden. Alfoo
wierdt defe van dit gedrocht verloft. Ick
hoope, berechte daer Lydamas op, dat Ly-
fander wel weet, dat Phihjïratus daer voor
bekent is , dit het meefte gedeelte van fijn
werek Mjth,(!orifcb , of fabelgefchichtigh ,
dat is,onder fabelachtige vertellingen, een
verborgen waerhey t beteeckencnde is , en
dat dienvolgens defe gefchiedenis niet
volkomcntlijck behoort aengenomen te
wor-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 9$
jworden. Indien ghy, antwoorde Lyfan-
i der , al de fchriftèn 'der Philofophcn met
:i dat fop overgieten wilt, fult ghy muTchien
i die verfchijning dewelcke Brutus, by j^*1
*la Plutarchus , geichicde, mede niet hooger van
J willen aennemen. Mier tegen (al ick al- Bru-
"5 leen de woorden van Cafsius ielfsgebruyc- <us.
x ken, ant woordeLydamas , dacr hy rnct dc-
3 fc redenen de vreefe van Brutus foeckt
~j wech te nemen : Laet ons niet oordeelen, 6
Brute, dat vvy in der daet altoos die dingen
iien,devvelcke wy Tien. Want onfe finnen
zijn feer beweegelijck , en worden lichte-
Kjck bedrogen , en de felve wecken fich
felvenmenighmaelop, fonderdoorceni-
\ ge andere oorlaeck bewogen te zijn , en
• ) drucken fich felven aldcrhandegcdaentcn
1 in: want ly zijn het walcheenigh fins ge-
| lijck,iichtelijck een dinck de gedaente ge-
vende , en wederom benemende. Voorts ,
uw lichaem aireets gequelt zijnde , quclc
cock te gelijck het gemoct,cn maeckt het
felve fijns feifs onmachtigh : oock is het
niet geiooflijck dat 'er geeiten z.ijn , of dat
dele een menfeheiijekegedaente konnen
aennemen, of woorden fmeden, zijnde van
die werck-miduelen berooft. En dierge-
lijcke woorden meer, die my als nu niet
voorkomen. Indien ghy roet Caisius, ant-
woordc Lyfar.der , valt ftelt , dat die din-
gen die wy fchijnen teilen , altoos foo-
W{C danighniet zijn, ftemme ick u toe i maer
Zê* dat'er noyt verfchijning van geeiten fou
I D 6 zijn,,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
$4 DORTSCHE
zijn | kan in my , die in een goede fchoo!#
gelecrt hen, niet komen. En wat belangt
haer fpreken tegen ons, daer van fou ick u
foo verre in volgen , dat haer fpreken cy-
gentlijck geen fpreken is, maer een on- |
ftoffelijcke mededeelinge van indruckfe- I
Jen en denck-beelden in onfe ziel , even 1
gelijck wy droomende ons dickmael in* I
beelden geroepen te worden, en daer over
uyt den üaep ontfpringen , het geen even- 1
wel in der daedt foo niet is. Indien fulcks I
plaets heeft aen het gehoor, berechte Ly- 1
damas daer op, waerom oock niet aen het
gelicht ? Dit foude ick mede konnen toe-
ftaen , antwoorde Lyfander , dat het gene
fich ons vertoont, niet foodanigh is als het
ons vertoont , maer door de felve Ideas en
denck-beelden ons geficht yets ais ftofFc-
lijck voorftelt , en indruckt, voor foo veel
de onftoffeli jeke voorftelling geen lijden-
de hoedanigheyt,of Patibilis qualitas heeft.
Maer waerblij venwy met het gevoel, al-
foo fich foodanige vertooningen niet fel-
den laten gevoelen , flaende , ftootende, of
nijpende defen of geenen. AlexancUrde
AUxandro , een man van goet geloof, ge-
tuyght , tot Romen fieck leggende , een
fchoone vrouw voor fijn bedde gefiente
hebben, dewelcke hemaenlachte, en al
fijn woorden na fprack, en ten laetften
verdwenen is. maer Theodorus Eraftus&n
feer geleert man , getuygt van een vertoo-
ning , onder den Keyfer Maximiliaen de
cerfte,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 8?
eerfte, omtrent het Iaer ifo$. by Augf-
burgh , in de gedaente van Margaret van
Rots,Abdifle van Eiftet, die fich niet al-
leen lien en hooren , maer oock handelen
liet. Gy fult my te gemoet voeren, dat het
gevoel mede kan bedrogen worden. Dat
is oock foo,antwoorde Lydamas, het geen
ons in onfen droom maer al te dickmaels
gefchiet; ick hebwelgedroomt mijn hant
vol goudt en lil ver te hebben , en vandtfe ,
wacker zijnde,ledig. TulTchen droomen,
het geen llapende, of iulck verfchijnen,
het geen waeckendc gefchiet , is groot on-
derfcheyt, antwoorde Lyfander. Wakende
fal uw gevoel oock bedrogen worden, ver-
volgde Lydamasj want neemt een balleken
in uw' handt , en flaet uw' vinger kruys-
weegs over malkander, beweeght het bal-
leken tuflehen beyden , en ghy fult u
inbeelden twee te gevoelen. Dat is geen
bedrogh van het gevoelen, antwoorde Ly-
fander , maer een wefentlijcke wereking ,
daer u des Cartes wel goede redenen van
geven kan ; maer even wei, het zy hoe het
zy , wort ons gelicht , ons gehoor , jae ons
gevoel bedrogen, foo moet dat gefchie-
denof door ons felf, ofdoory ets buy ten
ons felf; door ons felvé worde fy bedrogen
flapende : maer of ons geficht al door eeni-
gevalfchedenck-bceldcn,van binnen fich
aenonfephantalie verroonende, felf wa-
kende konde bedrogen worden ; wie fal
evenwel gclooven , dat wy buy ten flaep
D 7 en
I
S<5 DORTSCHE
en gefondt zijnde,hoorende onderfcheyde-
lijck , niet fouden hooren , en voelende
niet fouden voelen? Ick wil hier niet ver-
wachten datghy my bewijs foudtaf-ey-
fchen van mijn waecken , alfoo fulcks uy t
yemandts geregeleerde en wel bepaelde
daden te bewijfen ftaet. Daerom dan, om
het kort te maken , wil ick befluyten , dat
het noodt wendigh yets buy ten ons is , het
geen onfe finnen , defe dingen voorfteldt j
is het nu buy ten ons felven , foo is het een
ftoffelijck, of onftoffdijk ding ; is het ftof-
felijck , het kan van yder foo wel als u gc-
fïen ofonderfcheyden worden; maerghy
fult feggë neen j foo is het dan yets onftof-
felijcks. Dit onftoffelijcksdanisofZiel,
of Engel, of Duyvel : ghy kent defe al
niet. Dat het eenige ziel buy ten onfe
ziele fou zijn die met de onfe Vfamen-
Ipeelt , is buy ten eenigh bedencken , alfoo
die noyt de macht gegeven is, yets buyten
aïma- cen a uy tvloeyende kracht te wereken ;
nativa. want de bewegingen in de andere dcelen
b vanonslichaem , buyten het genoemde £
Glans pingelachtigh klier, dat inde harflenen
inca- gevonden wordt, gefchieden door de ftof-
Felijcke geeften , die de Artzen Naiurael,
Vitael% en AnimaeU of natuurlijck , leeve-
lijck , en ziellijck noemen , die dienftbaer
acn de ziele zijn, en van defelve haer
wereking ontfangen , en hacr weder die
mede-deelen, voor foo veel fy van defelve
afhangen. Soo moet dit dan Engel, of
Duy-
lis.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. g7
.uyvel,of ycts diergclijcx zijn. Welk van
beyden het nu zy, kan uytde uytwereking
cn heteyndegenoeghfaem,nadat dicgoet
of quaet zijn, afgemeten worden. Volght
dan,dat defe fchepfelcn in wefen zijn, die,
of door foodanigc indruckingen , of oock
wel door ftoffelijcke lichamen (gelijck dc
voorbeelden ovcrvloedigh zijn) gelijck
van die Dan {fereiTe, daer my gedenckt van
gelefen tc hebben, die een wijl op een
openbier fpeel-tooncel de oogen der toe-
fïenders vermacckt hebbende , cyndelijck
dooreen wijs man ontdekt wiert, en dacr
op het fpeelen latende, vooreen danfende
fchoonheydt , een Itinckend acs , cn doodt
verrot lichaem , achter gelaten heeft ; het
relcke, nablijck, den Duy vel hier of daer
opgenomen , en ald us , om de ydelc men-'
fchen te bedriegen, om her gevoert heeft,
fich vertoonen.Ik fil alieenig (om dat wy
alreedrs over defe facck te langk , om ver-
m^kilijck te zijn, gefproocken hebben)
een voorbeeldt van dc openbare quelling
der Duyvelen voortbrengen ; daer uyt
SigebertrtSyQn VincentmuWierus^^n fchrijft.
in het laer 1 5-3 5 . feght hy, heeft fich een Vsn ^
quaden geelt in de Stadt Schildack , in het 5*|£
Vorftcndom Wirtenbergh, vertoont. Dc- tot
fe heeft meeft al de Borgeren , cn voorna- Schil-
ment üjck den Waert op de M arekt, in de in
goude fterre , door grouweiijck geroep , jjjjjjj"
en afgrijffelijck getier, (eer groote its*ct
fchrick aengejaegt , ja is endelijck foo ver Uajt,
88
DORTSCHE
Vrccm.
de
cjuel-
ling
van de
Duy
vel aen
fcker
man
pleegt.
gekomen, dat hy het huys van defen'
waerdt (die fijn dienftmaeght, diemenj
oordeelde kennifle met dcfé geelt te heb-
ben, had doen verhuyfen) in brandt gefte-
ken heeft, het welcke binnen den tijdt van Ir;;-
twee uuren, alföo alle hulp daer tegen on-
nut was , tot de grondt toe afgebrandt is
geworden* Maer voornamentlijck is ge-
denckwaerdigh geweeft , dat de brant v an
dit felve huys, in wijfe van brandende
klooten , tot andere huyfen overgevlogen
is , invoegen de Borgers,terwi jl iy befigh
waren hun gebuurente helpen, terftont
gedwongen waren na hun eygene huy-
fen , die in lichten brandt ftonden , om te
fien . Ia foo groot was defen duy velichen
brandt , dat het flot , Landtf kroon ge-
noemt , het geen een goet ftuck weeghs
daer van daen , op een hoogen bergh , ge-
bouwt ftaet, nauwelijcks vanhetgewelt
der vlammen konde bewaert worden.
Noch een voegh ick hier by , van een die
my niet vreemt is, namentlijck dat defen ,
een oudt man, en meteen wonderlijcke
beroering of Catalepjis aengetaft zijnde,
menighmael over de maeltijdt , by klaren
dagh, in fijn aengeficht geflagen is gewor-
den , foo dat al fijn kinderen, en kindts-
kinderen niet alleen de klets hoorden ,
maer oock het ontfteecken van de wang,
daer hy den flagh op ontfangen had, en
die hy met de handt toonde (alfoo hy niet
konde fpreken,) met oogen aenfagen , als
oock
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 89
)ck dat dc voor-deur op en toe gedaen
ierdt, fonder yemandt te fien . Gemel-
«dcn ouden man verhaelde menighmael,
Is hem de ftommighey t verliet, (want die
uam hem by pofcn aen, gelijk ick tot een
onder terftondt mede verhalen fal)dat
^ ymetcenige jonge gelei lert in fijn jeugt
*n gefelfchap zijnde, eenmaei met hen
oegeftaen had , Rijnfchcn Wijn van Keu-
len te laten brengen, wacrop terftontde
«Vijn-kanne onder de Tafel gefet wierdt ,
icn terftondt door eenigh mans perfoon ,
nmet een roode mutfe op het hooft , of den
/duyvel in fijnfehijn, weder ingebraght ,
icn wel harde op de tafel gefet wierdt , en
dat het die felvefchijnduyvel was (alfoo
die voor hem alleen fichtbaer was) die
hem als nu defe quclling aen dede. Stom
zijnde, fchreef hy menighmael meteen
griffe , dat hem den Engel des lichts was
'geopenbaert (of miflbhien die gene , die ,
:<om ons te verleyden , fich in die gedaente
>:doet erkennen ,) dewelcke hem had t*
;kennen gegeven , hy moefte na foo een
[<plaets reyfen,en het reyf-gelt daer toe lce-
nen, en hy foude aldaer fijn verloren
fpraeck weder krijgen; het welcke eenige
reyfen door de kinderen , diefulckshun
vader niet wilden wey geren , gedaen en
'Waer bevonden wierdt; doch foo haeft was
ihy niet weder in fijn huys,of hy was (lom
'als te voren. Maer de huylgenooten ,
i fiende dat het maer bcdriegeryen waren >
wil-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
po DÖRTSCHE
wilden daer na tot iulcke tochten nic%
meer verftacn , niet foeckende (daerhe
de vermaningen der Godts-geleerden fee
in fterekten) dien opgeblalene (die fic
gaerne laet gehoorfamen en dienen)meer
der in te volgen. De waerheydt daer vai:
kan noch door verfchey de levende oogh
getuygen beveftight worden. Vandier-|
felijcke dingen zijn de Hiftorien vol , fonH
er dat ick meerder van nooden heb by tej
brengen. Wat dit nu alles fy geweeft, laetl
ick een yeder oordeelen. lek wenfcht
wel te hooren , antwoorde Lydamas , in4
dien ghydan den Duyvel niet alleen vaft
ftelt, maer hem oock die werekingenj
toefchrijft, of ghy oock gelooft dat h
eenige waerheyt , omtrent de voorieggin^
van toekomende dingen , heeft. Daer in ,
antwoorde Lyfander , fbu ick hem wey-'
nigh gelooven , alfoo hem de logen eyge
is , hoewel hy menighmael , om een goe
Van de den naem te maecken, en die fchantvleclc
fez-1' a^ te w*flchen j de waerhey t van de voorge-
ging fpelde«lingen welgetroffen heeft : want*
des hy, zijnde een oudt konftenaer, en die
Duy- groote kenniffe van natuurlijcke en we-
vels. reltli|cke dingen heeft , kan fomwijlen
uyt de voorgaende dingen het gevolgh
raemen: of, wanneer hem Godt tot een
werck-tuygh van fijn tooren en gram-
fchap wil gebruyeken , de menfehen
te voren feggen , wat hen te naken ftaet ,
voor foo veel hy het felve alrcedts in man-
drttis
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 9»
ydatU of laft heeft. Soo konde hy Saul te
Toren fcggen, dat hy op dien tijdt by hem
fou zijn; als die hem ongetwijfelt al-
freedts van Godt in handen was ge-
geven; gelijck hy oock den goeden Job
Ifou hebben konncn al fijn onghevallen
'fvoorieggen die hem bevallen zijn ; vor-
4der ftaet hy in mijn credijt of geloof niet.
Indien ghy loo ongevoeligh omtrent fpo-
kerijen, en diergelijckeduyvels lillen zijt,
viel daer Polymythus op in, fult ghy niet
veel beter voor die zijn , die men ieght
hardt voor ftael of loot te wefen. Indien
ick foo een voor had , ick fou hem , ant-
vwoordeLydamas , foo wcynigh ontfien ,
' als een Periiacn , die wy flus gchoort heb-
ben wceck gebacken te zijn, Hymoght
foodanigh zijn , antwoorde Polymythus,
hy fou u al menigen fteeck en loodt te ver-
geefs doen fpillen, gelijck dien Spangi-
aert daer Picrre Matthiett , en Molanus ge- vati
wagh van maken , die van den Prins van het
Orangien, als hy de Maes by Maeftricht, Hardt-
in het Jacr 1 5-63. door trock, gevangenen m&é*
van het krijghs-volck aen een boom ge-
bonden wiert om hem (gelijck fy het noe-
men) te herquebuferen. Maer het krijgs-
' volck fpilde hun kruyt en loot te vergeefs ,
.alfoofy hem daer mede niet befchadigen
3 konden. Sy hierdoor verwondert, ont-
;kleedcn hem, en vinden een zAgtiusDei
I (gelijck het dc Roomfchc noemen) om
\«t i lij n hals hangen , het welcke af- genomen
zijn-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
■
9i DORTSCHE
zijnde, wierthy door de 'eerfte kogel '
neder gevelt. Évenwei, dit vinde ick.
nietgoet, dat defe fchrijvers defebewa
rende kracht het Agnm Dei toefchrijven
Ick fou hier in, vervolghde Lyfander
het gevoelen van den geleerden G edelman
ttus liever geloof geven jdefen, na dat hi
alle natuurlijckeen redelijckegenees-mia
delen toe geftaen heeft, feght vervolgens
nademael dat alle natuurlijcke dingen , alsl;
kruyden op feeckere byfondere tijdenfct
gepluckt , vreemde teeckenen , woorden,k
verfen, S.IansEuangely ; noch door hun
Elementarifche of hooft-ftoffelijke kracht,
noch door ecnige byfondeve eygenfehap
wereken konnen, wanneer fy om dei*
hals of andere deelen gehangen zijn, niet
meerders als het Hypericon , of S. lans-
kruy t , of By voet , in huys opgehangen r
den Duy vel verjacght , of S. lans Euange-
ly, aen den hals gehangen , yemant tegen
den fchoot of fteeck hardt maeckt $ foo is |
fekerlijcktegelooven dat foodanige din-
gen Sacramenten of verbonden des Duy- •
veis zijn, en dat, wanneer eenige dingen
daerdoorgefchieden, eenige fieckten ge-
nefen of de lieden hardt gemaeckt wor- I
den (indien fulcks anders waer is) fulcks
niet door de kracht van foodanige din-
gen , maer door tuflehen-wereking van
den Duy vel felf gefchiet , volgens het ver-
bondt met fulke verblinde zielen of opent-
lijck of heymelijck gemaeckt j die even-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
■ ui!
ARCADIA. ^5
el de foodanige noch ten laetften inde
ekel bet (leken , gelijck bleeck aen defen
pangiacrt. Dat'er evenwel dingen zijn,
ie door een verborgen eygenfchap (met
erlof van onie moderne of hedendaeghfe
^ilofophen) of door haer fubftantialc ge-
aente , of door een medelijdentheydt of
tympatkia, of door een ftnjdigheydt of
Antipathia , of fulcks als hen van Godt in
hun eerfte fchepping , als een byfondere
deught, is mede gedeelt , byfonderlijck ,
felf metaenhangen , op ons lichaem werc-
ken; gelijck daer zijn de wortelen van
Peonia, het root Corael . het een tegen
de ftuypen , en het ander tegen een fwacke
mage der kinderen; willen de genees-
meefters met gevrelt winnen, fednonego
credufas iïïis. Wy fouden hier noch wat
van hetneftel-knoopen ,enfrigiditate quoad
hanc , beneffens het voorbeelt van den
Graef van Eflex, onder Koningk Iacob,
konnen aenknoopen , maer dele Iongk-
vrouwen , aireets genoeghfaem door al
defe duyvclerijen vervaert, fouden ten
laetften wel verftoort worden. Seker-
lijck, vervolghdc Euphemia, ghy hebt
my het hooft daer foo vol van geblafen ,
dat ick van nu af aen ftaet macck , mijn
Nichten den geheelen nacht gefelfchap te
houden, en het gantfche getinby ons te
laten blijven. Soo ben ick oock van fin,
feyde Clyric. Het is dan goet, berechte Lu-
cinia, dat ick gefelfchap gekregen heb,
en
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
94 DORTSCHE
cn zekerlijck mijn fchrick is foogrootl
dat ick het hart niet heb een voet te ver*
fetren : het fou wel noodigh zijn door een»
andere ftoffe onfe gedachten wat af te wen-]
den , indien'er anders foo veel gunft van
defe hooge Naturalirten magh vcrwaght
worden, Sekerlijckick, antwoordePo-
lymythus, die de minfte fchult daeraen
heb, fal oock nu toonen de befte te zijn,
en, indeplaets van fulck een onluftige en
vcrvaerlijcke ftof, wat vermaeckelijcks
voor den dagh brengen ; doch om niet
geheel van de fwier der onlïchtbare geeften
af te dwalen, Tal ick oock van wat oniicht-
baers fpreken. Als het maer van geen
fpoockery of toovery , of fulckefnuyflery
is, antwoordeClytie, is het ons al even-
eens. Dat bclove ick u , zeyde Polymy-
thus, en begejft daer medelijn verhael.
Gefchhdenü van de Onzichtbare Mi».
nares.
£)°n Carlos van Arragon was een jongk
Edelman, van het huys daer hyden
naem van droegh. Hy deed wonder met
fijn perfoon , in de openbare lchouwfpee-
lenen ridderlijcke oefeningen , die den
Onderkoningk van Napels,opde Bruyloft
van den Koningk Philips de tweede de
darde of de vierde, daer wil ick afzijn, aen
het volck gaf. Des anderen daeghs , na
een
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 9;
•3cen Ridderlijck ringkfteecken , daer hy
aden prijs behaelt had , gaf den Onder-ko-
iiningk verlof, aen de* Vrouwen van dc
liStadt, onbekent over al te mogen gaen,
f dragende haer momtuygh na de Franfche
•Kwijte i totgunfl: van de vreemdelingen,
£ daer de Stadt voor als doe vol af was. Op
i dien dagh kleedcfich don Carlos foo cier-
iJ lij ck al? hem mooglijck was , en bevand
f) fich , beneffens vericheyden hart-tyran-
n ncn, in de voorn aemiie kcrck; gel ij ck men
b daer mede gewoon is de kercken met fulo
I keby ecn-komften, daer men den ract van
1 fotternyenflaet, teontheyligen, Hy was
daer bcfigh met eenige voorname Edellie-
den , foo Italianen als Spangiaenkn , mif-
fchienom de Napelfche fchoon heden op
het nroille te bediilclen , en met de Spaen-
fche te vergelijcken , wanneer dry aen-
fienlijcke vrouwen, gelijck al dc reit
vermomt zijnde , hem aen Iprakcn , in
het midden van al defe ontbonden dwin-
gelanden van de min. Een van defe , ge-
bruyektctcgens hem diergelijcke woor-
den-. Heer Don Carlos, daer is een Me-
vrouw in defe Stadr, aen de welcke gy feer
gehouden zijt, in al de ridJer-lijcke fpe-
len , dewelcke ghy uytgevoert hebt, heeft
fy u den prijs toegewcnlcht, gelijck ghy de
felve verkregen hebt. Het geen dat my
hier het meeiïe geloof daer van geeft , ant-
woorde Don Carlos, is, dat ick iulcks hoo-
rc van een vrouw van aenlicn , gelijck ghy
zijt,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
9f DORTSCHE
zijt , en ick verfekere u , indien ick roj
had konnen beloven van de gunft van eeni-,
ge vrouw te mogen verdienen , dat ick
meerder y ver fou hebben aengewent , om
haer lof te verdienen. De onbekende
Iongkvrouw feyde hem , dat hy niet ver-
geten had, van al het gene hem fou mogen
hebben doen blijcken, een van de han-
dighfte Edellieden ter werelt te zijn } doch
dat hy door fijn Livreyen van fwart en wit
wel had getoont , niet verlieft te zijn. Ick
heb noyt wel geweten , antwoorde Dop
Carlos , wat defe verwen beduyden ,
maer ick kan u foo veel van mijn fel ven
feggen , dat het minder is door ongevoe-
lijckheydt, dat ick niet bwnin , als door
de kenniffe die ick van mijn felvcn heb,dat
ick yemants gunft waerdigh ben. Hondert
fraye redenen vielender noch meer tuf-
fchen hen beyden voor, daer ick u-lieden
met mede ophouden lal , omnietteta>
nen dat ickfe uyt mijn poot fuygh om daer
door mijn verftant te toonen: foo veel is'er
van, dat de vermomde Iongk- vrouw
Don Carlos verklaerde, dat fy die gene
was, daer fy van fprack. hy verfochthaer
temogen fien : maer fy antwoorde hem,
dat het noch geen tijt was , dat fy beter ee-
legentheytdaer toe vinden foy ; en om te
toonen dat fy niet vreefde hem alken on-
der oogen te komen , gaf fy hem een pant,
ontdeckende te gelijck een van de fchoon-
tte handen ter werelt, met dewclcke fy
hem
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 97
hem een koftelijcken ringk vereerde , de-
weleke hy ontfïng, foo verwondert van
! dit vreemde voorval , dat hy bykans ver-
[geeten fou hebben, haer fijn behoorlijcke
i eerbiedigheden te doen , wanneer fy hem
verliet. De andere Edel-lieden , diefich,
luyt beleeftheyt, wat aen een kant ge-
imacckt hadden , quamen hier op weder
; by hem . Hy vertelde hen het geen hem
r gebeurt was, en toonde hen den ringk, die
: van een aenmerckelijcke prijs was. Een
weder feyde daerop dat hem goet dacht;
len Don Carlos bleef foo verheft op fijn
(onbekende, als of hy haer in het aenge-
'ïcht gefien had * foodanigh was de geeft
lie hy in haer woorden had gefpeurt , die
liet laet fomwijlen meer kracht, alsde
lermeefte fchoonheydt , te baren. Hy
pas wel acht dagen , fonder eenige tij-
kling van lijn Urgande, d'onbekcnde, te
ihooren , ondertufifchen gingk hy vaft da-
>gelijcks fijn vcrmaeck Ibecken by een
IHopman te voet , die hy voor een van lijn
tgrootfte vrienden achte, of yemant anders
ran fijn bekende, daer mede hy dien moe-
relijckentijdt overbraght. Opfekeren
ivont, gaende| vroeger als na gewoonte
ia huys , wiert hy by fijn naem geroepen ,
een onderzaci van een groot huy?.
ly vocghde fich aen de veynfter , die wel
iet traliën voorfien was , en kende tcr-
tondt aen de ftemme dat het fijn onbe-
:nde en onfichtbarc minnarcfle was ,
E de-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
98
DORTSCHE
de wclckc hem terftondt feyde : komt hc
waerts Don Carlos , ick heb u hier v
wacht , om ons gefchil , het welcke wy fl
famen hebben, te beflechten. Ghyzii
maer een Fanfaronne, of grootfpreeckfterj
antwoorde Don Carlos , ghy ontfeght myj
met fulck een trotsheydt , cn verberght m
acht dagen langk , om acn een wel gel
tml ij de veyniter te verfchijnen, Wy fulleifi
malkander nader ficn, antwoorde £yA
wanneer hettijdt falzijn. Het is gecn#
fintsgebreck van moet, dat ick foolangi ,
heb uytgeftelt , my by u te laten vinden.f:
Ghy weet , dat men in alle kamp- vechteq
met gelijcke wapenen ftrijden moeti
indien uw hart niet ioo vry was als het
mijn , fout ghy te grooten voordeel op my\
hebben , en het is daerom dat ick wat na-l
der na u heb willen vernemen. En watl
hebt ghy van my gchoort, vraeghde Don
Carlos ? Dat wy malkander goet genoegh'
zijn, antwoorde de onftchtbare. De faeck
isgecnlintsgelijck, berechte Don Carlos
dacr weder op, want ghy fiet my, en weet
wie ick ben , en foo doe ick niet ; wat ooi«
deel meent ghy dat ick hebben kan van!
de forgh die ghy draeght , om u te verber-
gen ? men behoeft fich niet feer te verber-
gen , wanncermen een goet voornemen
heeft , en men kan lichtehjck yemant be-
driegen , dieniet op lijn hoede is ; maer
evenwel fwaerlijck tweemacl. Indien
ghy u van my dient om min-y ver ineen
ander
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
i
ARCADIA. 99
I ander te verwecken , foo verfeeckere ick
mdat ghy my verongelijckt. Hebt ghy
al lang genoegh lbo onbedachtelijck van
my geoordeelt , vraeghde de onnchtbare.
Het is niet buytenfchijn van wacrheyt,
antwoorde Don Carlos. Gelooft eerder,
vervolgde de onbekende , dat ick feer op-
recht ben , en dat ghy my voor foodanigh
kennen fult , in al hetgeen wy te (amen
te verhandelen fullen hebben , gelijck ick
begeere dat ghy oock fult zijn. Dat is
niet meer als rechten billijck , antwoorde
Don Carlos; raaer foo billijck is het oock »
dat ick u fie,enwect wie ghy zijt. Ghy
fult dat wel haeft weten , antwoorde dc
oniichtbare , en ondertuflehen hoopt
fonder verdriet , en dat is den wegh waer
door ghy , het geene ghy van my ver-
wacht, verdienen kondt-.want ick ver-
feeckere u , opdat uw doen niet fonder
grondt, en fonder hoope van vergelding
zy , dat ick u in ftact wel gelijck ben ; dat
ick middelen genoegh heb , om hecrlijck
te leven , foo wel als de grootfte Prins van
het Rijck ; dat ick jongk, en meer i'choon
als mifmaeckt ben , en wat mijn geeft
belangt, dc uwe is te goct , omnietont-
deckt te hebben , dat ick niet heel fot ben.
Metdefe woorden nam fy hacr aficheyt,
latende Don Carlos met de mondt open
ftaen , foo als hy vaerdigh was haer te
antwoorden : foo opgetogen door een lbo
fchiclijcke verklaring , en foo verlieft op
E z een
loo DORTSCHE
een perfoon die hy noyt gefien had, en fod
verwondert van defen vreemden handel J
dat hy meer als een vierendeel van>en uud
op een plaets bleef ftaen , om over td
leggen,wathy hiervan dencken fou.| Hy*
wift wel dat 'er veel Princeflen en vrou^
wen van hoogeftaet binnen Napels zijn
maerhy wiftoock wel dat 'er menig ht
van Courtifanen en fnollen gevonde
worden , die machtigh genoegh zijn , or
een vreemdelingk te verftricken , en te
fchoonder fy zijn, te gevaerlijcker zijn fy.1 & -
Dien nacht had hy genoegh te dencken fl(*,'J'
op fijn voorval} den naeften avondtbevanfc™
fich Don Carlos weder op fijn oude
plaets , van den voorgaende , en de on-
fichtbare op de hare. Sy vraeghde hem, of
hy fich niet wel in den dut gevonden had ,
over hun laetfte by een komft ? en of het
niet wei waer was, dat hy alles wat fy hem
gefeght had, in twijfel had getrocken?!
Don Carlos , fonder op haer vragen te1
antwoorden, badt haer, hem te willen
feggen, wat gevaer fyte gemoetfagh ,
waerom fy fich tegens hem niet wilde
ontdecken , nademaei de faecken , gelijck
fy gefeght had, malkander foo gelijck
waren , en dat hun verkeering niet ftreck- 1
te als tot fulck een goet eynde. Het gevaer
is voorfcecker , antwoorde de onfichtba-
re, gelijck ghy met 'er tijdt weten fult;
vergenoeght u noch eens met defe ver-
fekering , dat ick u de waerhey t fpreeck ,
en
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
küüi
■
s
I
ARCADIA. roi
en dat ick , in het voorftellen van mijn ge-
legenthey t, feer fedigh ben gcweeft. Don
Carlos wilde haer niet verder dringen, en
liet fich met het tegenwoordige genoegen.
Dele hun verkeering duurde noch ceni-
gentijdt op de felve maniere, en met de
'fclve bedccktheydt, hoewel met grocte
gemeenfaemheydt en liefde, ionder dat
Don Carlos een avondt liet voorby gaen ,
fonder fichaende gefette plaets te laten
vinden, 't Gebeurde, dat'cr een treffelijck
Ballet in het Hof van den Onder-koningk
gegeven wierdt. Don Carlos liet fich daer
vinden , hoopende fijn onbekende daer te
fien, of ten minften te hooren, en door het
gehoor te kennen ; ondertulïchen ten
nauften onderfoeckende , wiens huys het
was, daer hemfoo gunftigh gehoor ver-
gunt wierdt. Hy hoorde dat het de woo-
ning van een leer ftüle bedaegde Vrouw
was, Weduwe van een Spaenfch Hop-
man , endatdefelve noch Dochter noch
Nichten had. Hy verfocht haer te mogen
fien , fy liet hem acnfeggen , dat fy federt
haersmans doodt , niernandt had wille
te fpraeck ftaen , het wclcke hem noch
meer verwarde. Don Carlos dan, bcvandt
fich des avondts op het Ballet van den
Ondcr-koningk. Ghy-liedcn kondt wel
oordeelen dat 'er een treftelijcke vergade-
ring gewecil is. Hy nam nauwe acht op
al de Jongk vrouwen , die daer tegen woor-
dieh waren, cm uytte vinden wie fijn
S E 3 on-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ioft DORTSCHE
onbekende was, hy fprack die aen, daer hy
kondeby komen, fonder evenwel te vin-
den die hy fochr. Eyndelijck geraeckt
hy bydc Dochter vaneen Marquis, ick
weer niet van wat Marcquifaet, defe dacht
hemjongk enfehoon te zijn, oock wel
eenighfins de klanck vandeftemme van
fijn onbekende te hebben ; maer hy vant
defelveover-een-komft inde geeft niet.
Sy danftenmenighmaeltefamen, en het
balet ge-eyndight zijnde,met weynigh ge-
noegen van Don Carlos , begaf fich defen
wederom na fijn oude rende vous, nadat
hy fich te huys van geweer voorfien had.
Sijn Meeftrefle, fichaldaer latende vinden,
vraeghde hem , hoe het met den dans
afgeloopen was, alhoewel iy daer mede
geweeft was. Hy feyde haer , dat hy mc-
nighmael met een fecr fchoone jongk-
vrouw gedanft , en haer tot het eynde van
den dans onderhouden had. Sy maecktc
daer over verfcheyde vragen , en voorfla-
gen , dewelcke genoeghfaem te kennen
gaven , dat fy min-yverde; Don Carlos
daer op, gaf haer te kennen , dat hy eenige
twijfelmoedigheydt in fichbevandt, om
dat fy fich op het Balet niet had laten vin-
den, en dat hem fulcksaen haer l tact en
gelegentheydt deed wantrouwen. Sy,
ine re kende fijn mifver trouwen , toonde
hem de mceftc liefde en genegentheydt
van de werelt , ƒ00 veel alsd« traliën wil-
den toelaten , hem eyndelijck beloovende
fich
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. io?
iïch haeft te laten ficn. Hier op icheyden
fy ten léetftenj hy zijnde in grootetwijfel-
moedigheyt, of hy haer moght geloovcn ,
en fy een weynigh min-yverigh , over die
eene daer hy mede gedanft had. Don
arlos , zijnde des morgens gegacn om de
mifle te hooren, boodt het wy- water twee
gemafkerde Iongkvrouwen aen , die op
defelve tijdtacn het wy-water-vat qua-
men» De beft gekleede van de twee, feyde
hem , dat fy geen dienft wilde ontfangen
van cenperfoon , aen de welcke fy ec-
nige verklaring had te doen. Indien ghy
haeftigh zijt, antwoorde Don Garlos ,
kondt ghy het felve nu terftont wel doen.
Volght my dan in defc naefte Capelle ,
antwoorde fy , gaende met eenen voor.
Don Carlos was Teer in twijfel of defe fijn
onlichtbare was j hoewel haer geftalte
wel eenighfints dacr mede over een
quam , vandt hy evenwel onderfcheyt in
de fpraeck, alfoodefe een weynigh grover
t luyde. Wanneer fy te famen in de Capellc
r waren , begoft de vermomde longkvrou
• j aldus : De geheele ftadt Napels, Heer Don
I Carios.is beiich met het hoogegcfagh dat
ghy verkregen hebt, houdende u een yder
voor den cerlijckften man van de wereldt.
Menvint evenwel vreemt , dat ghy geen
acht neemt , dat 'er in dele Stadt lbo veel
Vrouwen van aeniien zijn , dewelckc een
byfondcre achting van u hebben. Sy
hebben u het felve getoont , lbo veel ais
E 4 hacr
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
V
■
to4 t>ORTSCtfft
haereerbaerheyt heeft konncn toelaten!
en hoewel fy van gantfcher herten wen?
fchen om u het felve te doen gelooven ,
foo hebben fy evenwel liever dat ghy haeil
niet voor ongevoeligh acht, als dat ghyl
fulcks foo ononderfcheydelijck in de wint
flact. Daeris'er een, onder anderen, vanl
mijn bekende, die ufeerhooge acht, jael
foo verre , dat fy u fou konnen te kennen!
cevcn,dat uw nacht-avontuuren fijn ont- 1
deckt , en wat ge vaer ghy loopt , met dus j
onvoorfichtelijck een te beminnen, diea
f hyniet kent, en nademael defelvefich]
edeckt houdt , dat fe fich felven fchaemt ]
ute beminnen, of vrees heeft, van niet]
minnclijck genoegh bevonden te fulien j
worden. Ick twijfele geenfins of uw f
liefde van aenmereking of contemplatie ,
heeft tot een voorwerp , een vrouw van <
hooge ftaet , en een hooge geeft , en dat I
fich defelve een ten hooghften beminne- !
lijckeMeefterffe tevooren ftelt. Maer,
Heer Don Carlos , gelooft uw inbeelding
niet tot verkorting van uw oordeelj macr
ontflaet u eerder van een perfoon , diejiich
foeckt te verbergen, fonder u vorder door
defe nacht-rainneryen in gevaer te ftellen*
Macr waerom langer bedeckt gegaen, ick
ben het die over u onfichtbare geeft min-
y verigh ben , die feer qualijck neme dat
ghy met haer fpreeckt , en die my fterek
maeck foo wel haer voornemen ar te fnij-
den , dat ick niet twijfele de overwinning
over
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. rof
over haer te behalen te meer , dewijl ick
recht heb die tegen haer te betwiften ,
zijnde geenfins minder als fy, noch in
fchoonheyt, noch Rijckdom, noch in
ftact , noch in yets dat een perfoon bemin-
nelijck maken magh. Doet uw voordeel *
zijtghy wijs, met mijn onderrechting.
Defe woorden gefproken hebbende, begaf
fich defe tweede onfichtbare uytde Cap-
peJ,fondernade antwoort van Don Carlos
te wachten. Hy wilde haer wel volgen ,
a maer hy vandt aen de Kcrck-deur een
V Man van aenfien , die hem in een aen-
fpraeck inwickelde, dewelcke lang ge-
noeg h duurde , fonder dat hy fich met fat-
foen van hem konde ontflaen. Hydeed
het overige van den dagh niet als op dele
voorvallen tedencken, en vermoede ten
laetftcn dat dejongkvrouw van het Bal-
let, defe laetfte was. Maer bedenckende
dat defe meer geeft getoont had als de
voorgaende , wift hy niet wat hy vorders
denckcn fou, en wenfchte wel, dat hy met
fijn onlichtbarc foo verre niet ingezeylt
was , om fich t'eenemael aen defe laetfte
te geven. Maer eyndelijck bedencken-
de, dat hem defe fooweynighjbekcnt was
als de eerfte , welcks geeft hem foo fcer
ingenomen had, viel hy weder na die
zijde, fonder veel op de dreygcmcntcn te
I paften , diemcn hem gedacn had , als zijn-
■ de geen man diemen daer mede vervaren
! kondc. Dien ielven avondt bleef hy in
1
geen
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
,06 DORTSCHE
geen gebreecke , iïc h aen de tralie te laten
vinden. Maer wanneer (yin het diepfte
van hun onderhoudt waren» vandt hy fich
wel verbaeft , wanneer hyfich door vier
vermomde Mannen aengegrepen fagh *
die fterek genoegh waren om hem te ont-
wapenen , en met gewelt na een Caros
te fleepen, die hen aen de hoeck van de
ftraet verwachte, lek laet u oordeelen
offer fpinragh voor lijn mondt gewaflèa
was , of hy tierde en baerde , en hen ver-
weet datfe hem door hun getal overmee»
fterden : En nende dat alfulcks niet
. helpen wilde, hen door beloften poogde
te winnen : maer het wasvoor een doof
mans deur geklopt , en hy werekte niet
anders uyt > als datfe te meerder forgh
voor hem droegen. Soo haeft was hy niet
in de Caros, of men ftoegh voort , foo veel
de vier paerden konden ftappen , ter ftadt
uyt : maer teneynde van een uur hielt men
ftil , op de nederhof van een treffelijck
Puley s, dacr men terftondt de poort achter
hem toe floot. Op het uyt-treden uyt de
Caros , vatten de bewaerders , met hen
vieren Don Carlos weder by de armen ,
en leyden hem al foo naer boven , ge 1 ij c k -
men de gefanten voor den grooten Turck
brengt. Wanneer hy in de voor-zael
gekomen was , wierdt hy aen de deur van
een andere trcffelijcke zael , door twee
vermomde Iongkvrouwen,hebbende elck
een ül v ere kandelacr met waiTe kacrflen
in
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 107
inde handt, onthngen. Als doe was het dat
de vermomde mannen weder heen gin-
gen , na dat iy een diepe ecrbiedigheydt
gedaen hadden. Het is wel te geloovcn ,
dat fy hem noch degen, noch piftool ge-
laten hebben , en dat hy , hoe beleeft hy
oock moght zijn, niet eens foo veel ge-
dacht heeft , als hen te bedancken voor de
moc-yten dieie genomen hadden , om hem
lbo ver tegelcyden. Hy binnen dczael
gekomen zijnde, fagh defclve de heer-
lijeklle toegemaeckt van de wereldt.
Oordeelt eens of onlen Spangiaert ver-
wondert was , lïcnde iich in defe heerlijc-
kcplaets, en alleen met twee vermomde
Jongkvrouwen verfeit , die niet een woort
fpraken , en hem alleen in een aengelegen
I kamer brachten , die noch koitelijcker
was toegemaeckt als de zael, daerfyhem
alleen lieten. Indien hy een weynigh van
den aert van Don Quixot had gehadt , hy
iou fich ten minlten hebben konnen in-
beelden een Amadis, of een Efplandiaen te
zijn,{ïende defe wonderlijckeavontuuren:
maer hy, in tegendeel , wasdaer niet meer
over bewecght, dan of hy in iïjn Herberg h
was gewcelt. Het is waer, dat hy al fom-
wijlenom lijn oniichtbarc dacht , en dat 1
hy door het verlangen om by haer te mo-
gen zijn ,defe ilhoone kamer achte als de
donckerite cn llinckendlle gevanckenis
terwerclt, die nimmermeer fchoonzijn
als van buvten. Ondcrtufifchen dacht hy
E 6 wei
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
io8 DORTSCHE
wel, dat men hem geen quaet Cou doen >
diemen foo wel geherberght had, en twij-
felde niet, of die vrouw, dewelckehem
des daeghs te vooren in de Kerck gefpro-
ken had , was de toovereffe van al dcfc
befweeringen en tooveryen , en verwon-
derde fich in haer over den aerdt der vrou-
wen , evenwel beüoot hy het cynde van
het werck af te fien , en , in fpijt van alles ,
fijnMeefterflc van de traliën getrouw te
blijven, wat beloften of dreygementen
men hem oockfou mogen doen. Eenigcn
tijdt daer na , quamen eenige vermomde *
doch wei gekleede dienaers, de tafel
decken, en het avond tmael aenrechten,
alles met de groot ft cheerlijckheyt van de
werelt. DeMufijck en andere tijdtkor-
tingen waren daer niet vergeten, be-
neffens feerkoftelijck reuck-werck. Ghy
mooght vry geloovcn dat Don Carlos een
hartige mneltijdt deed , want wat kan een
moedigh hart niet te boven komen. Het
gefpeel duurde noch eenigen tijdt na de
maeltijdt, en daer op al den hoop ver-
trocken zijnde, gingk Don Carlos een
wijl de kamer op en neder wandelen ,
niet wetende wat hy van al defe tooveryen
dencken fou. Daer op quamen twee
vermomde Iongkvrouwcn , met een ver-
momden dwergh , die, na dat fy een heer-
lijck Ledekant hadden toegemaeckr, hem
quamen ontkleeden, Tonder hem eens te
vragen, ofhyoock luft had om te flap ea
te
Ml
ARCADIA. 109
tc gaen. Evenwel hy liet het hem doen.
De Jongkvrouwen {locgen het bedde op ,
cn vertrockcn iich daer mede, terwijl den
dwergh hem voorts ontklecde. Don
Carlos begaf lich tc bedde, alles ionder het
mi.nfte woort tegen malkander te ge-
bruyeken. Hy fliep al heel wel , voor een
minnaer» als hy was, foo lang tot dat het
gevogelte van een fchoone vlucht hem
wacker maeckte- Den vermomden
dwergh quam weder binnen , om hem tc
dienen, biedende hem het IchoonltcLy-
waet ter wereidt aen , dat lbo ecl geftee-
vcn , en gereuckwerekt was , dat hy ficfe
daer over verwonderde. Hy braght voorts
den rijdt door foo als hy kondc tot acn het
middaghmael , het wclekc voor het
avondrmael niet te wijeken had. Ten
laerfton wierdt de ftilte gebroocken ; En
door wie anders , als door een vermomde
Iongkvrouw. Defc liet vragen hem,of het
hem aengenaem fou zijn dc MccftcriTc
van dit berooverde Paleys tc ficn? Hy
antwoordc , dat fy hem welkom fou zijn,
Daer opveifchijnt fyfelf, gevolght van
vier longkvrouwen, rijckelijck geklect*
Soo fchoonis Venttsniet, ivamieer door nieuwe
brandt
HtiT Goddchjck^chet vajigloejt aen alle kant,
Ot> 't ahierbeereltjckfï 'veraert en nyteeftrekett.
Om 't akicrkoclfle hart inlicht: brandt te Jie-
km.
E 7 Noyt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
iio DORTSCHE
Noyt had onicn Spangiaert behaegh«l
lijcker gelaet in eenige Iongk vrouw
gefien , als in defe toverende Urgande.
Hywiertop eenenfelven tijdt tegelijck 1
verwondert en verbaeft , in voegen dat al ]
de hoffelijckheden en eerbiedingen , de- |
welcke hy liaer deed , als fy hem de handt I
reyekte, en in de naefte kamer braght, foo
veel rtruyckelingcn , en Bronchadtn wa-
ren. A 1 defchoonheyt en heerlijckheyt
dewclcke hy irf defe fijn eerfte kamer , en
in de zacl gefien had , waren niet te ver-
gelijcken, met de koftelijckheydt en
pracht van defe laetfte , en de groote prael
en luyfter van de gemafkerde Iongk-
vrouw. Sy gingen over de rijekfte Tapijt-
feryendiemen kondebedencken, of ge-
fien heeft, foo lang'er in de wereldt zijn
geweeft. Daer wierdt den Spangiaert in
een koftelijcken zetel neer gefet, hoewel
hy lïch focht te verfchoonen , fettende
fich de fchoone vermomde tegen hem
over. Sy uyterde eyndelijck defe woorden
tegens hem : lek twijfel niet , Heer
Don Carlos, of ghy zijt ten hooghften
verwondert , over al het geenc u zedert
gifteren gebeurt is } en indien fulcks geen
groote kracht op u heeft konnen baren ,
hebt ghy ten minften bevonden , dat ick
mijn woordt heb konnen nakomen;
gelijck ghy , uyt het geenc ick tot noch
toe gedaen heb, kondt oordeclen , wat ick
vorders foa konnen doen. Het fou kon-
nen
■k-3
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
AR CA DIA. ui
jiïen zijn, dat mijn mede-vryerflb door
ihaer konften , en het geluck dat fy heeft ,
ïvan u tot haer genegenthcyt getrocken te
•jhebben , fich alrcedts Meetterfle van u
rgemaeckt heeft : maer een vrouwe laet
tifich door den eerften floot niet affettem
;] En indien mijn ftaet, die geen fins tever-
^ werpen is, en al het geene men in my
aen te mcrcken heeft» u nietkonnen be-
1 wegen om my te beminnen , fal ick ten
miniten dat genoegen hebben , dat ick my
uyt ichaemte niet fal hebben foecken te
verbergen, en beter gemint te hebben,
i als y emandt anders , fondcr my door mijn
;gebreecken te behoeven te bedecken.
: Sprekende defe woorden , deed fy haer
imafquer af, en toonde Pon Carlos den
I Hemel open , of, foo ghy liever wilt , den
! Hemel in het kleyn , in het fchoonfte
hooft ter wcrelt , geftut door een lichaem
van debevallijckftegeftaltenis , die hy oyt
gclien had : invoegen fy een t'eenemael
uytftekende perionagie vertoonde. Aen
de frifcheyt van haer gedaentc, foumen
haer niet boven de feftien Jaren geacht
i hebben te zijn ; ma;r ten aenfien van een
aerdigheyt en deftigheyt, diemen noch
foo leer in de jonge niet vindt, moghtmen
oordeclen, dat fy omtrent de twintigh
was. Don Carlos was eenigen tijdt fonder
haer te antwoorden, lich fel ven gelijck als
tegen fijn onfichtbare mifnocgende, die
hem verhinderde , iich iel ven geheel aen
defe
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Ut DORTSCHE
defe op te offeren , die hy oordeelde de
fchoonfte te zijn ,van die hy oyt gefié had»
Ondertuflfchen, bedcnckende wat hy wil-
de antwoorden, of doen , bleef hy een goe-
de wijl in een groote felf-ftrijdt , die lang
genoegh duurde voor defe Iongk vrouw
van het betooverde Paleys. Eyndelijck
nam hy een kloeck voornemen , om haer
niette verbergen, hetgeene hy in fijn ziel
beflooten had , en dit was ongetwijfelt
een van debraeffte daden , diehy oyt ge-
dacn had: lek kan niet loochenen , Me-
vrouw, dat ick ten hooghften geluckigh
fou zijn , u te behagen, indien ick foo
geluckigh kunde zijn , als u te konnen
beminnen. Ick fie wel dat ick de fchoon-
fte perfonagie van de wereldt verlaet , en
dat om een die miflchten alleen bevallijck
in mijn inbeelding is. Maer Me- vrouw ,
foudtghy myoyt uw genegentheydt ge-
waerdight hebben , indien ghy my on-
trouw Tiad konnen toe vertrouwen , en
fou ick konnen getrouw zijn , indien ick
u konde beminnen? beklaeght my dan
Me- vrouw, fonder my te laecken, of
eerder laet ons malkander beklagen,
ghy, van niet te konnen verkrijgen het
geen ghy begeert , en ick , die het geene
ick beminne niet iïen magh. Dit fprack
hy met iulck een bedroeft gelaet , dat de
Iongkvrouw lichtelijck kon bemereken
dat hy fulcks van harten meende. Sy
vergat niet van het geen hem fou konnen
-1
t
■t
D
1
L
■l
h
•n
|
1
I
ARCADIA. u3
bewegen : maer hy was doof voorhaer
fmeecken , en onbeweeghlijck voor haer
tranen. Tot meermaels hervatte fy den
florm , en tot meermaels wierdt fy afge-
flagen; wel befprongen, wel verweert.
Eyndclijck lietie lich vervoeren tot ver-
wijt , en daer mede verlietfe Don Carlos ,
die wel hondcrt mael fijn ongeluck be-
fchuldighde, het welcke hem alleen uyt
te veel geluck voortquam j wanneer hem
een Jongkvrouw quam aenfcggen , d3t hy
de vryhey t wel moght nemen , om fich in
den Hof te gaen vermaken. Hy gingk al
die koftelijcke kamers door, fonderye-
mant te vinden , als alleen aen de trap van
den Hof, daer hy tien vermomde Mannen
fagh , die de poort bewaerden , gewapcnt
met Pertifanen, en Carabijncn. Wan-
neer hy over de plaets gingk om in den
Hof te gaen , quam een van defe wachters
hem aen de zijde gaen dewelcke ,fonder
hem aentefien, tegenshcm ftillekcns,
uytvreefe vangehoort te worden feyde:
dat een oudt Edelman hem met een
briefken aen hem belaft had , en dat hy
defen belooft had, hem defelvein eygen
handen te leveren , hoewel fijn leven daer
aen hing indien hy ontdeckt wierdt,
bewogen door een vereering van twintigh
Piftoletten , en een belofte van noch foo
veel , wanneer hy de overlevering ibu ge-
daen hebben. Don Carlos beloofde hem
gehcym te fullen zijn , en begaf fich daer
op
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ui DORTSCHE
op vaerdighli jck na den Hof, om den Brief 1
te lefen, zijnde van defen inhoudt.
Zedert dat ick u verloren hebbe , kondt ghy '\
oordeelenwat queÜtng demijneisgevjeejl , by ;<
diegeenein de voelckeghy behoort te zijn, indien '[
ghy my foo feer bemint ah ick u bemime* Maer
ten laetjlen bevindeick my een weynigh ver-
troojï , devoijltckde plaets ontdeckt heb daer
ghy zijt 't het is de PrinceJJè Porcia , dewekke tt
vervoert heeft. Deje acht geen fake , wanneer
het dient om haer te genoegen , en ghy zijt geen-
Jints den eerfien Reyneuldvan dejegevaerlijcke
Ar nv. de : maer ick falalhaer betooveringen
breecken, en u wel haejivan uyt haer armen
verloffen , om u weder in de mijne te brengen ,
het wekheghy verdient, indien ghy foogetroim
zijt ah van harten wenfcht
De onfichtbare Iongk vrouw.
DonCarlos was foo verblijdt, tijding
van fijn beminde ontfangen te hebben, dat
hy den brief wel hondert mael kufte , en
gingk weder te rugge na de poort van den
Hof, om den Bode diefe hem gegeven
had , de vereering te doen , van een
Diamant, dewekke hy aen fijn vinger
had* Daer na wandelde hy nocheenigen
tijdt in den Hof , niet konnende fich ver-
wonderen over defe Princefle Porcia ,
daer hy menighmael van had hooren
fpreecken , als van een feer Rijcke Iongk-
vrouw , van een van de befte huyfenvan
hetRijck, en gelijck hy t'eenemael een
be-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Mém
Mn
tstk
I ■
arcadia: ïi^
bemindervandedeughtwas, kreeghhy
fulck een afkeer van haer, dat hy voor fich
nam, felf metgevaervan fijn leven , üch
uyt dele fijne gevangkenis te redderen.
Gaendc weder uyt den Hof , vandt hy een
Iongkvrouw ongemafquert, want het
mafqueren was nu gedaen , dewelckc hem
vraeghdc, of het hem aengenaem ibu
zijn, dat haer Meellerlfe dien dagh by
hem ter tafel quam ? hy antwoorde dat ly
-.n welkom lou zijn. Ecnigentijdt daerna
"wierdt demaeltijdt vaerdigh gemaeckt.
Porcia verfcheen daer , fchoondcr als het
fchoonfte dat men bedencken m3gh. Sy
toonde fichheel geeftig overdcmaeltijt ,
en van foo veel verftandts dat den Span-
giaert in fich fel ven een groot mifnoegen
kreeg h , fiende in een vrouw van fulck een
ftaet , ' fulcke gaven foo qualijck befteedt.
Hy toonde fich foo bekommert als hem
mooghlijck was, om niet wrevel igh te
fchijnen, alhoewel lijn gedachten geduu-
righlijck met lijn onbekende befich wa-
ren, en van verlangen brande , om by haer
\ voor de tralie te zijn . Soo haeft als de tafel
c op genomen was , liet men hen beyde
i alleenigh , f onder dat Don Carlos fprack ,
c of uyt eerbiedigheyt, of om de Iongk vrou
] te bewegen eerlt te fpreken, fy dan brack
3 de ftilte met dcfe woorden : lek weet
i niet, feyde fy , of ick yetsderf hoopen van
i de vrolijckheyt dewelcke ick in uw aenge-
ficht fie, en of de mijne , die ick u getoont
nebbe ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
n6* DORTSCHE
hebbe , u nu fchoonder dunckt als vooi
heen , of foodanigh datfe u magh doei
twijfelen, of defe dewelcke fich voor i
verberght ,bequamer is, om uw' liefde t
verwecken, als de mijne. Ick heb nic
willen verbergen het geen ick u voor hj
te geven , omdat ick niet begeerde, ói
het u foude hebben mogen berouwen, hel
felve fonder fien aen genomen te hebben.
En alhoewel een perioon , die gewoon ii
febeden te ontfangen , fich fou moger
eigen geweygert en ontfeght te worden j
lbo fal my het felve evenwel geenfinsl
fmarten, behoudens dat ghy fulcke ver-I
achting verbetert , met my fulcks te ge4
ven , als ick vertrouw beter als uw on- ]
fich t bare te verdienen. Laet my dan uwj
uyterfte goct vinden weten, op dat, indien
het felve niet tot mijn voordeel is , ick byj
mijn felven genoeghfame redenen maghj
vinden, om het mijne, het welckeickj
genomen hebbe, om u te beminnen , voor
te ftaen* Don Carlos wachte eenigen
tijdt, of Cy voort varen fou ; maer hendel
dat fy niet meer fprack , en, met deoogen
na de grondt geflagen , het vonnis van
haer leven of doodt verwachte , volghde
hy fijn eens voorgenomen befluyt, om
haer vrymoedighlijck te antwoorden , en
alle hoope te benemen . Me- vrouw (fey de
hy) eer ick u antwoorde op het geen ghy
van my begeert te weten , verfoecke ick
dat ghy , met defelve vry mocdighey t ,
met
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. ny
imet dewelcke ghy wilt dat ick fpreeck ,
ïjjmy uw gevoelen ontdeckt over een faeck ,
Öewelcke ick u gae voordragen. Indien
•^hyeen perfoonhad verbonden u tebe-
iininnen (vervolghde hy) en dat door al
sde deughden, die een eerbare vrouw kan
Ktooncn , ghy hem had doen fweeren, u
<|voor altoos getrouw te zijn, foudt ghy
" emniet houden voorde fnoodtfte ver-
ader van de werelt , indien hy in gebreke
leef, omtrent het geene hy u belooft
&had ? en fou ick nu dien fnooden verrader
iinictzijn, indien ick u verkoor vooreen
iiperfoon , die gelooven moet, dat ick haer
k bemin. Hynamdaer opdekrachtighfte
nbewijs redenen, in forma, tot fijn voor-
al deel, diehykonde, om haer te overwin-
nen, maer fy wilde hem foo veeltij dts niet
geven. Maer haeftelijck van hem opftaen-
dc, voerde hem tegemoet, dat fy wel fagh
waerhy heen wilde. Dat fy niet minder
konde , als fich over fijn ftantvaftigheydt
te verwonderen , al hoe wel defelve foo
fcer tot haer ongenoegen itreckte : datfe
hem eyndeüjck in vryheyt ftelde ; maer
indien hy haer wilde verbinden, dat hy
foude wachten met lijn vertreck , tot dat
den nacht fou gekomen zijn , om te kce-
ren , op de fel ve wijfe , als hy dacr gebraght
was. Sy hielt hacrncufdoeck voor haer
oogen, terwijl iyfprack, gelijck alsum
(I haer tranen te verbergen, en liet allboden
: Spangiaert een weynigh ontitelt , hoewel
vol
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
n8 DORTSCHE
vol blij dtfchap, omdathy fichfelventL
vryhcy t fagh , dewelcke foo aen alle kan-
ten uytbrack, dat het hem niet mooglijck
wasdefelve te verbergen. Ick geloof inJ
dien de Iongkvrouw fulcks gefien had J
dat fy niet minder fou hebben konner_
doen, als hem weder in fijn fchildt te va-
ren. Den nacht komt eyndelijck aen,]
wanneer hy fich in eengcflooten Carosj
begaf , die hem , na een tamelijcke lange
reyfe, in fijn herbergh bracht. Gelijck
hy den beften Meeftervande wereltwas^
meenden lijndienaers van blijdtfehap te
fterven, en hem te verft icken door hun
omhelfen. Maer dit duurde niet lang:
want hy nam terftont fijn wapenen, en met
twee van de fijne vergeleHchapt , dat
geen katten waren om fonder handtfehoe-
nen aen te vatten , begaf fich na fijn trae-
lien , en dat met fulck een haeft, dat hem
fijn volck qualijck genoegh konde vol-
gen. Hy had foo haeft het gewoonelij cke
teecken niet gegeven , of fijn onfichtbare
quam voor den dagh» Sy bejegenden
malkander met de meefte liefde en de
foetfte woorden, datmyde tranen in de
oogen komen als ick'er noch om denck.
Eyndelijck feyde hem de onfichtbare , dat
fy een overgroot mifnoegen had in het
huys daer fy was ; dat fy om een Caros ge-
fonden had, om daer uyttegaen j maer
om dat het te lang duuren fou eer defelve
konde komen , en dat de fijne mifichien
eer-
mm
fSÊ
IéÉ
IE ff
foerg
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. II9
(eerder vacrdigh fou konnen zijn, ver-
Kocht fy hem , defelve te laten halen , om
ihaerin een plaets te brengen, daeriy hem
ahaer aengelicht niet meerder verbergen
Ifou Don Carlos liet haer fulcks geen
tweemael feggen. Hy liep als een fot om
ifiijn volck te roepen , dat hy aen het eynde
ij van de ftraet gelaten had , om hen om fij n
"Caroste (enden. Defe gekomen zijnde,
!j hielt deonfichtbare hacr woort , en begaf
>i fich met hem daer in. Sy beftierde de
-Caros felve, wijfende den Coetlicr den
* wegh , die hy fou hebben te nemen , en
l deed defelve ten laetften voor een groot
d huys (Hl ftaen , daer fy in gingen , van veel
5.ttas3 fackelen gelicht zijnde, die al vacrdigh
f] (tonden. Den Ridder gingk op , met de
: 1 Iongk vrouw , langs een groote trap , tot
i in een hooge zael , daer hy niet fonder on-
3 geruftheydt was , fiendedat fy fich noch
i niet ontmafquerde. Eyndelijck verfchey-
; b de Iongkvrouwen , rijckelijck gekleet,
- { hen zijnde met wafle kaedfen in de handt
1 komen ontfangen, maecktcde onfichtba-
i re fich lichtbaer , en nam haer mafquer af,
doende Don Carlos fien , dat de Iongk-
' vrouw van de tralie , en de Princefle Por-
> cia een en de felve perfoon waren. De
k fchoone Napolitane feyde hem, dat fy
I hem nu voor de tweedemacl ontfehacckt
» en wech gevoert had, om fijn uyterftc
' voornemen te weten , alfoo de Iongk vrou
van de traücni haer recht aen haer overge-
geven
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
1
uo DORTSCHE
geven had, voegende hondertaerdigheir1
den daer noch by. Don Carlos wierp iicfo
aen haer voeten néér, omhelfde haeo
knien , en fcheen haer de handen te willen
op eten, door ge welt van kuflen, daer me«9
deontgaende duyfentfottcrnyen, diehyr
fou hebben willen voor den dagh halend
Na dat defe eerfte bewegingen overwa-r
Ten, diende hyficheerft van fijn groote
geeft, om het foete bedrogh van fijn Mee-
fterfle te verheffen , en dat met fulcke aer-
digheden van vonden , dat fy nu minder
berouw had als oyt , van defe haer verkie-.
fing. Sy feyde hem , dat fy fich aen geen
ander als aen lïch felf had willen vertrou-
wen , in een faeck , fonder dewelcke fy
hem noyt fou hebben konnen beminnen ,
te onderfoecken, alfoo fy fich noyt aen een
onftandtvaftigerals hy fou hebben willen
overgeven . De vrienden van de Princefle
Porcia , van haer voornemen verwittight
zijnde, quamen daer, en gelijckfy een
van de aenfienlijckfte Me-vrouwen van
dat Rijck, en Don Carlos een uytfteeckent
Ridder, en vangoedeftaetwas,hadmen
niet veel moeyten , om de toelating van
den Eerts-BifTchop over hun houwelijck
te verkrijgen , gelijck fy noch dien felven
nacht door den Priefter van hun wijck ge-
trouwt wierden» Het nieuws van dit
houwelijck, quam den Onder-Koningk
wel haeft ter ooren , die daer over , als
zijnde een bloedtver want van Don Car-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. t*,
A los, fich fcer verheugde, en beval dat men
\ de openbare vreugde-teeckencn binnen
H Napels wederom vernieuwen fou , dacr
f men noch langen tijdt fprack, van Do.
c Carlos vanArragon, en fijn onfichtbare
Minnareflè.
Hier fouden defe veerfen wel op paffen.
u.ien bedrogen ,
Het ou: ié doemen tot de logen ,
HMérymUnin de wbubttflaem
De min vangt hier wat wonders aen ,
En, m de plaetfe van de oogen ,
Door d'ooren is in h.irtgegaen.
Dus eyndigde Polymythus fijn verhacl,
en Lylander vraegdedaer op de Jongk-
vrouwen , wat haer van foodanigen ge-
fpoock dacht? Voor my, mtwoorde Cly-
tie, ick neem de waerheydt dacr van in
mijn bcdencken , en geloof nauwelijcks
dat'er fulcke dwafe verliefde, of vérliefde
dwafe longkvrouwen fouden konnen ge-
vonden worden , die hun acniien om een
man foo veel fouden willen verkorten-, dat
is 'er van , dat ick meer vermacck in foo-
danige vertellingen fchep , als in dat nare
gefpuoek. Het een heeft foo veel als bet
ander te beduren, antvvoorde Lydamas ,
en is den m cellen tijdt niet anders als enc-
kel bedrogh en vonden. Docronfe ftadt
voor al niet vry van is, gclijck Etafim
getuyght in het 22 Boeck van fijn Latijn*
F fche
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
uyt
Etaf-
ïïfc DORTSCHE
fche brieven ; ick moet de Jofferen dit
evenwel mededeelen. Dacr was binnen
Dordrecht een Priefter, die do luydett
met een loofe vundt een groote benauwt-
heyt, en fijn beurs daer door een guldea
regen wiftaen te jagen. Defe had hey-
Dor- melijck eenige krabben op het Kerckhof
dtezts gCfet, daerhywafle kaersjesaen vaftge-
«acht maecict 0f gCplackt had ,als defe akius dei
fjpook, nachts met de brandende lichten gins en
harwraerts door de graven kroopen,gaf het
door de duylternis een verfchrickelijc
aenfien , jafoodat'erniemant gevond
wiert, die het felve genaecken dorff. Het
volck hier over feerontftelt zijnde, en
de Priefter fulcks vermerekende , liet hl
niet na fijn voordeel daer mede te doen,
predikende vandenftoel, dat het zi'
van de afgeftorvene waren , dewelckeal
dus wacrden , om door ziel- miffen en ac
moeflfen van haer pijn verloft te wordeflj
Ditjoegh beminnet eerfte veel geldts i
de beurs , tot dat het bedrogh eyndelijc!
uytquam , en twee of dry krabben ondet|
de ruyghtc gevonden wierden , die d
Priefter had vergeten op te nemen. Defil
leyde het daer na weder over een andere
boegh. Hy woonde by een van fijn nich
ten, die veel goets had. By defe quam b
des middernachts in haer kamer , hebben-
de een wit laecken omgeflagen, om alfa
fich voor een geeft uyt te geven , mom
malende eenige woorden binnensmonts
wae
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
KJ.
M
■
ARCADIA. u|
jjwaer door hy meende tc wege te bren-
*gen , dat de nicht een befweerder ontbie-
Tidenfou,of hem felf acnfpreecken. Maer
tadefe.alreets eenigh vermoeden krijgende ,
■verfoeckt heymclijck een anderen Neef,
"een nacht in haer kamer te willen op-
achten. Defe tegen defpoockery wel
gewapent zijnde, eneenglaesje vanvry-
imoedigheydt opgenomen hebbende , om
niet verfchrickt te zijn, verberghtfich in
het bedde van fijn Nicht. De geeft quam
>p de gewoone wijle, en ftcende en
akermde, dat het te byfter was. De be-
zweerder wort wacker , hebbende fij nen
vwijn noch niet ten vollen uytgellapcn ,
cfpringt uyt het bedde , en packt het
ppoockfel aen, Defen meent hem met
huylen en grimmen een fchrick aen te
jagen, maer den anderen daer op: zijt ghy
den duyvel ick ben fijn moer, en rofte
hem wacker meteen eyndt houtsaf, en
fou hem afgemaeckt hebben, ten waer hy ,
fijn ftcm veranderende, geroepen had:
houd op , Uk ben geen geeft , uk ben Heer Lm.
Opdicbekcndc item, fprangk de vrouw
ten bedden uyt, en fcheyde defe twee. Ick
heb, vervolgde Lydamas , poch een ande-
re faeck hooien verhalen. Een vlcefhou-
vwers knecht , die noots weten wilde wie
■fijn vrijlterfou zijn , gaet by ecu toove-
inaerftcr, of die haer daer voor nvt gaf.
CDefe brengt hem ineen duyltre kamer,
}fet hem op een bande neer, met bevel,
F z niet
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Een
vleyf-
hou-
wet
wacgt
fijn
hont
tegen
n4 DORTSCHE
niet vervaert te zijn, noch te iprekcn ,w<
hy oock &gh. Den vleefhouwer had juy
een kloecken engelfchen dogh by hem?
daer de toovenaerfter niet opgelet had
defen gaet onder een banck aen fijn mee-|
fters voeten leggen. Het wijf eenigjl
trecken en wisjeswasjes gemaeckt , en
eenige malen gedampt hebbende , komfl
'er ten laetften door de folder een gelj
maeckten duyvel voorden dagh , die 'en
al heel leelijck uytfagh , den hont hem
liende , begoft te herren en te ferren , ge«e
lijckfegemeenlijck doen wanneerfe wil»
len aenvallen ; de vrouw dat hoorendejj
beval den vleefhouwer dat hy den reeckel 1
foudoen fwijgen, of hyen lijnen hont
fouden beyde om dë hals raken. Den hont»
niet af latende, maer meer en meer be4|
ftaende te grimmen hoe hooger den duyJj
vel voor den dagh quam, en denVleefhou*M
wcr hem niet konnende wederhoudend
fey ten laetften op het dreygen van de tooi
veres : ick weet geen wechmet mijneif
hont , hy valtme te machtigh , maer geen
fwarigheyt,waegtgy der uw* duyvel aen,|
ick wagerden hont aen, die met eenen
voortfprong, en den duyvel by dc kladden!
krccgh,die hy,boven Duyvel boven al,fou|
afgemaeckt nebben, ten waer iich defeq
weder in fijn gat gemaeckt , en het luyck
waer door hy gekomen was, toe laten val-;
len had. De vrouw begoft te tieren en tej
fteenen , maer den vleefhouwer, wel lien-
de
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
1^1
ARCADIA. tlf
ïde dat het al fchclmery was , gaet met fijn
ïhont ten huyfen uyt. Om u toe tc ftaen ,
% ntwoordc Lyiander, dat'er veel bedrogh
cider fchuylt , fal ick u verhalen het geen
ier onlangs in uw af- lijn tot Dordrecht
voorgevallen is. • i
Sceckerc dienftmaeght woonde binnen
defe Stadt bytwec oude vrouwen, de-
wclcke niet langverleden een Broeder
iverlooren hadden. Defe deerne , iïende , verfch
en bemerekende dat haer vrouwen by-ge- jpor-
"oovigh genoegh waren , en het minite j^ï3
gerucht datfy hoorden voor fpoockcry fce.
aennamen,beflootdefelve in dat gevoelen drogh,
te houden , en verder te voeden. Sy wiit , on-
nu met kloppen tegen het befchot , als lon^
men meende dat fy daer niet omtrent KCvaj"
was , dan met een gefleep , en dicrgelijc- ien.
ken gerucht, foodanigh haer rol te ipee-
len, dat de goede oude lieden niet alleen
geloofden , maer oock openbacrlijck fey-
den, en fich beklaegden hoe fwaerlijck Cf
met ioodanigen befoccking verfoeht wier-
den. Dit gevoelen prentefynict alleen
haer vrouwen , maer oock een andere ou-
de gebuur in , ftootende defel ve , foo als fy
met haer vrouwen fprack,ecn deur , daer
fy tegen fat , foo hardt tegen het lijf, fon-
der genen of vernomen tc zijn , dat de ar-
me Oude,by nadoot van fchrick,het huys
verliet, ibnder daer oyt weder te derven in
komen-, niet latende ondertuflehen het
geen haer bej egent was , ten alderbreedt-
F 3 ften
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
1
1*6 DORTSCHË
ften uyt te meeten. De dienftmaeght vew
telde op feeckercn tijdt tegen een anden
Iongk wijf, al lachende, dat het tot harent!
fpoockte, en gaf genoeghfaem te kennen^
dat fulcks haer beitel was. Defe,in de
placts van haer te beftraffen , verfterekte
haer daerte meerder in, feggende, het .
fel ve voor defen mede Wel geaaen te heb«f«
ben , als fy by feeckere oude lieden woon-l»
den , die fy door een haeckfken , dat (y aen
een dun koordeken vaft gemaeckt, eii
door den folder neder gelaten had , het
deck des nachts van hettijf wift te halen »,
en diergel i j cke vonden meer. Defe eerfte I
dienftmaeght dan aldus gemoedight,
neemt voor het fpel uyt te fpeelen , en in 1
haer bedriegery voort te gaen. Behalven 1
nu dit, dan dat gerucht , het wel cke fy wift |
te maecken , liet fy fomwijlen een feer
holle en als klaeghlijcke ft cm hooren ,
hetgeen de oude lieden in het eerfte feer
rer&hrickte , en ten Iaetften deed geloo-
ven , dit de geeft van hun overleden broe*
der te zijn, in welck. gevoelen haer de
deerne beveftiehde en ttijfde. Veel dwafe
lieden , en dele maeght felve , rieden de
oude lieden by de eene of de andere
waerfegfter te gaen, om te vernemen wat
al dit werek te beduyden had; maer de
goede oude lieden hadden daer noch te
veel gemoets en wijfheyt toe, en wilden ,
gelijckfe feyden , noyt foo verre komen ,
datfe den duyvd om raedt fouden gaen
vra*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
HU
ARCADIA. 127
! vragen. Maer wanneerledcfe ftem bego*
I ften tc hooren , namen fy wel foo veel
'ftoutheyt als de iel vc te beantwoorden,en
1 te vragen, wie hy en wat fijn begeerte wat?
defe gemaeckte ilern liet niet na te liegen,
leggende » de geeft van haer Broeder te
zijn, die fichfecrongeruft bcvand, om dat
hy in gebreke was gebleven,ecnige eerli jc-
ke vrome lieden behulpfaem te zijn , be-
laftende, indien fijn Sufters fijn ruit be-
geerden , de Sufters en Broeders van de
deerne die haer diende, ydereen nieuw
kleet te maecken , en dat met den eerften g
het welck de goede flechthoofden niet
nalieten in het werek te ftellen. Daer na
was het al wederom te doen, en dan moften
de ouders van defe deerne van een beter
Wooning voorfien worden. Maer defe
ouden als doe geen huyfen ledigh hebben-
de , begoftcn met den geeft te parlemente-
ren, en te verfoecken , hy wilde haer noch
wattijdts daer toe vergunnen , totdat fy
gelegentheyt hidden fijn wil tc voldoen.
Daer na eylchtc de ftcm een mcrckclijc-
ke vercering voor de dienftmaeght , voor-
gevende, dat hy hacrby fijn leven leer lief
en altoos een voornemen gehadt had ,
haer wel tc doen , maer dat hy , door de
doodt overrompelt zijnde, fijn beft uyt
niet had konnen uyt voeren , wacr over hy
nu fijn Sufters verfocht, niet tracgh to
zijn om wel te doen , en hem fijn ruftte
helpen bevorderen, alfoo hy, nochfy,
F 4 ten-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
is5 DORTSCHE
ten waer fy dit na quamen,geen ruft heb-l
hen fbuden. Maeralfoodefe cudefoo he
vaerdigh niet waren om van het geldt t
fcheyden , ftelde fichdedeerne aen.als o
iy feer van den geeft gequelt wiert, ja foo, -
dat hy haergeduurighlijck verfcheen , en;
haer cn haer vrouwen feer dreygde , foo
dat fy menighmael fich geliet van haer
fel ven te vallen van fchrick , en fulck
een gebaer wift te maecken , als of haer <Je
doot cverquam , cn fy niet wift waer fich
te verbergen 5 waer door haer vrouwen
menighmael gen ootfaeckt waren debuu-
ren te hulp té roepen , die, in komende ,
defe twee bedrogen Sufters , en de loofê
dienftmaeght in de meefte ontfteltenis
van de werelt vonden; Dit wierdt in het
kort over al verfprey t , den eenen fcy dit ,
den ander dat ; dees gaf voor, den Broeder
had een belofte gedaen , en wilden fy ruft
hebben , fy moften die na komen j een an-
der feyde , het was hun groote gierigheyt :
een darde onrecht vaerdigh goet dat fy oe-
faten , het geen de oorfaeck daer van was j
den een riedt hen het verfoeck van den
geeft te voldoen} een ander, een ftuckgelts
aen den armen te geven; een darde, buyten
gemeenc weldadigheyt te plegen ; en foo
fong yder vogel na dat hy gebeckt was.
Men fprack een Siecke-befoecker , in
de buurt woonende , daer over aen , de-
welke fijn beft deed, hen defe grille uyt het
hooft te praten , cn die hen vertoonde dat
defe
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 129
J defe dingen, dewelcke fy vcrhaelden , te-
™Jgcn dc natuur van den duyvel ftreden:
niaer al vergeefs , fy waren foo geweldigh
van dat gevoelen ingenomen, datfeniet
alleen daer in volharden, maer oock defen
ecrlijckcn Man voor hart en ongcvoeligh
uyt maeckten. Hydan, om dc goede lie-
den tevreden te (lellen , befoeckthen in
hun wooning , vindt daer twee verflagen
tn te recht bedroefde en verfufte oude lie-
den , en een loofe feex van een dienft-
maeght, die al veel verflagender lcheen
als een vanbeyden, behalven een wolek
van menfehen, die, den een om hen te
l trooiten, den ander uyt nieuwfgierigheyt ,
daer tocgcloopcn waren, Hy riep de lie-
den alleen, en vraeghde hen ten , naeuftcn
na de gelegentheydt vandcfacck, diefy
hem in het lang enbrect verhaelt hebben j
hy daer mede weghgaende , en hen bcvee-
l lende Godt vierighlijck tebidden , wacr
I door fy ten laetften de rechte oorfaeck
f wcl fouden komen uyt te vinden, ver,-
: fochthen, fy wilden hem ecnmael , het
waer hy nacht of by daegh , ontbieden ,
wanneer het gefpoock fich weder hooren
liet, gelijckfy hem des anderen dacghs
wel vijf of les mael lieten halen t maer hy,
daer komende , vandt wel twee verflagen
oude lieden en een loofe vey nfendc dicnft-
maeght,maer vernam geen gefpoock , ge-
lijcfc hy wel gewenfeht had, met meening,
indien het gebeurde , de rechte grondt van
0 F ƒ het
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
130 DORTSCHE
iet werck wel te lullen uy t vinden . Hy
volharde noch ecni ge dagen in hen te bc-
Jbccken , lettende wel op alle omftandig-
heden , maer vernam niet als een grootc
fchrick inde twee ouden , en een diepe
veynfery in de jonge fpoockmacckfter.
Hy, die wel meer fulck Werck gefien , en
het bedrogh helpen ondervinden had ,
begint vermoeden te krijgen, om dat de
handelingen fichaen hem wat meer ge-
maecktheyt, als hy voorheen had konnen
bemereken , vertoonden , evenwel, niet
dervende yemant rondt uytbefchuldigen ,
beftondt van verre eenige voorbeelden vaa
diergelijcke bedriegeryen op te halen, en,
onder anderen , dat van een ftoute jonge
mey t van 1 5 Jaren , die mede by na fooda-
nigengebaergemaeckt , enhaerperfona-
gie wel meefterlijck gefpeelt had, en daer
na even wei bevonden was , alles geveynft
te hebben , en diergelijke voorftellingen
meer, daer haer dedienftmaeght feer over
ontfchuldighde, leggende, daer wilde
haer den Heer voor bewaren, endatiy
fulcks doende, nietweerdigh was dat (j
leefde. OndertulTchen gingk fy ai met
Jlaer fpoocken voort, fich houdende,als of
fy den geeft noch alle oogenblicken voor
haer oogen fagh, haer met een vreefTehjck
gclaet dreygende , en hch langs hoe yfle-
lijcker vertoonende. De Siecke-beioec-
ker, fiende haer. volharding, en evenwel
kst bedrogh hoe langs hoe meer vermerc-
kende ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
! kende, nam een voornemen , hier , fonder
jacnfien van haer vrienden of yemandtan-
:. I ders , daer hy lichtelijck moeyel ijckheydt
J van fou mogen te verwachten hebben ,
Kftoutelijck aentcgaen. Hy dan begeeft
> fich tegen den avondt , met een groot ge-
> volgh van menfehen daer na toe , tafl haer
ï wat harder aen , en befchuldight haer
I opentlijck. Sy daer op , veroordeelt fich
3 fel ven > leggende , indien fy fulcks deede ,
;i datfy waerdighwas geftraftte werden,
c jae dat men haer het hooft voor de voeten
* behoorde te leggen , en veel anderepro-
5 tellenen verklaringen meer. DenSiecke-
i befoecker heur fwaerlijck met Gods oor-
deelen gedreyght hebbende, isfoo heen
gegaen. Op defe wijfe heeft hy haer
lomwijlen,, en hoe langer hoe fcherper
ondergacn, nu haer Godts verfchricke-
lijck oordeel.en dan de wereltlijcke macht
voor oogen (lellende , en fich gelatende ,
als of men haer al lang na gegaen , en het
werek felf buyten haer wetc verfpiet had.
Meent ghy , ieyde hy , dat wy nict'gefien-;
hebben , of door een folder of door een
fplect , wat werek gy al acngerecht hebt ,
hoe ghy uw' handt achter dc half blinde
. oude lieden will om te ftceeken , en haer
de kap van het houft te rucken ; hoe ghy
uw voet wift te gebruyeken om van onder
de tafel op te lichten , en diergelijcke
woorden meer: waerdoordemacghtbe-
eoft vertelt tc ftaen, te meer, wanneer hy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
DORTSCHE
niet een moedighey t haer het werck aen- 1
tecgh, feggende fy had het gedaen, en wil-
de iy niet bekennen » hy ibu haer met een >
hougcr macht aenboort komen. Sy dan j
droop ten laetften door de mandt, feggen- i
de, cc rit , dat iy het niet al gedaen had , het ]
welck genoegh was , om al de reft uy t ha- 1
ren hals teknjgen,gclijckdaernagefchie-«
den , wanneer fy met een menighte van |
tranen al het gantfche werck bekende, 1
met al de omftandigheden , en al wat'er \
acn vaft was , latende oock den galm hoo- 1
ren die fy gemaeckt had. Hier mede was '
al het fpoocken gedaen , en den warenden
geeft verdreven , de menighte, die nacht
en dagh het huys van buy ten bewaeckte , ,
vertrock oock , en de arme bedrogen oude
lieden waren blijde hen dus van dat ver-
driet verloft te fien. De meyt geraeckte
itillekens hier of daer na toe, het welcke j j
voor haer niet ongeraden was. Sooda-
nigh , mijn Heeren en Iongkvrouwen , is
het meeft al dat voor fpoockery en Eunje-
ïy doorgaet.
Eyndt van bef tweede Boeck
om1
HET
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Het III. Boeck.
Ndertuflchen quam Perian-
der, die met ^mbrolio (na
dat fy hetverbandt van Eu-
ftacchio genen hadden) een
ftuck wceghs den dijck op
had wefen wandelen , wederom in den
Hof, en vindende de Jonge lieden by mal-
kanderen, voeghde iich daer weder by :
maeralfoode keucken-maeght hen quam
aenfeggen, dat het avondtmacl gereedt
was , ftond een yder op , en begaf iich na
de wooning: De tafel was nu indeordi-
nare eetzael , en niet voor het bedde van
den gewonden,gedeckt , om hem te beter
gelegentheyt tot ruften te geven , gelijck
den wontheelder op het aldernaufte bevo-
len had. Een yder aengcferen zijnde,
begintmen den honger, met de toebereyde
,fpijfe, foodanigh als het landt, of de koye ,
of de renne konde befchicken , te vcrfadi-
gen. Demeefte hevigheyt over zij nde.be-
goft Lyiandervande fchrickte fpreken,
dicLuciniavande vertelling van Ambro-
fio behouden had, en te vragen, of die
door de vermaeckelijcke gefchiedenis van
Polymythus niet al geweecken was. Al
ten deelen, antwoorde Lucinia, maerghy
fchiint, door myde fclvc weder inge-
J F 7 dach-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
i54 DORTSCHE
dachten te brengen, my daer op nieuw
mede te dreygen : maerfooghymy ce-
nighfins foo veel liefde draeght, lbo bidde
ick u niet weder van fulcke dingen te
foreecken . Ick beloo ve het u , fey de Ly-
fanderj en ick neem oock aen, begaefde
Lucinia, vervolghde Ambrofio, daer geen.
oorfaeck toe te geven. Voor my , iulck
gedroghtfoumy minder ontftellen, be-
rechte daer Periander op, als dat, daermen
de galgen mede verciert, dat felden ergens
verfchijnt, of daer vol ght ongeluck en
Terlies na. Voornamentlijck fulcke als
met hooge macht , en in het openbaer fte~
len , en alfo voor dieven van fatfoen gaen ,
gelijck 'er noch een onfen oort verciert t
die fijn ontfegh- brieven, de geltkas van de
boeren dorft te huys fenden. Ditrgelijc-
ken zijnder oock onlangs in een van onfe
Hooft- fteden gevonden, die niet minder
als met duyfent piftoletten, of met bloedt
tepaycn waren, maer na het blijckt foo
hebben fy het eene noch het ander gekre-
gen , en vinden wereks genoegh hun ey-
gen hals te bewaren, voor yemant die om*
duyfènt ducatons verlegen is. Parijs is vol
van fulcke fchelmen , vervolghde Lyda-
mas; Italienoock, feyde Amorofio , ea
Spangien, is *er niet vry van. Een aerdige
treek fchiet my daer binnen, vervolghde
hy,die ick nootfacckei ijck verhalen moet.
Gd
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. ttf
Gefcbiedcnis van de Stbijn-
bcylïgen*
p^Et was inde tijdt wanneer de velden
met haer aengenaemfte toeftel verciert
worden, cn het Jaer iich felven kroont
met haer edellte cieraden , en , door gege-
ven hoop, de verwachting van rijcke
vruchten toelaet. Wanneer een vrouwe
binnen de oudeen vermaerde StadtTole-
do quara , die fchoon , jongk, en konftigh
was, maer fulck een vyandin van de waer-
heyt , dat 'ermenighmalen geheele (aren
doorgingen , fonder dat defe deughteen-
r mael de eer had, het uyterfte van haer lip—
) pen te raecken , en 'tgeen het meefte te
' Verwonderen ttaet, was datfy daerniet
>: een fier te quaderom voer. Behalvendat
/ was fy feer geluckigh in het liegen , na-
l demael haer lodens meeft voor waerhcydt
c opgenomen wierden. Iaefyhadftof ge-
t noeghom de Poëten en Aftrologiften ge-
[! hecle Cargefocnen over te doen. Eynde-
Üjck defe natuurlijcke bevallijckheydt
3 was in haerfoodanigh , datfe, gevoeght
i met de fchoonheydt van haer aengeficht ,
i en bevallijckheyt van manieren, haer
: binnen weynigh tijds een goet getal pifto-
1 letten in de beurs joegh. Haer oogen wa-
i ren fwart , wackcr , loet, cn tamclijck van
\ groote , gceltigh met de hooghlte gceftig-
heyt , hoewel overwonnen van vier of vijf
moor*
Early European Books, Copyright© 20 1 l ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
i)6 DORTSCHE
moorden dicfe gedaen hadden , en in ver-
moeden van meer als vijftigh, die norf
niet wel bcwefen konden werden j ei
wat aengaet de gequctften,dat getal is niet
te noemen. Een yder laghte om de be-j
fchrij ving die Ambrofio van defe oogenj
deed , daer hy wel lbo veel op fou hebben!
weten te feggen , als of het die van Rofe- 1
lijn waren geweeft , maer die dus voort- j
gingk: in kleeding was defe fchoontJ
moorderefle foodanigh , dat felf yder fpel-j
leken dat van haer hant gefteecken wiert >}
een byfondere bevallijckheyt had. Sy »
vracghde noyt yemandt lijn goetduncken
over haer hulflêlals haer fpiegel alleen »
daerfe geduurigh mede belïgh was , als
haer Ractsheer van ftaet , van oorlogh, en
finantie. Defe vrouwe, gemaeckt op defe
gevaerlijcke en doodeli jeke wijfe , quam
dan binnen Toledo, opecnavont, wan-
neer al de Ridders en Edel- lieden van de
Stadt befigh waren met een Mafqueradc >
of Mommefpel, door de Stadt te doen , ter
eeré van de Bruy loft van een vreemt Heer,
de wclcke met een Iongkvrouw van de
Stadt trouwde , zijnde van de PJjckfteen
Edelftc van dat gehecle geweft. Ai de
vcynfters ftonden vol luchters, en lagen
vol Iongkvrouwcn , in,vocgen , door de
menighte der lichten , al de ftraten ver-
licht waren , die vaft vol volck en Iongk-
vrouwen van minder flagh krielden , die ,
bedeckt met hun ralyen , niet lieten fien ,
als
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
A R C A D I A. 137
ps het geen fy juyftgelien wilden hebben.
Menighte va'} thaet-ilijpers, enleeg-gan-
gers , en fulck volck als met een lemmer
op de zy,meenen recht over leven cn doot
te hebben, vervulden de wegen. Dc
pluymlrrijckerscn hovelingen hadden als
doe openhof , om haer konïl in het werek
te /tellen , en de panleckcrs vonden over
al de deuren foo open als hun hongerige
magen. In *t kort, net was 'er alm
vreught. Een longman, onder anderen ,
ran een bedorven ichoolicr onlangs pagie
geworden, gingkaliijn vcrlhndt tebuy-
ten, en repeteerde al lijn fchool-leflen 5 hy
gebruyekte wel foo veel Logifchc argu-
menten in forma, foo veel Retorifchc
plactfen in Gcnere demonftrativo , en foo
veel goct flecht fchool Latijns, als dc
fchalcklte Lofcilt in fes maenden fou kon-
nen voor den dagh brengen, alleen om de-
fe nieuwe fchoonc te doen eeloovendit
hy haer dienaer was. Hy had hacrjuyll
geilen , foo als fy uy t de huur- karofl'e trat ,
en wiert terltondt door h ier oogen in het
verftandt gefhgen. Hy volghrie haer tot
aen de poort van haer wooning, daer fy
een kamer gebuurt had , cn van daer over
al , daer de begeerte, om v/at nicus re licn ,
haer drijven moght , totdat fy eyndelijck
ftil bleef op een placts , (kerft de Momme-
rijen bi'quamelijck konde fien . Dc
pagie, die lichdien dagh met fchoonlij-
waet opgepronckt had • en voor dc relt.
buyr
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
i;8 DORTSCHE
buyten ordinaer tocgetaeckelt was , hadti
haer wel haeft aengeklampt , en met eens
dofijn bafelos manos aen de kamp ge- :
braght. Sy was de looft e feex van dê we- ]
relt, die met de meefte g.iu wigheydt de-
ratten aen her fpeck wiftte krijgen, en
derhalven defen jongen tuereluur wel)
haeft in de knip had. Oordeelt of fy , vin*j
dende defen pagie fulck een prater te zijn^
hem niet wel Haeft aen geen zijde van de
Cabo de Buona Efperanca had , en meer
deed feggen a^s hy wift . Sy maeckte hem
d run eken met veel lof- redenen > en deed
daer na met hem al dat iy wilde. Sy ver*
nam wel .haeft van hem, dat hy een oudt
Ridder van Andaio ufie diende, oom van
del e die nu trou wde,en om de welcke nu
aldus dè gcheele Stadtin vreughde was»
Dat dele een van de R i j ckile Edellieden*
Tan de Stadt was , dat hy geen ander Erf*
genaem als defen Neef had , de welcke hy
met allen feer beminde ; alhoewel hy een-
van de grootfte lichtvincken van Span-
gien was , die al de vrouwen die hy iagh
naliep , jae in fulcker voegen , dat hy , be-
halvenal fijn hoeren cn Courtifanen, üch
niet ontfagh eerbare dochters fomwijlen
met gewelt aen te vallen. Hy voeghde
daer by , dat fijn fotternijen fijn oom on-
eyndel ijck veel gekoft hadden , en dat het
defe was, dewelcke hemaidermeeft tot
hou welij eken bewogen had, om tellen
of het veranderen van ftaet , fijn aert oock
r
■Ml
•>
mI
ARCADIA. 139
fou willen veranderen. Terwijl de pagic
aldus flecht by lijn neus neer praten , wift
fy hem foo nu foo dan, van alle na bcdeno
ken at* te trecken , lich verwonderende
over de minfte dingen die hy voort-
braght, als of het groote Paradoxen waren
geweeft. Mengende daer ibm wijlen cc-
nigc lor- redenen tuflehen beyden , foo dat
onlen gaft nauwelijcks van blijdtlchap
iïch fel ven wift te bellieren. Den armen
pagie had foo haeft niet gefeght , dat hy
van Valladolit was, of fy begoft met groo-
telof van die Stadt te fpreecken, en defel-
Te te roemen boven al de Steden van
Spangien , rondt uyt feggende , dat men
daer de geeftighfteen wclgemae^ ktfte lie-
den vandt , maer dat fy door de waerheyt
gedrongen was te bekennen , dat hy al van
de aerdighfte jonge borlten was die fy oyt
geficn had , en dit woordt was Colophnem
adder e , de laetfte handt aen het wc rek van
lijn betoo vering ftcecken. Ondcrtufïchen
wiert hettijdt om weder na huys te gacn.
Sy noodighde hem felf, om haer te huys te
brengen, die van blijdtlchap uyt fijn vel
meende te fpringen , foo dat hy fich nu en
dan als een lot aenftclde, by lich felvcn be-
fluytende , dat men noy t van fijn goet ge-
luck fou behoeven te wanhoopen , hoe
flecht men oock is. Helena (foo was den
nacm van dcfe fc hoone) in haer kamer
gekomen zijnde,boodt haren pagie de acn-
ficnli jekfte ftoel aen, die daer ltondt;maer
delen
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
i4o DORTSCHE
defen was foo ontfet en van fijn ftuck,doorj
lijn opgetoogen gedachtê,dat hy willende, \
na een groot Complement gaen fitten, en ■
de maet van fijn reculades niet wel geno-
men hebbende, te kort neder boogh en de
floel mirte, foo dat hy met fijn hinderfte
op de vloer neêr viel , de mantel van den
hals , den hoet ginder heen,en den pongi-
aert uyt fijn fchee vloogh, tot duyfent ge-
lucken , dat hem defelve niet in de lende-
nen bleef ftcecken. Helena boodt hem de
handt , om hem op te helpen , toonende
den meeften y ver van de werelt; het eerftt
dat fy dced.was fijn pongiaert op rapen,als
vreefende vooreenigh ongeval, feggende,
datfy niet verdragen moght, dat hy dat
geweer voor dien dagh dragen fou, als het
geen hem in fulck een gevaergeftclt had.
OndertmTchen vergaderde hyal deftuc-
ken weer by een, en nueckte een deel
Hechte complimenten, om fijnbottighcyt
te ontfchuldigen. Ondertuflehen hielt
fich Helena feer verbaeft over het oogh-
fchijnelijck ongeval , houdende ondertuf-
fchen den pongiaert in de handt. De
pagie feyde haer datfe van fijn oudé mee-
fter gekomen was , diefe eertijdts aen fijn
neef had gegeven , beneffen den deegen
en draeghbant van het fclve werek. Dat
hy den fel ven van uyt veel anderen , die in
fijns meefters kleer-kamer waren,gekoren
had, om voor dien dagh te dragen. Helena
gaf hem hoop , dat iy wel eens vermomt
fou
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28 C 44
t
ARCADIA. 141
fou t'fijnent komen willen , om te fien op
wat wijfe dc lieden van ftaetaldaer met
malkander trouwden. De pagie feydc dat
de omftandelijckhcden niet eerder als om-
trent ter middernacht fouden geichieden,
en boodt haef de Collation aen inde kar
mcr van den Hof-meefter , dat lijn byfon-
dere vriendt was, hy flormde en tierde op
fijn ongeluck ,dat hy voor als nu gedron-
gen was , het aengenaemfte gelelfchip dat
hy oy t gehadt had te laten , om fich felven
byfijn moeyelijcken ouden Heer te laten
vinden, die door de gicht in het bedde ge-
bannen was, Om welcke oorfaeck hy
oock dc bruyloft niet fou konncn by
woonen, dewclcke in een ander huys,ver
van lijn M ceder, fou gehouden worden.
Hier op bedacht hy wat vooreen Compli-
ment hy maecken fou , om met fatfoen tc
fcheyden, wanneerdcr feer hart aen de
deur geklopt wierdt. Hclena Ichcenten
hooghften dacr over ontltclt , en verfocht
den pagie fich in een klcyn Cabinet te be-
geven , daer fy hem infloot , vooreen lan-
ger tijdt, als hy felf wel gemeent had.
Hy die foo rouwelijck aen de poort klop-
te, was een bravo of ftract-ichuymcr, de
pol van Hclena, die ly om wel liaens wil
voor haer Broeder lietdoorgacn. Hy was
medc-ftander van al haer lelie liru rijen, en
deuytvoerder van haer vcrmaeekelijek-
heden. Sy feyde hem ftillckens hocfe den
pagie opgellooten had , en van het geen fy
be-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
X4i DORTSCHE
beflotèn had te doen , om achter de pifto-
letren van fijn Meeftertegeraecken , onflp
het welck uyt te voeren, foo veel (poet alfl
loolbey t molt gebruyckt worden. In eenji k -
oogenblick wievden de muylen , alhoewel!! if'
alreedts genoegh vcrmoeyt, weder in geil w :
fpannen in dc Carofle , dewelcke hen vanK i»«
Madrid daer gebraght had. En HelenaTII
bcne&ns haer gefelfchap, beftaende uy til wr
defen Montufar, en een oude vrouwe ,]< Vi* ,
Mendcz genoemt , acnfienJijck door haerl]
paternofter, en haer kleet van devotie , en|4 »
eenkleynen lacquay, begeven fichmdelW
Carofle , en laten fich brengen in de ftraetll «av
van de nieuwe Chriftenen, wekkers ge»l«
Joof veel nieuwer is , als de kleederen die- !• wrt
fe verkoopen. De mommerijen liepen li wfc
noch even feer langsjde ftraet , gelijck het |2 bv.
gebeurde dat d en Bruydegom, zijnde ver- ï- k •
momt gelijck al de anderen,de Carofle van
Hclena ontmoete.daer hy defe gevaerlijke
fchoone geracckte te fien, die hem dacht |j faltit
een Venus in de Caros , of een fon die lan- II er,
ges de ftraet rijdt , te zijn. Hy wierdt foo
verheft op haer, dathyom eenkleyntje \
fijn Vieele bruyloft fou hebben laten varen, [] ri
om fich fel ven plomp verloren in de ar- |L
men van defe onbekende te werpen. Maer I r
de voorfichtigheyt hielt hem voor als doe
noch te rugge. Hy volghde dan fijnen
troep, en liet Hclena voortrijden, na de
oude k leerkoopery , daer fy in een oogen- I tr
bliek tijdts , en fonder veel te leggen din-
gen.
' "(3
c
Ü
d
ui
I
b
m
ARCADIA: 145
gen , fich fel ven in den rouw (lick ,
van het hooft tot de voeten toe, gelijck
oock Mendez, Montufar, en haer kleynen
lacquay, en terftondt weder inde Caros
klimmende , reden of vlogen na het huys
vandenGraef deFuenlalido, het wclcke
dat van den ouden man was. Den kley-
nen jong- n liep vooruyt, en onderfocht
waer de kamer van den ouden Marquis de
Villefagnan was, en die*hem eewefen
zijnde, gingk hem verlof verloecken,
voor een vreemde longkvrouw, uyt de
geberghten van Leon , om hem aen te
mogen fprcecken, om te handelen van een
facck van belang. Den goeden Heer was
over dit belbcck feer verbaeft, van foo
een Me- vrouw , en op fulck een uur. Hy
fchiekte fich in fijn bedde ten beften dat
hy konde, en ftelde fijn gekreuckt nacht-
tuygh inde befte ploy, deed twee goede
oorkufTens achter fijn lenden leggen , om
fulck een gewichrigh belbeck , op de al-
derbctamelijckfte wijle te ontfangen. In
fulck een ftaet hielt hy fich , hebbende
fijn oogen na de deur toe , wachtende met
verlangen , wanneer hy eyndelijck den
doodelijcken Montufar voor uyt iagh ko-
men , t'eenemael in den rouw geklecdt ,
gcvoh'ht van twee vrouwen van de felve
verwe, van de welcke de jongfte,die hy by
de handt lcyde , en een gedeelte van haer
aengeficht door haer falie bcdeckt hielt,
<ie alderdroevighftc en de acnfienlijckfte
fcheen
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
144 DORTSCHE
fcbeen te z ij n . Een lacqjiay droegh haeq
fulckeen langen fleep na, daer foo veeli
ftof aen was , dat 'er by na de heele kamerf
mede bedeckt was, wanneerfe uytgeftrecktj
wierdt. Van de deur af deden iy hun be
leefde groet, met dry diepe eeroiedighe
den , ionder die van den kleynen jon-
gen daer onder te reeckenen, di«van
de fijnen niet maecktc dat doght : in.
het midden van de kamer wederom dry
anderen , in goede order , en dry ande-
ren , wanneer fy gingen neder fitten op
(loeien , dewelcke hen door een jonge
pagic, gefel van die geene die Helenain
haer kamer befloten hielt , gefetwierdt.
Het hart van den ouden Heer wiert t'eene- 1 taa
mael beroert over dit trcurigh gefelfchap,
terwijl hy ikh fel ven vermoorde doarlat.fr
gewelt van Complimenten, vindende iïch I
iel ven daer door genoodtfaeckt fich fom- 1 f ? ?
wijlente bewegen, het welcke hem in I ^
fijnkrancke beenen foo facht deed , als In /
een vuyft in lijn oogh, en menighmael een I b;. ?
ach ! ten monde uyt deed breecken,even wpr-
al eens, als of hy de rou van defe treurende I
perfonagicn beklaeght had. Wanneer Ij»?-
fy gefetcn waren, yraeghde hy haer, na p •
veel Hoffeüjckheden , de oorfaeck waer 1«.
uyt hem defe eer van hun verlbeck ge- |wtr
fchiet was, op ecnuure, dewelcke voor Ito:?
lieden van hun itaet, foo ongelegen was; jp.u
Helena,diemaeralte feer de genegenthe- Jfc *
den will te tivcken, nam noch twcejï*r>
fchoones
f ARCADIA. Mf
ï fchoone oogen te hulp, daerfe een eeheele
f rivier van traenen uytdeed vloeycn, en
■i haer mondt,om een dofijn of twee hicken
t en fuchten voor den dagh te brengen, op
1 een toon , diefe wift te verhoogen en te
iv verlagen , trots de befte fingcr van de wc-
■t reltj fonder te vergeten' haer fchoone
■■s handen nu en dan tetoonen, met het af-
ï droogen van haer tranen, 't welck haer te
a gehjek diende om haer fchoon aengeficht
s te laten fien, om te bewij fen datfyfoo
Ichoon als bedroeft was. Den ouden man
wachte met 'onlijdtfaemheyt watter eyn-
-aelijckfouuytkomen, en begoft te hoo-
ien, aen het eynde te geraecken,a!foo dele
-ivloet van bracke ftroomen alreedts een
vweynighbegoft tedroogen : wanneer de
ooudeMendez (die goet dachtdat treur-
gefang weder op te heffen , daer het de an-
dere gelaten had, om haer te laten uyt
j>auleren) met fulck een gewelt begoft
te hicken en tefchreyen, tot fpijt van He-
kna, als of fy haer plicht nietgenoegh
tgedaen had , dat den ouden Heer fijn lijdt-
ofaemheyt verloor. Maer het was de oude
nietgenoegh dat voordeel opHclena te
thebben behaelt , maer het mort haer noch
i;en handtvol hayrof twee korten, om het
werek fijn volle 1'wier tc geven. Soo ge-
dacht foo gedacn , en daer mee acn het
blonderen van haer grijfe locken geval-
aen , maer het befte daer van was , dat het
inaer geleent goet was , alfoo fy van haer
G fel.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
I
i4<5 DORT S CH E
fclven niet een hayr (fey kaclkop) had bjr 1
te fetten. Aldus kreeten Helena en Men- 1
dez om fkri)dr, en Montufar en den jongen!
toonden mede hun deel te willen hebben ,1
die,alshaddenfemilkander het teeckenj
fegeven , loo by de deur van de kamer j
eftondente balcken, dit het gejammer!
▼an de twee bedroefde vrouwen maerj'
kinderwerek daer by fcheen te zijn. Denf
ouden Heer meende dol te worden over f
al dit jancken , en dat hy niet wift waer-3
om , fonder daf hy mede koft laten , den'|
echo van dit treur- liet te houden , en foof
wel als de befte te beginnen ; befweerende
ondertuflehen by Hemel en Aerdedebey
droefde vrouwen, haer droefhey t te matt-i
gen , en hem de oorfaeck daer van te ken-
nen te geven : verklarende dat fijn eygen
leven het minfte ding fou zijn, het welcke
iiy voor haer fou willen wagen , bekla-
gende fijn verloren jeught , om haer dé
uytwerckfels van fijn genegentheyt te
doen gevoelen. Sy fetten fich cenwey-
nigh op fijn woorden ter neder , ftelden
hun gedaenten weder in 't net , te meer
alibo al de provifie van tranen op was, be-
halven dat iy fuynigh op hun tijdt wraren ,
die fy wel wiften, gebruyekt te moeten
worden . De oude dan nemende haer falie
yan haer hooft , op dat haer eer waerdigh j
aenfien haer al het gefach fou geven , het
geene fy vannooden had, begofteynde-
fiick alibo te fpreccken : Den Hemel be-
* ware
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
arcadia: i47
ware mijn Heer den Marquis de ViJle-
fagnan voor alle quaet , en geve hem al de
gefontheydt dewelcke hem noodigh is ,
alhoewel de tijding dewelcke wy brengen,
nietfeer dicnltigh is om hem defelve te
vermeerderen,n<;ch om vrcught, dewelc-
ke de blom van de gefontheydt is , toe te
brengen. Macr onsongeluckis foodanigh,
dat wy het noodt wendigh andere moeten
mededeclen. Den Marquis llaende met
fijn platte handt op het dicke van fijn
been, een diepe fucht ophalende, begoft te
leggen : Den Hemel geve, dat ick my be-
drogen vindc, hier fal weder mijn Neef
eenige fotternije aengerecht hebben.
•) Gaet voort Me-vrouw , gaet voort, en
vergeeft my dat ick u in uw redenen gc-
• ü ftoorthebbe. De oude begaf fich weder
tot fchreyen , in de plaets van te antwoor-
den,waer over Helena het woort nam . Na-
demael ghymijn Heer, feyde fy, door
ondervinding weet.dat uw Neef fulck een
; flaef van fijn genegentheden en driften
is , en dat gy menighmael moeyte genogh
> gehadt hebt, fijn ichande rebcdeckcn.fult
] ghy geenfins i'warigheydt maecken.te
^ gelooven het geene hy my gedaen heeft.
' Wanneer ghy hem den voorleden herfft na
J Leon fchickte , quam hy my in een kerek
3 te zien, en bedondt my terftonr lboJanige
: dingen te feggen , dat, indienfe waer ge-
» weeft hadden , wy bcydeniet anders had-
: den behoeven te doen , als dacr tc blij ven ,
G 2 ick
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
i43 DORT S C H E
ick als lijn moordereffe, uytvreefe van
het gerecht, en hy als de gemoorde , om
met eenen begraven te worden. Hy ver-
weet my wel hondert mael , dat mijn oo-
gen hem gedoot hadden , en liet geen van
de alderminftc vlcyingen na , waer mede
fich de minnaers gewoon zijn te behel-
pen y om de eenvoudigheyt van een jonge
dochter te bedriegen , hy volghde my tot
in mijn wooning,reedt alle dagen te paerde
voorby mijn veynfters, en liet my alle
nacht gefpeel en gefang hooren: Maer
eyndelijck, liende dat al fijn poogenniet
konde te wege brengen, wift hy door fijn
% ereeringen een fwartin , die my diende ,
te winnen , dewelcke mijn moeder haer
vry heyt belooft had ; en wift fijn tijdt foo
wel waer te nemen , dat hy my aentrefte
inden Hof, dewelcke wy hebben inde
voorftadt van Leon.Ik had ntcmantby my
als defe trouwloofe uaevin , maer hy was
vergefelfchapt met een ander,foo fchelm-
achtigh als hy , hebbende den tuyn-man
met geit omgekocht , en na een ander ge-
deelte vande Stadt verfonden,onder fchijn
van een faek van belang. Wat fal ik u meer
feggé,hy fette my dé pongiaert op de keel»
en evenwel , fiende dat mijn eer my liever
was als het leven, heeft hy door fijn mcde-
ftanders hulp fijn fchelmftuck uitge voert,
en my met gewelt ontnomen , het geen
hy noyt door al fijn liften fou van my ge-
kregen hebben. De flacvin tierde en baer-
de
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. i49
de of fy dol waer gc weeft , en om te beter
haertrouwloofheyt te bedeckcn , liet ach
een kleyne wonde in de handt geven , en,
hielt haer ten laetften of fyin fwijn viel.
Den Hovenier komt eyndelijck weder-
om,maer uw neef,wetende wat hy gedaen
had , begeeft fich over den muur van den
Hof, endatmet fulckeen haeft, dat hy
fij n pongiaert liet vallen, dewelcke ick op-
nam. Defen onbedachten had evenwel
niet veel te vreefen , alfoo ick foo wel be-
dacht was, dat ick mijn eygen fchande
eerder focht te verbergen als te openbaren.
Ick deed al wat ick konde, ommy niet
droeviger te toonen , als ick gewoon was.
De fnoode flaevin, geraeckteeenigen tijde
daer na wech, en ick verloor daer op mijn
moeder , en mach wel feggen , dat ick het
al met haer verloren had, ten waer mijn
moeye.hier tegenwoordigh.de goedertie-
renhey t gepleeght had , my by haer te ne-
men,makendegeen onderlcheyt tuflchen
my , en haer twee minnclijcke dochters.
Het is in haer huys dat ick vcrftaen hebbe ,
dat uw Neve foo verre was, van het onge-
lijck dar hy my acngedaenhad te verbe-
teren , dat hy in tegendeel h>h begaf om
een ander tc trouwen. Tck ben hier geko-
men met de meefte lpoet , die het my
mooghlijck was, ten cyndc dat ghy , mijn
Heer, aleer ik uyt uw kamer gac, of in geit
of Juweelcn, de waerde van tweeduyfent
goudc kroonen doet geven, ommy daer
G 5 mede
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ij-o DORTSCHE
mede in een kloofter te begeven : want na
dat ick door ondervinding de aert van uw
Neef geilen en verftaen hebbc , fou ick
geenfins konnenbelluyten , hem te trou-
wen , al focht hy en al de lij ne , met de al-
dermeefte aenbiedingen , my daer toe te
bewegen. Ick weet dat hy defen nacht
trouwen fal ; maer ick fal der my tegen
ftellen , en fijn doen in fulcker voegen aen
den dagh brengen , dat het hem al lijn le-
ven fchaden en hinderen fal , indien ghy
daerdefe voorgeftagen order niet in wilt
(lellen. En om u te toonen dat het geene
ick fegge waerachtigh is, foo liet daer den
pongiaert , die hy my op de keel gcfet
lieert , en of het den Hemel gewilt had ,
dat hy meer als dreygen had gedaen. Sy
begoft wederom op een nieuw te fchreyen,
als fy met fpreecken gedaen had , wanneer
Mendez een hooger toon als fy beftondt
aen te vangen , gelijck oock het tweede
Choor aen de deur, daer den Jongen lac-
«juay de bovenfang en Montufar den bas
fong. Den ouden, die niet dan te veel ge-
loot gaf , aen het geen defe loofe feex hem
had voorgehouden, faghden pongiaert
foo haeft niet, of hy kendefe terftont voor
die geene , die hy voor defen fijn Neef ge-
geven had. Hy focht dan anders niet , als
alleen te verhinderen, dat het houv^elijck
geen beletfel moght krijgen. Hy fou hem
wel by hem ontboden hebben, maerhy
vrcefdedat ycmandt daer door defaeck
1 fou
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 15-1
fbu komen te vernemen. Siende dan dat
1 de vrouwen het gelaet maeckten om tc
vertrecken, maecktehy van de noodt een
deu^ht , endeed fich door fijn pagie een
kafken brengen , uyt het welcke hy haer
| in vier dubbele pilïoletten de vereyfehte
fommc deed aen teilen. Montufar ontfing
het geit, en teldefe een vooreen , enden
ouden Marquis, hen hebbende doen be-
I loeven , dat fy hem des morgens weder
fouden by komen, deed duyfent verfchoo-
t ningen aen defe eerbare Dames , dat hy
i haer niet tot aen hun Caros konde geley-
> den , en liet hen foo met de felve itaetfie
' weder heen gaen. Sy gingen in de Caros ,
! feer wel te vreden van hun verrichting, en
> deden den koetfier weder den wech nae
I Madrid nemen, fich wel inbeeldende , dat
: men haer op die van Leon fou vervolgen .
indien men de fchelmery gewacr wierdt.
OndertuflTchen haer waerdinne, verne-
mende dat haer gaften niet wederom qua-
men , gingk in hun kamer , al waer fy den
armen pagie in het Cabinet gefloten vant ,
fy liet hem gaen , als diefe wel kende , te
meer om dat fy al haer huyfraet in defelvc
geftaltenis fagh. Terwijl verhaefte onfe
brigade haer reys nut de meefte fpoet van
de werelr , heloovcnde haren Coeriier
dubbelde vncht, op dat hy te beter fou
aenflaen, het welcke hy dede, met de
meefte ncerftighcydt van de wcrelt , en
men mach wel gclooven dat nimmer
G 4 huyr-
ifi DORTSCKE
huyr-wagen fulck een fpoet gemaeckt
heeft. Sy hadden niet veel genegentheyt
om te flapen , en Montufar boven allen
wasfeerongeruft, toonende door fijn ge-
duurigh luchten, meer berouw als genoe-
gen , van defen aen vang. Helena , die fijn
gedachten wel befefte, wilde hem een
weynigh van fijn treurigheyt afleyden,en
hem eenige byionderheden van haer leven
verhalen, van hetwelckefy hem tot noch
toe weynigh kennis had gedaen. Nade-
mael ick u foo ongefint fie , feyde ly , wit
ick u nu eenmael het genoegen geven, het
geen ghy altoos foo ernftigh van my hebt
begeert, namentlijck, u verhalen het gene
my voor detijdt, dat ick kennhTemetu
gekregen heb, bejegent is; Ick fou u dan
leggen dat ick van goeden huyfe was, en
het fel vc noch wel den naem van door-
hichtigh toevoegen , gelijck nu ter tijdt
een yder by nadoet , maer ick wil met u
foo oprecht gaen , dat ick felf de minde
gebreecken voor u niet verfwijeen wil.
Mijn vader dan was van Gallicien , een
Lacquay van beroeps wegen , of om beter
te fegge n een Efilafier of. lijfknecht, mijn
moeder was van Granada, een llavinne,
om ront te gaen; maer niemant heeft fich
felven gemaeckt. Sy droegh den naem
van Marie , die haer in haer doop gegeven
was , maer fy hoorde evenwel liever , dat
men haer Z ara noemde, hetwelck haer
Morifquc en Mahumetaenfche naem
was :
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
I
-Hl
A
ARCADIA; ir5
was; want om de waerhey t te feggen , fy
was een Chriltinne om 't welitaens wil ,
maer Moorin in der daet. Sy liet daerom
niet menighmael lich te biechten, maer
meermaels de fonden van haer Meefter
en vrouw, als haer eygen. Hoebruynfy
was, waren evenwel haergedaente en gc-
ftalte niet fonder be vallij ckheyt , en meer
als fes PJdders , Commandeurs van het
roode en groene kruys , hebben getracht
haer goede gunft te winnen. Sy was ibo
goedertieren , dat het haer niet moogh-
lijck wasyemandt te ontleggen, en fco
danckbaer aen haer Heer en Vrouw , dat ,
in vergelding van de moeytcn die fy geno-
men hadden , met haer van haer jeught at
aen op te voeden , fy haer uyterfte beft
deed hen alle jaren een jonge (laef of fla-
vinne voor den dagh te brengen: maer het
geluckte haerfoo wel niet alsfy gewilt
had , alfoo al de kley ne fwarten van haren
aertjongquamen tefterven. Sy wasge-
luckiger in het opvoeden van die van een
ander. Haer Heer en Vrouw gaven haer
een op te voeden , het wekkc alreedts van
de gencefmeefters verlaten was, het wek-
ke evenwel in korten tijdt , tcroorfaeck
van de goeden aerdt van mi jns moeders,
melck, weder becjuam , en teeckens van
volkomen geibndtheydt en hoop van een
1 mg leven begoft te geven , daer in teren-
deel al de andére.die ty haer gewonnë bad,
in de wiegh geftorvcn waren. Dit geluefc
G $ was
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
15*4
DORTSCHE
.j oorfaeck dat haer Meeft\ r£U; , foo als
fy op hacr doodt bedde lagh , heur haer
vryheydt fchonck. Sy nu vry gemacckt
zijnde, voeghde lich om linnen te waf-
fchen en te ftijven, en voer daerfoowel
by , dat'erinweynigh tijdtsnauwelijcks
een hovelingk binnen Madrid «ras , die ge-
loofde dat fijn linnen wel gehandclt was ,
indien het niet door haer handen was ge-
gacn. Toen was het dat fy de voorfchrif-
ten van haer moeder begoft in het werek
te (tellen, om gemeenfehap met die van de
andere werelt te hebben, Sy had die oefe-
ning meer uyt ledigheydt nagelaten , om
datfy fich vermoeyde over al de lof die
men haer gaf, als feer uytfteeckende in die
konlt zijnde, als dat fy voor het gerecht
vreefdc Mier eyndelijck begaf fy lich
daer weder t'eenemacl toe , alleenigh om
Jiaer goede vrienden te vergenoegen, en
binnen weynigh tijdts kreegh fy weder
fulcke^oede intclligenrie in het hof dier
beneden , dat'ergeenNicker van aenfien
was, die geen vriendtfehap met haer focht
te m aeck'en. Sy moght omtrent veert igh
jaren oudt zijn , wanneer fy met mijn Va-
der q nam e trouwen , de goede Rodrigo,
wel moet hy varen, waer hy is. Men ver-
wonderde fich wel in onfe wijck , dat een
man die nergens geen treek toe hadt , als
tot de wijn, meteen vrouw gingk trou-
wen, diefe niet drincken moght , gelijck
een getrouwe Mohoraetane , alsfe was , en
die
'Ml
Él
ARCADIA. \fï
die altoos de handen jd het water had , als
een wafll-riche. Maer mijn vader gafdacr
tutantwoortop , dat de liefde alle dingen
licht en gemackelijck maeckte , en dat hy
Jiacr van die quade wegen , op de fijne wel
meende te brengen. Sy wiert fwanger een
kleynentijdt na hun houwelijck, en be-
viel geluckighlijck van my. Defe vreug-
de duurde evenwel niet lang inons huys.
Ick moght omtrent fes jaré out zijn, wan-
neer feecker Prins hondert lacquayen het
toeruften, om een ftier-gevecht acn te
3 gacn. Mijn Vader was een van den hoop,
die dien daghdronck als een Tempelier ,
en.wanneer het op een vechten quam,foo
onbeluyttaen gingk , dit hy hch in de
weeh vaneen ralcndefticr ging werpen,
die hem hacit in ftucken vernielt had.
Mijn moeder bedroefde fich feer over de
doodt van mijn vader, ick mede na het
veraandt dat ick had . maer ten laetlten,
fy moft fich vertrooftcn , en ick molt my
vertrooftcn. Met de jaren feit wiesmun
fchoonheyt foo merekchjek aen , dat men
van my begoll tc 1 preken een yder wilde
met my op de been , nu na de t ooneel- ipec-
len, nu hier nudacr, iomw.jlen op den
o, ver van de M.mfanares , om te bancket-
teren. Mijn moeder evenwel hielt my ge-
duurigh.nhct OOgh, endatloodamgh,
dat ic^erfeltvcrdnet,ghoverw.evt macr
kk bevanddaer na beter, datfulckstot
a.ijneygenvoordeelAreckt. Haernau-
'\\\
U
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
DORTSCHE
we oplicht en dehooge prijs daerfe my
opfete , deed haer koopmanfchap in ach-
ting blijven, en min-y ver ontfteecken,on-
der die gene die my aen-fochten. Eynde-
lijck een rijcken Genevoys, die fich onder
de anderen niet wilde gereeckent hebben ,
liet foo veel gouts aen de oogen van mijn
moeder blincken , en toonde fulck een
Edelmoedigheyt in fijn ommegangk , dat
fy fijn goede meeningh bcgunftighde, en
hem de eerfte plaets in mijn genegentheyt
fchonck. Maer dat voor- recht ftond hem
dier genoegh. " Men was hem getrouwer
als hy vermoede , maer wanneer hy mede
vertrouwen begoft te krijgen , vielen wy
hem af.
Mijn moeder was veel tegevoeligh van
eens anders fmert, om geen medelijden
met hen te hebben , die geduurighlijck
niet deden , als haer hun klachten te ge-
moet te voeren. Te meer , dewijl het de
voornaemfte van het hof en alle leer
machtige lieden waren. Het is wel waer,
datfe foo diep in het geldt niet taften , als
wel den Genevoys , maer mijn moeder
kon het grootje wel waer nemen , fonder
het kleyntje te laten varen. Den Gene-
voys ten laetften fpeelde banckeroet , en
ick weet niet , of wy 'er de oorfaeck niet
Van waren. Hy had , behalven dat, gefchil
om onfent wil, waer door ons het gerecht
quam befoecken, meeruyt beleeftheydt
ajs anderfins. Maer mijn moeder had
ec/i
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. in
•leen natuurlij cke afkeer van diefoovt van
rvolck, en ha te niet m inder de Braven en
PNarchTen , die ons begoften te belegeren.
[ Sy oordeeldcdangeraetfaemtezijn, op te
!' breecken , en ons na Sevilla te begeven ,
fy Verkocht dan haer huyfraet , en gingk
met my in een Huer-karos. Wy wierden
door onfen koetfier verkocht en verra-
K den , en alfoo berooft van al wat wy in de
I werelt hadden , en mijn moeder , die met
I: al haer macht het harefocht te befcher-
t men, foodanigh geflagen , dat fy , aleer wy
c byeenigeplaets konden komen, aende
1 voet van een bergh ftierf. Ick wapende
t mijn felven met een kloeckmoedigh
d hart» hoejongkdatick was.ick doorfocht
i al de vouwen van haer kleedercn , maer
:t daer was niet te vinden , nademael de Ro-
i ï vers die al fchoon gemaeckt hadden. Ick
; i liet haer daer aen de liefde van de reyfende
1 lieden, wel oordeelende dat den vaerwceh
i vao Madrid en Seville haer lichaem wel
• j een graf foubeftellen. Ick quain dan we-
\ der tot Madrid, daer mijn Minnaerswel
jrl haert mijn ongcluck vernamen , die daer
' wel hacll in verlagen , en al mijn fchade
i herftelden , foo dat ick binnen weynigh
) tijdts weder van kleedercn en huyfraet
A voorfienwas. Op die tijdt was het dat ick
' ufagh byecn van mijn vriendinnen, en
• wierdt terftondt door uw bevallijckheyt
bekoort. Dit is al het gene ick u van mijn
leven wiet tc vertellen , nademael ghy al
G 7 het
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
15* DORTSCHE
het andere fclf by gewoont hebt. Dh
heeft ten minften gedient , om u een wey-
nigh uw fchrick te benemen, daer ick fagh
datghy mede bevangen waert : maerweed
dat de vrees en fchrick goet en vorderlijclr
is, eer men een mifdaet begaen heeft, maei
gevaerlijck en quaet , wanneer het werckl
gedaenis. M et defe woorden geraecktel
Montufar in flaep, en Hclena aen het fwij-I
gen Ondertuffchen Don Sanche, denk*
Neef van den Marquis de Villefagnan , | k •
hebbende de gedachten meerder opli^H
Helena , die hy in de Caros gefien had , 1 w*x.
als op fijn bruyt, begaf fich het bruyloft* 1 tefl •
bedde uyt. Waerlijck een gebreck dat niet ■ I» «
genocghfaem kan vervloeckt worden,
dat menigh in fonde en fchande foeckt by
anderen , daer hy in vrede en ruit het befit
by fijneygen van hceftj vindende meerder
vermaeck by de een of de andere vuyle
fnol , als in het echte bedde by een eerbare
vrouw, foo ver is het dat menigh defmaek
verdorven en verbaftert heeft, dat fy voor
een oprechte foetigheyt , fulck een bitte-
ren nafmaeck verkiefen. Hy was nauwe-
lijcks uyt fijn bedde g er efen, wanneer den
Hofmeefier van fijn Oom hem een brief
braghr, in dewelcke hy hem wel fpitsovcr
haelde, van wegen lijn daet me de Iongk-
vrou w van Leon . Hy begaf iich t erftont
na fijn Oom , hoorde lijn befchuldiging ,
maer toonde foo veel blijck van fijn on-
fchult , dat den goeden ouden man wet
haeft :
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. jff
aeft f igh dat hy bedrogen was ; het foco
"iken in alle herbergen was vergeefs , alfoo
«jfijn Oom lulcks ondertuflehen al gedaen
<(om haer in fijn tegen woordigheyt te ftel-
«:len)maer niet gevonden h\ó. Men befluyt
Titerltondt volckop alle we^en te poll te
' ïfenden , om te tien of men hacr lou kon-
■jncn achterhalen. Don Sanche ielven
• wilde op de been, fonder fich door fijn
vrouwe of vrienden te willen laten op-
houden j hy ftack een ftuckin de mondt,
hebbende van den pagie, die haer in fijn
ooms kamer gebr3ght had,verftaen , hoe-
danigh haer Caros was, hoefterek fyin
haer gefelfchap waren, en aen wat teecken
men hen ibu mogen kennen. Hy begaf
fich met twee van fijn dicnaers , welckers
moet hy wel kende, te poll na Madrid,
terwijl eenigen andere wegen in flocgen,
geduurigh de gedachren vol hebbende
\ van fijn fchoone onbekende, die hy foo
wel gemeent had dien dagh op te foec-
> ken , en vervloeckte de fchelmcn die fijn
J Oom foolchendigh uytgeftreecken had-
.[ den, des te meer, om dat i'y hem foo
ichoonen gelegent heyt benomen hadden:
i hetgeen hem dickmaels inluyde woor-
,\ den deed uytbarrtcn, als een fot als hy
, « was waerdoor fijn dienaers die voor hem
■ i reden, menighmael (til bk ven llaen , ofte
.1 rugt'e quamen, meenende dat hun Heer
I ha-r nep. Ben ick niet ren grooten
j dwaes , riep hy menighmael foo luyde ,
dat
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
i6o DORTSCHE
dat de Echo hem met fijn eygen nae
antwoorde, dat ick fulck een goetjga
verlaten, om ick weet niet wie op te foec
ken, en een leur of een fcur te achterhalen!
waerom begeef ick my niet weder te rug-
ge , en laet den dief met fijn diefeggen aen
de galgh loopen? Maer , herhaelde hy dai
weerom, wat foumen feggen , dat ick f(
flecht wederquam , fonder meer y verg
toont te hebben, om die dieven te ftrafren,
die het geit van mijn Oom gerooft hebbêf
In defe gedachten reedt hy vaft voort,
wanneer fy by Xetafte , niet verre van
Madrid, qua men , daer fijn dienaers de
Caros van Helena in het ooge kregen, die,
ter oorfaeck dat de muylen by na afgejae_
waren, niet meer foo hart voortiloegh.|
Sy riepen dan gel ij cker handt hun meeftet
toe , datfe de dieven in het ooge hadden ,
en,iönder hem te wachten, renden daer na
toe , met den degen in de handt. Den
Coetfier,fiende dit volck naerderen,hieldt
ftille, feerverbaeft zijnde, en'Montufar
noch meer als hy. Helena deed hem uyt
het portier gaen , en gingk felve daer
in fitten, omtefien, offy hetaenftaende
quaet verhoeden kon. SydanfaghDon
Sanche na hen toe komen , hebbende den
degen in de vuyft , en roet een gelaet , het
welcke haer niets goets te vooren fpelde :
maer den betooverden Edelman had niet
foo haeft fijn geficht op haer geflagen , of
fijn wonden diefy hem gemaeckt had,
be-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 161
heftenden te bloeden, en hykonde niet
Hnders gelooven,of fijndienaers waren in
aun meening bedrogen , gehjek men al-
toos een goet gevoelen heeft , van het ge-
le men bemint j hy dan,gelijck of hy He-
renavan kindts been af voor een vrouw
fonderopfpraeck gekent had , begint met
'iet plat van fijn degen fijn dienaerswac-
:er af te touwen . Schelmen , fielen , riep
ly, hebbe ick u niet gefeght, dat ghy wel
•>roe foudt fien,geen verkeerde aen te flaen?
Verdient ghy niet dat menu armen en
^oeenen inftuckenfmijt, dicdeCaros van
ieen foodanigen vrouw foo onbefchaem-
sdelijck hebt derven ftil doen ftaen , en op-
bouwden , die men hondert duy fent macl
•oneereer fchuldlgh is als ghy haer tegen-
woordigh fchande hebt aengedaen ? De
•arme halfen,die maer op de teeckenen, die
rmen hen gegeven had , acngegaen waren ,
ien nu fulck een fchoon aengcficht fagen ,
hetwelcke inde aldcrftraftte harten aen-
fien en eerbiedigheyt macckte, deden an-
ders niet als de Hagen van hun Skelter
rontwijeken , en geloofden dat hy het mee-
lftegelijck van de werclt had, endathy
u hen de grootlte genade betoonde, die men
. betoonen moght , dat hy hen den hals niet
|brack. Don Sanche ginck Helena ver-
giffenis bidden, en vertelde haerdeoor-
; iaeckvan hun beftacn , al het wclcke fy
-ij beter wift als hy, Hy befwoer haer , aen
tc willen mereken, hoe licht menden een
voor
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
*6i DORTSCHE
Toor den ander neemt, wanneer men doo&l,
framfchap verblindt is. Siet doch eens
iddc ick u, vervolgde hy , in wat moeye«l
lijckheydt fulcke domme fchelmen hunJ
Meelters brengen. Indien ick hier by on»tI
geluck niet tegen woordigh was geweeft m
wacrlijck defc onbefchofte guyten fou- $
den het geheele landt in roer geftelt , en u fl
lichtelijck,alsecn diefegge, te ruggena
Toledo gebraght hebben ; niet dat ghy
het niet zijt , vervolgde hy met een foetei i
gelaet, maer het is eerder van harten ala
piftoletten. Helenadanckteden hemel by
haer felven , dat fy een gedaente had , die
al haer fnoode aenflaeen foo geluck igh
deeddoorgaen jen fich herftellende van de
vreefe dewelcke fy gehad had , antwoorde
Don Sanche met groote fedigheydt , en
met weynigh woorden , wel wetende dat
fich veel van een faeck waer mede meir
befchuldight wort, te ondchuldigen , niet
anders als fich befchuldigen is. Do»
Sanche verwonderde fich , 100 geluck igh-
lijck op den wegh gevonden te hebben,
het geen hy meende dat hy verloren had ,
en, fot alshy was, derfte wel foo verre
gaen als te gelooven , dat den Hemel fijn
liefde begunftighde.Hy verfocht haer met
groote beleeftheyt.datfe hem haren naem
en wojnplaets tot Madrid wilde feggë.en
bad haer met eenen goet te willen vinden,
dat hy by haer in pcribon quam , om haer
de aenbiedinge, van fijn dienft te doen; de.
wek-
ARCADIA. \6%
•jvclcke hem foo wel het een als het ander
itrerkeerdelijck feyde, daer by voegende
Jatfc fich feer geluckig fou achté,indienfe
• ie eer van fijn verfock genieten mogt. Hy
iboodtfichaen , om haerte vergefelichap-
"pen, maer fy verfchoonde fich, met te fcg-
• gen dat fy getrouwr was , en dat haer man
•haer met de CarolTe tegen komen fou,
-i - voegende daer ftillekens by, dat fy mifver-
trouwen op haer eygen huylgenootcn
had, en noch meer opden moeyelijcken
aerdt van haer man. Defe kleyne vryig-
• heyt deedt Don Sanchegelooven , dat hy
- geen fins van haer gehaetwas. Hynam
: t dan oorlof van haer , meer gedreven door
hoop, als door fijn poftpaert, en begaf fich
'h foo na Madrid , hy was daer foo hacft niet
• gekomen , of hy vernam na Hclcna , en na
• haer woonplaets , op de teeckenen de-
welckefy hem gegeven bad, fijn dienaerf
• liepen geduurigh de ftratcn op en neêr, en
' Ajn goede vrienden wierden mede niet
gefpaert, maer alles te vergeefs. Maer
i Heltna, Montufar, en de eerwaerde Men-
tüdüN dez , quamen foo hacft niet te Madrid , of
- fy dachten hoe fy daer weder op het be-
J| quaemfteuytfouden geraecken. Sy wiften
. wel datfy daer den Twledaen lichtelijck
- ■ fouden inden mom loopm , i-n dat, indien
\ fy hem nauwer blijf k van hat r perfoonen
• deden nemen , fy hem foo (honden vyandt
fouden bevinden te zijn , als hy nufcheen
H Helcnasvierighfteminnaertezijn. Hclc-
na
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
16*4 DORTSCHE
na dan , (lelde al haer gereedtfte goeden
in fekerheyt, en, hebbende fich des ande
daeghs alle ais Pillegrims gekleedt , begalj,
ven fich terftont na Burgos, vergefèlfchapKU
met noch een Sufter van hun ambachtL-
Ondertuflchen Don Sanche verloor alllt -
hope van Helena te konnen opfoecken, eik..;,
keerde derhal ven weder naer Toledo,foc| ] . .
befchacmten gemoeyt, dat men hem o* .
de gantfche reys geen woort hoorde fpreïf f
ken. Ondertuflchen was defe brigade oav .
den wegh naer Burgos.van waer fy fich nl
Se villa begaven, Tonder dat fy onderwefi
gen eenigh ftael van hun konft haddet ij!
konnen toon en. Maertot Sevillameen
den fy groote dingen uyt te voeren, de i
welcke ick mede fou verhalen, maer alfoc .
ickmy alreedtsin mijn belofte gequeter
heb , met dit konft-ftuckte vertellen , en '
dit volgende van een heel anderen aert is , • *
fal het geraden zijn op te houden , en een .
ipelleken by defe ftoffe te fteecken. Ly-
iander, en de Jongk vrouwen , die van aert f*1
gemcenlijck nicufgierigh nadiergelijcke ï\ '■
quackenzijn, wilden fich met defe ver-r*
fchooning geenfins laten afletten , maer
verfochten Amhrofio vriendelijck , met
de reft voort te willen varen, die , hun be-
leeft heyt fulcks niet konnende wcygeren ,1
aldus vervolghde. Wanneer defen troepl
tot Seville gekomen was , begaven fy ficnl
in een van de voornaemfte herbergen: ter-|
wijl Montufar een huys gingk huyren,
het
ARCADIA. i6f
Jact wclcke hy feer eenvoudighlijck
Jngk ftofferen. Hy liet fich een fwart
itleet , een fwarten over- rock, en een lan-
en fwarten mantel maecken. Helena
leede fich oock als een devotaris , leyde
jhaer hayv in een kovel ge vangen, het geen
jtfoo menigh fot gevangen had; en Mendez
'jftclde fich toe als een oude devotaris, bela-
jden met een grooten paternofter, yder
<fcol foo groot als een kaetsbal. Wanneer
tfynu aldus op hun ftel waren , liet fich
'Montufar op de ftraet vinden, gaende
met de armen kruysweeghs over mal-
kander , en fijn oogen , op het ontmoeten
>der]vrouwen , ter aerden nederflaende,
. r riep by wijlen met een bcweeghlijcken
>toonuyt: gezegent ly het Sacrament des
\ Autaers , en de hey lige Maget Maria , en
I dicrgelijcke aendachtigheden meer, Hy
I dcedt de kinderen, dewelcke hy op de ftra-
\ ten vandt, dcfelve dingen herhalen en van
: buyten leeren, en leemefe oock fom wijlen
loffingen en andere geeftelijcke langen
fin gen , hy leerdefe hun Catechifmus,
hun ceiifitebor ; Regina Celi , en duy lent an-
dere dingen meer. Hy was geduurigh-
lijck in de gevangen-huyien , prcdickte
voor de gevangens , vertrootte den een ,
diende den ander , gaende hen te ecten
halen, en doende wel ticnmael den wegh
van bet gevangen nuvs nae demarekt,
van de marekt na het gcvangen-huys,met
cenfwaren korf op den hils. Helena en
Mendez
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
i66 DORT JCHE
Mendez van haer zijde deden oock hui
beft , den een noemde fich de moeder , cm
den an Ier de Sulter van den vromen broe-;
der Martijnj fy gingen alle dagen in de
gatthuyfen , dienden daer de krancken II
maeckten hun bedden, wie fiche n hun
linden en deden hun veelgoets. Siet aldus
de dry fnoodtfte ftucken van geheel Spanifj
gien.de verwondering vanSeville. Onder-ai
tuflchen gebeurde het, dat een Edel-man'fl
van Madrid om eenige faecken alhier ge«&
komen was. Defè was een van de oude i
mirinaers van Helena. Dcfe fiende Men-./
dez wiert haer terftont kennende voor hetj
geene fy was , en Montufar voor een ge-j
vaerlijcken dief. Op feeckeren dagh als fy!
te famen uytde kerckquamen, omcin-
gelt van een groote menighte lieden , die
niet declen als hun klcederen kuffên , en r<
bidden, datfe hunner in hun gebeden
wilden gedencken, wierden fy door den
Edelman bekent, daer ick of gelproocken
heb, dewelcke door een Chriftelijcken
yver gedreven zijnde, niet langer verdra-
gen konde , dat defe boof wichten de men«
lchenin iulcker voegen by den neus ley-
den j hy dan begeeft fich door het ge
drang, en gaf Montufar en flagh met de
vuy ft, feggende, verfoeyde fchelm , vrceft
ghy noch Godt noch demenfehen? hy
wilde voortgacn , maer fijn goede mee-
ning , om de waerhey t te openbaren , had
fulck cengoet gerolgh met, als hy wel
rei
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 167
verhoopt en verwacht had : want al het
iv.olck wierp fich met gewelt op den armen
delman, die fy achten een kercklchennis
edaen te hebben, verongelijkende aldus
hunnen Heyligh Sy wierpen hem met
gewelt ter aerden , zijnde by na plat gefla-
gcn , enfou ongetwijfclt daer het leven
gelaten hebben, indien Montufar, door
een wondcrlijckegauwigheyt , hem niet
befchermt had , bedeckende hem met fijn
eygen lichaem , en (ich fel ven alfoo voor
de flagenopen (tellende. Mijn broeders
(riep hy foo veel als hy roepen moght)
lact hem toch in v reden , ter lief Je van de
Maget Maria. Defe weynigh woorden
deden terftondt defen geweldigen ftorm
bedaren, en het volck maeckte plaets voor
broeder Martijn, dewelcke den armen
Edelman naerderende, met goet genoegen
evenwel in fijn gemoedt , om dat hy hem
foo wel onthaelt fagh , hem van der aer-
den ophielp , omhelfde , en kufte , foo als
hy bebloedt enbeflijekt was , gevende het
volck een harde beftraffing, van dat fy figh
foo qu al ij ck gedragen hadden; ickben,
feyde hy , diefnoodc , dien fchelm , dien
fondaer , die noy t yets gedaen heb, dat den
Heer behaeghlijck is geweeft. Meent
ghy , vcrvolghdc hy , om dat ghy my fiet
gekleedt gelijck eenecrlijck man , dat ick
niet al mijn leven een dief en den aenftoot
van alle anderen, en het verderf van mijn
fclvenbcn geweeft? ghy xijt bedrogen
mijn
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
itö DORTSCHE
mijn broeders, maeckt my het doelen wit i
van uw gramfchap , fteenight my , trcckfi
uw geweer op my. Nadat hydefe wooNM
den met een valfche fchijnheyligheydt enu
eenigc bedrieghlijcke tranen ge (proocken
had, begeeft hy fich aen de voeten van fijn
vyantjdewelckehy kufte, hem bidden-
de vergiffenis , van hetgeen hy om fijnent
wil had moeten lijden : hy raepte fijn
degen, fijn mantel, en fijn hoet weder op,
die hy anders in het gedrang fou quijt
geraeckt hebben. Hy voeghde hemde-
fclve weder aen, en hem hebbende met de
handt aen het eynde van de ftraet ge-
braght, liet hem gaen , na dat hy hem me-
nighmael omhelft, en duyfent lègeningen
gegeven had. Den Armen Edelman wift
niet hoe hy het met fich fel ven hadt , en
was foovol fchrick, over dit quaetont-
hael, dathy fich zedertnietmeeropde
ftraet dorf vertoonen. Aldus wift Mob-
tufar vaft de harten te winnen , foo dat hy
vaneenyder vooreen heyligh gehouden
Wiert. De groote Heeren en Vrouwen
fonden hen dagelijcks fpijs te huys in
oyervloet, daer wierden geen aelmoflen
binnen Scvillc gedaen , die niet door fijn
handen , of die van Helena gingen , die op
die wijfe niet flechteli jek hun perfonagie
wiften te fpeelcn} alhoewel hun namen re-
gel-recht naden Atmanack gingen, om
daer mede een plaets te krijgen. Hun
huys wierdtte kleyn vooral degefchenc-
ken
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. ufo
ken die fy dagelijcks kregen, en de Me-
vrouwen die hen quamen befoecken ; den
een die garen fwanger wasgcweelt, gat'
J hen haerverfoeck in handen; fy die een
fl- fbon in Indien had, een ander die in het
I kinder bedde fou, een darde die ee i kranc-
A kehad, deden van gelijckcn. De arme
8 weduw , die vooreen onwetend rechter,
1 tegeneen machtige tegen-party te plcy-
.3 ten had , twijfelde niet aen de goede uyt-
i komft van haer laeck, wanneer iydele
I heyligeneengefchenckgedaenhad. Den
s eenen gaf hen Coniïtuuren en gefuyeker-
i de drogen, den ander fchildery enen beel-
' den voor hun bede-kamer , een darde gaf
hen fchoón Iijnwaet , klccdcren, be-
han^kfelen, lommen gcldts, en foo voort,
iaeniemant quam hen met ledige handen
: befoecken. jae men begolt hen van toe-
komende dingen aen te fpreecken , daerfe
fich mecfterlijck mede willen te behel-
pen .gebruyekende twijfelachtige woor-
den, die men tweefins verftaen konde.
Hun flechte eenvoudige bed'leden, waren
over dagh met flechte bultiackcn, maei
| des nachts met fchoone bedden voorlïen ,
dacrHclena en Montufar malkander ge-
iélfchap ophielden , macr Mendcz had
Ihaer vertrcek alleen. Haer deur floot
des iomers ten fevenen, en des winters ten
vijven , cn als dan was het dat dit ichiin-
iheylige triumviraet at en drónck foo veel
^ de lepel goyen kon, cn dat al op hun eygen
ï J H fiC*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
i7o DORTSCHE
gcfondtheydt. Menmaghwel denckenl
of fy lieden, levende fulck een goet leven J
oock wel in hun vleefch waren, daer vootT
yder den Hemel prees, om dat lieden did
fulck een rouw en ftreng leven leyden, foo
wel gedaen waren. Binnen den tijdt van
dry jaren , dat fy aldus binnen Seville leef-
den , en de oogen der menfehen begoo-
chelden , ontfangende van al de wcrelt , en
niemandt gevende, vergaderden fy een
fchoonen hoop piftoletten by een , tot dat
den Heer eyndelijck , defe fnoode bedric-
gery moede zijnde, daer ceneynde van
wilde maccken. Montufar feer oploopen-
dc zijnde , floegh menighmael fijnen jon-
gen , die het feer qualijck verdragen kon ,
en hen foo menighmael fou verlaten heb»
ben , indien Helena, dieloofer envoor-
fichtiger was als hy, hem met gaven en
gefchencken niet gehouden had. Op feeo
keren dagh floegh hy hem te ongenae-
dighlijck , den jongen geraeckt de deur
uyt,en genocghfaem ontfint zijnde,
brengt al den handel van lijn volck de
Overighcyt aen. De looiheyt van Helena
vreefde daer al voor , die daerom Montu-
far ried , al het belle dat fy als doe by een
hadden famen te packen, en ikh ergens te
verbergen. Soogefeght foo gedaen. Sy
voerden al hun fchat uyt den huys , toon-
den een goet gelaet op de ftraet, en gingen
een poort van de Stadt uyt , om door een
ander wéér in te komen. Montufar had
de
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
J ARCADIA. ift
I de goede gunft van een Weduwe, alfoo
d fnood en geveynft als hy was , gekregen ,
d hetwelckc hyHelena te kennen had ge-
I geven, die fichhetfelve weynigh kreun-
de, gelijck Montufar oock niet over ey-
mant, diehaercjuam befoeken, die maer
dienltigh wasaen hun gemecne beft, fou
gedacn hebben. By dei? weduwe was het
dat fy weder ingingen , dacrfe heymelijck
genoegh gehouden en wel onthaelt wier-
den, beminnende de wcduw Montufar om
hemfelf, en Helcna om fijnent wil. On-
dertuflchen het Gerecht, door den wraek-
gierigen jongen geleydr, had fich ten huy-
ie van onfe fchijn-heyligcn begeven,
foeckende aldaer hetgeluckigh kindt van
d haer beroemde moeder : maer haer niet
vindende, en dedienftmaeght,diefy daer
gelaten hadden, niet wetende v/aer fy ver-
varen waren, deed men vaft al de kuffcrs en
kaflen verzegelen , en maeckten inventa-
ris van het geen fy daer vonden. De ge-
rechts dienaers vonden daer indekooo
ken genoegh , om meer als cenen dagh op
vrolijck te zijn, het geen fy niet verloren
lieten gaen, gelijck oock niet na hen te
f nemen al watfe achterom halen konden.
C De goede Mendcz , die by ongeluck uyt
J was gegaen, wanneer dit werek voor viel ,
; komt ondertuffchen te huys , wel anderi
• I denckende als het geen daer gebeurt was ,
I die terftondt by de kop gevat , en meteen
Igrootcn toeloop van volck na, het^evan-
H 2 gen
1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
i7* DORTSCHE
gen-huys gcbraght wierdt. De dienaar j
en de dienft-maeght wierden daer by hen
gehouden , en hebbende een weynigh te ?
veel gelproocken , gelijck Mendez oock
gedaen hadt , wierden benefïèns defe oude
verwelen tot twee hondert roey-flagen.
Mendez ftief f dry dagen daer na , als te out
zijnde omfulck eenlware proeve uytte
ftaen.maer den jongen en dedienft-maegt
wierden uytScvil le voor al hun leven ge-
bannen. Aldus had de voorfichtige Helena
fich felven en haren Montufar uyt de
handen van het Gerecht gereddert , dat
hen te vergeefs binnen en buyten de Stadt
liet foecken. Ondertuflchen fchaemde
fich het volck doot , van dus fchandelijck
bedrogen te zijn. En de fangers op de ftra-
tenen marekten , die voor heen niet an-
ders als hun lof- langen plegen te fingen ,
ftelden hun liede-maeckers weder in het
werek, om nu tegen defe ge veynfden al
hun gal uyt te braeckenj welcke liedekens
noch over al binnen Sevillegefongen wor-
den. Ondertuffehen begaven lich Montu-
far en Helena bedccktelijck na Madrid,
lbo haeft als fy daer gelegentheyt toe vin-
den konden , daer fy rijck en te famen ge-
trouwt aenquamen Sy deden terllondt
hun beft, om tijding van Don Sanche
de Villefagnan te hooren, en verno-
men hebbende dat hy niet tot Madrid
was, ontfagen niet, fich daer opent-
lijckte vertoonen, hy loo welgeklecdt
zijn-
tIK
PI
■ « I
ARCADIA: 175
zijnde als yemant aen het Hof,en fy met de
toeftel van een vrouw van ftaet, en fchoon
gelijck een Engel. Sy was aen Montufar
niet getrouwt, als op voorwaerde, dat hy,
als een goet man, en vcrftandigh man, en
een lijdtfaem man , tegen de befoeckin-
gen, en aenfpraeck , die haer fchoonheyt
haer veroorfaekte, niet een woort fou kic-
ken Gelijck ïy fich wederom van haer
zijde verbandt,geen als nutte en voordee-
lige aen te nemen. Sy was daer niet lang
of de midJeJacrlters, anders koppelaerfters
gefeght, begonden haer wel nau op te paf-
fen. Sy deden haer over al in de Comedie
en fpcelhuyfen verfchijncn , fomwijlen in
de ftraet-rennin^en, in her portier , alwaer
fy, lonckendeop den een, lachende op den
ander, en niemandt als vriendelijck acn-
iiende, in het korte een geheel leger Min-
naers aen haer fnoer kreegh , genocgh
om een gintfche galeye te voorfim. Haer
wacrde man hielt fich befettclijck en
precijiclijck binnen debeftccken van hun
voorvvaerden. Hy gaf de bevrcefde
minnaers felve moet , door het goet ge-
laet het welckc hyie toonde, en leyde-
fe gelijck als met de handt by fijn
vrouw , hebbende altoos fieckcn van be-
lang te doen , dewelcke hem drongen uyt
tepaen. Hy maecktegeen kennis als met
rijeke lieden , en die macht en wil hadden
omtequiften. Hy quam noyt in fijn huys,
als wanneer hy aen feecker teecken , in de
H 3 ven-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
174 DORTSCHE
yenfter,fagh verfekcrt was , dat fijn huys-
vrouw geen verhindering bad , en dat hy
moghtin gaen , fonderecnighbeletfelby |
te brengen. Hy braght fijn tij dt door in het
een of het ander gefelfchap , daer men
fpeelde , alwaer hem de gantfche werelt ,
ter oorfaeck van fijn vrouw , vrientfchap
toonde. Onder de flavcn van Helena was
een Edelman van Granade , die ai lijn me-
de-vryers in liefde en miltheydt te boven
gingk: Hy was van fulckeen treffelijck
geflacht , dat de tijtels van fijn adel te vin-
den waren , felf in de Archiven en fchrift-
kamer van de hooft- ftadt van J udea. De
liefde dewelcke hy Helena droegh , deden
hem binnen korten tij dt een groot getal
piftoletten uyt dc donckere gevanckenis ,
daer fy foo lange in gelegen hadden , te
voorfchijn brengen. Binnen korten tijdt
was het huys van Helena het befte gemeu-
bleert of behuyfraet , dat'er binnen Ma-
drid was. EenCaros, daer fyde paerden
niet van behoefde te onderhouden , ftondt
alle morgen voor haer poort , daerfe haer
bevel ontfing, enden geheelcn dagh rolde
daer het haer beliefde. Defen minnaer
huurde haer een kamer in de ichouw-
burgh vooreen geheel jaer, ennauwe-
lijcks ginck'ereen dagh voor by, dat hy
niet een heerlijck Collation aenrechte, foo
▼oor haer , als fijn andere vrienden , in de
huyfen vanvermaeck dierondtfom Ma-
drid zijn : daer Montufar fijn natuurlijcke
fwelgh-
p ■
Hj
pil
imv.
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 17?
fwelghfuchtten vollen vergenoegen kon-
de ,gaendeondertuflchengekleet als een
Prins , en met de beurs vol geldt, als een
financier. Hy at alle dagen als een Fran-
cois.cn dronck als een Duy tfer.Hy toonda
defen Granadin grootc gunft,en was niet
gierigh in danckleggingen tegen de goede
Luck- vrouw. Maer dit fchoone weêr ver-
keerde haeltin een gevaerlijckenftorm.
Helena verdroegh het befoeck van een
Jongkman , een van defe Braven van de
Stadt, dat maer bloodaerts in het velt zij n,
die op de koften van den een of den ande-
ren lichtekoy leven , die fy meer als tyran-
niferen. Die alle dagen in denScfiDuw-
burgh gaen om daer den dief te ftcllen ; en
die alle nachten hun geweer tegen de
muuren proeven, en des morgens zweeren
dat fycen hart gevecht gehadt hebben,
daer fy de helft niet aen liegen. Montufar
deed Helena menighmael weten dat dele
kennifle haer t'cenemael onnut en on-
voordeeligh was, en datfe hemgcenfins
behaeghde. Sy evenwel wilde lich daer
niet van ontflaen. Dit quelde Montufar ,
die, om fich fel ven te voldoen , haercen-
mael naeckt ontkleede, en dapper met rijs
de rugge fchuurde. Dit fmarte Helena
weder op haer beurt, evenwel fchcen fy
fich te laten verfoenen ; maer befloot ech-
ter fich te wreecken. En om te beter tot
haer voornemen te geraccken , deed fy
hem acht dagen nae malkander meer als
H 4 ge-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
i76 DORTSCHE
gewoone vrientfchap, foo dat Montufar
niet t wijfelde.of fy was een van die vrou-
wen, die hun dwinglanden en tyrannen
aenbidden , en bun aenbidders mifhande-l
len. Secckeren dagh, wanneer den Grana-j
din met hcn-liedcn het avondtmael fou
houden, maer dat hy,tcr oorfaeck van een
onverwacht voorval, niet konde komen ,
droncken Montufar en Helena kop tegen
kop, op de gefondthey t van hun weldader.
Hy wiert droncken,gelijck fijn gewoonte
was, evenwel wilde hy ten eyn de van de
maelttjdc de proef nemen van eenboutei-
legeamherde Hypocras, die hen den Gra-
nadin had toegefonden. Men weet niet
watter van is , of Helena , die voor de
maeltijd defelve geopent had, daer eenigh
fchadelijck kruytin moght gedaen heb-
ben ; altoos foo veel is'er af, foo haeft had
hyfe niet geleeght , of hy gevoelde een
ongewoone brant in fijn ingewandt, en in
gevolgh onverdraeghlijcke fmart. Hy
twijfelde terftont dat hy vergeven was, en
liep daetlijck na fijn degen,terwijl Helena
na de deur liep , om fich te bergen ; hy be-
gaf fich na haer kamer, daer hy haer
meende te vinden , en terwijl hy haer
vaft focht, vandt hy,in haer plaets,de jon-
ge minnaer van Helena, achtereen tapijt
die hem fijn degen dwars door het lichaem
liep. Montufar evenwel had noch foo
veel machts, dat hy hem by de keel greep.
Op het geroep van het huyfgefin quam
het
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 177
het Gerecht, dat daer by geval voorby
quam,in,juift als den moorder fich meen-
de te bergen, nadat hyMontufar voort
met fijn pongiaert afgemaeckt had. Heie-
ra ondertuflehen geraeckt op de ftraet, en
liep.fonder te weten waer heen; fy wierdt
ten laetften eenigh licht in een onder-zael
gewaer, begaf fich daer na toe, en fagh
een R iddcr d ie daer gingk wandelen, Sy
wierp fich voor fijn voeten neer, hem
biddende; haerby te willen ftaen , maerfy
vondt fich nietweynigh verbaeft, wan-
neer fy fagdat het Don Sanche de Villefa-
gnan was, die niet minder verbaeft was
als fy , de afgod inne van fijn hart daer te
fien. Hy was voor eenigen tijdt in gefchil
rou fijn vrouw geraeckt , en ten laetften-
met lichaem en goederen van haer ge-
fchcyden, ter ooriaeck van fijn mifhande-
ling tegens haer, en fijn byfonder quaet
leven . Hy had van het Hof laft verwor-
ven , om ergens in Indien een nieuwe Co-
lonie op te rechten , of een Lindtfchap te
bevolcken , waer heenen hy fich haeft tot
Sevillete fcheep begeven molt. Helena
wift hem wel haeft een deel logens in de-
handt te fteecken, die den goeden Don
Sanche al voor waer aen nam.foo verblint
maeckte hem de liefde. Hy fprong by na
recht op van blijdtfehap , wanneer hy
hoorde dat Helena genegen was hem te
volgen, fyvertrocken haeft van daer na
Seville, en vervolgens na de lndlcs , daer
H s ken
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
i78 DORTSCKE
hen noch veel vreemdigheden gebeur-
den » en daer fy ten laetften , gelijck my
van eenige berecht is . noch van haer ey-
gen by fit vermoort is geworden, alfoo fy ,
niet minder als den Exter fijn hippelen ,
haer fnoode hoerery laten konde. Ónder-
tuÜchen maeckte fich de Overigheydt
sneefter van al haer goederen , maerden-
moorder van den alreedts vermoorden
Montufar, raoft dienen om een galgete
vercieren.
Aldus eyndighde Ambrofio fijn vertel-
ling , dewclcke met goet genotgen en
vermaeck van het gefelfchap aengehoort
wierdt. Onder den Mantel van Godts-
dienfl: , feyde Periander, fchuylt menigh-
jnael veel boof hey t , dcwelcke de alder-
gevaerlijckfte is , om datle den menfeh
geen gelegentheyt toelaet lich daer tegen
te wapenen. En waerlijck ick kan my
niet genoegh verwonderen , hoe der foo-
danige menfehen konnen gevonden wor-
den , die de hooge waerde derven mif-
bruyeken, als een hulp, om hun godde-
loos befluyt uytte voeren en te bekrach-
tigen, en niet vreefen, dat de Goddclijcke
Majefteyt de fchending van fijn hoogh-
waerde naem op hun boofhey t fal komen
te verhalen. Dat men fulcke uy tgelatene
dievcry daer onder verberght , antwoordt
Lydamas, is wat ongemeender, als dat men
onder dien fchoonen fchijn hoerery
plceght > van het welcke de voorbeelden
snoef
1
ARCADIA. ij9
mteral te gemeen zijn. Een gedencktmy
onder de Spaenfche vertellingen gelefen
te hebben , die met loofe treecken van be-
drogh vermenght , en u liederaenhooring
wel waedigh is ; maer wy fullen die tot dc
naefte gelegen theyt fparen. Wy fullen,
berechte Lylanderdaer op , niet nalaten u
daer over te manen , en gedenckt dan on»
uwe beloften niet lchuldigh te blijven,
het welckc dan fal zijn, wanneer wy of
geen geit te tellen, of geen gewichtiger
laecken te verhandelen hebben. Ick fal in
geen gebreecke blijven, antwoordc Lyda-
mas , en miilchien begeeriger lijn om tc
vertellen, als ghy lieden aen te hooren.
Geduurende de vertelling van Ambrofio ,
fagh men dat Polymythus altemet beligh
was met een koordeken , een ftucksken
houten een mes tefutfelen, flaendc het
koordeken om het mes , dat in het houdt
ftack , en lbo voorts om het hout feit* , dat
dan opgetrocken zijnde, van lelt los
gingk, als was het door het hout getogen.
Wat macckt gy Polymythus, vraegde Ly-
damas.begintgy kints tc wordê?lk befock
antwoordc hy,of ik diefchoonc kond noch
ken.die my in mijn cerlte leerjaré lbo veel
gelts van leeren gekott heeft. Wat konft ,
vraegden de andere, altefamé na hem om
fiende? die konft daer ick mede belich
ben , antwoorde hy wederom. Die treek,
fcyde Lyfander, hebbe ick in de fchool al
geleert. Ick moet dan gcweldigh plomp
II 6 stijra
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
,Öo DORTSCHE
zijn , feyde Polymythus , fy heeft my een-
mael mijn beurs doen uytfehudden , en na
ick het merk «diende ick. daer noch wel op
fchool te gaen. Lact hooi en op wat wijfe,
berechte Lydamas. Indien gy my belooven
wilt , vervolghde Polymythus , dat ghy
mijn fotheyt niet uytlachen fult,fal ick het
verhalen. Dat belooven wy onder ver-
bandt van perfoon en goederen, antwoor-
de Lyfander , begint flechts.
Ick was , begolt Polymythus , eerft tot
Londen gekomen » enjuiftbefich, gelijck
de nieuwelingen gemeenlijck zijn , met
open mondt alles te begapen , wanneer
my t daer ick op de Konincklijcke Beurs
fat, en de beelden der Koningen , die daer
rondtfom in ordere ftaen , befagh , een
jonck gaftaen mijn zijde quam fitten,
die aen fijn gewaeten gelacteen eerlijck
Tngel gefel fcheen te zijn. Hy fprack my eerft
fche aen met defe woorden : Na my dunckt
Monfieur.zijt gy geen Engelfman. Neen
ick in trouwen, antwoorde ick hem: noch
ghy oock niet,na ick uw fpraeck hoor.Soo
ben ick oock niet, vervolgde hy .Maer van
wat geweft>indien men het weten magh ,
uyt Hollandt, antwoorde ick, en noemde
hem met een de pkets van mijn geboor-
te, daer hy fich liet duncken , ai wel be-
kent te z i j n ,en my wel mijn Ouders huys
afvraeghde , fonder dat ick weygerigh
was hem het aldernaufte bericht te doen.
Hy vraegde my,of ick al eeuige byfonder-
hc-
diep
ofdup
aiacc-
kcry.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
A R C A D I A. ,8I
heden van die Konincklijcke Stadt gefien
had, biedende my te gelijck fijnonder-
ftandt en gefellchap beleefdehjck aen , het
welcke ick goetwilligh aennam. Wy be-
geven onsalibo door en buyten de Stadt
e te wandelen , tot dat wy, vermoeyt zijnde
ons begaven een Comedie te Men , om te
gelijck te ruften , en dat vermaeck mede
te nemen. -Hy vertelde my , terwijl wy
noch vroejh genoegt] quamen, op die
fclve placts gefien te hebben, dat een
Edelman fijn beurs onder het ipeelen ,
door een die achter hem lat , uy t fijn fack
genomen wierf, den dienacr van den Edel-
man, dat een Ycr was, en noch v erder ach-
ter den dief fat, den treek van den linckert
gewaer wordende,hadt een fcherp mefken
uyt fijn fack getrocken , en vloyde den
gauwdief fijn lincker oor af, defe fich daer
over wel qualijck houdende, gelijck hy
wel reden had , en met recht mo^ht oor-
deelen dat dit de plaets niet was , daer hy
fijn oorichuldigh was, wildeden Yerf-
man aen, maer defe het mes met het oor in
fijn handen houdende, fey anders niet, in
quaet Engels, als, geef mijn Meefterfijn
beurs,en ik fal u uw oor weêr geven, mee-
nende geen onbillijcke voorllagh ge-
maecktte hebben. Den Meeftcr kreegh
de beurs , maer den dief had haeft genoegh
om fonder oor uyt het huys te geraecken ,
alfoo hy vreefde dat het licht lijn ander
oor oock koften fou. Die Edelman had at
H 7 goet
ÏSi DORTSCHE
goet gcluck, fprack Ly fan der dier tuf-
fen en . Dat geluck had noch een ander vant
mijn kennis , daer ick u terftont Tan ver-
halen fal i antwoorde Polymy thus , maer
nu moeten wy eerft van mijn ongelucki
handelen. Ick fal u niet verhalen wat het'
voor een Comedie was die ick fagh » alfoo
ick'ermaer quam om de lieden te ficn
fpreecken , en niet te hoorenAick beken,
datick'er foowijs uytgingkflis icker in-
quam. Mijn nieuwe vriendt bracht my
te huys,en ick befchonek hem danckbaer-
lijck meteen glas wijn. Een wijl daer na
quam hymy in feeckere bocckwinckel
aenfpreccken , daer hy my ter zijden
treckende, feyde, dat hy aen mijn herberg
was gewecit,daermen hem had verfocht,
indien hy my fagh,my te feggen, datfeec-
kerjongkman uytonfe gebuurte, wiens
ouders hy my ten naeften by (alfoo hy my
voorheen het huys van de mijne wel nau
afgevraeghthad) wilt te noemen, daer
gekomen was , die een brief met eenigh
geit aen my hadt , dat defen fijn herbergh
aengewefen had, (die hy feyde wel te ken-
nen) en verfocht,alfoo hy noch dien avont
meende na Doevrcs te verrevfen, dat ick,
foo haeft als ick te huys fou gekomen
xijn , by hem wilde komen, lek verfocht
hem,my aenwijlingh te doen , gelijck hy
my aenboodt gaerne met my darwaerts te
gaen. Hy braght my in een van de voor-
naemfte wijnhuyfen, wiens nacm het
paerts-
BK
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. igj
•ypacrtshooft was, hymaeckte het wefen
i na yemant te vragen, maer alfoo ick geen
:. tael verttondt , konde hy my wijfmaecken
«! wathy wilde. Altijdthy deed my berecht,
x datdenjongkman niette huys was, maer
ï verwacht wierdt. Het naclle was,cen kan
r wijn te laten tappen, en lïch in een van de
^kamerkens in de zacl neder te fettcn.
Terwijl wyaldaer inonle tael met mal-
v. kander kouten , hoorden wy een darde,
v uyt een ander celleken , die ons inde felf-
do fpraeck feyde , dat hem docht dat hy
landtfliedcn hoorde, en, lbo het ons ge-
liefde , dat hy gaerne ons gcfelfchap wilde
genieten, mijn macker en ick toonden
onsdaer toegenegen, enallbo braghten
wy onfc {pillen te facm. Hy wift ons
^wonder te verhalen van fijnreyfen, en
andere vreemd igheden , (eggende , dat hy
een Vlaming van Duynkerken was. Dit
laetfte gaf my al cenigen fchrick , alfoo
r my de naemop zeeal vreeflelijck inde
..c ooren gcluythad. Mijn macker,met hem
i in onder] inge praet vallende,vertcldc hem
-: foo het een en het ander,en onder anderen,
1 dathy een Meerkat gcficn had, die heel
i aerdige kunlten op dc koort .enanderiins
konde doen , die oock met een koordeken
door een mes en ltockskcn te halen ,(evcn
5J alfoo gclijck ghy my llrax hebt lien doen)
i het volck frer had doen verwonderen ,
v wijlende te gclijck aen, op vat wijfefulex
tc doen was. Den Duynkerckcrmede het
Öocks»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
iÖ4 DORTSCHE
ftocksken cn koordeken nemende, meen*
de te ontfinnen,dat een aep hier in gauwer
was als een menfch , en dat noch een Vla-
ming. Dan fcheen hy het te hebben , dati
Weder quijtte zijn , willende gedutirigh
met mijn macker aen het wedden , dat h/
het nu gevonden had : gelijckfe oock en*
delijck om het gelagh deden , dat dea
Duynkercker verloor j dieevenwel wey-
nighfwarigheydtdaer in fcheen tcmaec»
ken , alfoo hy feyde gelts genoegh by hch
te hebben, gelijck hyoock in derdaedt
had, alfoo hygeheele handen volgoude
Jacobifen en Carolifcn te voorfchijn
braght ; doende ondertuflchen wacker op
vullen, en wijn in het vierfetten ,om,foo
hy feyde , eens ter degen vrolijck te zijn ;
fonder dat ick docht dat het mijn arme
beurs gelden fou. lek ondertuflchen liet
evenwel niet na mijn vriendt na het volck
te fenden,om te vragen of mijn bode noch
niet te huys gekomen was , alfoo mijn
brief, en voornamentlijck het geldt , my
geduurigh deden om iien ; die my eynde-
lijck befcheyt braghten , d at hy elders te-
gaft gehouden was, dat het miflehien laet
fou zijn, eer hy te huys komen, en eynde-
lijck niet voor morgen avondt vertrecken
fou, inwelcken tijdt ick. hemgenoegh-
faem fou konnen fpreken. Dit nam ick al
foo voor courant aen,en leende het oor aen
mijn macker , die my foetelijck toebeet :
DefeDuynkerckers en fchelmfchc rovers,
heb-
I ARCADIA. ity
jliebbcn mijn, en m iflchien oockuweOu-
idcrs, almenigh duyfent guldens fchade
gedaen , indien ghy met my wüt aenfpan-
men , ick fie kans om defen Dtiynkcrcker
aen te packen , en een veer te onttrecken.
Ick vraeghde hem,wat hy dan doen wilde,
enfeyde. dat i< k nier hoopte, dat hy hem
,beftelen of pionderen wilde-. Hy ieyde,
|bylooneen, maerdatde V4aminggcduu-
irigh met het hout en en koordeken be-
fighwas, dat hy het doen wilde, cn niet
konde , en evenwel geduurigh gelr wilde
by letten , dat men eens voer by het ltuck
rooft fetten, en hem atfooeen lacobus tien
of twaelf uyt de fack kloppen Ick toonde
mydaer feer ongenegen toe, maermoft
my ichamen, als mijn macker mijn kintf-
heyt beftondt uyt te lachen, en te vragen,
Wat ick dan in de werelt deed, of ick al
meê vreemde landen wilde gacn beften,
dat het macr van de vyanden gehaelt
was , en beiloor, ick ibu het maer op hem
laten aenkomen, hy fou wel toelien, of de
flagh wel ofquali'jck was. Her punt van
eer, en om te toonen dar ick geen klryntjc
vreefde , en mede geldt ifi de beurs h«dt ,
deed my {chcor voerende dacr roe ver-
ftaen. Wy komen weder by malkander,
en fpreecken van alderhandc iaecken,
ondertuflehen, als hy het glas niet had,
deed den Dtiynkcrcker niet anders als met
het koordeken futlelcn, willende her telc-
kens winnen dat het nu wel was j gelijck
het
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
i86 DORT S C H E
het oock fomwijlen deedt , wanneer hy
mijn macker beftondt uyt te lachen. Tetr
laetften weder omQaende, feyde mijn
laadtfman , dat de flagh weder niet go
was; hy daer op de prullen foeteli jek neder
leggende, haelde veertien Iacubifenuyfcï
en wierpfe op de tafel neêr, vragendé
mijn macker, of hydcr foo veel wel onderj
verfetten fou willen ; die tot antwooit;
gaf , hy had foo veel niet by kas , macr in*
dien dien jongen Heer, meenende my, het
halfwilde ftaen , dat hy te vreden was. Te
cdclmoedigh was ick, om mijn vriendt in
de noot te laten, ick fie mijn fchat over, en
vinde maerde waerde van omtrent fe#
Iacobifen, die ick by my gefteecken hadt , :
om eenigc Engel febe boecken te koopen 5 1
maer eer de party om m i jnentwille achter a
fou blijven , liet ick my duncken , wilde
ick liever doen, dat ick niet gaerne deedt ,
haelende met een een diamant-ringk van
den vinger, die al een goede ftuy ver waer«
digh was, en boodt die , voor het geen ick
te kort quam , by te fetten , met verfocck,
indien wy het verloren, dat ickfe voor het|
fclve weder moghtlofTen; dat ick hem
vooreen eerlijck man hielt, die het mijne I
niet van my vervreemden fou; en veeli
andere wisjes wasjes meer. Altoos hyj
hielt figh te vreden , en nam mijfn aenbie-l
ding aen , en daer op moft het glas cerft 1
eens omgaen,om het hart van den verlie- 1
fer te ftereken , gevende my mijn macker I
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 187
ndertuflchen een dou met de knien , als
iliende te kennen geven, hy wift den man
el , fonder dat ick wift dat hy hem my te
voelen gaf. Ten laetfttn , het glas om ge-
weeft zijnde, fouhetftuekaengaen ,den
| Duynkercker nam het tuygh op , en wy
fagen met hondert oogen toe, en ick voor
my , was al beiigh met het geit te deelen ,
en hy milfchien met het mijne re tellen.
■(Eyndelijck gingkhet koordeken los, en
'/met dat lofgaen floot mijn hart toe , alfoo
>idicht als mijn buydel korts te vooren wijt
egaepthadt. De Vlaming fleepte zijn
Jen ons geit, te lansen met mijnen ringk ,
ina figh, enhaclde een heelc Ichelle van
f jnijn oogen ; ick fagh mijn macker aen ,
!f mijn macker my, en vervolgens wy beyde
.den loofen Vlaming, die met den buyt
1 ftrijeken gingk. Toen begon: ick met be«
lter ernft en meening te veiioekcn.hy wilde
my mijnen ringk laten lolTen.alio ick hem
des morgens , in lijn her berge , die hy my
j noemde, lijn geldt dacf voorbdtellen w ij-
lde, het welckehy itiy beloofde. Ick
•i.ir.acckte ondertuflehen bonne mine, en
". een goet gclaet , matr mijn mcdegefel fut
als of hy vcrweUn was , willenende fom-
\ wijlen, gclijck als fteeifgewijs, fijn oogen
3af, hem lufteniet tedrincken , hem lufte
•i niet te praten , hy was t'ecnemael ontftelt ,
') foo dat ick lelt deernis met den hils had.
j Ick nam hem eyndelijck alleen , en na dat
ick hem omtfijn onvoorfichtighcydt be-
ftraft,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
83
DORTSCHE
ftraft, en mijnen fijn verlies geweten^
had, beftondthy te weenen,en te klagen^
het was al dat hy in de werelt had , en hf \
fagh nu geen middel om met fatfoen we*j
der in Hollandtte komen. Ick beloofde
hem hulp, foo veel als mijn Capitael lij4
den konde, en foo fcheyden wy eynde-4
lijck, alfoo het begoft laet te worden , uytj
de herberge , en begaven ons elck met by-
iondere finnen na huys. Dien nacht gingk
foo gemackelijck niet door als de voor-
gaende , door het overdencken , hoe ve *
ick dien dagh aendic fchoone konft ve
leert had, en foo haeft was het geen dag!
of ick ten bedden uy t, eer ft na de herberg
van mijn macker, die ick met groote
moeyten bevragen konde: ick vraeghde
na foodanigen longman , maer fy kenden
hem niet , ickbeduyde hen fijn gedaente ,
kleeding en geftalte , maer fy witten van
hem niet. lek begeef my van daernide
herbergh van den Vlam ing , die my al im-
mer foo veel moeiten kofte, hoe duydelijk
ickfeoock opgefchreven hadtj daer ko-
mende, vraeghick na foo een perfoon,
maerhy was daer niet bekent } ickbe-
fchreef fijn kleeding, fijn gedaente, fijn
fwarte pliefter op het lincker oogh , fijn
vet en druyftighaengeficht, bruyn hayr ,
maer het was al even veel. Ick meende
fot te worden , dat ick, boven mijn geldt ,
mijn ringk noch quijt was : maer weder
een moet nemende, en niet konnende
noch
\
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
m
#1
pi
|i
§1
ARCADIA. 189
ïioch willende dencken, dat fulck een eer-
Jijck man my het mijne onthouden fou ,
mam ick hoop , hy fou wel felf by my ko-
men. Ick wachteden eenendagh voor,den
landeren na, gingk op de beurs na hem
fien, maer die niet opdonderde was hy, en
imijn macker, die mede niet namy om-
ifagh. lok konde noch evenwel noytin
mijn gedachten krijgen, dat hetfchelmcn
te hoop waren, ten waer fy my tot Amftel-
dam te iamen tegen waren gekomen , al-
waer mijn macker , my eerlf gewaer wor-
dende , van des Vlamirws zijde afvloog h ,
en lich onder de kooplieden op de beurs
verbergen gingk. Ick wiert hem daer na
noch wel eens of tweern iel gewaer , maer
vand ongeraden om foo een geringe laeck
veel gcru' hts temaccken, o;,ck onwil-
lig h zijnde, fchan de by mijn verlies te
fc)egen , en van de menfehen uytgchchen
te worden, of hier of daer in een Alma-
nack te raccken Nu bidde ick 11 00c k ,
dat ghy my uw beloften houdt , ghy Hee-
ren, en Iongk vrouwen , en faehtelijck
met my handelt , u vcriekerendc, dat ick
nu foo welgelccrt beu, dat lulckc dup-
maeckers niet meer aen my te vatten ful-
len vinden, en om u daer temeer toe te
verbinden , 1:3 1 ick U my noch een macker
by voegen , die mede al lachende lijn tan-
den quijt raeckte, ma r in het weder
krijgen beter gcluck had als ick. Wanneer
deTcrmSjof Rechts-tijden , die uytgcfon-
derde
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
l9o DORTSCHE
derde in het jaer zijn, aen komen, komen-
der menighte van Country Gentlemen, of
lieden uyt het landt,om hun rechtfaecken i
en pleydoyen te bevorderen. St. Pauls*:
kerek is dan de beurs van advocaten , ar
pleyters, diemalkander aldacr weten op
te foccken. Seecker bedacght Edelman;
metmy ter tafel zijnde, iooals hy des
middaeghs met ons over dc maelti jdt fat,
cn den tafel- dienaer , na de gewoonte, een
fchoon tafel-bort op de tafel lcyde , daer
een ydcr fij n geit op telde, vandt, met ver-
baeltheyt, dat hy infolvent was. Hytaft
nu in de eene, dan in de andere fack , maer
hetfoecken was te vergeefs, hy wierdt
nu root dan weder blceck om lijn kook'
nen , fat een wijl te druylen, ftreelde fijn n
bacrt , en borft eyndelijck uyt : byrnj trots, A <
fatts hu , I bafUi bfl my purfi ; foo waer als ül :
£"SC' ickleef , ick heb mijn' beurs verloren.
kcur. Sommige van ons lachten, eenige vraegh-
ic-fnij den waer hy dacht die verloren te heb-
dery. ben ? Ick kan niet bedencken waer , feyda i
hy, en ben heden nergens als in Pauls- (•
kerek ge weeft, of, vcrvolghde hy , die k
wie ben ick wie ben ick, mort my de
huych gelicht hebben. Wy vraegden hem,
wie en hoe dat was. Ick gingk daer, voer
hy voort , wandelen , een die ick niet ken-
de, quammy vanachter, floegh myde
mantel met de handt voor de oogen, vra-
gende, wie ben ick, wie ben ick? Ick
noemde al die my in de gedachten qua-
men ,
KMI
ARCADIA. ipi
>mcn, cn ey ndelijck als het langh gcnoegh
iwas , ontflocgh my defen gaft , en my in
jhet aengeficht ziende , macckte denver-
'baefden , feggende : by mijn waerheydt
»Heer, ickbcn bedrogen, en meende een
zander voor te hebben. En badt my dat ick
rhem die ftoutigheyt vergeven wilde Daer
lis niet aengelegen, feyde'ick, en daer mede
igingk hy , metdnyfent woorden van leet-
^weien , van my af ; ick vervolghdc mijn
wandeling, en nu vindeick datickmijn
tbeurs met geldt quijt ben. Wy vraeghden
) hem, hoe veel daer in mr-ghtgheweeft
pijn? Omtrent twintigh ponden fterlincx ,
.antwoorde hy. Vooricecker faludien
galt, antwoorde een ander, dien treek
jgefpeelt hebben : wantmy ghedenckt in
Cheapfide, op den klaren dagh, een jon-
;gen,dieeen fackmet geldt droegh, foo
mede fijn geldt te hebben Gen vcrliefen :
want twee gefellcn vatten hem van ach-
ter , waer van den een hem foo de oogen
;verbondt , en den ander by de krop varte ,
'terwijl die met de andere handt de fack
• wech nam , ondertuflehen niet doende ali
Jachen , als of fy met hem boerten , maer
den buyt wech hebbende , gingen heen, al
i lachendecn fpottende, latende den jongen
•opdertraet neder leggen, genocgbl'aem
van fijn felven , alfoo hem den een de keel
wat te vaft toegedruckt hod, die weder be-
komende, ftracksna fijn geldt vraeghde ,
croaer nicmandt wiil daer yets af. Men
vraegh-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
1
i9» DORTSCHE
vraeghde hem» of hy die lieden kende • hy
antwoordc neen; men fagher na om, mai
fy hadden het hafe-pat gekoren,in't koifl
hy was en bleef lijn geit quijt. Mifïchiefljj
fou die gaft, bt rechte een van ons, ofyëT
mant van de medegefellen , noch wel ce
voor den dagh komen ; ick fou u raden d<
vondtte gebruyeken , die ick eens in d
Legende der Dieven gelefen heb * en gaf
hem met een tien raedt, dieghy hooreir
lult. Den Edelman vulde een beurs met
legh-penningcn , en gingk weder nade
kerek wandelen als te voren , lettende fijn
dienaerop de fchilt wacht. Hy had de ban-
den of 1'noeren van den buydel laten uyt»
hangen, om tot een lockaeste dienen.'
Hy had nauwelijcksfes keeren gedaen , of
dacrquam een acn fijn zijde wandelen >
diefichal kort by hielt, enmeteengau-
wighey t de beurs wech had, en daer mede
de kerek uy t ftrijeken gingk. Den die
naer , die niet een oogh van lijn meeftetf
had gehouwden , volghdedcfen lincker
terftondt na , en den meefter den dienaer 1
en wy met ons tween , die het fpel hadden
willen aeniien , den meefter, fydaelden
langs de naefte ftraet af tot inTeems-ftraer, I k
die langhs de rivier loopt. Daer trat den |
dief in een braders huys, den knecht klop-
te hem , in hetingaen , op den ichouder,
en vraegde hem , of hy fijn meefters beurs
wilde weder geven ? Wat beurs? vraeghde I
den ander, Die beurs die ghy daer terftont I
ge- j
mm
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
fcgeftolen hebt , antwoorde hy weêr. Dc
9 dief begoft te tieren en te baren , als of hy
hem wilde vernielen , wanneer fijn mee-
fter en wy in quamen , j uyft fop als 'er een
; opfijnroode muylen, met het wambus
x voor open , van de trappen quam , vragen-
de wat 'er te doen was ? niet anders , ant-
0 woorde den Edelman , die hem voor wie
nben ick , wie ben ick , wierd kennende , als
datghy my mijn buydel met het geldt
1 weêr geeft, die ghy my gifteren ontnomen
shebt, en foo ghy niet wilt, fult gy hier ter-
jftont de Sargeanten in huys fien , die u een
^anderen wegh fullen wijfen. De dief,
sfiende defe verfeeckertheyt , en ai dit
cvolck op de vloer , luyfterde den Edelman
LWat in het oor , gingk daer op na boven ,
tquam weder af, en (topte den Edelman
cwat in de handt, die daer op, na datfe mal-
ükander weder wat toegeluyftert hadden ,
;met ons ftillekens hcenen gingk.toonende
..ons de beurs met het geldt daer in , daer
mietvan vermiftwasi Blywashy , fijn
ïgeltfoo weder gekregen te hebben, die
ions daer voor een vrolijcke maeltijdt gaf.
•Polymythus wilde al meer van defe fnuy-
Tlerijen ophaelen, maer fiendedat Pcrian-
5er , die aen het hooge van de tafel fat ,
'^pegoft te knickebollen, wiert 'er verlucht
at men de maeltijdt wilde eyndigen , al-
Maer de jonckheydt , geenfins foo flaep-
fuchtigh zijnde, en gilling maeckende,
19+ DORTSCHE
hunfchade in het flapenwel weder in tel
halen, wilde figh noch een wijlby mai-i
kander houden, te meer, dewijl LyfandeJ
Lydarnas aireets over fijn beloofde vertel4|
ling gemaent had i die,niet minder begce-1
righ hetgefelfchap te vergenoegen , als fyl
dele vergenoeging te ontfangen,fichniet»
lang bidden liet, en alfoo fijn gefchiedenisi
begofh
Gefebiedenis van Schijn bedritght.
De Stadt Madrid , gemecne verblijf-l
plaets van het Hof, was de geboortc-pljets|
van Lamie en Delie , twee , foo wel in defe|
als oude tijden, bekende namen, als zijnde
de twee voornaemfte perfonagien van onfci
tegenwoordige gefchiedenis. Defe waeren
twee gefufters , van een Edel gcilacht ,
zijnde weefen gebleven van vaeder en
moeder , wanneer de eene 1 7 , en de
ander 18 jaeren oudt was, malkander feer
gelijck in trecken , en fchoonheydt van
aengeficht , maer feer verfcheyden van
aert en manieren. Lamie was de jongfte ,
maer evenwel deloofteen doortraptfte j
maer Delie was in alles vryborftigh en
openhartigh , fondcr eenige veynfiérijen
te plegen, levende met foodanigen vry-
heyt,als haren aert enjongkheyt toelieten.
Maer Lamie, aenmerekende, dat men fieh
fomwijlen in achting weet te brengen ,
wanncermen een uytwendigen fchijn van
wijfaeyt cn]/edigheydt weet voor te ftel-
len
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ƒ
i
1 ARCADIA. 10~
f len, al hoewel ondertuflbhen in het vei -
4 borgen de manieren juyft die rechten
C treek van de deught niet hebben,
kleede figh gelijck een Klop, of geo
ltehjckejiirrer, over al te kennen ge-
vende , dat Cy in dele hacr eenvoudigheyt
Wilde leven en lterven. Moer defe wij Cc
van kleeding pafte haer Co wel, en gaf fuik
een luyfteraen haer fchoonheyt,dat Cy het
I aldcrkoftelijckftc gewaedr, daer voorniet
iou hebben mogen verkieien. Onder haer
iwartLampherj wiftly haeroogen met
4 fulck een konlt in het werek te ftei !en, dat
{ Cy machtiger waren begeerlijkheden , als
-• devotie ot Godtsdienftigheyt teverwee-
. >; ken. Behal ven , dat de poeders de Cypres ,
• den Ambergris,en het riekend water.ont-
J braken haer oock niet, om haer kleedcren
.i en haer gewaedteen lietiijeken reuck tc
f geven. Sy behielp fich met het fpreeck-
' woort het geen feght.dat puntighey t geen
heyligheyt verminderde. In heropenbaer
cfprack Cy niet als van gccftclijcke dingen ,
en in het heymelijk niet als van wercltlche
igenuchten. Delie kleede fich op een heel
■andere wijfe, h ier tabbaerts en rocken
\warenhoogh vanverwe, den cenenge-
'chamarreert of gehoon met zijde, den
randcr met goutcn iilver, en alle* na de
inieufte mode , en op het alderg* eftighfte.
^Sydroegh kofteli joke kanten , ketenen ,
^pendanten aen de ooren , pecrlen aen den
;hals, Sy had byfonder vermaeck in bloc-
I 2 men
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
I
,o<5 DORTSCHE
men , waerom fy daer altoos van voorfien
was, fy koften wat fy koften; j a foodanigh
wasden yverende onkoften, diefydaer
aen hing, dat fy fom wijlen in het midden
van de winter wel de fchoonfte bloemen I
wift te vertoonen , braverende den ouden
kouden Saturnus, met het kofteiijekft
vercierfel van Flora om haer hooft. Sy
had een ftemmig en braef vefen, vergefeï-
fchapt met een eerbare ftoutmoedigheyt ,
en een gclaet dat altoos even geneughlijck
ftondt. Kortelijck,haer gelaet en wefen
waren foomachtigh om de finnen te be-
tooveren , als die van Lamie om die te be-
driegen. Defe deedt niet anders, als Kloo-
fter uyt Kloofter in, Kerck uyt Kerck in te
gaen , fprack openbaerlijck metniemandt
als met Predickers en Cafuiften. Delie
gebruyekte alderhande flagh van gefel-
fchap , foo Wel van mannen als van vrou-
wen; verfuymde niet een Ballet, noch
Comedie, maer ftam boven alle groot
vermaeck , van de jonge Edel-lieden on-
derhouden te worden, die haer fchoon-
heyt voor haer voetenbraght* SyWasfeer
vry in woorden , en feer ingetogen in
wereken : haer Sufter, in tegendeel ,'Was
ingetogen in woorden , en vrv in haer
wereken. Aldus pooghden dele twee Su-
ffers , door fulcke ftrijdige middelen , een
felfdeoogh-wittebereycken,namcntlijck
de rijekfte van al hun verfoeckers te be-
dingen. Sy leefden te famen, en onder-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 197
hielden hun perfoon , hun huys 1 en hun
gevolgh , fonder deunigheydt of overtol-
ligheyr. De ernftigc Lamie had voor haer
M innaer een Proteflbor , of Hoog-Leer-
meefter, in de Rechten , een man van bra-
ve weten fchappen , en wel door-lettert :
wy fullen hem Bartolijn noemen.
Delie, die van een vrolijcken en blygeefti-
gcn aerdt was , wift de minnelijcke ge-
dachten van die by haer quamen konftigh
genoegh te queecken en aen te moedigen,
door de t wij felachtige hoop , dewelcke fy
haer wilt te geven, hebbende fy ondertuf-
fchen eenige genegentheyt tot een jongen
Schat-meerter, Ferdinand genoemt. Defe
verfocht haer niet, als om fijn vermaeck
te voldoen , en fijn tij dt door te brengen :
maer Delie deed hem geen goetonthael,
als om hem te trouwen , en alfoo haer ey-
gen nut te bevorderen, dewijl hy feer
rijekwas. De genegentheyt van Lamie,
tegens haren Rechtfgelecrde , duurde foo
lang als hy wat te geven hadt, en wanneer
fy vernam dat hem de handen gefloten
waren , floot oock haer genegentheyt en .
goet onthael : gelijek dc£e , die alleenlijck
op het voordeel te hen gewoon zijn. Sy
wederom focht de genegentheden van
Ferdinand aen lïch te trecken , fchenden-
dc alfoo de getrouwighcy t die fy haer Su-
fterfchuldigh was, om haer boofe begeer-
lijckheden te voldoen. Om de eerfte
grondt daer van te leggen , verwachte fy
I 3 dat
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
198 DORTSCHE
dat hy tot harent quam , om de gelegent-
heyt te nemen hem aen te fprekcn 9 en fijn
genegentheyt te doen waggelen. Dit
haer geluckcnde, gebruyckte fy (met
groote vrees evenwel voor haer Sufter)
defe redenen tegen s hem: Na dat ick eeni-
ge maenden de on^cruftigheden , van een
genegentheyt , die uw verdicnfkn in my
ontfteecken hebben , hrb moeten verdra-
gen , heb ick my eyndeli jek genootfaeckt
gevonden, den toom aen mijn beferheyt
te lofTen , én de fchaemre van mijn ge-
llacht, als oock de banden van plicht, vaer
mede ick aen mijn Suftcr verbonden was,
te breecken, om u mijn quael te kennen te
geven , nadematl de genefing van de felve
alleenlijck aen u hangt. Indien'er ecnigc
beleeftheydt in uw ziele huyfvcft , onder
foo veel deugden waer mede ghy verciert
zijt , fult ghy door defe mijne dact u niet
gefchandelifeert vinden,nademael het is
om mijn leven te behouden , dat ick dit
tegenwoordige heb onderftaen , het welc-
ke ick met veele redenen , die u en my tot
onferuft fullen dienen , bekrachtigen fal.
Ick fegge u dan , dat ghy hier geen ver-
genoeging van uw minneliijeke bc-
gecrlijckheden te wachten hebt , als
alleen door den wegh van het houwe-
lijck , en voorts de Ichoonheyt van Delie
is al een weynigh machtigh de geeft van
een echte man tot min*y ver te verwec-
ken, ter oorfacck/an haer een weynigh
te
ARCADIA. 199
ïtevryen handel : fy is al wattekoftelijck
in haer kleeding , yder oogenblick fit fy
aenhet vcynfter, om van de Edel-lieden
die voorby gaen geilen te worden. Sy
neemt haer vermacck aengciproocken en
'■gegroet te wordenden voorwaer een doch-
ter die vermaeck in fulcke handelingen
neemt , laet niet na haer aenfien en eer in
gevaer te (lellen. Het Hof heeft voor een
quade gewoonte » alles te miiduyden , tot
achterdeel van defe die fich laten fien , en
te gemeenlaem acn fpreecken : macr in
tegendeel heeft dat gevaer geen placts in
defe , die fich felven in hun huys befloten
houden, gclijck alsick. Dit is genoeg h
I BcfegkÉ > Sny neDt verllants genoegh om
1 van de red te oordcelen , en om u van haer
I te ontflaen , die u tot noch toe gevangen
t houdt , indien ghy de onruft niet meerder
j als de ruft bemint. Wat my aengaet , ick
begeeregecn andere getuygenis van mijn
y eerbaerheyt als 11 felven , en geen andere
c blijck van mijn leven , als het geen ghy in
r my ge Men hebt , en op fulck een verfeec-
> kering wil ick mijn eygenlofaendeftil-
(1 heyt overgeven, behalvcn dat mijn eygen
r mondt dcfèlve vermoedelijckfou mogen
r maccken ; gclijck oock mijn woorden
c ovcrtolligh Toudcnzijn, en dat by u, die
! een volmaeckte kennis van mijn deugden
i hebt. Het is geenfins om het welftaens
/ wil,nochomfchijntemaecken, dat ick
) dit foo fedigh gewaedt , noch dit afgcfon-
I 4 dert
4oo DORTSCHE
dert leven heb aengenomen : het is alleen
de deugt die daer in mijn leermcefterfche
is, en my daer langs den wegh wijft , na
den Tempel van eer : en uy t defe drift kan
men een gevolgh trecken , dat diegene,
die fich felven kan beftieren , zijnde in een
vryen ftaet , fich felven te lichter onder
eehoorfaemheyt van een man, die met
lulcke gaven is voorfien , alsghy zijt , fal
konnen ftellen. Mijn goederen fijn kleyn ,
in der waerheyt , maer mijn bloet is Edel
en van een goet acnfien. Ghy zijt een be-
quaem en voorfichtigh man , ghy hebt
geen taelman van nooden , om my te ver-
ftaen. Ferdinand was ten hooghften over
defe tael verwondert , hy bleef een goede
wijl ftil ftaen, om over te leggen , wat ant-
woort hy daer op fou hebbeo te geven.
De verdienften die hy in Delie vandt troc-
ken hem aen de eene , en de redenen van
Lam ie aen de andere zijde. Eyndelijck
feyde hy tot haer: Hy, die fonder overlegg
op voor- gefielde iaecken van belang
antwoort, toont dat hy licht en onbedacht
van finnen is. Delie is uw fufter : ick bc-
kenne , daer fou wel yets op de overdadig-
heydt van haer kleeding te feggen vallen ,
doch niet op het binnenfte van haer ma-
nieren. Wat u aengaet, ghy zijt in der daet
prijswaerdigh , felf in het ooge van de ge-
heele werelt , gelijck ghy achting treckt 9
uyt het geen uw Sufter verachtelijck
«naeckt. De genegenthey t der menfehen
hangt
ARCADIA: ïor
hangt aen den Hemel felf , want indien de
fterren niet dringen , ten minften geven fy
eenige neyginge. Ick heb Delie overma-
tighlief, en het valt feerfwaer, op een
oogenblick te haten, hetgeen men lang
bemint heeft gehadt. Detijdt is een groot
konftenaer : ick fal hem de beftiering van
mijn affcheyding , en Lamie de pooging ,
overlaten van te verdienen, het geen fy
Delie foeckt te ontnemen , indien anders
Delie haer niet voorkomt , in het verkrij-
gen van het geen Lamie begeert. Alfoo
liet Ferdinand Lamie tuflehen hoop en
. reefe : fy wilde wei daer op antwoorden,
maer haerSufter daer over inkomende,
belette haer fu leks , en bewoogh haer in
boertery te verkeeren , het gene fy in goe-
den ernft gefegt hadt.Dcn Minnaer groete
fijn Minnarefle beleefdelijck, evenwel
met meerder koelheyt, als hyoyt voor
defen gedaen had. Sy deed hem de gewoo-
ne vriendelijckheden , maer hy Tpeclde
de ftatige en de wijfe , daer Delie fcer over
verwondert was, alfoo fy de oorfaeck niet
wift. In defc geftaltenis maecktehy fijn
befoeck kort , en nam oorlof van haer.
Delie vraeghde Lamie, of fyniet wift,
waerom Ferdinand fich foo koel tegens
haer getoont had ,en wat het was liet geen
hem loo fwaermoedigh hadt gemaeckt,
daer fy hem met fuik eé blijdfchap en ge-
noegte onthaelt had? Ach lieve Delic,ant-
woordedcloofcLamie , de geeft der man-
l y nen
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
,o* DORT SC HE
ncn tc willen in toom houden, is foo veel ,
alsof men den windt in netten fbu willen
vangen. Sy zijn vcranderlijcker als de tijdt
felf, en onftandtvaftij^er als het gcluck, en
vryer als hun vrye wil. Het geen hen he-
den behaeght , mifhaeght l^en morgen ,
en daer fy nu hun leven voor fouden wil-
len wagen , fullen fy binnen korten tijdt
verachten en mifpnjfen.En van dcfe flach
isFerdinand oock, maer indien ghy wilt
dat ick oprechtelij ck tejgens u fprceck,en
metfulck een openhartigheydt als Sufters
betacmt , fal ick u wel feggen.dat uw uyt-
ftellen en lanckwijligheden mifichien
fijn genegentheden doen verkoelen. Het
is het gemeene werek van de tijdt , de be-
geerten en genegentheden te doen veran-
deren $ en in die tijdt waer in wy fijn, ver-
keert fich gemeenüjck de te feer verleng-
de hoop in wanhoop. De Minnaers laten
fich niet langer door gemeene gunften
aenhouden , door arm-ringen van hayr ,
door brieven of diergelijcken, indien geen
nauwer verbintenis daer heymelijck
mede vermengt is. Het is geen tijdt meer
figh foodan igh in te binden. Defen Man
dan, door al uw bede nek in gen afgewefen,
heeft my te kennen gegeven , dat hy eenig
bcfluyt voor my heeft, net welck my geen
kley nebekommernis macckt; want indien
ick hem bcgunftige,fal ick onget wij feit u
mifnoegen,en indien ick hem afflae,en hy
ons daer over t'ccncraacl verlaet , fult gy
in
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
BH
ARCADIA. 205
in een oogenblick verlicfen , het geen ghy
foo langen tijdt voor u bewaert hebt. In-
dien ick hem aenhoude, ftlder yets te
wagen zijn, of voor u, of voor my. Raet
ray wat ick te doen hebbe , of wat gy wilt
dat ick laten faL Soodanigh waren de
woorden van Lam ie tegen Delie, toonen-
dc wel dat fy in de Boeckcn van Celeftinc
uytgeleert was. Delie gaf haer niet een
eenigh woort tot antwoort , foo veel is'er
van , dat fy geenfins genegen was haer
voorflagen aen te nemen , blijvende even-
wel tulTchen de liefde en gramfchap han-
gen; den eenen tijdt, fcheen fy het verlies
vanFerdinand weynigh, enden anderen
tijdt, het felvcfcer hoogh te achten. Ter-
wijl fy befigh was hem voor ecuwigh uyt
haer oogen te bannen , voelde fy fich door
haer ey gen neyging weder fpreecken. Nt
eenige verwarde overleggingen , die de
arme Delie in haer gemoet maeckte , (lel-
de ly evenwel het befluy t ten laetften aen
Lamie, gevende haer de gantfche beftic-
ring van de faeck over, gelijck fy meende,
tot haren beften. Den nacht gekomen ,
wierdt van Lamie in het gefclfchap van
haren Bartolijn doorgebraght , maervan
Delie met de droevighfte gedachten die
men vertinnen kan. De Stadt was t'eene-
mael in een diepe itiUwijgentheyt', en be-
graven in een donckere ichaduwe, wan-
neer een foeteftem, vergclelfchapt met
eenluyt, deftilheytbrack, fingendedefe
veerfen. Klagh"
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
204
DORTSCHE
Klaghtc tegen de liefde;
Gy fyt niet min berooft van breyn als oogen%
Ghy temmer van de Goden in den hoogen ,
Als ghy niet liefd als 'tgeenuw f ijlen haet %'
En als een fnood, endwaeflijcj^ ongebonnen
Verwinnaer, moort die ghy hebt overwonnen J
Bnd'ootmoet voor uw voeten neder flaet*
Verrat At is *t roer van al uw Unck (è daden,
Enraferny, ten weerwil van genade,
Van wet , van reen , beftiert uw boofe drift ,
Al wat gby fpreeckt is niet alsbuyten reden\
Uw weten is alleen de boofheyt fmeden ,
Uw voet fel niet als doodelijckjvergift.
Als*t minnend hart, dat flaeft aen uwe keete,
Heets meent te fijn ten eynde van fijn [wette,
Om 9t loon te fien dat min te wachten ftatt ,
jyanis't dat gy, hoof t-muy ter met u fcbichtc,
Jn flaets van loon,voor wel verdienaeplichtt
Hem nieuwe fmart ten lajfenhalsop taet.
Geenmeer als icl^erkent uw foetigheden ,
Geen meer als icllkeeft van uw hant gelede t
Als dieickjnin mijn bange fmart veracht ,
En dien ihjhaet my keurhjl^fchijnt te vleye;
Tot wat verdriet loet ic £ my niet verleyen ,
Soo'tgunfligh lot mijn lijden niet verfacbtl
Óm fo veel quaets te jlaen uyt mijn gedachte.
En 't bitter leet van mijn bedroefde nachten,
lroedicl^mijn%el nochtans met y dele hoop,
Maer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
lof
Matr laes,ikbouyen vind geen vajle gronde,
lk.foef^betgeennoyt fcbepfel beeft gcvondey
De jlilty daer't breyn geheel is op de loop.
In fpijt nochtans van al uw fchendigh poogc,
O kleyne beul , geflagen in uw oogen ,
lcl^fet my fchrap de ftorm te wederfiaen ,
En foo de doot met dapperheyt fontdraven»
Maerjeyder! fiet , ickjvindmy in de haven,
En fie nochtans mijn kiel te gronde gaen.
Een yder die defe veerfen hoorde
bleef opgetogen , door de foetheydt waer
mede iy gefongen wierden , jae de lucht
felve fcheen daer mede opgehouden tc
zijn, fooftil hielt fich dat beweeghlijck
Element. Delie alleen kende de ftem van
Florinde, die voor haren Ferdinand fong ,
xnaerde veerfen vielen haerte duyfterte
verftaen , het waren haer foo veel raetfe-
len van de liefde, daer fy niet door moght ,
en die, behalven dat , op alderhande wijfe
te verdrayen waren . Sy gingk om haer de-
felve door den maecker te doen verkla-
ren , wanneer fy geftoort wierden door de
klanck van verfeneyden andere ftemmen
en fpeel-tuygh, dewelcke,naerderende het
huys van Dclie, fich kort ftil hielden , la-
tende omtrent tien treden te rugee een
troep lieden, die de donckerheyt belette te
kennen. Ferdinand en Florinde hierover,
wierden gedrongen haer plaets, in fpijt
van de min-y ver'van den een , en het mif-
nocgen van den ander , te verlaten, om dat
X 7 <fc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
10(5 DORTSCHE
de partyen niet gelijck waren, om weer te
bieden . Het hoort van defe bende was een
jongk Ridder, die t'eencmael op Dcliejj
verheft was , Don Alonzo genoemt.
Maer foo hacft als hem Delie wierdtf
kennende , floot iy haer veynfter , latende
evenwel opening genoegh , om te hooren'
wat zijn aenbrengen was , het welckein
defe veerfen , door een van de befte (tem-
men van geheel het Spaenfche Hof, voor-
geftelt wiert.
Ccfang op de komft van de Lente.
De guere winter , in het bondt beflagen ,
Heeft reedt s gebraght ten endt ,
Op 9t komen van de Lent ,
Haerongeneughelijcke en koude dagen ;
•j Wout neemt haer keurigh groen weer aen ,
V itnjongey in plaets van dorre blaen »
Degeurge May , die voor dedeure ftaet ,
Nood ons tot vreught door haer verjeugtge*
laet.
Siet beemd en wey, de bojfchen en de hoornen ,
Zjjn vol van d'overdaet,
Die V harders kjntbeftaet
Aen 't ruvjchen vanvefwolle wat erft romen ,
Daer elcl^ , geftrengett hant aen hant ,
De min den eerften Mey -boom plant,
Degeurge May Ctc,
Vrouw Echoën het rougebergbtgedoocJten ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA, 207
Weergalmt niet als de klagbt
Van Tyrfis , die, veracht,
\$ijn lijden klaegt met woorden, afgebrooclyn
'Door fuchten en benaut gefieen ,
En mengt fijn tranen ondereen.
TH gcurge May &c.
Acb'.jeyt hy*tgeen de droeve wint er-vlagen,
Van Sprockel en van L ohw ,
En d'eerfit en laetfie kouw
Met lijtjaembeyt beeft op den rug gedragen 9
Voelt ficb, 0 Lent, door uw geficbt
En , vroeger fon , door u verlicbt.
De geurge May (fc.
Maericl^ alleen, eylaes , gedoemt pot lijden >
Die met de dicke kprjl
Van uw bcvrojen borfl
Hebdubble maenden langer moeten ftrijdm 3
O Pbiliis , vind geen onder flant
Door een vemieude minne-brant ,
Al fcboon de May, die voor de deure flaet ,
Ons nood totvreugbt door baer verjeught
gel m.
Soo ver hadden het defe fingers ge-
braght , wanneer den morgen-ftondt aen-
brack , waer over lich Don Alonzo ge-
noodtfaeckt vandt te fcheydcn ; gelijck
oockde wijfcn Bartolijn, (dcnckende om
het fpreuckjen van den haen, en dat de
wijfen fichvande ondervinding moeten
dienen) het bedde vandefchijn-heylige
La mie
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
2o3 DORTSCHE
Lamie verliet , uy t vreefe dat het goet ge
voelen, dat men vanhaerhad, dooriijn
reuckelooflieydt niet in quaet moght ko-
men te veranderen. Ter felver tijdt bega-
ven fich Dclie en haer minnaers mede tot
hun ruft. Ferdinand evenwel vandt niet
veel ruft in fijn oogen , de aenfpraeck van
Lamie hadt al te veel krachtsop zijn fin-
nen gehadt, om defelve foo haeft te verga-
ten : maer indien hy vol ongeruftheyt
was,Delie hadder haer deel geen kley ntjen
of,invoegen fy, hebbende noch haer oogen
niet geloocken , foo haeft den dagh aen-
brack , haer Minnaerdefen brief fchreef »
die fy hem door een kleync» Pagie deed
bchandigen.
Brief van Delie aen Ferdinand.
Indien ic)^ mijn gedachten foo wel kpndt
Uvtdyuckjn als begrijpen , dit paf ier fou het
duyfentfie deel niet kpnnen bevatten. Maer of
AÏ fchoon den Hemel my met wetenfehap en
jltjl van fchrijven had voorfien, by defegele*
gentheyt evenwel fou icl^ nalatigh %ijn de*
felve tegebruyeken: want de ontrouwigheyt ,
en ondanckbaerheyt %ijn fulcke verfoeyelijc-
ke9 en een edel gemoet onwaerdige onÜeugh»
den , dat defey die daer van de uytwerckjng
en verongelijking gevoelt, eerder het fwaert*
om fich daer over te wreecken, als de penne ,
•w fich daer over te beklagen, behoorde te
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. top
\%tlyuycken : evenwel , al eer icj^ my tot defe
\ uy ter fle hulp -middelen wil hegeven, begeer
) icl^ van u een verklaring omtrent de kpel-
\\ beyt diegby my , of uwlactfle befoecl^ hebt
■isetoont. En om u tot defe voldoening te ver»
vbinden^fal icl^u feggen, dat \edert die uure ,
i icj^ niet anders gcdaen hebbe , als al mijn
~\v> ere ken , en felf mijn gedachten te onder ~
'ifoecken , om te ontdecken , ofichjwelde oor-
fpyongk van uw mifnoegen fou mogen %ijn.
* Maericl^ hebdaer niet gevonden , hetgeen
. als reden , van fulcl^ cenuytwerckjngin u ,
a fou mogen befchuldight worden . Indien ghy
> my befchuldight van te vry, en van een te
v vrolijcken aert te %ijn, icl^ jlae het toe , maer
ftaet ghy oocl^ my toe , dat defe werekjngen
ft van de jeught mijn aenfien niet quetfen kon-
r: nen. Mijn gewiffe oordeelt my , en defe dis
. mijn geheymJU handelingen pen , gelijcl^
Al*ghy-> die genoegt faem weet , dat niemandt
) fichte beroemen heeft , oyt deminfle gunft
ter werelt van my om fan gen te hebben. Het
is waer , dat , na dat ghy my veel getuygenif-
fen van uw genegentheyt getoont heb t\ icl^u
oocl^ proeven van de achting dieicf^ uu> ver-
dienden drage, getoont hebhc; [onder dat ick
tvenwel de palen van eerbaerhat ben te buy -
t tengtgaen , noch yets gcdaen heb, hetgeen
ten dochter van een Edele fïaet (als ickjen)
\ onbetamelijk fou mogen Evenwel laet
> ic}^ geenfins na> berouw tt hebben, vanufoo
vryen
4Io DORTSCHE
vryen totgangk. tot mijn perfoon gegeven, e» ;
u hoven de andere , die ghy wel kent,gejïelt\
te hebben > [onder dat icl( bier eenige vergen
lijckjng foechje maecken : nademael op dm
tijt , toen zc£ meende dat mijn deugddijekf
genegent beden de Palm deweleh$ Jyvan U
verdienen , [ouden verkrijgen , icl^my [oo
[waerlijc^e [elf tot oen mijn evgen bloet,bele*
dight vindt. Dit [al genoegt fijn , ommy
te doen verjlaen, verwachtende devertroo-
fling , dewelcke ick. van de tijdt , die alle
fiecktengenceft , verboope : want indien ghy
uw kpnflige treecken uytvoert , [al my bet
felve tot een volkomen wraecl^ kpnnen ver*
firecken. Alleen het gene icl^ door de[en
Brief van u begeer e, is, dat ghy my wilt buy-
ten twijfeling ftellen , het welcke ghy my met
reden niet weygeren kpndt , want een vry-
moedigheyt > en een qiel die niet flaeflijcl^is ,
moet niets ontveynfen.
Ferdinand herlasdefen Brief menigh-
mael *. hy wilde dacr fchriftelijck op ant-
woorden , waer over hem duyfent ver-
fcheyden gedachten in den fin quamen »
het welcke hem het verftandt ioo verwar-
de , dat hy niet wift wat eerft op het papier
te brengen. Eyndelijck befloot hy , dat
het beter was , fich van fijn tong te die-
nen, en Delie , omtrent het geene dat haer
gemoet ontrufte, opening te doen. Hy
dan maeckt fich vaerdigh om nyt te
gaen.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. in
:^aen , cn fendende fijn kleynen bode voor
rryt, om fijn Meefterfe van fijnkomftte
"erwittigen , volghthem wel kort op de
leien. Hyquam tot harent opeenfeer
fcquame uure, om met haer te fpreecken,
i>m dat haerSurter, volgens hacr gewoon-
'jeke fchijnheylipheyt.befieh was , met
de Kercken en Kloofters te befoccken.
Pelie ontfing hem met een koel we-
en, dat feer veel v?n haer gewoon-
ijeke vrolijckheyt,<n bly geeft igheyt ver-
cheilde, het welcke hem een groote
Iroefheyt in fijn geeft veroorfacckte.
pelie, fichniet langer konnende onthou-
Jen, voerde hern meteen tcon , die haer
| >ramfchap genoeghfaem te kennen gaf,
: lefe worden in 't gemoer : Is het moogh-
i ijck, ongetrouwe alsghy zijt ,datghy foo
•euckeloos zijt , als u voor my te derven
i'erroonen , nadat eymy foo fchendel ijck
^eledight hebt , fchendendc, gel ijck een
noode ziel als ghy zijt, uw beloften en
ïeden die ghy my foo menighmael gedaen
aebt, om de genegenthey t van mijn Sufter
:e vryen. Gaet voort, verrader, gact
yoort , volvoert vryeÜjck het gene ghy
, ^egoft hebt : ick begeere geen andere
j ivraeck als defe , die het uytvoeren van u
rrouwloos voornemen my van u geven
fal. t AchDelic, antwoordc Fcrdinand,
matight een weynighdefe rechtvaerdige
gramfchap, die u aldus vervoert, en de
fchoonc trecken van uw acngefichtmif-
maeckt $
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
iu DORTSCHE
maeckt j gebruyckt fuick een ftrenghey 1 1 *
niet , tegen eer. éemoet dat vol oprechtijkft
heyt is , gelijck net mijne. Hoort my , en
ghy fult terftondt, door mijn reden , mïjm 2
onnoofelhcyt , en uw onkunde verftaetifj
Men moet noyt tot foodanige uyterfte
middelen komen , fonder een vafter gronW
te hebben; waerlijck ghy handelt my tM 1
hart : indien yemandtverradery tegensfj'
gepleeght heeft, foo is het uw eygeqi1
Sufter : fy is het die myfelf van trouwen v
aengefproocken heeft , en indien ghy wiftf •
de konftige verwen , waer mede ly haer*
redenen geweten heeft op teproncken, en
3e twijfelachtige antwoordt dieickhaer*
gegeven heb , terwijl ick haer voorflagenj
in mij n ey gen hart befpotte , ghy £oudt u jr
tegenwoordigh indefer voegen niet ovcnf
my beklagen. Op defe grondt was bet dat
Florinde u defen nacht defe veerfen ge«|
fongen heeft , die ghy hebt gehoort. Sietji
daer de oprechte waerheyt van de faeck J>
en de oorfacck van onfe onderlinge on4
luft : oordeelt nu wie den belediger , of del
beledighde is. Wat my «belangt , ick
meen wel eenige reden te hebben, om mf'
te beklagen , ter oorfaeck van de toela.è
ting, die gy aen foo veel jonge Edel-lieden;
geeft , om den minnaer voor u te maec-
kenjen waerlijck uwen aert, een weynigh
te vry zijnde, geeft oorfaeck aen de quact«
willigen , van qualij ck van u te fpreken , '
cnaen my,om vanmin-yver te ftervcn
Ë
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 215
lie, fiende haer geeft foodanigh ver-
icht , van den valichen indruck, die fy
ich van Ferdinand gegeven had , wilde
iem oockniet langer in lijn quelling la-
en, maer hem oock fijn genoegen laten
oekomen ; derhal ven haer ftuurs gelaet
an langer handt verfachtende, en haer
itter mifnoegen in nieuwe liefde veran-
lerende, gelijck onder deminnaers ge-
meenlijck gefchiet, konde niet laten, hem
imeermaels op het vriendelijckfte teom-
ihelien , en hem te feggen , dat indien hy
haer een feecker teecken van fijn liefde
uwilde geven , hy haer beloften van'trou-
Twcn moft doen , om haer alfoo tegen alle
ongeluckige voorvallen te verfeeckeren.
Ferdinand , willende haer in alles belie-
ven , en nu meer als oy t op haer verheft ,
floegh de handt aen de penne , en fchreef
haer het geen fy begeerde. Indien Lamie
op het mat niet gekomen was , foo als
'Ferdinand de beloften had ondertceckent,
hethouwelijck fou miflehien met eenen
voltrocken geworden zijn; Dit dan
alfoo gedaen hebbende, begeeft fich den
minnaer weder na fijn huys, en de twee
Sufters begoften een harde reden- ftr ij dt
onder malkander aen te vanpen , over de
verradery van Lamie, die Ferdinand nu
ontdeckt had : cn ten eynde van den ftrijdt
toonde Delie Lamie, als om haer te bra-
veeren, de houwelijcks belofte van Ferdi-
nand ï maer fy, die van een loofe cn gauwe
geeft
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
xi4 DORTSCHE
geeft was, vandt terftondt een nieuwe
loofliey t , om de oefening van haer boof-
heyt voorts te plegen : iy dan , onder
andere woorden, voer alfoo uyt: HaSuller,
Sufter, indien ick het aenfien niet betrach-
te , het geen ick u , als mijn oudtfte fchul^i
dighben, ick was u daer in wel voorkom-
men. Helacs ! ghy zijt wel onkundigh van
de loofhedenen bedriegeryen der man-
nen. Sy weten over al hun netten te fprey- \
en , om ons te vangen en te verderven.
Dclie, Delie, Ferdinand bedrieght onf
beyde, u met fijn beloften en fchriften, en
my met fijn hey mei ijk e gcmeenfchap,hct
welcke hy veynft met my te houden. Hy
had my al van te vooren het bedrogh van
defe beloften , daer ghy foo veel werck«
af maeckt , ontdcckc j maer ick fegge het
u , vertrouwt u daer niet op , in tegendeel
doet u voordeel met den raedt die ick u
feef. Weet dan, dat, aleer hy u dit
andtfehrift gegeven heeft , hy van te v<K
ren een verklaring voor een Notaris gc-
maeckt heeft , waer in hy verklaert , ge-
dwongen te zijn, om defe belofte te doen ,
om meer fchandael te verhoeden, en
protefteert van nullireyt tegen alle clau-
fulen die in het felve fouden mogen be-,
grepen zijn. Het is uyt fijn eygen mondt
dat ick fulex verftaen heb, welck bedrogh
hem ongetwijfelt den een of den ander
bedrieghlijckcnRcchts-geleerde heeft ge-
raden. Oordeelt nu, of ghy in my niet
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. uf
gehouden zijt, nademael ick u felf , tot
• i mijn achterdeel, dit foo ghewichtigh
I: gebeym ontdeckt heb. Maer doet wel ,
r en vertrout u op my, en het my het werek
1 belcyden,cn ick fal u vergcnoeght,cn ont-
; duyftert in dit bedrogh maccken. Geeft
| my het handtfehrift, ick fal lbo veel doen,
I dat Bartolijn, die op alderh.mde vonden af-
.gerichtis, den datum verandert, eneen
- ander, dewelckc voor het maecken van de
..: gefeyde verklaring luyden fal, in deplaets
-ftcllen fal: invoegen dat Ferdinand fich
A daer van willende dienen , lkh alfo bedro-
' gen vinden fal. lek , mijn Sufter , dat ick
j fou foecken u oytafgunft uw geluclc te
verhinderen, en uw goct voor-nemen om
teftootcn, helaes! den Hemel weet mijn
i genegen theydt, ick ben in geen ftaetom
te trouwen, hebbende verloren hetgeen
s de vrouwen eer noemen ; ghy weet wel
: hoe ick geleeft heb. Neen neen , Delie ,
jdat voornemen is wel ver van mijn ge-
idachten. Het is niecte vergeefs dut ick
opdeie wijfealle wereltfche pracht ver-
Worpen heb, om my met delen fackte
bekkedenien men fal my binnen weynigh
dagen in een Kloofler gefloten licn , daer
ick hoop boete van mijn geveynftheyt,
waermede ick mijn kiundceu onkuyf-
heyt ontveynft heb , tedoen. Delie, hoe
goet-aerdigh fy moght zijn, was evenwel
wel foo loos, als het gefchrift niet uyt
haer handen te ge ven > nucr antwoorde
haer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
%l6 DORTSCHE
haer Sufter.datBartolijn tot harent fou ko
men, en daer haer brief onderfoecken2
Lamie was hier mede te vreden , en alfoo q
ftelde men het werck uyt tot 's namid-|
daghs. Haer redenen waren met foo veel \
fchijnbaerheden verfeit, datfy de geeft J
vanDelie indemeefte ongemftheydt ter \
wereltftelden. Deneenen tij dt geloofde 1
fy haer Sufter , en den anderen tijdt konde
fy Ferdinand fulckcen boolheydt en be-
driegery niet toe vertrouwen : en in defe t
ongeruftigheyt verwachte fy den tijdt j
dewelcke haer Lamie geftelthad, om dei
belofte van Ferdinand te anti-dateren , of I
te voor-datemen. Ondertuflchen deedt j
Lamie haren Reghts- geleerden by haer j
komen , en na dat fy hem hadt te kennen i
gegeven, wat treek fyvan meening wasnj
aer Sufter te fpeclen , vertoonde fy hem
de uyterfte noodt daer fy ingebragnt wa-
ren. Hy, als niet meer hebbende om by te
letten , en fy fiende haer befte jaren voor-
by te gaen , fonder te weten waer fich te
keeren, behalven datfy gevaer liep, by I
verloop van tijdt , den goeden naem , de- j
welcke fy door haer ge veynftheyt verk re- i
gen hadt, te fullen verliefen. Dat het j
haer derhal ven wel noodigh was, om defe 1
ongevallen voor te komen , te trouwen , |
hem ondertufTchen verfeeckerende', datj
defe verandering van ftaet , geenfins haer }
genegentheydt t'hemwaerts fou docnj
veranderen. Dat fy vonden genoeghl
hadt,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
'Cl
1
ARCADIA. 2I?
had, om haerman trouw tefchijnen, Ton-
der te zijn, foo wel als fy gehadt had, voor
dewereltfuyverte fchijnen, en onder-
tuflchcn te doen gelijck fy deed. Om al
het welcke te bekomen , fy geen beter
tcbedencken wift, als den Theforier of
Schat-mcefter Ferdinand. Bartolijn , fich
als doe bevindende meer gedrongen door
fijn noodtfaeckelijck heden , als bewogen
door haer vertooning, keurde den voor-
flagh van Lamie voor goet. Sy befloten
dan te famen Ferdinand metgewelt tot
het felve te dwingen, indien hy, gelijck
waerfchijnelijck was, fich weygerigh
daer toe vinden liet. Daer op gaen defe
twee ftaelenbyDelie, Bartolijn cyfehte
haer het gefchrift af , en het felve lang ge-
noegh over gefien hebbende, feyde :
Me-Joffrouw, om defe faeck tot het eynde
te brengen , het welck voor geflagen is ,
moetmen op die woorden , die daer ftaen ,
i en die wy veranderen willen , een fcecker
poeder leggen , het welcke ick by my te
huys hebbe, het welcke deeygenfehap
heeft, van alle letters, met inétgefch re-
ven, uyt te doen, latende het papier foo
wit, alsof'ernoyt opgefchreven was ge-
. Weeft. Bcdenckt u, of gy wilt dat ick het
ifchrift met my neme. Brengt uw kruy den
hier , antwoorde Ddie , indien het u goet
dunckt , want dit papier fal uyt mijn huys
niet gaen. Bartolijn, houdende het papier
indeeene handt, tafte met de andere in
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
al3 DORTSCHE
fijn fack , en een wijl gevoelt hebbende ,
nep als met verbaefthey t , ha ha , ick heb !
hier noch yets daer van by my , en daetj
mede een kleyn dooskens voor den dagti j
halende , ftroyde (na dat hy eerft den d*£
turn of dagh van de maent , om Dehe de
oogen te verblinden, met verfeben ma
uytecdaen had) een poeder over hetf
fchnft , en gaf het alfoo Delie , feggendeJ
dat het nergens, als opdc gemerekte oB
uytgekiaddc plaets wereken fou. Sy, fon-j
der verder gedachten te hebben, nidemael^
fy hem menighmael wel andere ftrceckeiij
had fien doen , nam het papier wech , en
leyde het aen een kant. Den nacht geko-
men zijnde , fandt Lamie den kleynen pa-
gie aen Ferdinand , uyt den naem v an De-
lie, om hem aen te feggen , dat hy fich
omtrent ter middernacht aen de achter
poort van haer woning fou laten vinden
daer fy komen fou, om hem te vergunne
het gene fy hem belooft had. Ferdman
nam defebootfchap aen, en Delie, onkun4
digh daer van zijnde , kondeden aenflaght!
niet verhinderen. De uur gekomen zijn^
de, begaf fich Ferdinand na de beftemdea
plaets. Lamie opende de poort, en dewijl
de gunften , de wclcke ons onverwachte
voor komen, onfe opmereking wechf
nemen , vandt fich defen Minnaer foo op-j
getogen , dat hy niet fagh hoe hy fich fel-j
ven indeftricken vandefebedrieghlijcke 'n
Umie gingk werpen. Nauwelijcks had '
Lami
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Hl
mi
'10..
M
W
* r ;
ARCADIA. up
Lamie dc poort weder gefloten , wanneer
een troep van Am pt-liedcn van het Ge-
recht, die Bartolijn in een hocck verbor-
gen had, met groot geweltacn de poort
kloppen quam. Lamie, als wel onderricht
aijnde, opende terftondt, enftraexqua-
men defc binnen. Men braght ter-
ftont licht, en toen was het dat Ferdinand
Lamie, in de plaets van Delie.by fich fagh,
fonder te weten , of hy Delie tebcfchul-
digen hadt, uyt wiens lafthy gekomen
was : maer cylaes ! de elendige verwachte
hem als doe met imarten acn haer kamcr-
venfter, fonder te weten, hoe het met hem
gelegen was , fingende van vrcughden een
nieuw liedt , terwijl Ferdinand niet deedt
alshjn ongeval beklagen, wanneer hy,
beneffens deihoodeLamie,wech gebraght
wiert , om over de belchuldiging van defe
geveynfde ondervraeght te worden : de-
Welcke, voor gevende , dat hy hacr met
woorden en beloften hadt bedrogen , om
haer eer te benemen , nu niet anders deedt
als , tot vergoeding van de felve , hem tot
een man te ey fchen. Hun klaghten wier-
den wederzijts van den Rechter aenge-
hoort , die den armen Ferdinand fcer rou-
wclijck handelde , als zijnde alrecdts van
te voren door Bartolijn ingenomen. Eyn-
delijck de fchuldigc vvierdt vry geitel t, en
de ontfchuldige in de gevangkenis ge*
braght.Ondertuflchen Delie, tiende dat de
uur, dat haer minnaer komen moft , voor
Kt by
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
li
txo DORTSCH
by was , begaf iich na haer kamer, zijnde
wel verwondert dat hy in gebreecke
gebleven was. Nauwelijcks hadiy fich te j
bedde gelcght,vol droeve gedachten zijn- j
de, wanneer fy haer Sufter fagh inkomen ,
die fy geloofde by haren Bartolijn te zijn. j
Defe haer gevouwen handen ten Hemel
op heffende, en daer na kruyfweeghs over
baren bocfem leggende, wierp fich ter j
aerden neêr, doende niet als huylenen t;
fnicken. Na defe handelingen, dewelcke :
fchenen uyt een! geheel wanhopigh ge-
moet voort te komen , borft fy in dele
woorden uyt : Ach bitter ongeval ! ó on- |
vergelijckelijck onheyl l elendige ! wat
fal ick gaen maecken? hoe fal ick mijn eer
cnaenfien, tegen de Uttering dewelcke
haer dreyght, konnen befchermen? lal ick
danfoo ftraffclijck van mijn noodtlot ge-
handelt worden, dat ick op een ftondt , op
een oogenblick, fal moeten verliefen , het
geen ick in foo langen tijdt byde werelt
verkregen heb ? Met defe woorden viel fy
gelijck als ftijf van haer fel ven. Delie, hier
over t'eenernael ontftelt, fprangk inhet
hembde van het bedde, en liep naehaer
Sufter , om haer los te maken , en te hulp
te komen. Wanneer defe nu quanfwijs
weder tot haer felven gekomen was, be-
goftfymettuflchen-pofen aldus te fpre-
ken : Ach Delie, mim waerde Sufter, het
grootfte ongeval van de werelt is ons he-
den over-gekomen. Hoe dat? vraeghde
Dc-
lttl
1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. in
Del ie vol verbaeftheyt.Helaes! antwoorder
de fchijnheyligeLamie , ick was acn onfe
achter-poort , wachtende na Bartolijn, en
dewijl den nacht duyfter was , opende ick
de poort voor een, die ick meende dat hy
was, dewelcke daer op binnen quam :
maer nauwelijcks was hy in het huys
gekomen , wanneer hy van de dienaers
van het Gerecht gevolght wierdt, die
lich met gewelt in huys wierpen , zijn-
de miflehien beleyt of af-gerecht , door
den een of den ander min-yveraer van
defe , die ghydoor uw geeftigh gelaet hebt
weten te trecken , dewelcke ongetwijrelt
devoetftappen van Bartolijn meende na te
fpooren.Maer loo haeft als'er licht gebragt
wierdt, bevandc ick dat ick uwen Minnacr
Ferdinar.d, in deplaets van de mijne , by
my hadt. Ick.fiende my aldus overvallen ,
en in het midden van de dienaers van het
Gerecht , bcvandt mijn geeft in fulckcr
voegen ontftclt , dat ick niet eenen rondt
bedencken konde, om my daer van te die-
nen , als alleen te fcggen , dat Fcrdinand-
mijn getrouwde man was , volgens de be-
loften dewelcke ick feydc dat hy my ge-
daenhad. Hy, in deplaets van hetfclve
toeteftaen , deedtnict anders als het te-
gendeel te bcweeren. Daer, indien hy foo
voornchtigh was gewceft om het fel ve toe
te ftaen , de geheele facck in foetigheydt
fou afgeloopen hebben. Maer dewijl hy
vaftby het loochenen bleef, heeft hem
K. j den
I
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ut DORTSCHE
den Rechter na de gevangkenis gefonden.
Soo als fy hem wech braghten , taften de
dienaers juyft in fijnen fack, daer fy by on-
gel uck een van uwe brieven gevonden
hebben, dewelcke feer diende , om hem
noch te meer, aengaende debeloften,die ik
ieydedat hy my gedaen had,teoverwinnë;
nademael ghyhem in den felven brief als
uytmin-yveroverhaelt ,en hem verwijt,
dat hy voor gehadt heeft my te trouwen.
Ghy prijft my daer in over mijn gefchickt
leven , en fchijnt uweygen vry igheydt in
kleeding en in leven eenighfins te bc-
fchuldigen. Defen brief hebt ghy met uw
eygen handt gefchreven, dewelcke als een
krachtige gctuygc dient, om te bewijfen ,
het gene ick vanFerdinand gefeghtheb.
Hoe lullen wy uy t defen doolhof geraec-
ken? om mijn eer te behouden , isons
maer eenen wegh overighj ghy zijt mijne
Sufter, wy zijn van ecnbloet, mijn fchan-
de is de uwe , de uwe de mijne , indien wy
dcfe gelegent heyt laten voorby gaen ; ick
ben bedorven in mijn eer en aenfien, in
tegendeel , indien Ferdinand my trouwt ,
blijft alles in fijn geheel. Wat u belangt ,
ghy hebt andere gelegentheden genoegh ,
en die van beter aenfienj don Alonfo,onder
anderen, eenjongk, braef en Edel Ridder ,
cn die het erfdeel van fijn vader boven het
hooft ftaet , die alreedts ftock- out is * wat
w ilt ghy dat ick doen fal? Ick ben in wan-
hoop. Ghy brenger my verder in als gy
r zijt,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
I
Jij
ARCADIA.
VU
"«fó
4/1
. ,jt , antwoorde Del ie (haer met c
gramt gelicht aenfiendc) Inoode on-
befchaemde als ghy zijt, dieick van nu
voortaen verloochene mijn Suftcr te zijn.
Doch het quaet fal mijn verftandt niet ver-
meefteren, maer het fal beter zijn, my
tegen uw boofheyt te kanten ; packt u van
hier , ick heb geen aenlien meer van bloct
of macghfehap omtrent u, uw eer is de
mijne,noch uw fchande de mijne ; ick heb
genoegh om uwfnoode liften voor te ko-
men. Ick verfceckere u , dat al uw verra-
deryen , en trouwloolhedcn, op uw eygen
kop fullen komen. Met defe woorden
begaf fy fich na haer Kabinet, om haer
brief voorden dagh te halen ;maer defelve
ontvouwende, vandt niet anders als een
onleesbaren brief, nadcmael het poeder al
deletters ten deelen opgegeten , en ten
deelen foo mifmaeckt hadt , dat het on-
mooghlijck was , eenwoordt dacrvante
leien. Del ie meende uyt haer linnen tc
varen , en haer handt aen haer fnoode Su-
ftcr te Uacn : maer defe , pooiende defe
haer rechtvaardige gramfchap te (lillen,
loogh logen op logen, en duyde het opon-
wetenheyt hetgeen Bartolijn door quact-
aerdighey t gedaen hadt. Ten laetften , na
dat DelieLamie duylcntmacl haerontrou
verweten hadt , vcynfde fy fich een wcy-
nigh te bevredigen , vrecfendc dat Lam ie
weder de een of de andere duyvelfche
vondt fou voor den dagh brengen, om hec
K. 4 voor-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
2i4 DORTSCHE
voornemë dat fy hadt te verhinderé.Dicn
dagh aldus als in ftilheyt doorgebraght
zijnde, befloot Delie haer voornemen uyt
te voeren. Sy nam een kleet aen, het geen
watfediger was , als dat fy gewoon was
te dragen, en,alleen met een dienftmaeght
verfeit, gaetbyFerdinand in de gevang -
- ken is', dieby na half doodt was , door dit
overval. Sy vertelde hem van ftuck tot
ftuck , de verradery en geveynftheyt van
Lamie , en hoe al haer boosheden uyt den
koocker Van den loofen Bartolijn voort-
quamen, die haer lichaem foo wel als haer
geeft befat ; wanneer het af-zijn van ande-
re, daerfyinhet heymelijck medeboe-
leerde, fulcks toeliet. Kortelijck,met defe
en andere byfor.derheden , dewelcke fy
Fcrdinand ontdekte,aengaende de onkuis-
heyt van haer Sufter , foo voeghde fy daer
byde rechtvaerdige gramfchap die haer
vervoert hadt. Den gevangen , hoorende
dit verhael , ftondt t'eenemael verflagen
en verbaeft, nademael de vrienden, door de
welckehy fijn verloffing verhoopte te be-
middelen, t'eenemael met het goet gevoe-
len, het welcke fy van de fchijnheyligheyt
van Lamie hadden, ingenomen waren, en
haer voor een wijfe en befette Iongk-
vrouw achten , en hooger als haer Sufter ,
wiens vrye leven hen meerder oorfaeck
van vermoeden gaf. Hierdoor vreefde
Ferdinand , dat fy feer fwaerlijck van dat
gevoelen foudenaf te brengen zijn, be-
hal-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCAfiTA.
22 f
hal ven dat fy doorhunne redenen, de-
welckc fy tot achterdeel van Delie had-
den by gebraght, hem by aja foo verre ge-
braght hadden, dat hy bykans hadt toege-
ftaen Lamiete trouwen! Hierdoor was
hetdatDelie het onthacl van hem niet
kreegh dat fy verwacht hadt, foodanigh
was fijn geelt met de valfchc drcygemen-
ten van de andere zijde ingenomen. Op
defe voorflagen,dewelckc Delie hem deed,
om het voornemen van haer Sufter te
ftuyten , vraeghde haerFerdinand onder
anderen, waer den brief was , die hy haer
gegeven had ? fy ontftak hierover in haer
aengeficht, en gaf hem geen antwoort op
fijn vrage ;doch cyndelijck.als haerFerdi-
nand drong te ieggen , wat fy daer mede
hadt gedaen, bekende fy oprechtelij k, wat
van de faeck was , en hoe haer Sufter haer
bedrogen hadt, en dat, om een verklaring
die hy gedaen hadt , te anti-dateeren en te
voor-fchrijven j Bartolijn daer een poeder
opgeftroyt hadt , die hetgchcclc gefchrift
te fchandegemaeckt hadt: gelijck fy hem,
met het ontvouwen van den brief, de
waerheydt daer van toonde. Ferdinand
erkende evenwel, hoe feer de letters mif-
maeckt waren, cenigen treek van fijn
fchrift. Hy vertoornde fich een weynigh ,
om dat htm Delie lbo weynigh hadt ver-
trouwt, als fich door de bcdricgery van
haer Sufter te laten afleyden: gevende haer
eenige koele antwoorden, wanneer Delie
K. ƒ hem
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
n6 DORTSCHE
hem badt, haer een ander te willen geven;
evenwel nam hy de penne in de handt, en
gaf haer het gene dat fy van hem ver-
Tocht , op voor waerde, dat fy hem de uure
foute kennen geven, wanneer Bartolijn
gewoon was Lamie te komen befoecken.
Hetwelcke Delie gewillighhjck gedaen
heeft, nademael de gramfchap en wraeck-
fucht de nature in haer overwonnen had „
om die van Ferdinand te voldoen: Hiet 1
mede fcheyden defe twee lievers , en Fer-
dinand ontboodt terftont fijn geheymfte t
en nacfte vriendé,en gat hen al defe by fon- ,
derheden te kennen. Sy, ten hooghlkn I
overfulcketreecken verbaeft, beloorden
hem,hun naerftigheyt te gebruyeken , en |
op re paflen , om Lamie te betrappen , bc-
neffens haer boel; het welck hen, door toe ■
doen van Delie , geluckte ->en alfoo wierdt
Ferdinand van fijn gevangkenis , en den
evfch van Delie ontüagen , en denboolen
handel van dele geveynfde bekent ge-
maeckt. Ferdinand aldus in vryheyt zijn-
de , liet eenige dagen voorby gaen , fonder
bliicktctoonen , veel wereks van Delie te
maken, hoewel hy haer meer beminde aft
oyt. Onderumchen veranderde iy haer
prachtigh gewaedt,om de werelt alle ge-
leeentheydt van cmaetfpreecken te bene-
men. Ferdinand ichepte ten alderhoogh-
ften ÓX2T fijn genoegen in , fiende dat ij ,
o tn hem te behaegen,haer pracht afley de,
het welckc hem deedt befluy ten , fij n be-
loften
ma*?
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA
217
r$t:| Joften te volvoeren. Hy dan,op dit befluyt,
s gaf haer fijn trouw eneedt , aen de voet
E van den Altaer , met gemeene toeftant van
ibeyde hun verwanten. MaerLamie,fich al-
foo in hacr hoop bedrogenen het oogh van
de ganfche werelt,en een fpot van de Stadt
Madrid ziende, geraeckt door een oprecht
• *) leetwefenoverhaerfnoodtbeftaen, verliet
lilde werelt, om in een vandegeftrengftc
. kloofters te gaen,diebinncnMadrid waren,
•i daer fy het overige van haer leven in alfoo
veel droefheyt en treuren over braght, als
fy het voorgaende in gcveynftheyt,gefto-
:i: len dartelheden , en fnoode bedriegcryen
pegonnen hadt. Wanneer Lydamas lijn
verhael ten eynde gebraght had , was het
hecht tijdt om llaepen te gaen, een
ó yder dan, vergenoeght van de voldoening
van Lydamas, en mifnoegt tegen de fnoo-
de Lamie , begeeft fich, na malkander de
fewoonlijcke toewenfehing gedaen te
ebben, na fijn kamer.
K 6
HET
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
>»8
DORTSCHE
Het IIII.Boeck.
:En ouden Periander liet fich
des anderen daeghs , na fijn
gewoonte , van de Sonne
op fijn bedde niet befchij-
nen, maer begaf fich al met
hetkriecken vandendagh
in fijnen Hof ,fondcr ander gefelfchap, als
een boecxken , en het vermaeck van fijne
aendachtigheden. Hy had nauwelijcks
een keer of dry door den tuyn gedaen , of
hy fagh den dienaer van Euftacchio uyt
fijns Heeren kamer komen.Periander nep
hem terftondt by fich , en defe by hem ge-
komen zijnde, vraeghde hem den ouden
Heer na fijn Meefter, hoe hy fich bevandt,
en hoe hy dien nacht geruft hadt. De
dienaer feyde dat het tamelijck met de
pijnende wonde was, dat hyden voor-
nacht feer wel en geruftelijck geflapen
hadt, tot drie uurentoe, dathy fich nu
over eynde in het bedde met lefen befigh
hielt, alfoofulcks, oock te huys zijnde,
zijn dagelijckfche gewoonte was. Indien
'kk verfeeckert was , berechte Periander
hem,. geen ongenoegen te fullen aenbren-
gen, ick fou my de eer van fijn aenfpraeck
geven. Ick twijfel niet , antwoorde den
dienaer, of fulcksfal mijn Heer feer aen-
genaem zijn , nademaei fijn flapen al lang
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
. ARC A D I A. lip
gedaen is. Periander begeeft fich met ee-
nen na binnen, en vindt Euftacchio, ge-
lijck dendienaergefeght hadt, al lefende.
Hem den goeden morgen gewenfcht heb-
bende , vraeghde hy hem , waer mede hy
foo vroegh fich felven befigh hield. Ick
hebbe, antwoorde Euftacchio , mijn die-
naerditboeck van die kafle doen langen ,
en een goede wijl mijn onderhoudt daer
mede gehadt. Pcriander het fel ve inde
handt genomen hebbende, fagh dat het
een van de deelen van het Treur-tooneel
was. De Schrijver, vervolghde Euftac-
chio, heefteen groote miflagh begaen,
dathy onder al defe merckelijcke voor-
beelden, dat vanLodovicoSforza, Har-
togh van Milaenen, daer niet by gevoeght
heeft, alfoo detijdt met defe jaren wel
over-een-komt , te meer, dewijl ick fie ,
dat hy in de twee voorfte gefchiedenuTen
al vry meer te rugge daelt. MifTchien
heeft hy geoordeelt het fel ve met fijn pro-
fefsie of ftoffe van fchrij ven niet wel o ver-
een- tc-komen,antwoorde Periander % alfoo
ick geloof fijn voornemen is , alleen van
die Vorften te fpreecken , die door een
geweldige doodt een eynde van hun leven
gemaeckt hebben } of dat mifTchien de
ftofïb niet omftandelijck genoegh is om
de plaets te verdienen. Buy ten twijfel,
antwoorde Euftacchio, alfoo het een
van de voornaemfte voor-vallen van die
tijdt is geweeft, al waer het maor ter
& 7 oor-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
1JO DORT SC HE
oorfaeck van de over-een-komftdicdiea
ongel uckigen Sforza roet Tiberms ge-
haat heeft, daer de Schrijver een leer
aerdige vergelijckingover gemaccktiou
konnen hebben j want voor eerft : Augu-
ftusgeftorvcn zijnde, quam Tiberius in
V«gc- het Rijck, die, om het felve te verfeecke-
ren , terftondt Pofthuraus Agrippa , die de
navolging met recht toe quam, heeft laten
Tibe- doodcn. Lodovico Sforza. mede alfoo m
rius het gebiedt van Milaenen ingedrongen,
en Lu- doet oock GiovanGalcazzo, den waren
d?vic0 Erfgenacm , ombrengen. Tiberius be-
„ vai^t fich in twijfel, om dat Auguftus
* den jongen Agrippa hadt geweeft befoec
tth ken, dat hy hem Keyfer fou hebben willen
ÏÏl maecken. Lodovico van gel ij eken, orn
Mal- datKarel de achtfte Giovan Galeazzo hadt
ferzi. Defocht, vreefde dat hem dien Koningk
Hartoghvan Milanenfou hebben willen
maecken. Tiberius wilde toonen en voor-
dellen, als washy van den Raedt tot die
waerdighcyt gekooren , en niet door fijn
fchclmery , en loosheydt van fijn moeder j
Livia ingedrongen. Lodovico, op de felve
wijfe, wilde hetoock een fchijn geven,
als ware hy door het volck , tot voordeel
van den (tact, en niet door fijn rabauwe-
ryen, daer toe gekomen. Tiberius veynl-
dehet Rijck niet te willen aenvaerden;
lbo deedt oock Lodovico. In een faeck al-
leen verfchildcn fy te wijdt, namenthjek,
dat Lodovico foo lang vertoefde met het
om,-
V
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
•^9
.JJf
ARCADIA» |||
ombrengen van lijn Neef Giovan Galcaz-
zo,dat hy tot uytvoering van het fel ve den
Koningk vanVranckrijck in de armen ne-
men moft,tot fijn uyterlijck verderf en on-
dergangk : daer in tegendeel Tiberius foo
haeft niet tot het Rijck gekomen was , of
hyfocht,door het ombrengen van Agrip-
pa, fijn ftoel en ftaet te verfeeckeren : « ant
foo leggen de woorden van Tacitus.
Prïmum facinus novi principatus fuit Pojihumi
Agripp* Cades : quem ignarum , inermemque
quamv'u frrnatus animo ce nturio , agreconfe-
cit. dat is : Het eer (He [luck vjereks van Jtjn
nieu verkregen Kejfer-rijckywas het dooden van
Pofthumus aAgrïppa , dewekke, hoe onhmd'igh
en ongewapent , een Hopman niet Jortdcr groott
moe) ten heeft kontien apnaecken. Want Tibe-
rius liet fich fclven duncken , fijn Rijck ,
foo lang Agrippa leefde , niet geruftelijck
tefullen konnen befitten , wetende, dat
zijnde de rechte af-komft van Tiberius
naerder daer toe als hy , die een woed en
bceftachtigh menfeh was, defelve, foo
menighmael als 'er eenige onluft tuffchen
hem enden Raedt of hetVolck ontftondt,
dien Jongclingk terftondt deneerjftcn toe-
vlucht vandenRaedt en de Gemeente fou
zijn. Behalven dat Agrippa , zijnde onbe-
dacht en van weynigh oordeel , te lichte-
lijcker het een of het ander fou hebben
derven beftaen , ali die geen vrees voor
eenigh gevacr hebben fou. En wacrhjck
foodanige lieden zijn het die, hoewel
Èuiy-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
V
1 JK.-
1 pG
ft i
i m
23i DORTSCHE
buytcn ftaet en bediening zijnde, evenwel
moeten gevreeft worden, gelijck Pompo-
nius geen kleyne vrees voor Titus Man-
liushadt: als tivius feght : &quodhaud
minus timendttm erat,Jiolide ferocem yirïbm
fuis cerneret. dat is: En hetgeen niet minder te
vree/en flondt,dat hy hem fagh onbedachtelijck
rwoeji op Jijn krachten. En fëeckerlijck defe
felvevondt van Tiberius wordt meeften
tijt van foodanigeVorften gebruyckt,in al
diergelijcke verandering van faeckeni
komende de ftaet van het eene gedacht
tot het ander , dat de ingedrongenen ter-
ftontde (lamme van hun voorfaten t'eene-
maelpoogen t'onder te brengen, gelijck
als voor hen niet mogelijck zijnde, fonder
het felve , in ruft en vrede te leven. Ge-
lijck de Romeynen, fob lange het gedacht
van deTarquijnen niet geheel uytgeroeyt
was, in geduurige onruft en oorlogh
moften blijven. En dit is een van de rede-
nen, waeromme ick geloof, dat het beftaen
van Marcus Brutus tegen Iulius Caefar,
fiilck een goet gevolgh niet heeft gehadt ,
als dat vanLucius Brutus tegen deTar-
quijnen, voor foo veel defe laetfte niet al-
leen een geflacht, macr alles wat den p
naem van Tarquinius droegh, trachte uyt J f -
te roeyen j daer Marcus Brutus , de boom j <
ter neder vellende, den wortel over gela-
ten heeft , uyt dewelcke A uguftus voort- J *t>
gefproten is, dewelcke fijn voedtfel foo j
welbeftedc dat hy in het korte een foo- m
da-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. zu
damgenboom wierdt , diediegecne,dle de
ielveiou hebben willen afhouwen, mee
lijn val fou verdruckt en verplettert heb-
ben. En daerem is het dat men Egypten ,
Cappadocia, Syria, Macedonia,Bitmnia foo
menighmael van Koningen heeft fien vcr-
i anderen, nademael de regeerende rtamme
! die van fijn voorfaten niet t'ecnemael
a heeft konnen of willen vernietigen En
i daerom wordt Bardanus by Tacitus be- Vcr-e-
ftrafr, dewelcke,in de plaets van Gotarzes, kjkfng
• lijn voorfaet, re dooden , fijn tijdt met het tuf-
belegeren van een Stadt verliefen en door- ™**
■ brengen gingk, Met oorlof, Heer Euftac- Z?'
t chio,antwoordePeriander, dat men het en L.
quaet gevolg van Marcus Brutus, omtrent
3 het dooden van Caefar, alleenigh het fpa- Bru*
ren, van fijn gedacht fou toefchrijven , lus'
: Jou , mijns oordeel , veel gewichtiger be-
i iangen voorbygegaen zijn : want, voor
, eerft, hetwerek dat Lucius Brutus tegen
deTarquinij beftont, wiert door dry voor-
rende faecken feer geftut; als eerftclijck ,
ioorde inftellingen van Romulus felve,
lewclcke in fich felven meer ftreckten
>m de vryhey t te beveiligen , als de macht
ivan een' alleen, gelijck wel te bewijfen
fou zijn. Ten tweeden, door de bcquacm-
ïeydt van de borgeren en den Staetfelf,
:dewelcke nu foo ver in krachten en rtcrek-
te hadden toegenomen (als zijnde nu buy-
ten hare kindtsheydt , en tot hooger jaren
geklommen) datfynu machtigh waren
fich
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
fich fel ven te befticren , en die van een an-i
der niet van nooden hadden. En ten dar«
den, door de moetwillighey t en ongebon-
dentheyt van deTarquinij. Aen de andere
zijde zijnder oock dry voorgaende din-
gen , die de daedt van Marcus Brutus ver-
kentert en ongeluckigh gemaeckt heb-
ben. Het eerfte is , de Heerfchappy van i
Cinna,SylIa,l>ompeiüs, enCrauus,de-
welcke alrcets de Stadt gewoon gemaeckt \
hadden het gebiedt van een alleen te kon- i
nen verdragen. Het tweede was^e onvol-
maecktheytder Borgery en de Stadt , de
welcke van fchoon, gelijck fy ecrtn.au
geweeft was , nu, door quade gewoontei
en manieren, met allen afgrijflehick ge
worden was. Het darde was, de lacht
moedighey t , en uy tfteeckende goedertie
rentheyt vanGdar felve, waerdoorh* I
het eemoet van het gantfche vo ck vol
komentlijckaen fich verbonden had lot
datinplactle van Romulus inftellingen
ftreckendenadevryheyt, die van Marm
en anderen meerder plaets grepen, ftrec
kende na de dienftbaerhey t. Willen wy n>
vorders fpreken van die dingen, dewelck
mede gaende zijn ge weeft. Dry dingei
waeren het beftaen van Lucms Brutus te
gen Tarquinius gunftighen vorderlijck
eerfteliick het fchenden van Lucretia, he
welcke alleen genoegh faern was , als zijn
de een algemeen en publijck gevaer, d
gantfche menighte op de been te helpen
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. Jff
*ehjck Virginius, fpreeckende tegen Ap-
>ius Claudius, dewelckc fijn dochter hadt
: billen fclicnden , defo woorden aen of te-
ren het Volck gebruyckte. Mis quoqueenim
jJias,forores, Conjuges elje.feciquo impunitior
it , eo eff'renatiorem fore , aliena cahrmitate
■ locumentum datum iflis, eavenda fimilhinju-
dat is , Sy hadden oock hun Dochters ,
'"■u fiers en Huyfvrouiuen , tn hutten fuif keen
- ■ (ten ongejlraft bleef, fou het felve mier die-
'en om de foodanigete ongeborJener temaec-
en , doch dat hen nu door eens anders ongeval
lc lei ring gegeven wasyd<ergelijcke verovgehje-
■ •jng te ontgaen. Het tweede was, de ge-
Jechtige vyandtfehap vanLucius Brutui
egen Tarquinius. Het darde was, de daet
iet volck bekent gemaeckt te hebben |
'net hen de redenen ooriacckaen te wij-
en, vaeromroe men de faeck beftondt, in
roegcn het lel ve mede dcclachti^h aen
lle t'famen-fweering zijnde , noot&cke-
•: ijck rooi) helpen uytvocren , cn deel aen
iet gevaer hebbende , de hant tot het laet-
tc toe dacr aen houden. Het ichenden
ian van Lucretia.gaf de t'Lmi en i weering
»ujn verwe, het gerechtigh mifnoegen
'anBrutus, dcedt den aenvanger lof en
rijs verdienen.de kennirte van het volck,
•rock haer mede tot deiacck , en maecktc
uytvocring te lichter. Maer omtrent
faeck van Marcus Urutus tegen Ca:far,
inderden hen , de geduurige gunden en
Idadcn van den Pi in;, bencÖcns die
gene
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
1
*;6 DORTSCHE
gene die Brutusfelf ontfangen hadt, enl,11
hem niet minder als met de alderhooghftej11
ondanckbaerheyt konden brantmercken.?
Ten tweeden de onkunde van het volck J
zijnde de moordt felf in den Raet, buytefll
hun kennifle gedaen . En daer de fchenj '
ding van Lucretia het verdrijven van de
Tarquijnen een verwe gaf,konde de gunftf
en goedertierentheyt van Caefar , niet an4
ders, als de quade betrachting der t'famenj
fweerders ontdecken. Willen wy vorder»
het ooge op de gevolgen flaen, foo is 'eij
geen twijfel aenof wy lullen daeroockt
ftrijdigheden vinden : want voor eerft, hei !
geen aenftonts aen de doot der Tarquijner f
gevolght is , was het verlichten van het
volck, enbetfelve van alle overvloettdo
beforgen ; op dat het daer door de nuttig
heytvan haervryheyt moght bekennen
Het tweede was het doodenvande Ede
len, dewelcke aenhangfelen vanTarqui
nius waren , op datfe geen vernieuwing
foüdcn komen te docn.Het darde fou mer
het vernietigen van het gellacht van d<
Tarquijnen (daer mijn Heer van gefprok»
heeft) mogen ftellen : zijnde de gevolget
van de doodt van-Caefar t'eenemael ftrijc
digh : want eerftelijck , alhier Antoniu» '
lefende ineen feer heerlijcke'aenfpraecli
de Uyterfte wille van Caefar , in de welckè
hy het volck een groot gefchenck ghe*
maeckt hadt, deedthet felveaenftondtó
Wckennen, hoe veel nutter hen dien Tyrar
wrm
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. a37
»ras. Ten tweeden , wierden hier de acn-
iiangfclen in het leven gelaten. Ten dar-
iden,daermcn in den eeriré aenvang Heyr-
gegers beitelde, om hetgehcelcgcflagt der
irarquijncnuyttcrocycn, op dathetfcl-
vc fichnict weder meefter van Romen fou
omen te maken , wierden hier in tegen-
eelAuguftus Oorlogsmachten befchafr,
m fich des te beter meefter van het Rijck
konnen maccken. Dit zijn de redenen ,
n belangen , die my dunckt dat beyde dc-
aenvangfelen foo vcrfchillende maken,
venwel wat aengact het uyt- roeyen
n verwoeden van het gantfehe gcflacht
3cr voorlaten , fou, in het algemeen geno-
men, niet Tonder 1'metto van goddeloof-
eyt konnen doorgaen. Indien wy lpreec-
en vancenighChriftcn Prins, die de flact Hoe
an eenigh ander, die vyant van den Chri-
'Itelijckcn Godtfdicnft is , komt intcne- in
men, fou defelve het uyterfte, omtrent het over-
erdelgen van dit gcflacht, mogen acn- win-
angen en beftacn , voor lbo veel als t]l"°
y hartneckigh by hun dwaling blij-
i ven, gclijckGodtdoot den Propheet Sa- heeft
muel Saul briefte , benen te gaen en Ama- t cgcus
" :tefiaen,alhetfijnctevern)oej}en, en hem dcn
iet te [paren , oock vtets <van fijne goederen te vcr" -
egecren , inner alles te doo ien tot de vrouwen ,
nderen , ja de fuygclmgen toe, M ACr i ndicn
y vaneen Chriltcn Prins willen hande-
en, die van een ander, die vandcfelvc
odtiiiienft is , de flact met gewclt be-
mach-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
1
M$ DORTSCHE
machtight, dcfe heeft geenfins tedenc
ken, door dc doodt hetgeflacht van der
eerftenen rechten Eygenacr te vernieti
fenj het welcke, behalven dat het een on<
etamelijck doen van een Chriftcn foi
zijn, eerder fchijnt een vinding yand(
foodanige te zijn, die, willende in hun
fchelmeryen leven en voortgaen, allee-
nighpoogen alle toom en teugel wecli
te nemen. Daer en tegen, indien fic heet
Vorft goedertieren tegen fijn onderdanen
draegt, hen als kinderen, en niet als flaver
handelende, niemandt,wie hy oock zy, U
vreefen heeft. En daerom was het dat den
Roomfchen R.act, hebbende de Tarquij-
nen verdreven, fich voeghde tc regeeren
meer als Vaders van het Vaderlandt, als
anderfins, het welcke fonder twijfel heni
veel geholpen heeft, gelijck uyt het ge-;
volghgenoeghfaem gebleken is. Ia het
is menighmael beter, defe , van dewelcke
men het Rijck genomen heeft , te ceren ,
en een gedeelte van hun ftaet te laten , om
het overige met geruft heyt te befittcn.
Gelijck Cyrus wijflblijck gedaen heeft,
dewelcke, hebbende Lydia bemachtighfi
enCrefus daer van berooft, die daer te
vooren Koningk van wasgeweeft, hem
voor al een gedeelte van fijn gebiedt gela-
ten heeft, en een Stadtom tebefitten. Êti
wacrlijck indien hy andere wegen hadt
ingegaen, hy hadt het lichtelijck alle*
verloren. Daerom feght Iuftinus : Crtefo
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 239
ï 0 vita & patrimor.ij panes & urbs Baret ,
» concejja ƒ unt, in qua etfi non Rjgiam vitam
: ft tarnen <ff proximam s^eght Majeflati degc-
*nt. dat is :. Crefus 7(1 jn, beneffens betle-
. , n ve
%de
— j m j j — IJ - - - w • m
ven , fijn gedeelten van fijn vaderlijcke U-
[fittingen, tn de Stadt Barce toegeftaen , m
mde welcke hy , indien geen Kpninckli)c\le*
,0 ven, ten minfien een , het welcke aen de Ko-
» ninckfijeke Majefieyt de naefte was , geleeft
>nbeeft. En vervolgende toont hy de nut-
| itigheyt van dat btfluyt , feggende : Hac
^dementia non minus vitlori quam vitlo utilis
\\\fuit. Quippe ex univerfa Gracia , cognito
>WjUod illatum Crcefobeüum e/Jet , auxilia vt-
-.wluti ad commune extinguendum incendium ,
• vconfluebatit. Tamus Crafi amor apud om-
:%ties urbes erat , ut paffurus Cyrus grave
:\*beUum Grxci<efuerit , Ji quid crudelius in
^.Crccfumconfuluiffet. dat is: Defe facht-
•^tnoedigbeytis niet minderden ovcrwinnaer >
• Xuls den overwonnen , nut en vorderlijcl^ ge-
M treeft . Want bekent pijnde dat Crefus den
)Qorlogb acngcdaen nuts, is van alle kanten
lMderflam,gcltjc}^als om eengemeene brandt
''• \tc bluffende (amen gevloevt : want foodanigb
swas de hef de die al de Grkckjcbe fleden
ICrefus toedroegen, dat Cyrus een fwaren
)oorlogb foubebben moeten u\tf\aen , indien
'hy wreedelijcl^met Crefus gi b.mdelt badt.
1 Indien de Koningk van Vranckrijckop
defe wijfe gehandelt hadt , wanneer hem
Fer-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
140 DORTSCHE
Ferdinandus van Arragon het Rijck vanj
Napels wilde opdragen, indien hyheml
Heer en befitter van Calabria hadt willen!
laten , hy fou mifichien het een en het an«ty
der niet verloren hebben. En waerlijckï:
hy hadt het felve behooren te doen , tenjii
minften foo lange , tot dat hy fich felvenjt j
in het Rijck van Napels beveftight enin
fterek gemaeckt hadt, hebbende daernfci
tijdts genoegh , die van Arragon weder;;
uyt Calabria te helpen. Als David gedaen J
heeft , dewelcke nam de helft van SauM
goederen, dewclckehy Mephibofethge-i
gegeven had, en gaffe Siba fijnen dienaer,^
uyt vreefe d3t de felve na fijns vaders I:
Rijck ftondt. Waer over Procopius alfoot
van hem fegt , dat hy fulcks gedaen hadt:
Vtfubftantiamminuens , animumipjius deji-
ceret , ne Regnum nffeBaret ; alias enim iUum\
qui adverfus dominum fuum mendacium dixe»
rat , quempunire pot'ms debebat , nequaquam
participem cum eofeciffet . Op dat hy , <vermin-\
derende Jijn middelen , Jijnmoet oockvermin-
deren en ter neder werpen fou , op dat hy na het
Rijck niet fou trachten } anders foude hy hem ,
die alreeats tegen Jtjn Heer gelogen hadt , en
dewelcke hy eerder had behooren te jlraffen ,
geenfms met hem declachtigh gemaeckt hebben,
Alexander de groote , wanneer hy tegen
Koningen die verre vanMacedonia gele-
gen waren oorlooghde , pooghde niet al-
leen , wanneer hy hen overwonnen hadt ,
hun (lam geheel uyt te roeyen, maerhet
geen
V
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 24,
i^cen meer te verwonderen is , gaf de Ri jo
tken weder aen die hy defelve ontnomen
ttad. Waerlijck een groote en alle Princcn
-toetamehjeke Edelmoedighcydt, die een
vderVorft,infoodanigegevallen,behoort
$.e gebruyeken , wanneer fy met weynigh
«cnoeyten ver afgelegene volekeren , die in
'vijle van leven, in wetten,taJcn, en ander-
ms van hen verfchillen , overwinnen ; en
ies temeer, wanneer fy oorlogen meer
uy t begeerte tot roem , als aertfche goede-
en; altoos is het veel beter door middel
an fachtmoedigheyt te verfceckeren ,
iet geen fwaerlijck door gewelt tcbe-
oudenis. Macr evenwel , indien men
oght komen te vreeièn , dat defe , de-
elcke voor-heen Vorft van onfe over-
onnen landen isgeweeft, daer in blijven-
e, eenigemuyteryenmoght komen aen
rechten, is het gevoeghlijck hem
feigh gebiedt in andere geweften toe te
'ggen; gelijck Cyrus medegedacn heeft,
:wclcke de Meden overwonnen , cn
ftiages van lijn Rijck berooft hebbende ,
emindat Rijck niet gelaten, macr het
biedt over Hyrcania gegeven heeft; en
iewel luftinus feght , het fclvegefchiet
szijn, om dat Aftiages niet weder na
•leden wilde keeren, is evenwel mijns
jordcels waerfchijnelijckcr, dat Cyru*
aleks gedacn heeft , om dat hy v reefde ,
it hy,diealreedts de doodt van fijn Neef
Vordert] hadt, omiich in het Rijck te
L hou-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
242 DORTSCHE
houden, nu, daer van berooft zijnde, niet
ftil fou fitten, wanneer hem gelegenthey t,
het felve weder te krijgen, voorkomer
fou Andere hebben noch andere midd
len gebruyckt , houdende de foodanige i
Koningkiijcke eer by fich. Gelijck Her
desdegroote met Ariftobulus enHyrca
nus foo lange gedaen heeft, totdat fiji
wreedtheyt hem eyndclijck in defelve ge
dachten van veel anderen deedt valler
Voor al evenwel fou die wijfe van doe
van David plaets behooren te hebben , di
Sauls goederen Mephibofeth, Soon van
jonathan, gelaten, en den fel ven by fich in
froote eer en waerdigheyt gehouden!
eeft. Het welcke hem feer wel gelucktj
is. Maer wanneer aldefe middelen te
fwaerfouden mogen khijnen , of ten in-
licht van een ongeruft gemoet in den
overwonnen , of door een ongemeene ge-
negentheyt van het volck tegen hunnen1
ouden Heer, foudemen defelve na een
langkduurige ballingkfchap konnen ver-
lenden , gelijck den Paus in Bolognage-
dicn hecfr. Maer wy hebben , mijns oor-
deels, genoegh daer van ; waer is uw heer-
iijkhey t in het lefen mede befigh geweeft?
Met de gefchiedenis van de Koningin!
Ifabellavan Hongaryen , antwoorde Eu-i
ftacchio. Hebt ghy daer eenige aenmerc-|
kingover, vraeghde Periander ? Eenige,
tntwoorde Euftacchio, en voornament«
lijck dic,aengaendc de Regering der vrou-
wen ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 24J
wen , en haer fwackheden en misflagen ,
die defelve niet felden bcgaen,gclijck defe
tegen den Cardinael Martinuzius geen
kleyneen geringe paflie of vrouweJijckc
i! drift getoont heeft. Gelijck oock Tacitus
S feght: accedere matrem muhebrïimpotentia :
i ferviendum famina j waer mede hy fch ij n t
n het vrouwelijck gebiedt nietfeer teprij-
fen: hierover hebbe ick by mijn felven
overeelegt, voor hoe veel fy over de man- Vcr.
neniouden mogen heerfchenj waerom hande-
hun heerfchappy haetelijck is;en hoe veel ling
macht de Princen aen de vrouwen fouden acn"
% hebben toe te ftaen. M aer ick fie A m bro- dc
■■)] fio beneffens Lyfander in komen , waer gerinCcT
f over het tijdt hl zijn ons redenen hier der a
v< over te eyndigen. Noch foo niet, viel Vr°u-
t daer Periander opm, wy hopen hen eerder wcn*
i s te bewegen , benefFens ons , hunne ooren
w daer toe te verleenen , ftaende met eenen
J{ op om Ambrolio teontfangen.Maeralfoo
'ihy in fijn wefen eenigen fchijn van drocf-
■)heytgaf, vandthyfich genoodtfaeckt te
i vragen wat hem lette , en of hem in lijn
ihuys eenigh ongenucht bejegent was.
'■ IHet geen my bejegent is, antwoorde Am-
nbrolio , fou noch uw huys , noch die daer
lin zijn, mogen geweten worden, en komt
:';alleenighuyt mijnfelf voort, hctzyuyt
^fwaermoedigheyt, of anderfins, bchalven
radat de faeck in lich felven nauwelijck de
rsbefeffiing van een wijs man verdient.
viHet geen macht heeft een wijs man te bc-
L z droe-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
droeven , heeft oock de waerdy van onfe 1
befcffiing, antwoorde Periander. Daer-J
om, waerde Heer Ambrofio, voor foo veel»!
wyuwe ruft beminnen, maeckt ons uw 1
kommer of moeyelijckheyt , ofwathetl
fijn magh , deelachtigh , op dat wy, is het 1
anders in onfe macht , daer middel tegen i
befchaffen. Het is foo gering , berechte ,
daer Ambrofio weder op , dat ick het my
felffchame tefeggen, enniethoogeral^
een droom te achten , gelijck my defen
nacht een gebeurt is, die, ick doe oock wat
ick doe , my evenwel niet lacteen wey-
nigh te ontruften ï my dacht, vervolghde
hy, dat ick mijn broeder, die uw heer
lijckheyt wel kent, feydc hy, fich keeren
de na Euftacchio, met veele wonden door
fteecken , half doodt in mijn armen hadt J
het welcke my fulck een fchrick aen-
braght , dat ick daer door ontwaeckte , jae
fcheen, wacker zijnde, als noch fijn fuch*
tentehooren. Opdroomen, feydeLy-
fander, moet men geen acht fken. Sy
zijn, voer daer Periander op in, nietfeer
te achten , en oock niet t'eenemael te ver-
d<s achten. De meefte ontftaen uyt de geftal-
Jroo tenis en hoedanigheydt van ons bloedt , of
toen. oock de fpijfe , dcwelcke wy genuttight
hebben ,maer evenwel zijnder oock fom-
mige , voornamentlijck die ons tegen den
morgen aenkomen, wanneer de fpijfe ver-
teert, en de beweging van ons bloedt een
weynigh geftilt is, die al menighmael
' voor-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
mm
A R
■ C A D I A. j4S>
voorfcggers van toekomende dingen zijn.
Gelijck die vandenKoningktel'abelge,
wecft is,als;ook die vanl'harno en anderen,
fonderdat'cr ontallijcke van onle tijden
ontbreeckcn, daer ick eenige van de mijne
wel derf onder reeckenen, die door dc uyt-
komrt wel getoont hebben , dat haer
voorfeggingen niet alle logmachtigh
zijn. Ick beken , antwoorde Euftacchio ,
dat ick 'er weynigh geloof acn geef, mif-
fchien is het om dat ick de ware oorfaeck
daer niet van verftae , noch op wat wij fc
defeindruckingenin ons gefchieden , als
die my met natuurlijcke dingen Weynigh
bemoeye. Degceftige Rabclais , berechte
daerLyfander op, ièght , dat de ziele in
diergehjckegclegcnthcvdt de minnen oi
'> voetfters flacht, die, hebbende haer voedt-
I fter-kinderen teruft geleght, eninflaep
* gebraght, fich een weynigh, of in dc keuc-
.31 ken or elders, gaet vermaecken : dat alfoo
ei oock de ziele, hebbende haer bevolen pant
P nu in de ruft , oock op defe wijfe fich IA
r dc Goddelijcke aenmereking van boven
natuinli)ckedingen,als buyten fich fclven,
na de plaets van haer af komft gaet rer-
r maecken, ficndcaldacr, of ontfangende
f door een ziellijcke indrucking foodanige
f dingen , die met geen mcnfchclijcke oo-
5 gen konncngefien worden. Die Exofificho-
ïjts, of buyten- wandeling van dc ziel, ant-
* woorde Periander , fou weynigh plaets
' my grijpen , maer wel dat cenigh goct
L 3 Genius
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
i46 DORTSCHE
Genius (vergeeft my, indien ick te grove-
lijck Philolopheer) r.ietfonder deGod-
delijcke toelating, door een foodanigen
invloeyingdiede ftoffeloofe wefens eygen i
is , foodanige verborgen dingen , onder
andere fomwijlen oockin hun eygen ge- ;
daente, ons ziele mede-deelenj wy konnen
vandiefaecke niet als by raeming fpreec-
ken, maer wenfchende dat den goeden
Hemel fulck quaet van u afwende , fullen
wy uw Edelheyt verfoecken, deel te wil-
len nemen aen eenige ftaetfchc aenmcro
kingen, die ick al met verlangen , uyt den
mondt van den Edelen Euftacchio, ver-
wacht. Van gantfeher harten, antwoordr
Ambrofio, en met eenen fich yder een
ftoel hebbende doen langen, fettenfich
foo aen yder zijde van Periander, die al
veerdigh met luyfteren was, eerEuftac-
Vcr- chio fich bereydt vandt te fpreecken. Die
V°lgH eyndelijck aldus vervolghde. Ickhebbe
Sa- Rcfegnt waerick van meen te handelen ,
fchins fal beginnen met het eerfte, enfeggen,
der dat de vrouwen in dryderhande manieren
Vrou- ijecrfchenj eerftelijck , direételijck (om
:n' met de Rechtfgeleerden te fpreecken) al-
leen; ten tweede, indireételijck alleen jen
ten darden , neflfens haerSoon, Man, of
ander. De eerfte wij fe van regeeren , dat
is dire<aelijck , en eygentlijck , gefchiet m
a&ie van Iurifdiaie, gel ij ck dat van in
Rechten te oordcelen , tot het wekke
groot verftandt en ftandtvaftigheyt of on-
buygh-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
I
ARCADIA. j47
buyghfiemhcyt vereyfcht wordt, wacr
dooide vrouwen, ter oorfaeckvan hun
I fwack verftandt , daer toe niet bequaem
•) konnen geacht of gehouden worden , en
1 *aer ovcr oock fuleks in de wet verboden
, «.gelijk men oock inderdaedtmaereene
I Debora in tegendeel vint, dewelcke in het
Oude Tefhmcnt , of Verbondt , onder dc
Rechters getelt wort , die oock het volck
liraels met fulck eenwijfheyt enbcleydt
beftiert en geregeert heeft, dat fy ccn eeu-
\wige gedachtenis van haer daer over na-
3 gelaten heeft; evenwel kan dit ccnigc
voor-beeldt hetgeen wy gefeght hebben
niet krachteloos mtecken, behalvencat
menfou mogen leggen, dat Debora niet
uyt of na haer eygen hooft geregeert ,
maer gclijck als een Propheterfle, het
geen, haer van Godt geopenbaert is tot
antwoort gegeven heeft.
Dc tweede wij fc van Regeering, dewclc-
kewy indtre&etijck noemen, en oney-
gentlijcker is, is niet anders, als de macht
van gebieden te hebben, hetweickc by
: : toeval een vrouw bekomen magh, de-
welcke, zijnde Dochters van Vorftcn,
hunnen Vader in dc ftaet en befittin»
konnen navolgen. En al-hoc- wel het ge-
bieden fchijntde mannen alleen eygente
zijn, en die het felvc met de vrouwen
i niet fchijnen gemeen te hebben , evenwel
II dewijl het de vrouwen foo cygen is als de
mannen, rijekdommen te belitten, gc-
L 4 beurt
: i
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
248 DORTSCHE
beurt het menighmacl dat het gebiedt de I
rijckdommen volght, ter oorlaeck van
het bent, waer door de vrouwe, zijnde
deelachtigh aen de befitting, oock dcel-i
achtigh aen het gebiedt is.
De darde wij£ is , te beftieren benefifen*!
bemannen, fonder dat de vrouwen hetl
gebiedt alleenieh hebben; dit is dat men
menighmaei net, dat de vrouwen heer-t.
fchen met de mannen , de moeders met de ,
' kinderen , en de groot-moeders met det 1
neven , het welck genoeghfaem gefchiet I ~
en gefchieden magh , maer of het vordert ■
wel of qualijck zy,fullen wy terftont fien.
Het blijckt dan klaerlijck dat de vrou^
wen niet dire&elijck of eygentlijck kon-
nen beftieren en regeeren , of om klaerder i
tc fpreecken, in foodanige heerfchappy j
als wy noemen luditare,o{ oordeelen, maer
wel in foodanige als wy noemen Cormntn»
dare , of beveelen ; en oock op de darde
wi j fe , namentlijck met of beneffens haer
foon, of andere mannen. Wat nu het
tweede hoof t-ftuck belangt , of hun gebict
hatelyckis, datkonnen wy aldus onder-
fcheyden : ofwy fpreecken van de vrou-
wen alleen , of van hen inhetgefelfchap
van de mannen. Indien wy het verftaen
in de eerfte wijfe , fco is'er geen faeck die
hatelijcker en affienlijcker voor de man-
nen is , als een vrouwe te dienen j als ftrij-
dendemet dereden, en Godts bevelen te
eelijck, beneffens de wetten van de natuu-
* re.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 249
krc. De Heer heeft tegen de vrouwen ge-
jfeght: Ghjfult onder der mannen macht zij 'n. Gen.
ï Ariftoteles feght oock , dat natuurlijcker 2*
'1 wijfe het volmaeckfte over het onvol- pjj
\ m3eckfte moet heerfchen , en , het
v geen beter is , over het m inder. Z ij nde
1 dan de vrouwe (gelijckdeielve duyfènt-
i mael betoont) foo veel onvolmaeckter
< als een man , en van Pithagoras onder de
-tcjuadc dingen, gelijckden man onder de
n goede, geftelt; fou het een monfter ofmif-
't: geflel in de natuur zijn, dat het volmaeck-
1 te hetonvolmaeckte fou moeten dienen,
1 en het goede het quaede: te meer,dewi jl
ndatgeflacht (ick iegge niet altoos , maer
nten raeeftendeel) berooft is van de bchoor-
) lijcke wijfheyt, voorlichcigheyt, endap-
tperhcyt, en in tegendeel volhoovaerdig-
oheydt, cn welluft ; en by gcvolgh onbe-
uquaem tot de hecrfchappy.Waer om oock
xTacitus aldus daer van lprceckt : Nonfo-Tac:
fkan imparem laboribus ftxttm fed fi Ucentia ad Ann.
fit fievntn , ambitiofum , potejlatïs avidum. $•
I dat is : Een ge/lacht, niet alleen onbectuaem tot
v den arbeyc, maer oock, indien hetfulcks toegela-
w ten is , mecdt ftaetfuchtiph , cn begeerigh na
macht» Soo fal dan de heerfchappy der
4 Trouwen , niet alleen hatelijck , wanneer
fy uyteygen macht gebieden , maer oock
in fich felvcn fchadclijck zijn. Men moet
h:cr niet tegen voeren , het geen wy hier
voor van Debora lubben geieght , alfoo
ick het felve eerder tot mijn voordeel
L $ fou
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
3C0 DORTSCHE
foukonnen trcckcn : want indien fy wel
peregeert heeft , heeft fy fulcks als een
Propheterflegedaen, en indien haerbc-
ftiering niet hatelijckzy geweeft, was
het, om dat een man voor haer geboden
heeft. En Godt wilde dat de Ifraëliten
door een vrouwe fouden beftiert worden , ■
en wetende dat fy door hun natuuriijeke 1
eygenfcbap daer toe onbequaem waren , ft
Iud.4. heeft hy een prophetifche geeft in haer*
geftort, en,willendedat fy fonder haet fou I
aengenomen worden, alfoo hy welwift I
iulcks van natuuren tegen deborft te zijn,
heeft haer Barac toegevoeght, opdatfy
door hem gebiedende, fulcks niet van een
vrouwe alleen fou voortkomen. Ick lal
meniehte van Rijcken en heerfchappyen
voor by gaen, die door het gebiedt der
vrouwen tc gronde zijn gegaen, daer men
de oude en hcdendaeghlche gefchiedenif-
ien vol van fiet. En indien Tacïtus feght ,
ferviendum famvna , verftaet hy fulcks niet
dat een vrouwe fal hebben te gebieden
alleen, noch als Rechterfche, noch Be-
heerfchter, maer op de darde wijfej
beneffèns een man , alfoo hy van Livia
fpreeckt , dewelcke zijnde de oorfaeck
geweeft, dat Tiberius tot het Rijck quam ,
lou men mogen twijfelen, of hy oock we- J
der in vergelding de oorfaeck van haer
heerfchappy niet zy geweeft. En hier fou-
den wy nu mogen aenmereken , wat ge-
iagh men de vrouwen in diergelijck geval
fou
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28 C 44
ARCADIA. 25*1
. ifou hebben te geven, en of hun heerfchap-
jjipy hatelijck zy. Omtrent het welcke te
beantwoorden, men nootfaeckelijck m et
'onderfcheyt fou moeten gaen, Itellende
of heerfchappyen die onvaft , of daer
mannen woeft, en oorloghs- geiint
zijn i uf foodanige Staten die , levende in
een gerufte vrede , onbekommcrlijck
beftiert worden.
Indien wy het eerfte vaft ftellen , foo
.; veel de wederborftigheydt of hatelijck-
heyt belangt, fou ick volkomentlijck
gelooven , dat de lelve hatelijck zijn : het
welcke Semiramis wel wetende, heeft
het Rijck niet opentlijck derven aenvaer-
i den , gelijck luflinus feght : H&c non immx-
turo puero au fa tradere imperitcm, necipfa im-
perium palam tra ft are , tot ac tantisgentibus ,
vixpatienter uni viro , nedumfcemina paritu-
ris. dat is : Defe niet dervende het Rijck een
cnvolwaffen kindt vertrouwen , noch oock feU
ver dat opentlijck bejlieren , alfoo foo veel en foo
• groot e volckeren nauwehjeks met lijdt faemheyi
een eenigh man , ick fwijge een vrouxo ,fouden
' ' vjillen gehoorzamen. En de reden daer van
' is niet anders.alsdatzijndedie onderdanen
• eé ftraf oorlogs volk,fy fich van eé vrouwe
; 1 niet fouden hebben willen laten beftieren,
; indien fy hacr inliet begin daer voor ge-
kent hadden ; aengemerekt dat voor heen
■ ' I de gefeyde onderdanen , alleenigh om dat
Sardanapalus den aerdt en weeckhcy t van
- een vrouw hadt, hem fuodanigh veracht ,
L 6 en
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
2ft DORTSCHE
en ten laetften ter doodt gebraght hadden;
Dit is dan het geval in het welcke Tacitus
feeht, ferviendum fiemina 9 toonende dat
het hateli jek voor een oorloghs- volck fou
zijn , als dat van Romen was , en gevacr-
lijck voor een nieuw Prins , alsTiberius ,
in gefelfchap van een vrouw te heerfchen.
Indien wy vorders onderfoecken wat ge-
fagh men defelve infulckeen gelegent-j
heyt heeft te geven, feggeick, dat men
haer in de faecken van oordeelen , noch
immediatelijck of onbemiddeltlijck in die I
van ftaet moet inlaten } niet alleen ter oor-,
faeck van hun onbequaemheyt,maeroock
teroorfaeck van de verachting daerfyin
fóuden konnen vallen, al-hoe-wel fy al op
dealderbeftewijfe regeerden. Alexander,
Roomfch KLeyfer, een man van groote
Rechtveerdigheyt , en vol van de omftan-
delijckheden,die een voortreffclijck Vorft
mogen betamen , alleenigh om dat hy fijn
moeder eenige faecken liet oordeelen , die
evenwel met alle voorfichtigheydt en ge-
rechtigheyt regeerde , viel binnen korten
tijdt in de hooghfte verachting , en wierdti
cyndelijck van het krijghlvolck ellen-»
dighlijck omgebraght. Waerlijck een
l^rachtigh voorbeelt, om tebewijfen , dat
ii e gemoederen van oorloghs-lieden , een
afkeer hebben , van vrouwen beftiert te
worden, keerende hetfelve de overtollige
eer , die de vrouwen aengedaen wort , tot
verachting van den Vorft felf. Het wclc-
ke
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
1
ARCADIA.
ke Tiberius , een verftandigh en verfiende
Vorft , dcedt feggen : Moderandos fcemïna-
rum bonore s. Dat men de eer der vrouwen ma-
tigen mofl.En Tacitus,n\ct min loos als hy ,
verklarende de reden van dit feghs- woort ,
feght : Muliehre fafligium in fui deminutio-
vem aceipiens: dat is : Nemende het hooge
gefagh van de vrouw tot fijn eygenverminde-
ring. Evenwel moet men hen niet fonder
eer en achting laten, wanneer fy de oor-
faeckzijn, dat de Vorft tot het gebiedt
gekomen is. Gelijck men aen Salomon
fiet, die door de goede bemiddeling van
fijn moeder Betfabe , by den ouden Ko-
ningk David , tot de Koningklijckc waer-
digheydt gekomen was, haer niet alleen
feer hooghlijck gc-cert heeft , maeroock
begeert dat fj benefTcns hem op den
Throon fitten fou. Evenwel hebbe ick in
de heylige Schrift niet konnen vinden.dat
fy geoordeelt, of in den Raedt gefproken
heeft.
Het ghefagh dan het wclcke men de
vrouwen, ineen ftaet die onfeecker is, te
geven heeft, moet gcenlins onbemiddelt,
of immediatelijck , maer wel met bemid-
deling en uytwereking van den man zijn.
Defe lefle gaf David oock aen Salomon in
den 4f Vfalm, feggende : FiJU Tyri in mum-
r 'ib'ASVultum tiium deprecamtvtttr. De Dochters
Van Tyrus Jhlienuvo agn^tfuhte met gefehenck
Jmeeeken. Scggendc niet u , maer uw aen-
geficht, daer Theodoretus en Bajtlms den
L 7 man
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
lf4 DORTSCHE
man by verftaet : voor foo veel de eere de-
welcke de vrouwen wort aengedaen , door J
des mans bemiddeling moet gefchie- j
den. En daer om feght men by Efaias: i
Tantummodo invocetur nomen tuumfupernos. \
dat is: Dat uw nam alleen over ons aenge- i
roepen worde. En defe wijfc van doen
heeft fich Tiberius. trefïèlijck aengema-
tight , dewelcke , wanneer fijn moeder
gunft door fijn middel verfocht, haer het
iel ve lichtelijck toeftondt j jae hy heeft op
hetverfoeck vanLivia menighmael foo-
danige dingen van den Raet verfocht , die
men fondcr fchaemroot te worden niet
moght voordellen} maer wanneer. men
handelde' van buyten fijn bemiddeling
haer te vereeren , ftelde hy fich terftondr
daer tegen* feggende : Moderandos fcemina*
rum hortor es. Maer indien wy fpreecken
van foodanige Vorften, die in een feecke-
ren ftaet , en onbekommerde vrede zijn ,
alsdan moet de vrouwe, dewelcke met
hem te regeeren heeft , ter oorfaeck van
haer verftandt , en oordeel , daer bequaem
toe zijn , of niet : zijnfe onbequaem , datfc
fich bemoeyen met haer huyflèlijcke din-
gen; zijnfe bequaem, is het meer als recht
en reden, en niet min nut voor een Prins,
de vrouwe van fijn bloet tot een deel van
fijnen arbeydt te roepen om den man of
door ondervinding, of hun verftant , of
door eygen belang , of byfondere gene-
gentiieyt tegen Hem 01 de kinderen,
by
1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA; 2~
by tc ftaen , geli)ck men geen perfoon fou
f konnen vinden , die in geheymc faecken
beter te vertrouwen fbu zijn, als wiens
belangen aen die van den man vaft zijn*
Gehjck Auguftus , een Teer voorfichtigh
Vorft, fichmenighmael met Li via, Numa
Pompihusmet Egeria, Cyrus met Afpa-
al fia.Tarquinius metTanaquil , Iuftinianus
..: met Theodofia beraden hebben. Alsdan
.3 moeten de Vorften den raedt der Vrou-
i wen van hun bloedt geeniïns verachten ,
i jnaerdaergrooteftaetvanmaecken. Ge-
i Jijckoock Godt, omtrent het verfenden
van Agar, tot Abraham feyde: Hoort de Gen.
> femme van Sara, in alles wat Jy u feght. ir»
t Gelijck oockden Schepper in het begin
) der fcheppinge feyde : Laet ons hem een hul
4 pe maecken. En waerom fouden wy dan
i andere hulp foecken, als defe die ons Godt
; daertoc gefchapen heeft. En hier mede
.komt, namijnfeggen , over een het be-
I flechten van het geichil tuffchen Valerius
i cnMeiraiina.byT^i/v^bcauytcnde, dat
het geenfins gevoeghlijck was, devrou- , rrK
i wen ingevaerlijcke heerfchappyen in te
>wickelen, maer wel in vreedfamc en
: feeckere ; daer ick by ibu derven voegen ,
■ dat een jong Prins niet beter kan doen, als
fich niet alleen met fich felven te beraden
'('twclck oockccnfghfins ingevaerlijcke
;ftaten plaets heeft) maer fich ooek van de
• vrouwen te laten beft ieren .Gelijck Theo -
** datus, Koningk der Oftrogothcn, fic4
in
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
te6 DORTSCHE
in het begin van fijn regeer ing, feerwel
gedragen heeft, fich niet tegen fijn vrouw
geilende : maer fich van de felve affcheyi
dendc, fijn geheel Rijckmet ongerech-
tigheden vervult heeft. De Keyler
Conftantinus de fefte dcedt noyt wel , als
wanneer hy met fijn moeder Irene te rade
gingk. En Salomon verviel niet, voordat <
hy fijn moeder Berfabe quijt was,dewelc-:]
ke levende, nam hy het voor geen onwaer- 1
digheyt , fich van haer te laten raden. En
wie weet niet,dat fich Tiberius noyt voor,
maer na de doodt van fijn moeder, tot fijn
fchelmeryen overgegeven heeft.
Den heel-meefter ondertuffchen in ko-
mende, ftoorde de redenen van Euftac-
chio, en gaf Lyfander, die defe lange praet
tl moede gewordë was,gelegentheyt fich
by de jongkvrouwen, en fijn mackers , die
▼aft te iamen in den Hof kortfwijlden , na
dat hy de Heeren gegroet hadt, te vervoe-
gen. Perianderen Ambrofio ondertuf-
fchen na de tafel gaende, vonden daer op
het laetfte deel van het treur- tooneel , het
welck Ambrofio opflaende , vandt by ge-
val de gefchiedenis van Monfr. Ie Grand
endc Thou, en de veerfen van den uyt-
muntcnden Coriflantijn Huygens, Heer van
Suilichem , op de Thou :
"OU bier begraven light was kpndigb van een
Jchennif, (kennis,
Maer hpndighfonder fcbüU, hy opgedrongen
tin
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 2fj
En *$ heeft hem niet gebaet *# feyt met fijn
vromigheyt (feyt.
Te hebben weder ftaen: 't verfwijgen was fijn
f Verfwijgen van een feyt, dat vrienden hém
bet rouwden,' ( f ouden ^
Dievrienden, die hy fagh, alsfy't ontkennen
Dat fijn gebroken trouw noch t' overtuigen '
docht , (mocht.
Nocht haren weder wil ten goeden buygen
Scherf onrecht van het I{echt , dat voorver^
raet kan fchelden ,
Sijnvrient nochby ver raet, noch te vergeefs
te melden.
Waerlijck, feydc Ambrüfio,dien jongen
Heer was ongeluckigh. Ongeluckigh
inder daet,antwoorde I'eriander, cn onge-
luckighlijck fchuldigh: want indien de
kenniffc van ecnigh verraedt niet gevaer-
lijckwas, fou yder verrader te gemaeke-
lijcker aenhang maecken , en alfoo den
Vorft of het Rijck noy t feker zijn. Maer
yemant fulcks voorkomende , antwoorde
Ambrofio, een harte-vrienttefamenmet
een man van groot gefagh , als den Har-
togh van Orleans,ontdcckcndc fulck een Van
ftuck,fal yemant aen de eene zijde, het feyt liet
aenbrengende, die dooden , diens leven hy °ttt'
loofeer bemint, enaende andere zijde, *** n
die befchuldigen, wiens gefagh boven alle een ge-
beichuldiging is. Sal yemandtdan , ant- open-
I woorde Periander, met fulcks te verfwij - haert
;gé, en dooreen fot medelijden metanderë "
te
ver-
ract.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
1
i5-8 DORTSCHE
te bebbé, fich fel vé en fijn geheel gefhehfe
bederven ,cn de faeck moght fodanig zijn,
fijnVorft cn Heer in gevaer van het leven
brengen? ick hebbe, als een loofe fpichaer
raetflagh niet ondermijnt , fy fijn van felf :
bymy gekomen» hebben mijn ruft ver- m
Hoort, en my tegen wil deelachtigh acn 4
hetquaetgemaeckt : mijn leven, de ruft
van mijn Vaderlandt , en de behoudenis 1
van mijn Heer en Vorft is 'er aengelegen i I
Jicvcr mijn vriendt bedorven , en, ter oor* i|
iacck van een machtiger, die ick te gelijck
te befchuldigen hadt , een vry willige bal-
lingkfchap, trouw blij vende , verkooren *
als mijn Vaderlandt door mijn ftilfwijgen
ontruft , mijn Prins in gevaer (het welck
ick konde verhoeden) gebraght , en lich-
telfjck daerna mijn lel ven , door het uy t-
brccckcn van hetfeyr, of oock felfs na het
volbrengen , (gelijck alle aenflagen niet
het beoog h de gevolgh hebben , cn als dan
gemccnlijck den aenlcyder op den kop
komen)m ij n felven bedorven met al mij n
gedacht. Voor my , ick fouw , indien my
(het genewy Godt willen afbidden) foo-
danighs y ets te voren quam , fulcks óé
hooge Overigheyt te kennen geven. Maer
of ghy door het aenbrengen , berechte
Ambrofio, felf gevaer aen uw leven liept!
de befchuld ighdc moght het ontkennen •
en indien hy mach tig h was , waertghy in
het uyterfte gevaer. Macchiaveüi vindt ge-
raden fulck een verfoecker om te bren-
k
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCAD I A, ïfQ
'f gen : want her is feecker, indien ghy wey-
•f gert fulcks als hy u verfoeckt met hem te
•i ftaen, dat hy het licht u fou doen. Sulcks
<ïfou ick geenfins geraden vinden, ant-
'K woordc Periandcr, om fich nietterftondt
flfchuldigh aenecn mifdaedtte maecken,
I daer men een mifdaedt focckt te vlieden.
I Ick fou my voor het cerft veynfen fulcks
i aen re nemen , en op de ftaende voet het
Oj ftuck aenbrengen. Sou dat geen verradcr-
.) lijeke treek zijn,vracghde Ambrofio? Een
z kleyn en nootfakelijck verraet, antwoordc
'•• Periander, om een grootte vlieden ; ten
■:i waerden toclegh was.om het verdruckte
i Vaderlandt van een dwingclandt te bevrij-
•i den , en dc verloren vryheyt tfl hcrrtcllcn.
. In welcke gelegeneheydt dc Edelmoedig-
- • hcydt (indien het footc noemen fy) van
r PhilippoStrozzi, dien Brutus van fijn tijt,
is het niet nae te volgen , ten minften te
. prijfen fou zijn. Een van onfc afgegane
Borgemeeftcrs, een perfonagie van een ge-
: leert en gcluckigh onderfoeck , heeft my
. , defelvcgefchicdenis onlangs, fooalswy
van defe iloflè handelden , verhaelr , en in
Halz wacngewefen, gelijck ick defelveuv
Edelheydt niet fal wcygeren mede te dee-
len, ten waer defelve daer alreedts kennif-
fe van hadt. macr Ambrofio getuygende
van neen, vcrvolghde Periander aldus: Phi-
lippo Strozzi;getrout mctClarice de Mcdi-
cis, Suftcr van den Paus Leo, niet konncn-
dc de Regeering van Alexander dcMedi-
cfs
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
fchic-
denis
van
ïhi
zi
260 DORTSCHE
cis verdragen , macndc Laurens de Med i»
cis, fijn Neef,aen, om op het leven van deti[
Grooten Hartogh toe te leggen,en de vrJT
heyt aen fijn Vaderlandt te herftellettl
fippo Laurens toonde alle genegentheyt tof
Stroz- fulck een gevaerlijcken aen vang, maer
het geen hem wederhieldt , was , dat hy
vreefde , dat twee dochters , dewelcke hy
hadt , gcvaer in haer eer fouden mogen
komen te loopen , ter oorfaeck van het
verbeurt- maecken van fijn goederen , het
welckehy voorfeeckerte wachten hadt.
Philips antwoorde daer op, dat henv
fulck bedencken niet behoorde te weder*;
houden,en verfeeckerde hem, dat, hoe het
werck oock raoght komen uy t te vallen i 1
hy fijn twee Soonen aen fijn twee Doch-
ters fou uyt houwelijcken : het welcke hy
oock ged aen heeft. Want als Laurens het 1
ftuck wercks uytgevoert had, en niet heb-
bende konnen de vruchten van fijn toeleg-
gen genieten , maer door een ontijdige
vlucht fich daer van beroovende , wilde
fich Philips evenwel van fijn woort quij-1
ten, en gaf fijn Soon Pietro Strozzi, nadert
handt Marfchalck van Vranckrijck , aen
Leodamiedc Medicis, en fijn SoonR.ob«
berto Strozzi , daer na tot Romen geftor-
vcn, aen Magdalena de Medicis. Defel ve
Philippo , nae dat Alex ander de Medici*
omgebracht was, wederhielt de opvolging
van Cofmo de Medicis met gewelt van
wapenen , maer hebbende tegens hem den
flagh
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
A
R C A DIA. 26 i
agh van Marone verloren , dicht by Flo-
encen , wierdtgevanckelijck binnen ge-
raght. Maerhy,niet konnende verdragen
nder het gcwelt van fijn vyandt te zij n ,
e welcke hy geloofde dat hem fou doen
et vergif,of anderfins, een fchandelijcke
oodt fterven, befloot,fich felven met fijn
ygen handen , in de gevangkenis, om te
rengen. Aleer hy dit vreemt voornemen
ytvoerde, maeckte hy voor eerft fijn
yterfte-wille(de welcke Balzackght tot
)Romcn , onder de papieren van den Heer
uPompeio Frangipane, geficn te hebben)
/alwaer, onder andere dilpofitien en bcftel-
ingen , defen man , die de Oudtheyt fou
Jien gebeden hebben , fijn kinderen beval ,
ifijn gebeente, van dicplaets, daermen
rhem tot Florencen begraven fou , wech te
rnemen , en op te graven , en na Venetië
•over te voeren > op dat , feydc hy , indien
-hy het geluck niet hebben moght , van in
^een Vrye ftaet te fterven , hy ten minften
na fijn doodt, foodanigen vryeaerdege-
. nieten moght , ruftende fijn aflehc in vre-
de, en buyten de macht en heerfchappy
Wanden overwinnaer. Ditgedaen heb-
rbende, fneedt hy met den pongiaert , waer
>medc hy iich daer na het hartafitack , in
den mantel van de Schoorltccn , van de
:amer in de welcke hy gevangen ge-
ihoudcn wierdt,dit vers v\v\Vïrgiluu 3
Exoriareaïiquis noflris r.v cffibus ultor.
Dat
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
iC% DORTSCHE
Dat is:
Vyt dit mijn hut gebecnt, naer tijdt en fionit
verftreecke ,
Ontjiae m* een nazaet» om mijn ongeval u
«wreecken.
Na al het wclcke heeft hy fich meer
klocckmoedighlijck alsChriftelijck met
dien pongiard het hart doorboort , fijn
kinderen hebben fijnen laft getrouwclijck
uytgevoert, en hebben niet gelaten , ioo
veel in hen was » huns Vaders doodt te
wreecken » gacnde over in dienft van den
Koningk van V ranckrijck tegen den Kcy-
fer Carel de vijfde , die de heerfchappy
van de Medicis , tot Florenccn had opge-
recht. Ick kan hieroock geenfins voor
by gaen , dat Strozzi op het begin van fijn
uyterfte- wille getuyght , op de barmhar-
tigheydt van Godt te hoopen , en dat de
Heer hem defe fijn doodt vergeven fal ,
nademaelhy defclveleedt als een eerlij ck
Edelman, tot betrachting van de vryheyt ,
na het verlies van de welckc hy geloofde
dat een vry man verlof genoegn heeft, om
te fterven. M aer de wetten van het E van-
gel i ftrijden met dit geloof , en het nieuw
Roma noemt wanhoop, het geen het oude
een grootmoedighey t geheeten heeft , en
defe is het die nu verbannen fou , het geen
fy anderfins Goddelijck genocmt fou heb-
ben. Dit is fijn graf- fchrift ;
Dte
ARCADIA. 26*
( Die* 'f leven minder gold: als'tvrygemoet te
hemen , (woonen,
* En [taets belang verachte om eemnaelvryte
[ Die 't dapper onderwindt opgoet en leven Jlond,
En door eenmm\ voor Lwgde moedighjlen
onthouwen ,
V De dapperheyt verheelt dervry gejlorvê 'ouwen-,
i :> Geniet hier , na fijn doodt en wenjch , een vrye
grondt.
Ondertuflchen hoorden fy dat den
| Wondtheelder, die terwijlen befigh met
fijn verbandt was, naaer paflclijck over de
geftaltenis van de wonde te vreden was ,
alfoo hy die feer ontfteecken bevandt. Hy
Jeyde de fchuldt daerop, ditfich den ge-
wonden te feer moft beweeght heb-
ben. Dat fou wel konnen waer zijn,
berechte daer Periandcr op , want zijnde
den Heer Euftacchio foo voorbarigh in
onfe verhandelde reden , en tehevigh in
lijn bewegingen, heeft het myraenigh-
maelgedeert, datiekhem, tcroorfacck
van mijn eygen vermaeck, en de lult die
hy daer in fcheen te fcheppen , defelve
niet kon verfocckenaf te breecken. Eu-
ftacchio klaeghde oock grootepijn (die
hem miiTchien depraet hadtdoen verge-
el ten) te gevoelen , en dat hem den arm
• brande als of hy in het vyer lagh. Ambro-
fio vracghde den wondt-hcclder , ofhy
geen poeder van Vitriool by fich hadt? #e
daer op ja antwoorde , halende met cenen
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
»<4 DORTSCHE
een papier vol uyt fijn falf-bus. Ambroiiol
geboodt een becken of fchotel met water i
te brengen , als mede dc windtfelen , daer
het eerrte vcrbandt mede was gedaen , die
hem , foo bloedigh alsfe waren , ter handt
wierden geftelt. Hy het poeder in heq
water werpende , dede het terftont fmel-j
ten , dat gefmolten zijnde , ftack hy de
bebloede doecken daer in , en tiende Eu-
ftacchio fcherpelijck aen, om fijn gclaet tel
mercken , fagh dat defelve vol verwonde»!
w n. ring, nu op den wondt-heelder,endan opl
5et. Penander,en eyndelijck op hem fagh.bav- i
lijeke ftendeten laetften in dele woorden uyt:
w«c- 0f ick ben mijn ghe voelen, of de pijn
l"nS quij t, een aengename koelte komt my den
het geheelen arm over. En daer opdenneel-
poeder mcefter weder na de wonde fiende, fagh
de dat de ontftcecking alreedts minder, en
sy"J: ten laetften, naeentamelijckeoooiè,ge« j
of me ' ^el weS^ was- Ecn >r(ler ^onat verbaeft
de lij- over dit toeval, en konde fich niet onthou-J
dent- den Ambrofio te vragen , wat toover-i
>icyt. Woorden hy gefproocken hadt, waer doorn
den fiecken foo fchiclijck verlicht was.J
Geen toover-woorden , noch befweerin- j
gen , berechte defen daer op, maer dc ene-:
kclc natuur heeft mijn hulpfter gewccftJ
Dit is een byfondcrheydt van defelve , die*
van weynigh menfehen geweten , en van
noch minder gelooft wordt. Ghy moet
ons daer bericht van doen » feyde Ferian- j
der, ai was het maer om uws felfi wil, om
diet
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 20>
liet voor een fwart-konftenaer gehouden
e worden. Uyt vreefe voor die nacm ,
tntwoorde Ambrofio , hebbe ick defe we-
en fchap (want fulex is het maer) felde»
'villen gebruyeken, maer mijn Heer en
!|ment Euftacchio heb ick defe plicht niet
• villen weygeren : en wat belangt dier
• laerder ontdecking van te doen, fulcks
uilen wy tot den naeften verhouden,alfoo
vy alreeds meer als te lang den gequetfte»
xnoeyelijck zijngeWeeft, ondertufllhen
)ieIoove ick u lieden daer niet fpaeriaem in
ezijn. Perianderen Euftacchio namen de
)efegging aen,en denHeel-meefter gingk
laet fijn verband t voort , fonder meer als
■» Irooge wiecken , en een heel-plaefter, na
iet bevel van Ambrofio (hoewel ongaer-
,ie, gelijck die konftenaers feer hart op
• iun ondervinding, of eer ge woonte,(laen)
aer toe te gebruyeken. Het verbandt gc-
't aen zijnde , vonden de Heeren goet Eu-
::acchio wat alleen inftiltete laten, die
aer op fich na het ander gefelfchap bega-
en, en den fiecken en den heelmeefter vol
crwondcring , den eencn met fijn hooft ,
>n den ander met een goet glas wijn in de
• ant (daer hy miflehien niet feer vervaert
•» oor was) aldaer lieten. Periandcr cn
imbroüo in den Hot komende, ontmoete
en Lyfander tencerrtcn opdefewijie:
•ihy komt rechts te pas , Heer Vader, en
i *(hy Heer Ambrofio,om een fwaer gefchü,
' *t hier gerefen is , te beflechten. Poly-
M my-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
j66* DORTSCHE
mythus , na fijn gewoonlijckegefpraeck«ï$
faemhcydt, tegen de gauwcen geeftirflit
yrouwen uy merende, is daer over ml \
ongenade van Sufter Lucinia (die ficffllii
miflfchien gaernc onderdat getal gereecg] :
kent fagh) geraeckt,en willende fijn faedBl <
door een vertelling goet maecken , krijgflj i
daer door het geheele vrouwen -ge-
timmer aen den hals. Uwongeluck is my
Jeet Polymythe , feyde Periander. Het is 1
wacrlijck mijn ongeluck , antwoorde hy ;
want indien my de Jongk vrouwen haddaai <
gelieven uy t te' hooren , ick hadt ten min? 1 1
tten yetstot voordeel van de geeltige eif <
fnedigeby eebraght, nu hebben fy mijn
verhael ten hal ven afgebroocken, en mijn
faeck alfoo aen een ipijeker gehangen.
Wy fullen u gunftiger oorenleenen, be-
rechte Ambrofio daer op, foo het u gelieft 1
ons uw vertelling mede te deelen , hache- 1 1
lijekdatfe onsbeweeght uwfaetk op te ■
nemen. Van herten gaerne , antwoorde
Polymythus , en llaende daer op te famen
oen groene gaendery in , begoft Polymy$
thus aldus fijn
Vertelling van de onnutte
Voorforge.
Een Edelman van Granada, welckll
eygennaemwy onder die vanDonPedro i
fullen verbergen , aijndcop fijn twintigh
jaren van fijn ouders berooft , en door hun
ARCADIA. 267
taffterven fcer rijck van middelen geble-
5 ven, was foo verre van door defe gelegcnt-
ahcytenongclegentheyttefamen te ver-
iJ flim meren of te verergeren , in fijn goede
rmanierédat hyeeretn verwondering van
9 de geheele wcreldt was , teroorfaerk van
jifijn befeten deughtfacm leven; dacrin
(! tegendeel gemecnlijck Jongkheydt en
iRijckdom de klippen zijn , daer de men-
: fchen gemeenlijk ichip-breuck op lijden.
Hy wasfeer welgemaeckt van lichaem ,
en wel van een kloecke geeft voorlien , en
hoe jongk hy oock was , hy hadt het ver-
1 ftandt oudr genoegh. Daer was binnen
Granadegecn gelcgcntheyt van een hou-
i welijcktedoen , hetgeen men boven fijn
i ftaet fou hebben mogen rceckenen , noch
Vader foo hoovaerdigh op de verdienden
! van lijn Dochter , die niet gacme hem tot
een Schoon- foon fou ghchadt hebben.
Onder verfcheyde fchoon heden , die als
l doe aldaer om de heerfchappy over de
1 harten twiften , was het alleen Seraphine
: die dat van Don Pedro vermeefteren kon-
! de. Sy was fchoon rijck , en jong t en van
feer goeden huyfe , en in 'tkort, hoewel
t niet foo rijck als hy , evenwel foo goedt
voor fijn Vrouw , als hy voor haer Man.
Hy maeckte geen twijfel , of op de cerite
voorflagh van houwclijck , dewelckehy
: doen fou , foufe hem t'cffcns in de handt
vallen, maer hy begeerde haer eerder door
verdienften als gebeden tc verkrijgen. Hy
M 2 dan
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek/ Den Haag.
28C44
n
ook'
a68 DORTSCHE
dan begoft alles om harent wil in het
werck tc ftellen, dat hem mooghlijck j
was, om fich meefter van haer hert te^.
maecken . Sij n voornemen was goet en
dapper, maer het geluck, het «rekke nim-
mermeer laethaerquadetreecken aende
befte befluyten te toonen , was hem in de b
weegh, hem verweckende een mede- |
vryer , die fich meefter van de plaets ,
mieckte, terwijl hynoch maer flechts i
befigh was met approcheren of naerde-
ren. Sijn naem fou hier van weynigh be-
lang zijn, alleen fullen wy feggen , dat hy
heel nae van de jaren van Don Pedro , en
miflehien atfoo beminnelijck alshy, en
ongetwijfelt beter bemint was.Hy moght
haer de mufijck op de ftraet vereeren foo
hy wilde, maer fijn macker inde min,
fong op een anderen toon in haer kamer,
ontfangende haer meefte genegentheden ,
terwijl den armen Don Pedro van kou
ftondten trantelde. Hy ten laetften wiert
vermoeyt van fijn kruyt inde luchtte
verfchieten , en foo veel ftraet- geruchts te
maecken , en niet meer te vorderen , fon- I
der dat evenwel fijn liefde verkoelde, I
wefhalven hy haer by haer Ouders opent- 1
lijck deedt ten houwelijck verfoecken , j
die hem nu pant toeftonden , fonder lang
beraet te nemen, alsdiefijn ftaetengele-j
gentheyt wel kenden. Sy lieten haer
dochter Seraphine weten, wat goet ge-
luck haer aenftaende was, en belaften haer
het
I
c
ARCADIA. 1*9
het aenfoeck van Don Pedro gunftelijek
teontfangen, om met hem binnen wey-
nigh tijdts getrouwt te zijn. Sy ontfteldc
fich over defc tijding niet weynigh , die
haer anders hadt behoorente verblijden,
en niet konnende haer verbaeftheydt ge-
noeghlaem voor haer Ouders verbergen ,
floegh het overeen anderen boegh, voor-
gevende, dat het haeronmooghïijck was
v van haer Ouders, die fy foo fcer beminde,
i foovroegh teicheyden. Sywifi: foo veel
: by te brengen , en lbo het foete kindt te
fpelen , dat de goede oude lieden de tranen
over de oogen liepen. Sy hult dan op het
alderyverighfte, haer hou wel ij ck noch
vier of vijf maenden uyt teftellen j liaer
vertoonende , dat iy wel al over lang
aen haer welen gefien konden heb*
I ben, dat haer gcfondtheydt geenfins in
i de befte ftaet was , en dat het ongeraden
was , anders als in een volkomen ge-
fondtheydt te trouwen , om te beter
gelegentheytte hebben, haren man te be-
hagen. Haer Ouders namen dit aen voor
courant geidt , en lieten fulcks Don Pedro
weten , die fich daer oock in te vreden
ftelde, enfulck een voorllaghals eenlUel
van groote voorlichtighey t achte. On-
dertuflfchen liet men niet na de houwe-
lijckfche voarwaerden te befchnjven,
noch oock Don Pedro haer dage-
lijoks met fijn galanteryen , en minne-
plichten te vereeren. Hy fchonck haer
M j me-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
27o DORTSCHE
menighmacl nu het een dan het ander, en
fant haer dagel ijcks brieven en gedichten.
Sy antwoorde hem , ten minden feer be-
leefdclijck , indien niet met foo veel liefde
als hy haer fchrecf. Ondertuflchenliet
fy fich evenwel noyt fien , alsby avondt
fom wijlen aen de veynfter, maer over
dagh was fy altoos fieck , het welcke Don
Pedro een groote verwondering aen
braght, zijnde evenwel gedwongen haer
fedigheydt hier over te pn jfen. Hy hadt
te grooten gevoelen van fich felvcn , om
aen de 1 iefde van fijn Meefterfle te twijfe-
len, gelijck oock tot daer en toe fijn faken
niet qualijck gingen. Eyndelick gebeurde
het,dat hy fijn beminde, vier of vijf dagen
achtereen, noch te fien noch tefpreecken
konde komen . Hy was daer over feer be-
droeft , hy macckte , of kocht van andere
gemaeckte veerfen , en deedtfe voor haer
veynfter fingen. maer met al defe minne-
li jeke plichten kon hynict meer als een
dienarefie te fpreccken komen , die hem
te kennen gaf» dat haer jongkvrouw noch
kranckerals tevoorenwas. Hydeedtal
wat een verliefde doenmoght, brackge-
weldighveel windts met veerfen en lan-
gen, m ieckte een Ayr op Aminte, of Clo-
ris, of Phyllis, foo als hyfe geliefde te noe-
men > kranck zijnde ; en bchalven zijn of-
ftnfive en defenjive wapenen , met een
Guitarre beladen zijnde, gaet al fijn beft,
om fijn beminde te doen fchreyen van
mede-
i
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
■'•!M
ARCADIA. m
ïededogen , of al de honden van de buurt
tc doen baflln. Het is te gelooven dat hy
licht het een of het ander, ofwel allebey-
fde fou hebben gedaenjmaer ondertuffchen
tdeedt hy geen van beyden. Vijftigh tre-
den vandegeluckigc woonplaets van fijn
longeluckigefchoonheydt zijnde, fagh hy
: de poort van haer huys openen , en een
vrouw dier uyt komen , die wel nacfijn
onlichtbare Engel geleeck i hy konde fich
niet bedencken, waerom een vrouwe dus
alleen, cn op fulck een u ure fich opdc
ftraet begaf. Nadat hy haer een weynigh
ingetreden had, fagh hy,datfe in een groot
gebouw gingk, het welcke onbewoont,en
door het vyer vooreenigen tijdt half ver-
0 ielt was.Hy deedt de ronde om dat huys ,
en beelde fich terftondt in, dat fijn minne-
maetcn fijn Meefterfle malkander attfttt
lichtelijck befcheyden moghten hebben ,
om dat tf, wetende hoe fy met hem ftont s
hem tot narent niet fpreecken dorft, cn
dat fy foo gehey men faeck aen een derde
niet hadt willen vertrouwen. Dit beelde
hy fich al in, gelijck men altoo3 het quaet-
ftc denckt; macr noyt denckt men het foo
quaet, of het kan noch quader zijn. Dat
evenwel was fijn voornemen, indien hy dc
faeck foodanigh bevandt.als hy vermoede,
fijn minne-mackcr den beek, en met
bittere fchelt- woorden fijn Seraphinc het
hart t e breccken. Hy begeeft fich dan •
met ib? weynigh geruchts als hem
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
17* ÖORTSCHË
mooghlijck was , in het vervallen huys, i?r
totaen eenplaets daerhy haer ghewaer is
wierdt : want het was Seraphine , fittende *ii ;
op de aerde , en kermende gel ij ck een per- 1 !
foon die de geeft geeft, en, in een woordt, ji
die met verfchrickelijcke pijn een jong : <i
fchepfel ter werelt braght. Sy was foo I
hieft niet verloft , of, haer moet haer j?
kracht verdubbelende, fy keerde weêr *
naereen kleyn vertoeven , van waerfy ge- • - .
komen was, fonder fich vorder te bekom-
meren wat het kindt overkomen moght,
hetgeen fy aldaer leggen liet. Ick geef u
te bedencken of Don Pedro verbaeft
was of niet. Nuvermerckte hyeerftde
rechte oorfaeck van haer fieckte , en ver-
fchrickte over het gevaerhet welcke hy
geloopen hadt» Maer gelijck hy feer Edel-
moedigh was , wilde hy fich geenfins over
lijn ongetrouwe wreecken , tot verlies van
haer eer , en die van een doorluchtigli
Huys, noch oock in fijn gerechtige gram»
fchap ditonnoofel fchepfel , het welcke
daer lagh ter genade van deneerften reec-
kel,die 't fou mogen vinden,dus ellendigh
laten vergaen. Hy dan windt het in fijnen
neufdoeck , by gebreck van yets anders ,
en begeeft fich met de aldermeefte fpoet
na een vroedt-vrouw van fijn kennis , de-
wclcke hy het kint beval, en geit gaf , om
het geen het moght van nooden hebben tc
koopen. De vrouwe wel betaelt zijnde ,
«leedt het befte omtrent het kjndt , en des
an-
ï
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
inderen daeghs hadt het een voedtfter,
i wierdt gedoopt , en Laura genoemt, want
)hct was een dochter. Ondertuffchén
<Don Pedro begaf iich nae een van fijn
imaeghlchap , daer hy groot vertrouwen
>p hadt , tegen dewelcke hy feyde , dat hy
[fijn meening van foojong te trouwen , in
teen beiluyt, van de landen te gaen befien ,
^verandert hadt : hem verfoeckende dat
Jhy de beftiering van fijn goederen in han-
4de n wilde nemen, en uyt fijn naem , en op
(fijn korten , een kleyn kint by fich ontfan-
ogen, het wclcke hy ieyde het fijne te zijn ,
ren niet tc fparen , om het heerlijck.
op tc voeden , maer dat hy, wanneer het
dry jaren out ibu zijn , het iel ve, om feec-
,'kere redenen dewelcke hem daer toe be-
I wogen , ineenkloofter foubeüellcn , en
boven allen order geven , dat fy geen ken-
niflevande faecken des werclts kreegh.
Hy gaf aen fijn vriendt al de noo^iigc pro-
curatien, en laftcn, om fijn goederen te be-
llieren , voorfagh fich wel met geldt , en
juweelen , als mede van een getrouw die-
naer, en aleer hy uytGranade fchcyde,
fchrcef hy een brief aen Seraphine. Defe
ontfingiy juyftopdetijdr, wanneer fy haer
Ouders te kennen gaf, dat haer fieckte als
nu tamflijck was , en loodanigh , datfe
haer houwelijck niet ibu beletten of ver-
hinderen. Maer de brief van Don Pedro,
dewelcke haer wel blijeken deedt , dat hy
van haer dingen wift, deed haer wel an-
M f der»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
»74 DORTSCHE
dere gedachten nemen j defe waren alleen
om het houwelijck met de werelt te laten
varen , gelijck fy een koeten tijdt daer na
fich ineen kloofter begaf, om daer noyt
weder uy t te komen , ionder dat de gebe-
den o£ traenen van haer ouders , die alles
deden watfy konden, om haer van dit be-
fluyt af te trecken , haer voornemen kon-
den doen veranderen \ het welcke fy daer-
om te wonderlijcker achten, om dat fy de
reden daer van niet begrijpen konden,
Laet ons hen laten hun dochter befchrey-
cn i die van haer zijde haer beklagh over
haer fonden deedt ; en oock haer Dochter
Laura in alle fchoonhey t op groeyen , en
PonPedro op den wech van Sevillevin»
den *daer hy voor eerit na tce rey fde , vol
van verwondering over het gene hem
gebeurt was, endelchierlijcke verande-
ring van fijn voornemen, hebbende nu foo
grooten arkeer van het houwelijck, als hy
daer voor defen treek en genegentheyt toe
gehadt hadt. Al de vrouwen maeckten
hem fchrick, en Tonder aente niereken
dat'er goede en quade vrouwen , foo wel
als mannen zijn, nam een vaft befluyt»iich
wel voor dat geflacht te wachten, en noch
meer voor de gauwe of fnedige,. als voor
de flechte en eenvoudige , vallende in het
ghevoeien vandefe, dewelcke gelooven
dat een vrouw meer weet als ff behoort
te weten , wanneer, fy meer verftaet als
iuer hujChouding, en de opvoeding van
haer
ARCADIA,
hacr kinderen.
*7*
(Dit vers van Jttvtnalü lagh hem geduu»
righlijck op de tong.
Vxorem Pefthume dueis
\Dic quaTifiphoneï qnibus exagitarecolttbusï
\ Ferrc por es Dominam fahis tot reftibus ullam ?
imCum pateant alt* , caligantesque fenejlra ?
wCum tibi vïcinumfeprabeat Mmiïms pons ?
Ghy trouwt dan Pofthumus',vjat vyer,*wat ra-
fernyen (lyen ,
I Ont ft ellen uw 'tver(lant?kondtghyeenvrouwe
Daer foo veel fir oppen zijn? daerghy van toom
of wal
Mïebt kans genoeghden hals te broeken doof
den val?
X Daer u Emilitts febijnt met fijn brugh te wenc-
ken,
I Ombeer ghy fulcks bejlaet,u felven te verdrent-
ken}
Ingenomen met dcfe kettcry , komt hy
binnen Seville, en begeeft lichbyeenen
Don Jan van ik weet nu t wacr.by gtnaemt
3 ick weet niet hoe (doe h dat is al even eens)
3 ter herberg, zijnde dcfe een rijck man van
iftact, ennauM.jedtverwant van DonPe-
<i dro, die geenlins wiUie toe laten dat hy el-
| dersfou opgaen. De Cc hoon heyt van defe
Stadt maeckte hem lud om fich daer een
wiil op te houden , geduurende welckcn
M 6 tijdt.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
%1S DORTSCHE
tijdt , fijn Neef Don Jan niet anders focht,
als hem alle vermaeck van de wereldt aen
te doen. Op feeckeren dagh , foo als fy
met malkander door een van de voor-
naemfte {traeten der Stadt tc paert reden ,
fagen fyin een Caros, die in eengrootj
huys inreedt, een jonge vrouw, in de kleey
ding van een wed uw : maer foo fchoosï'en
aerdigh,dat Don Pedrodaer over verbaeft
ftondt , en Don Ian aen het lachen hielp,
door al fijn fotte exclamatien enuyt-roe-
pingen die hy maeckte , beneffens lijn ee-
den die hy deed van noyt fchoonder ge-
fien te hebben. Defe Engelachtige we-
duw herftelde al het vrouwelijck ghe-
flachte op nieuw in fijn goede gunft , die
dé lichtveerdigheydt van Seraphine daer
uyt verftooten en verdreven hadt. Hy badt
Don Ian defelveftract weder deur tegaen,
en verfeeckerde hem , dat het weynigh
fcheelde , of hy was ter doodt toegewont.
Heeft het niet veel ghefcheelt ? berechte
daer Don Ian op, ickbedriegh my wel
dapper , of ghy hebt het fpeck al wech.
Waerlijck,antwoordeDon Pedro, ick wil
u de waerheyt niet verbergen , ick fou my
tenhooghften geluckigh achten, indien
Ickmijn tijdt metfulckeen fchoonheydt
moght doorbrengen. Door defe wegh, en
een wijl aenhoudens, foudtgy miflchien ,
antwoordeDon lan,wel tot uw voornemen
konnen komen Evenwel Elvire, vervolg-
de hy, is vangroote ftact, en feerrijek,
baer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
arcadia. a77
thaer fchoonhcydt isfuodanigh als ghyfc
igefien hebt , en haer deught niet minder,
ren zedert twee jaren , datfy wed uw is ge-
* weert , bebben de befte houwelijckcn van
i Andalouzia hier niet konncn bckooren ;
.imaereen Edelman als ghyzijr, fou mif-
l fchien konncn doen, datandcre moeten
1. laten. Sy is een na bloet verwant van mijn
W*V huyl vrouw, waer door ick fom wijlen ge-
j:legentheyt heb baer teiïen.Ick fal haer uw
0 voornemen voordragen,indien ghy fulcks
- begeert, en heb goede hoop van een geluc-
kigen uytflagh , nademael ick haer nu we-
der op de galdery fie , van daer fy op ons
ihet oogh heeft, her welckgeen kleyne
gunftvan een foo befette jongkvrouw is ;
fy fou wel binnen konncn blijven en haer
venftersiluyten , en macckenallbo onfen
koorby g3ngk vruchteloos. Op het eyn-
jidigen van defe woorden , maecktcn defe
'twee Edel lieden haer een diepe eerbie-
1 digheydt v die hen niet wcynigh mocyte
kofte , om wel uyt te wereken. Bo-
Jven alle Don Pedro deedtde fijne met
fulcke fwieren, dar hy fchcen fijn lichacm
tefullen verdraeyen. De jongkvrouw van
de galdery decdr benoock Ctfl die niet
flecht was, die Don Pedro en Don Ian clck
^ Jnoch op twee andere quam te Itaen.
(Matrfundt defeSon verdirenm d.ierfe flonty
^ÈVcnrocI^n defe twee, dmgttf, en die ge-
wondt.
il M 7 ET-
Early European Books, Copyright© 20 1 l ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
i
z78 DORTSCHE
Eylaes mijn Neef fey Don Pedro , fo*
een vreemdelingk wel een hart winnen,
dat fich foo dapperlijck tegen een heel le-
ger minnaers van Seville heeft konnca
beichermen ? voorwaer de geringe hoop
die ick hebbe van haer te konnen bewe-
gen, is machtigh genoegh om my te doen
iterven ♦ evenwel is hetoeter , indien het
doch fijn moet , dat ick ftervedoor haer
weygeren,als door haer verachté : fpreekt
haer dan aen, mijn waerdeNeef , fpreeckt'
haeraen , foo haeft als het u mooghlijck i
fal zijn, enwijfthaermijnftaetengele-
gentheydtaen, fonder de geweldige be-
geerte die ick heb, haertebehagen.te ver-
iwijgen. Hy konde voortaen anders niet
fpreecken als van fijn liefde , en Don Jam
fagh wel , dathy hem anders geenver-
maeck kon doen» ais de faeck met den eer-i
ften aen Elvire bekent te maecken. Hd
dan vangt het werekaen, met goetge-i
volgh , en de fchoone weduw ontfinghjn
voorflagen foo wel , datfe hem liet blij c-i
ken,dat Don Pedro haer niet mifhaeghde. I
Maer fy feyde hem , dat fy een belofte had»
gedaen , van dry jaren na haers mans dootè
weduw te blijven, welck befluyt haer*
geen dinck indewerelt fou doen breken, t
Sy voeghde daer by , dat, om de gedachte-
nis van hier man in waerde re houden , fyf
fooerooten itrengheyt tegen alhaeracn-t
foeckers hadt gepleeght , en vervolghde ,1
dat indien Don Pedro foo veel moets had ,
als
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 27$
Is haer een geheel jaer te dienen , geduu-
rende welcken tijdt iy malkander te beter
ouden konnen leeren kennen, dat fy hem
aer woort gaf. Don Ian deedt dit verhacl
en Don Pedro, die daerover dealderver-
oeghften menich, en vyerighfte minnaer
ande werelt wierdt. Hy ontftelde fich
een fins over de langkheydt van de tijdt ,
n nam voor fich , defelve in aile minne-
lichten en galanteryen wel deur te brcn-
en. Hy kocht paerden benefïèns een
choone Caros,rechte lijn huys en gevolgh
heel prachtigh toe , deedt Bord uur- werc-
kers en kleermaeckers wercken, watfy
wercken moghten , en de Mufijkanten
fingen en fpeelen dat het dreunde. Hy
wilde fijn gcfchencken aen haer doen,
aer fy het niet toeftaen. Maer haer boden
waren i'00 weygerigh niet , die fijn gaven
met fulck een goet hart ontfingen als hy
:hen defelve gafj foo dathy in weynigh
. tijd ts meer mcefters over haer volck was ,
als El vire felf , die haer jongkvrou wen in
:de venfters , en aen de galdcry deden ver-
fchijnen , foo dickmaels als Don Pedro
1 wilde ,fy hadt lult of geen. Voornaraent-
lijck wanneer Don Pedro fijnfang op de
ftraet liet hooren, daer hy meefter in was,
,;fonderfich met fijn lippen of tonge te bc-
~<<Jhel pen wanneer hy fijn aerdigeCadenccn
J of vallen wilde maecken. Dacr waren nu
ialrecdts 6 van de 12 fatale en noodtfehic-
.kelijcke maenden veritreecken , fonder
dat
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
1S0 DORTSCHE
dat hy een by londcre aenfpraeck van haer-fl*
hadt konnen verwerven , het welcke in 1 ij
hem van dagh tot dagh de liefde emn c
achting.dewelcke hy van haer hadt, deedtll '
aennemen : evndelijck, doorgeweldt va#I 1
bidden en geurhencken , was een van hart 4 \
jongkvrouwen wel foo ftout, datfehenfnJ
beloofde opeen nacht in haer Me-vronfl1
wen kamer te laten komen, en hem in eettf 1
plaetste ftellen, daerhy haer kondefieó 1'
ontkleeden , en te bedde gacn , fom wijlen *l
wel in het hembde over de kamer wande- 1
len , de harp nemen , en daer uytmunten- i
de wel op hooren fpeelen. Don Pedro, >j
voor fulck een groote weldaedt , gaf haer I
meer als hy haer belooft hadt , en de ge- 4
fetten tijdt aengekomen zijnde , wiert hy i
door de longkvrou in de kamer gebraght ,
al waer hy gingk itaen in een kleyn ver-
treck , recht tegen over de kamer-deur.
Hy fagh haer op haer voete-banck fitten,
en een gebede-boeck lefen(hoewel ick niet
weet of fydaer algrooten aendachttoe
hadt) terwiil haer jongkvrouwen befigh J
waren met haer te ontkleeden. Sy hadt nu j
niet meer als een licht rockfken aen, ent
flondt gereedt om te bedde te gaen , wan- j
neer de omgekochte jongkrouw, om Don |
Pedro alle vergenoegen te geven, haer i
Meefterfle verfocht , een liedeken op haer i
harp te willen flaen. Haer gefellinnenj
(omniet te fchijnen minder als fydaeri
toe genegen te zijn , en de kond van haer p
Mee- t
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 281
i Meeftevfle te achten) voeghden haer ver-
x foeckby hethare. Elvire wilde in lange
3 daer met toe verftaen, (eggende dat fy
■\ fwaermoedigh was , en vericeckerde hen
i allen, dat fy daer wel goede reden toe had.
3 Maer de Iongk vrouw liet niet af, cn ftelde
1 haer te gelijck de harp in handen. Sy dan
■1 begoftdaerop te ilaen, metfulck een aer-
• digheyt en bevalJijckheyt, dat Don Pedro
wereks genocgh hadt, fich fel ven te be-
dwingen, van fich voor haer voeten neder
,/ te werpen, om daer de vervoerde minnaer
te fpeelen. Hacrjjcfpel duurde evenwel
met lang, maerfy voeghdê haer in haer
. obedde, gelijck oock de jongvrouwen
ver trocken , gevende t ij d t ac n Don Ped ro
fich mede uy t de kamer te maeckenmiaer
willende fich voort op de (traet begeven ,
ijandthy fich ten hooghftenverbaeft, dat
aegroote poort gefloten was. Hier was
/oor hem geen andere raet.als de atnkomft
fvan den dagh te verwachten, die niet lang
,?:e vertoeven hadt. Hy gin^k op de kant
, «van een born-putnederiittcn , die opeen
l.Jfioeck van de plaets Irondt, in groote
frees en bcnauwtheydt vanontdeckt te
vorden , cn alioo lijn Meeilerfle door fij»
toutigheydt te vertoornen. Hy leydenu
lit dan dat over , fonder dat hy tot eenigh
>efluyt konde geraecken , wanneer hy een
leur , omtrent de kamer van Elvire, ope-
nen faghi hy fagh om na de plaets daer hy
-»et gerucht hoorde, maer vandt fich niet
wey-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
iSi DORTSCH1
weynigh verbaeft , wanneer hy fijn fcha>
ne Weduwe op de plaetskomen fagh , de
welcke hy meende nu wel vaft in
flaep te zijn. Aen een kley ne wafle kaers ,
opeen filvere kandelacr , dewelckefyin
haer handt hadt, fagh hy hacr fchoon aen«
gelicht , cn haer nacht-hulfel feer aerdigh
gefet, datfe den hals ontdeckt, en met een 3
fchoone toer peerlen verkiert hadt , en
dat men aen haer hembde meer kantall
linnen fagh. Sy hadt een koftelijckt
nacht-tabbaert aen,fonder meer. Sy hadt
een groote filvere kom in haer handt ge-
vult met alderhande Succaden enCon*
fc-rven. Indcfegeftaltenis wasfyfooaen-
genaem in de oogen van Don Pedro , dat
hy al fijn forgen vergat, door het ver-
maeck dat hy genoot met haer te aen*
f chouwen . Hy vcrberghde fich even we
achter de put , om van haer niet gefien te 4
worden , die hy evenwel genoeghfaem
fagh . Sy nam haren wegh na de paerde-
ftal , daer haer Don Pedro van verre volg-
de, en in een kleyn kamerken fagh gaen.
Hy dacht terftondt,dat de weduwe.als feei >
medelij digh en goedertier, den een of den
ander van haer huyfgefinde kranck leg- 1
gen hadt , diefe aldus gingk befoecken ,i
hoe wel, behoudens haer liefde , ly die laö
aen een van haer huyfgefin wei fou heb-
benkonnen bevelen* Hy dan verborgh ;
fich achter een van de paerden , die mclf
verre van de deur van het kamerken
ftondt ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 29|
• Rondt , en fagh van daer fijn weduw haer
• kandelaer op een tafel neder fctten, benck
' Pens de kom me, en acn de andere zijde een
-ijwart te bedde leggen, die hem fcheen van
• ie ouderdom van omtrent dertigh jaeren
-rezijn, maer foo mager en uyrgeteert,
lathyniet anders als het vel over de bee-
j icn Jiadt. Sy het decklel van den fwart
vat opgelicht , en het bedde een weynigh
'crmaeckt hebbende, fctte fich op de kant
- 'an de bedtftcdencêr , cn ftrijckeode haer
landt over fijn voorhooft , dat geheel nat
ran Iweet was (want het was het doode
weet dat hem van alle kanten uytbrack)
legoft eyndelijckindcfe woorden uytte
weccken, hebbende de oogen vol van tra-
' icn : Mijn lieve AntomVjfeydc fy, al fuch-
i ende , wilt ghy dan aldus fterven , en roy
net eenen in het graf rucken ? wat feght
. ;hy mijn vrient, fpreeekt ghy niet?neemt
noet mijn hart, en neemt een weynigh
ran defe Succadcn en Confitueren / die u
iet hart een weynigh verftereken lullen ;
> et een weynigh om mijnentwil. Ghy
J'rilt myniet eens acnfien Antonio, hoe
t :omt dat by , daer ick u foo bemin ? mijn
ingel, kuft mijn eens, en neemt moet, in-
lien ghy niet begeert dat ick van hardeer
terf. Sy fprack defe woorden met de
neefte beweging van de werelt , voegende
iaer aengeficht by het fijne , het welcke
s'ynoch natter van traenen maecktc , als
ït van fwect was. Ick geloof dat die
gene
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
1^4 DORTSCH E
gene die haer in die geftaltenis gefien had
gelooft fou hebben, een Engel te fien , die
valt een duy vel lief kooft j maer wat Don
Pedro aengaet, hem dacht dat fijn fchoonc
Elvire nu al vry leelijcker was als den Ne»
gcr felf : die ten laetften, haer wreedeli jek
acnfiende, en met fijn magere handen van
fijn aengeficht afdouwende , met een g«-
broocken ftem, aldus begoft te fpreecken :
wat begeert gy van my,Me-vrouw , waer-
om laet ghy my niet met vreden fterven ! *
is het u niet genoegb my in defen ftaet ge«i
braght te hebben, dat ghy my noch fcltof 1
de uurc van mijn doodt moeyelijckheydt i
komt aendoen? Ick bidde u, Me-vrouw,|
trouwt , en laet my in mijn vrede , fondei 1
my meer met uw tegenwoordigheydt o! i
fpijfe te quellenj het fal doch met m>i
hacfl gedaen lijn. met dcfe woorden keer I
dehy haer den rugge toe , fonder haei
meer, watfe hem oock moght vragen , U
willen antwoorden , 't fy dat hy ftierf , ol
dat hy hartneckighlijck weygerde aen te
fpreecken , die hy de oorfaeck van fijr l
doot waende te zijn. Elvire verfmolt by m
in tranen, en wanhoopende van de behouj
denis van haer fchoone NarchTus , gingk
van daer fy gekomen was , nemende al
haer leckernyen weder met haer, hebben*
de het gelaet foo droevighen bekreten, al:
of fy vry al wat liefs verloor. Don Pedrcj
verberghde fich ondertuflehen in d«
donckerfte hoeck van de ftal, meer ver I
baeffl
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA; *8r
93acft en verwondert , over het gene hy
indien en gchoort hadt, als hy oyt over het
vïevallen van Seraphinc geweelt iiadt. Hy
agh fijn bevcynfde eerbare voor by
aen , gebaer maeckende , gclijck een bc-
iroefdc weduwe, die een waerdigh man
rerlieft, en een w.ynigh dacr na , hooren-
dede groote poort openen , begaf ficfc op
"c itract , fonder vee! te achten , of hy ge-
ien wiert of niet. Achtende het aenhen
van dele fnoode lijn forge niet eens wacrt.
Hy handelde evenwel als een cerlijck
man , en ontdeckte fijn Neef niet van li jn
wedervaren. Hy gingk der. anderen dacgs
voorby hacr huys,jiiylt wanneer menden
dooden Antonio gingk bcgracven , liy
vracghde na hacr, maer haer jongkvrou-
wen icyden , dat fy lieck was ; en geduu-
rendc vier of vijf dagen achtereen, dat hy
heen en weder voorby haer huys gingk ,
kondehy haer niet eens te fien komen,
foo iecrgingk haer de doodt van haren
Aflieten ter herten. Don Pedro had even-
wel byfondere lult om van hacr te hooren;
maer op fecckeren dtgh , als hy by Don
lan was, braght een flivin van lClvircccn
brict aen hem uyt nacm van haer Me-
vrouw. Hy opende dcfclve met groote
begeerte , en vandt'cr dit in :
Blief van Klvircacn Don Pe-
dro, Sec.
Twee gelieven , demUke malkander Hf een
fan
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
»86 DORTSCHE
houwelijck beminnen , hebben geen darde va
7io oden. G £y aw'/f geboven dat ick
niet mifhage , en ick verfeeckere u dat ghy m
foodanigh behaeght , dat ick u van nu af ae
toe ftae , hetgeen ick u niet eerder ah na verloo
van eenjaer had toegefeghi. Ghy fult dan mee
fier van mijn per/benen goederen zijn, wan
neer het u gelieft : en bidde u te willen geloo <
ven, dat hoewel ick een faeck van fulckge
wicht met fchreum aenga, u verdtenjie, en mij)
hef de , my defelve geheel licht maecken ,en,on
aMefvoarigheden,die ons (ouden komten verhin-
deren, te boven te komen, moet geven aen
El vir t< j
Don Pedro las den Brief twee of dry-
mael over , foo qualijck konde hy geloo-
ven het geen hyfagh. Hy beducht dat hj
nu tweemael in gevaer was geweeft , van
lbo ongel uckigh getrouw t te zijn , als ee-
nigh man in Spangien , enbedanckte den 1
Hemel van gantfeher herten , van hem
dus bewaert te hebben. Dit haeftigh be-
fluy tevenwei van Elvire,om hem te trou
wen, foo hacft haren fwart begraven was,
Werckte in Don Pedro een geheel ftrij-
digh , namentlijck, wel verre van daer te !
vertrecken. Hy dan feyde Don Ian,dat'er
fijn leven aenhingk, binnen een uur tijdts
uy t Se villa te zij n , en dat hy niet meer als
oenen dienaer, die hy met fich uy t Grana- §
dagebraght hadt, by fich wilde hebben. \
Hy verfecht hem vorders fijn Caros en
Pier-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 287
Faerden te verkoopcn , en fijn andere die-
->i nacrs daer mede te betalen,hem hartelijck
v> biddende, niet nau nadeoorfaeck van fijn
l fch iel i j ck vertreck te vragen, maerbeloo-
vendehem met den eerften te fch rijven,
»# uyt de eerfte Stadt daer hy ftil fou zijn. Hy
H fchreefoock een Brief aen El vire , terwijl
v hy heencn fandtom muylen te huuren,
gif den lelven aen de flavin,om haer Mee-
fteriTe te behandigcn ; en ondertuflchen de
muylen gekomen zijnde, namdewegh
na Madrid, meer als oyt in fijn eerfte mee-
ning verfeeckert, van al de vrouwen van
een wackere geeft te miftrouwen. Onder-
tuflchen krecgh Elvirefijn Brief, dewclc-
ke fy openende, bevandt foodanigh tt
zijn.
Brief van Don Pedio aen Elvire.
Hoe groot de liefde gewcefl is , die icl^ u
gedragen hebgebadtjnbbe /c£ evcmrelforge
gebadt uw eer te bewaren , in fptjt van mijn
genegenthcyt om u te befitten. OocJ^bebt gb$
felf geficn met welcl^ eenreddijckjwt mijn
minnery vergefelfcbapt is gewecft . 'lebben
ondertuffeben een weynigb nauw gtfet van
mijn [elven , en fou fwarigbeydt in mijnge*
moet maecl{ent u te verbinden m\ te trouwen^
h daer ghy eerft vooreen dagb dr\ of vier we-
duw geworden ^ijt. Gby njt de gebeugbenis
van dien armen fwart meer eerbiedigbeyt
• fcJwldigh , en kondt u niet minder als een
jaer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
s
DORTSCHE
iacr tijdts g$ven om bet verlits van ttn f ty-
foon te bewenen , die u fio goede dienfitn
beeft gedaen. Qndtrwffcben futten gby en
iet tiidt hebben , om ttbedencken wat wy tt
IK''
4oen hebben
Don Pei>r« Lc:r
Elvirc meende te fterven, lefende
defen Brief , en wiert in gevolge daer over »•
foo ontftelt, dat fy kranckte bedde viel , <-
meer bedroeft over dit voorval , als over
het verlies van haren Minnaer uyt Guh •
nea. Maer cyndelnck, bedenckende, dat
Don Pedro uyt Seville was , en dat'er een
ander, die al hadt, het geen yemant kond* bi m^
behaeghlijck maecken, fichom haerte |
trouwen aenboodt, nam fy den fel ven , by
gebreck van een beter. Ondertufichen i
vcrvolghde Don Pedro lijnen wegh, de-
welcke hem eyndelijk tot Madrid braght-, i
hy bleef daer een wi j l,by een oom de weic- 1
ke hy aldaer hadt , totdat hem gelegent-
heyt voor viel , fich met den Hartogh van
OfTuna, die als Onder-koningk na Napels
gingk, op rcys na Italië te begeven. Hy
bleef fes of fe ven jaren binnen Napels, daer
hy van den Onder-koningk feer bemint
en wel onderhouden wiert , behalven het
geit dat hy uyt fijn eygen middelen trock.
in voegen geen Edelman binnen Napels
was , die heerlijcker als hy voor den dagh
quam. Het welcke hem te aenfienlijcker
in Italien maeckte, om dat de meefte
Span-i
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
>pangiaerts
ladeeltedoen
8»
ler komen om hun voor-
jelijck de Franfchen om te
iseeren. Hy deedt een tocht na Sicilien , en
Onthielt fich in de befte ftcden aldaer , cn
;3iveder in Ital ien gekomen zijnde , gingk
iaoch twee of dry jaren binnen Romen
wooncn, en oock omtrent foo lang tot
:i:Venetie , en foo vervolgens in al dc
voornaemftefteden, die hy oordeelde fijn
erblijf waerdigh te zijn. Hy dan zijnde
lfoo 14 of 15- jaren uyt fijn vaderlandt
jewceft, geduurende wekken tijdt, hy al-
oosden minnaer, of om beter te feggen
lien Avontuuriergemaeckt had,blijvcndc
;:venwel altoos by lijn meening, dat men
jmet een gaeuwe vrou noyt wel gctrouwt
ikonde zijn. Eyndelijck kreegh hyluft
:en eynde van al fijn 1 werven te maecken,
. kveder na fijn vaderlandt te keeren, en fijn
vrienden te befoecken, dio hy aldaer gela~
• ten hadt. Maer het gene hem meelt tot
fijn vertreck deed befluyten.was het geit,
dat hem ontbrack,door raute van fijn cor-
refpondenten,en wiflelaers,of ten minftcn
hy hadt het fooweynigh , dar hy nauwe-
lijcksgenoegh hadt, om met fatiocn tot
Sarcellona te komen. Daer verkocht hy
eenige goederen die hy by fieh hadt ,
kocht'er een Muyl voor , houdende alleen
het befte van fi jn kleedcrcn voor fijn reys,
en nam looden tochtte landt teil, felf
fonder dienacr of ander gevolgh.alloo die,
dewelcke hy uyt Spangten met fieh ge-
N braght
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
1
10o DORTSCHE V
braght hadt , geftorven was, co fijn wey-
nige penningen hem niet toelieten een
ander te huuren. Hy trock met het aen-
breecken van den dagh uyt Barcelona, om
de hitte van den dagh te mijden, en bevant
fich omtrent negen uuren voorden mid-
dagh vier of vijf mijlen van daer. Hy reedt
dwers door een groot dorp , daer een Ca-
talaensHartogh een deel van den Somer
m een fchoon Slot doorbraghf, het welckc
aendenweghlagh. Defen Hartogh was
een oudt Heer,en hadt een gcefttge jonge
Dame getrouwt , die niet boven de twin-S
tigh jaren oudt was. Dien dagh was hy
uyt jagen gereden , van waer hy niet voor fl
des anderen daeghs weder komen fou.
De jonge Hartogin quam by geval , uy t
haer veynfter, het welcke op den wegh
uvtfagh.den jongen Granadin , ioo als hy
voorby reedt, te lien. Sijn braet gelaet gaf
haer genegentheydt om hem van naby te
fien .behalven dat fy van aerdt vry wat
nieufgierigh was , en nauwelijcks eemge
vreemdelingen voorby *aer flot bet reyj
fen , fonder die voor fich te laten komen.
Al-hoe-wel onfen Granadin grootc be-
geerte hadt wat verder te reyien , om hjn
liaeltijdt te doen , konde hy evenwel niet
weygeren, een pagie te volgen , dewelcke
hem uyt den naem van ^h^noad
verfocht, haer te komen befoecken . ^y
was uytermaten fchoon,en ^ was^enim5
gewoon de vrouwen van fulck maeckiei
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
te haten , al
ARCADIA
fyjuvft
waren
1 nen.Hy van fijnent wegén was ook voUcck
fl mentlijck wel gemaeekt van lijf en leden,
a en deHartogin iagh futek flagh mede niet
tc ongaerne; Don Pedro met haer in reden
c* rakende, en gevraegt, van waer hy quam,
1 deedt hacral het verhael van fijn reyiên ,
voornamemlijk vaniijnltaliaenfche vrya-
ij gien, daer hy wel fag dat fy groot vermaek
n in fchepte. Voornamentlijck vraeghde fy
i feer nau na de Galanteryen , en kooferyen
1 van Napels , en onderi ocht of de vrouwen
i daer veel vryheydt hadden , cn of de Ita-
! Jiané de Spangiaerts in geeft en aerdighey t
< overtroffen. Daer haer Don Pedro lulckc
; goede onderrechting van deedt, datin-
Uïienfyfich hol over bol niet in het mid-
ïl den van al fijn Galanteryen wierp , fulcks
i/ niet aen haer wil fchorte. Sy deedt hem
i met haer het middagh-mael houden,en na
>ide maeltijdc wilde hy fijn affcheydt van
•haer nc men, maer fy wilde hem noch niet
Iquijtzijn, enfeyde hem.nademael mijn
f Heer den Harto^h niet voor des an;ieren
I daegs te huys komen fou, dat fy begeerde
>idathy haren galt blijven lbo ;da-rby voc-
Igende , dat de perfoonen van lij n verdien-
ste in Catalo^nien dunne gezacyt zijnde,
I men niet alsophetuyteritc vandelooda-
nige fcheyden molt, waaneer men het
igduck hadt , loodanige te bejegenen. $y
: bracht hem in een groot Cabii.et, d.it feer
; koel , en met fchoon Porcellain , en kotf c-
N i
üjck<
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
%()%
DORTSCHE
behalven veel andere
feltfaemheden, voorfien en verkiert was, j
daer geen koftelijcke fitplaetfen, heerlijc-
ke tapijten, en een cierlijck ruft-bedde, I
cedeckt met fatijne MateUflèn , ont- j
braecken. Daer vertelde haer den Grana- |
din fijn voorval van Granada , en van Se- 4
villa , daer de Hartogin met open mont na 1
luyfterde ; bgüuytende ten eynde, dat hy
ten laetftcn voorgenomen hadt een vrouw
te trouwen , indien hy een vrouw koft I
vinden diefottinsgenoeghwas, om hem
niet al die geeltige treecken, die de gauwc
vrouwen hun mans weten te fpeelen , te j
doenvreefen. Ickhebmiddeien,vervolg-
dehy, meer als matighlijck , en of al j
fchoon de vrouwe dieick trouwen fou !
ceene hadt , behoudens dat fy wel opge-
bracht zy, en dat fy niet mifmaeckt is ,
(hoewel, om de waerheytte feggen.ick
liever een leelijckedie fot genoegh was .
als een fchoone die gauw was, trouwen
fou) daer was niet veel aengelegen.Ick he
dat ghy in een groote dwaling zijt, ant-
woorde de Hartogin,en wat verftaet gy by
wel opgevoet te zijn?Ick verftae,ant woor-
de,denGranadin,dat fy eerlijck en fchicke-
liick op getogen is. En hoe kan een lottin
eerlijck en fchickeljckgcnoemt worden,
vracghde fy wederom,indien fy niet weet
wat het een of het ander te fcggé is,en waer
fy te»fpreecken of te fwijgen heeft, om het
een en het ander te zijn ? Hoe fou een fot-
tm
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA; 295
! tin u konnen beminnen, die niet wijs ge-
noegh is u te kennen?Sy fou omtrent haer
plicht in gebreecke blijven, Tonder te we-
ten wat fy deedt , en weien noch wel
foo fot , dat fy haer eygen fchande fou
openbaren ; daer in tegendeel, een vrouw
ran een kloeckcn geeft, al- hoe-wel fy haer
eygcn deught en fterckte wantrouwe, ten
minften de gelcgentheden weet te mijden,
die haer het verlies van defelve fuuden
mogen veroorfaecken. Sy lagen over defe
(lef lang te reden-twiften, houdende den
Crantdin ftaende , dat een vrou niet meer
moft weten, aU haer man te beminnen,
hem getrouw te zijn , en op haer huys en
huys houden te paflenjen de Hartogin hem
willende bewijfen, dat een lbttintothct
een noch het ander bequaemwas, endat
eenfoodanige , al wasiy alfchoon ^ven-
wel ten laetften mifhagelijck worden
moft. Over defe ftof garen fy malkander
goede preuven van hun kloeckheydt wc-
derzijts, waer door het goet gevoelen
datfe van malkander hadden foo wel ge-
vordert wierdt , dat het in een genegent-
heyt verkeerde. Eyndelijek feyde hy : lek
had noyt gelooft, cenigh perfoon te fullcn
konnen vinden, die my van dat eens opge-
nomen gevoelen fuu hebben konnen af-
brengen, maer het is üóckwaer, datmy
het fel vc oock noyt dooreen ongemeen
perfoon, alsghyzijt, bereden-twiftis;
wiens ziel alieenigh, fondcr fich te dienen
N 5. van-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
n
294. DORTSCHE
van haer fchoonheyt , die haers gelijcken
niet heeft , macht heeft i u lek een gebiedt
over ons te verkrijgen , alsfyfelf begeert.
Ghy hebt my dan genefen van een dwa-
Jing, vervolghde hy, maerghy lactmy
iïeck aen een andere iiccktc, die fwaer om
te genefen is. Defe, enduyfent andere
Hyperbolen voerde hy de geeftige Hartogin
te gemoet , daer hy noch een deel patheti-
fche impertinencien by voeghde, wacr
doorhy meer en meer op haer genegent-
Jheyt won j ick weet niet wat fy hem al tot
antwoort gaf, dan altoos dat is'er van, dat
hun deur van twee uuren tot desavondts >
dat hetetens tijdt was, gefloten bleef , foo
beligh waren fy in hun praet.En miflehien
fou hun reden-kaveling noch langer ge-
duurt hebben , ten waerecn dienaer haer
hadt komen feggen, dat den Hartogh in
den voor-hof was. Al het gene dat|fy in
iulck een fchierlijcken overval konde
doen, was den Granadin in een groote
vergulde kaflète fluyten, daer fy haer
reuck-werek en andere fnuyflêryen in
bewaerde , en , den fleutel daer uyt geno-
men hebbende , fich op het bedde te wer-
pen. Ondertuflchcn quam den Hartogh »
die een man van ten minden rfeftigh ja-
ren was , in haer kamer , dewelcke hy
vandt foo frifch als een roos geblooft. Hy
feyde haer, dat een brief, dewelcke hy van
den Onder-koningk gekregen hadt , hem
had t verbonden eerder weder te komen ,
als
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. tpf
als hy hadt gemecnt. Hy feyde grooten
honger te hebben , en deedt hem in het
felveCabinet re eten brengen van het geen
vaerdigh was* en de Hartogin, dieniet
wilde eten , terwijl haren Granadin mif~
fc hien van vreefe trilde en becfde,nam een
Ooel, cn gingk het fitten aeniïen. Sywas
van een feer vrolijckcn aerdt, waerdoor fy
haren ouden man te wondcrlijck wift te
vermaecken. Sy was gewoon , gemecn-
I lijekmet hem over het een of het ander
a een wedden ichap aen te gaen , voorna-
i mentlijck wanneer fy geldt van nooden
i hadt, dat den goeden man vermaeck gaf te
; verlicfen , als zijnde uytftecckende op
rl haer vcrlieft.Sy fchcen hem noyt aengena-
i mer als tegenwoordigh,fy deedt hem hon-
') dert geeftige vertellingen , daer den goe-
den man niet deedt als om lachen, dat men
hem wel al de tanden fou uytgetrocken
i. hebben. Ey ndcl ij ck, de Hartogin op haer
vrolijckfte zijnde, wilde haren bedoren
Granadin een treek van haeraerdigheydt
I laten hooren , en haer op fijn koften met
haren Ouden u at vermaecken , gclijek iy
voor heen met hem i>p lnersmans kerf-
ftock gedaea hadt. Sy fcydetegens haren
man , dat fy nu in lang geen wed den fchap
te famen gedacn hadden , en dat fy wel
garen een hondert piltoletten van hem
vinnen fou. Oen Harrogh feyde , dat hy
daer mede te vreden was . Sy ftelde hem
verfcheyde wedden fchap pen voor, dc-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
i96 DORTSCHE
welckefy welwift dathy nietaennemen
fou j eyndelijck wedden fy, dat den
Hartogh al het yferwerck van het l
huys lou noemen, en foo hyyetsver- j
gat, dathyhondert piftoletten verliefen j
fou. Den O uden deedt papier en incl ko- 1
men, en begoft al op te fchrijven , wat 3
hem in den finquam, maerhet was het
geluck van de Hartogin, dat hy de (leutels ]
vergat. Sy deedt hem twee of dry mael
fijn gefchrift over leien, en vraegde hem ,
of hy nu voldaen was ? Hy antwoorde jae.
Sy voude het papier toe ,* fe^gende , dat fy
het op haer gemack over leien fou , maer
ondertu(Tché wilde fy hem een fae<ïk ver-
halen die haer bejegent was,dat een vande
aerdighfte fou zijn , daer hy oyt van ge-
hoort hadt. Ick was, vervolghde fy, een
weynigh na uw vertreck aen de veynfters
van dit flot , dewelcke op den grooten
wegh uy t fien , wanneer ick daer een man
op een muyl fagh voorby rijden , die feer
gauw voortfloegh. Ick fondt hem mijn
pagie achter aen, die hem by my deedt ko-
men, lek verfeeckere u, dat icK noyt per-
foon van een beter geft altenis gefien heb*
be , en die bequamer was , om de alderbe-
fètfte te bekooren. Ick vraeghde hem van
waer hy quam , hy feyde het my , en dat
xnetfulckebevallijcke manieren, dathy
my luft verweckte fijn gemeenfaemheydt
langer te genieten Jck verfocht hem dan ,
het overige van den dagh hier by my in
ARCADIA. t0j
het flot door te brengen , en al fijn voor-
vallen te verhaelen, die niet anders als feer
feltfacm konden zijn. Hy voldeedt ray
| daer in gelijck als ick het van hem begeert
hadt } en ick verfecckere u , dat ick noyt
vermaeckelijcker vertelling hebgehoorr,
daerom begeer ick oockdat ghyder uw
vermacck van hebt. Als doe begoft fy
hem in 't kort alles te verhaelen , dat fy
■ van den Granadin gehoort hadt , daer den
ij goeden ouden man fijn beft om gingk fit-
st ten lachen , foo dat het geheele huy lgefin
X hem gefclfchap houden moft , en dat met
£ fulck een fmaeck , dat Don Pedro felf in
Sfijn fchuyl-hoeck mede lachen moft.
• (3 Eyndelijck , naedat den ouden man fijn
/«buyck vol gelachen, en fijn vcrmaeck
I Don Pedro mede gedeelt hadt , vervolgde
'de Hartogin: dat defen Granadijnfcnen,
Edelman , nadat hy haer al fijn avontuu-
' y ren vertelt hadt , met haer oock hadt be-
- *gonnen te mallen, en dat met fulck een
3.aerdigheydt , datfy, in vergelding, niet
n minder hadt konnen doen, als hem weder
{( op het aldervriendelijckfte te bejegenen :
i\ want ghy moet wetcn,dat de lieden die wel
•^gemaeckt van leden zijn , in alles meer
' r voordcel hebben als een ander. Wy heb-
• j'ben hetgrootftc gedeelte van dendaghte
'«famen door gebraght, en ibuden noch
7 miflehien wel by malkander geweeft heb-
*ben , maer ghyaenkomende, die van ons
I niet verwacht wierdt , hebt onfc vreught
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
2*g. DORTSCHE
geftoort. En ick wil u niet verbergen , dat
ick door uw' aenkomft te gelijck ontroert
enmoeyeli jek ben geworden , macr mijn.:
ininnelijcken vreemdelingk noch meer
als ick » die ick met sroote haeftighey t in
dat Cabinet gefloten h£b, daer by my noch
verwacht, indien hy anders niet doodt van
benautheyt is , (en wacrlijck het fcheelde
weynigh met Don Pedro, wanneer hy.
haer foo rondt hoorde gaen,) maer ick
wetende wat vermogen ick op uwe geeft
heb , en dat mijn aerdt niet is , om yets te
konnen verbergen, felf niet in de faecken
die mijneer ten hooghften betreffen, heb-
beickudit vermaeckelijck verhael ten
lafte van den benauwden gevangen willen I
doen^die.ick evenwel van meeningben te
verlofien , foo haeft alsghy fult vertroc-
ken zijn,om hem naerGranade fijn reys te
laten volvoeren } dacr hy feght de een of
de andere Sottin te willen gaen foec-
ken , die verdienen fal fijn vrouw te zijn.
De Hartogin gaf foo veel waerfchijne-
li jekheydt aen haer waerachtigh verhael ,
dat de vrolijckheydt van den Hartogh al-
lcngfrens begoft te veranderen . Hy wier*
bleeckin fijnaengcficht, enhadt vrees,
dat fijn vrouw de waerheydt fprack , en
konde fich niet wederhouden haer de
Heutelsvan hetklevne Cabinetaf te vor--
deren, daerfy feydeden Granadin inge-
goten te hebben. Sy daer op veranderde
van reden, en vermeederde alfoo fijn.vrces
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 299
fcn vermoeden. Hy cyichte haerdefteu-
!$tcls noch eenmael at, en wildele met ge-
welt hebben , en rees alreedts vol gram-
fchap uyt fijn ftoel. Al facht, al facht, mijn
I Heer , feyde toen de Hartogin, eer dat ghy
omy de'Óeutcl met gramfchap afeyliht,
^lleelr eerfl met i'achtmoedigheydt het ge.
Jfchrift , dat ghy van al hetyfer- werek tc
tj famen hebtgeftelt , en Het or'daer oock de
■>\ fleutels in itaen , en ghy fult bevinden dat-
sfedaer in vergeten zijn; ghy kondt niet
0 loochenen datfc mede vanyfer zijn, en
;ldacrom zijtghy myde hondertpiltolet-
d ten ichuldigh : doet my defclve tellen, gc-
(ijijck, ghy u met woorden verbonden hebt,
tl en weet, dat ick u al dit ichoon vcrhael
y gedacn heb , alleenigh om u tc doen iicn ,
ü dat gliy de wedding verloren hebt; en
r< om u dacr een weynigh voor te vermaco
5 ken , op dat u het verlies tc minder fmar-
3 ten fou. Op een andere tijdt zijt foo licht-
igeloovighniet, om een verficrde vcrtel-
lling voor waerheydt aen te nemen ; nadc-
. t mael het niet te gelooven is, dat lbo veel
(byfondere voorvallen, een menie hallee-
II nigh bejegent zijn , veel minder dat ick
. -i indien het waer was , u fulex (elf fou heb-
: ben gaen vertellen. Dit iprack fy met
Mulck een verreeckerde onbekommert-
, heyt , dat den Hartogh teritondt geloofde
.'dat het al verficrde dingen waren , en bc-
tgoftdaer over te lacchenals een geflagen
j'iot, fich verwonderende over degauwe
N 6 geeft
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ioo ÖORTSCHE
geeft van fijn vrouw, gehjck oock fijn
volck,dat,miflchienalfoafotalshy , £00
hartigh lachte ais hun meefter. Siet toghjl
eens,biddeicku, feydehy, maeckende |
groot gefchreeuw, en noch grooter ge- j
ichetter van lachen, hoe geeftigHfy myl
heeft geweten om den tuyn teleyden»!
om my te doen verftaen.dat ick mij n wed- j
ding verloren heb. De Hartoein begoft |
. toen oock te lachen op haer beurt, enJ
wiert door haer Jongkv rouwen geholpen» 1
gelijck oock Don Pedro in fijn Cabinet j
wercks genoegh hadt, fich te bedwingen, j
Eyndelijckden HartoghbelaftefijnRent-J
meefter hondert piftoletten aen fijn vrouw
te tellen , en liet haer daer mede , om nfc j
fijn kamer te gaen ; ondertuffchen geduu--
righlijck verhaelende dat fy een drommel
van een vrouw was, fomwi jlen dat fy loo*
ferwasais den drommel felf , het weicke
hem fijn dienaers al nae feyden , foo dat
men het geheele huys door niet anders
hoorde als,Me-vrouw is foo loos als de
drommel, Me-vrouw is den drommel
félf, en foo voort , terwijl haer den Rente-
meefter de hondertpiftolettenaentelde,.
cn weder heen gingk. Sy daer opdeedt
haer kamer toefiuyten, en verlofte haren
sevangen, die noch niet geheel van de
vrees die hem bevangen hadt gehadt yer-
loft was, al-hoe-wel hy der fomwrjlen
«ens onder gelachen hadt. Sy poognde
kern ais doe te doen verftaen, hoe een gee-
ftige
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 3#f-
ige vrouw fichfelven redderen konde',
laerde minde gedachten van hetgevaer ,
een fottin in haer fchoenen fou hebben
doen derven. Sy wilde hem doen eten, van
het geen haer jongkvrouwen voor haer op
dilchten; maerhy vcrfchoondcfich , en
badt haer, hem, foohaeft als mooghlijclc
was, uyt te willen laten. Sy gaf hemde
hondertpidoletten diele gewonnen hadt,
beneffens een goude keeten, en haer fchil-
dery , die ten minden mede wel foo veel
waerdighwas, en verfocht hem , dat hy
haer tijding van hem wilde laten hooren.
OEn^iebbendc hem metgroote genegent-
üheyt omheld, fteldchem in handen van
haer jongkvrouwen , die foo hem als lijn
muyl heymelijck door een achter-poort
uyt -lieten. Hy vandt nietgeradcnindefel-
veplaets te llipen, maer reedt noch twee
I mijlen vorder , tot aen het dorp,daer hy
I had gemeent fijn middaghmael gehouden
I te hebben. Ondertuffehen fpeelde hem
I geduurigh in fijn gedachten , al het gent
I hem met dele fchooneCatelanc bejegent
I was, Hy konde fichnict genoegh ver-
I wonderen over haer haeftigc liefde , fon»
: der hem van tevoren ge kent te hebben ,
alsoock over haer reuckeloofheyt enon-
bedachrheyt iulckeen celicaten entede-
■ ren verfoei aen den Hartogh, haer man,te
I doen , en, het geen niet als al te wacrach»
1 tigh was , beneffens haer aerdigheyt, om
' het feiyc op de weddenfehap te paffen.
N 7 H*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
v
3«z D O R T S C H l
Hy kondé hem ook niet genoeg h over de
goethey t van den Hartogh verwonderen ,
en had ielf deernis met den goeden ouden
man ; al het welckehem te meerder in
lijn gevoelen beveftighde , dat de geeftige
vrouwen gevaerlijck zijn , en twijfelde
niet, indien de Hartogin iichop haergau-
wighey t niet verlaten had, dat fy foo ft out
in haer aen vang niet fou ge weeft hebben M
veel minder om haer man daer foo een]
naeckte vertelling van te maecken , om
den Ouden ioo leeiijck by den neus te ley*
den. Dit deedt hem te vafter bcfluytefl 1
fich voor foodanigc gauwen feexen wel tö'
wachten , maer 1 ulck een aen te ilaen, die
tuiTchen liefde en afkeer geen ond erfchey t
fou weten te maecken. Met dit voor*
nemen komt hy ten laetften totGranade $
en klimt af by fijn moeye , die hem duy-
fent vriend el ij ck heden bewees, en die
hem te kennen gaf,dat fijn Seraphine noch
als een heylighin het kloofter leefde , dat
haer minnacr van hartfweer geftorven
was , na dat hy haer niet hadt konnen be-
wegen uy t het kloofter te gaen. Des an-
deren daeghs gingk hy met fijn moeye de
jonge Laura, Dochter van Seraphine,bev
foecken, dewelcke op haer vier jaren in
het klouiier gefteecken was, die nu feftien
of feventien jiren moghtoudt geworden
zijn.Hy vandt haeruytmuntcndefchoon,
en foo lot als al de Nonnen met malkan-
der^die fondcr geeft in dc werelt gekomen,
en. $
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
A R C A D IA. 3©|
j sn van hun kindtsheydt tot het geetle-
óijck leven over gegaen zijn. Hy raerck-
4:e haer aen, en wiertt'eencmaeldoor haer
richoonheyt ingenomen. Hy hoorde haer
Jtpreecken, en verwonderde iich over haer
racintfeheonnoofelheyt, en twijfelde niet ,
i jf hy hadt nu gevonden dat hy focht. Hy
^feyde tegen lijn moeyc , dat Laura fijn
oDochter niet was , en gaf haer fijn voor-
innemen van haer te trouwen te kennen.
fiSijn moey vandt devoorflagh goet, en
sdeedt het felve aen Laura weten die daer
vover noch blijde noch drocvigh was. Don
'Pedro ftelde lijn huys in ordre, deedt Die-
maers voor hem op ioecken , en Dienaref-
fen die alfoo fot als Laura waren. Hy gaf
I haer de fchoonfte kleederen, en hecrlijck-
ften huyfraet , die men in Granade vinden
koft. Al de aenfienlijcke lieden, van de
Stadt vereerden fijn bruyloft , en waren al
fooveel vergenoeght over haer fchoon-
heyt, als onvoldaen van haer geeft. Don
Pedro liet lijn volck llapen gaen, en de
dienftmaeghden van fijn vrouw vertrec-
ken , na dat fy haer ontkleedt hadden , en
floot fich by haer in haer kamer. Hier
was het dat hy, om haer op de proef te (lel-
len, door een uytgelefen voorfichtigheyt ,
die ondertuflehen de grootfte fotterny
was , een werek aen ving , dat al dcwerelt
deedt verwonderen , van een man aenge-
| vangen te zijn • die al lijn leven voor vcr-
ftandigh gehouden was gevveeit. Waer
mede
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Jti
E
$04 Tj O R T S C
mede hy betoonde noch fotter als fij 1
fottinne te zijn. Maer hy wilde eenmael
fien hoe verde fich haer eenvoudigheydt
ftrecken fou. Hy lette fich in een ftoer
neder , doende Laura voor hem ftaen , c
voerde met haer defe woorden , of andere»!
die noch al on hebbel ij cker waren : Ghyjj
zijt dan mijn vrouw, Laura, feyde hy, het
geen ickhoop myniet tefullen berou-
wen i neemt wel acht op het gene dat ick
u feggen lal , en neemt voor het fel ve wel
na te komen, indien ghy vree ft my en den!
Hemel te vertoornen. Lau va , op defe woor-
den deedt niet anders, als de eene eerbie-
digheytopde ander te doen, het quam
te pas of nietj enfagh haer man valt aen
tuflchen twee oogen , min noch meer als
een nieuw fcholier fijn ftraftè pedant doet.
Weet ghy , vervolghde Don Pcdro , wat
leven de getrouwde lieden moeten ley den?
Neen ick , mijn Heer , antwoorde Laura ,
doende een eerbied igheydt noch lager als
een van de anderen : maer gelieft ghy my
het felve te kennen te geven,ik fal het ont-
houden gelijck mijn Ave Maria : en daer
op weêr eens genegen. Don Pedro was
in het befte genoegen van de werelt, fien-
de dat fijn vrouw noch al veel eenvoudiger
was, als hy fich hadt ingebeelt. Hy haelde
uyt een wapen-kas een feer koftelijck
Curas voerden dagh , dat evenwel feer
licht was , het welcke hem voor4defen in
een aenfienlijcke intrede , die den Ko-
ningk
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuestLLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28 C 44
. A RCADI A. Zof
tnngk in lijn ftadt ha^ gedaemgedienthadj
fHy wapende lijn ilecht-hooft daer mee
kan hacr fotte- hooft af, tot aen haer
Tchoone voeten toe; bcdeckte haer hooft
iet een heimet , t'ecnemael met pluymen
lomhangen; gorde hacr een degen aen de
jzijde.cn gaf haer een Lande in de bant, en
(ieyde hacr dat het de wijfe van de getrou-
wde vrouwen was, die 'in eer en acnlien
. liwildenzijn, foogewapent hun mans tcbe-
swaecken , terwijl fy geruit gingen leggen
fflacpen. Sy antwoorde hem niet als met
rhaer gewoonlijckeccrbiedigheyt , die niet
Cjophiclden , als wanneer hy haer twee of
(idrymael rondom de kamer deed gicn, het
jwelcke fyby geval mctfulck een beval-
ojlijckheydt deedt, dat men haer vooreen
tweede hoe wel fotte Pallas fou genomen
Jiebben. Hy gingk daer op te bedde , en
ïjeggen flapen tot vier uuren des morger.a
;toe, blijvende fijn Bradamante al in
haer oude gclhlrenis. Toen was het dat
-delen voorfichtigen huyfwaert , ten min-
:ftengelijck hy fich inbedde te zijn, op-
ftondr,fijn vrouw ontwapende, en te bedde
hielp , na dat hy haer mcnighmael gekuft
/hadt; fehrcyende byna van blijdtichap,
romdathy aldus lijn genoegen gevonden
• ihadt. Hy bel alle haer lang te flapen , en
ijvcrboodtde dienltmaeghden hacrwacker
'.temaecken. Hy gingk nade mirte, en
ovoorts tot fijn dingen : want ick heb ver-
ogetente leggen, dathy een aenficnlijck
ampt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek/ Den Haag.
28C44
Xo6
DORTSCHE
ampt binnen Granade gekocht had. peoke
eerften nacht van de bruyloft gingk cnlgk
defe w ijfe deur,en den man was wel lbo lot
als de tweede op defelve manier te beftedm^
Maer hy wiert'cr over gcftraft, want daet%»
quam een faeck voor, waer door hy nootjp^
wendigh dien felvê dagh naer het Hof om*
moft vertreckcn. Hy hadt maer foo ve#^
tijdrs, "als lijn kleedercn te veranderen , ef * c,
van fijn vrouw fijn affcheytte nemer*| i s
haer beladende , op verbeurte van den He* li»
mei te vertoornen , dat fy , het geen hy
haer gewefcn hadt onderhouden fou. Men j
weet wanneer men uyt gaet , maer niet i
wanneermen weder fal komen: Don Pedro
meende maer vier of vijf dagen uyt tezija
en het waren by na foo veel maenden. On-
dertuflcheifbleef de goede Laura in geen
gebreecken , alle nachten haer poft te be-
waren, enfentinel perdu te ftaen , en de
dagen met fulcke handtwereken, als fy in
het klooftcr had geleert deur te brengen, j
Een Edelman uyt Cordoua quam omtrent^
die tijdt tot Granade een recht-faeck , die
hy aldaer hangen hadt, te vervolgen. Defe
was vooral niet fot, en braef van perfoon.
Hy fagh Laura menighmael aen de veyn-
fter, vondt haer fecr fchoon in fijn oo?en ^
gingk en weêr gingk yder oogenblick:
voorBy haer huys , op de Spaenfche wijle.i
Laura liet hem al heen en weêr gaen.ian**)
der te weten wat fulcks te feggen was , of 6
Jfondcr begeerte te hebben , om fulcks tel
wc-f
]
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
reten. Een burgers
3o7
vrouw van gemeene
*telegentheyt , die recht tegen haerhuys
vyver woonde, die ik h door een byfondere
genegen theyt , om de lieden voort te hel-
pen , gedreven vondt,merckte wel haeft ,
^eter als L.iura, aen wat voet den hont
lincktc , en hoe weynigh hy by Laura op
ieed.Sy had al de requiiïtcn en vereyichen
!ie een koppel aerlier behoort te hebben ,
:.ls zijnde een perruyeke-maeckfter, kop-
icr, en diftillatriee, met menightevan
ri;eheymen,om de fchoenheyt te vermeer-
deren, maer boven allen bad iy het aenfien,
' liet bot in de Swarte kenittezijn. Sy
*roete den Cordouces met iulck een
)pmercking, lbo menighmacl als hy voor-
1 )y quam , dat hy wel merekte dat fulcks
net voordacht gefchiedc. Hy iprack haer
een laetlten aen , en maeckte wel haeft
icennis en vrienrfchap met haer ; hy ont-
weckte haer lijn liefde, en beloofde haer
renminften tot een vrouw te maecken,
•Lndien fy hem behulplaem wilde zijn. Dc
;. ->ude koppdaerlter lier geentijdt verloren
*aen , maer liet haer door de fotredienft-
maeghden by hier fbtte Meclkrfie ley-
3en, fcggendc.dat fy yets had , het welcke
fy haer te koop wilde veylen. By defege-
legenthcyt prees fy haer lchooiilvyt Teer ,
maer be'klaet{h(ie hier.datfe lbo lang van
shaer man moft zijn , en vul lbo vcrvol-
ngensop den Cordouces, die foO menigh-
^macl voorby haer huys gingk , leggend?,
dar
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
3o8 DORTSCHE
datdefe haer meer als fijn eygen leven
natode, en dat hygroote genegenthey
hadt hacr dienaer te zijn , indien fy ful^j
geliefde toe te ftaen. In der waerhey t,ant
woorde de onnoofele Laura , ick ben da
over feeraen hem gehouden, enfoufijjl,
dienft met goeder harten aennemen,ma||r
ons huys is vol knechts : maer of het ge \
viel,datden een of den ander quam te vei \
huyfcn, fou hy wel mogen dienft krijgeil»»,
maer ick fou evenwel buyten weten vailr
mijn man niemant derven aennemen. Idlj-
lal ondertuflehc wel eens aen hem fchrij l;
ven, en hoorenof hy hetgoet vindt. Lau J:
ra behoefde geen meer woorden te ge
bruyeken, om defe loofefeexte doeiir
mereken, datfydc eenvoudigheydtfelt
was. Sy dandeedthaerophetbequaemft
verftaen dat fy moght , hoedanigh deièi 1 -
dienft te nemen was , feggende , dat hy s 1
foo rijck was als haren man , en indien f i
daer de proef van wilde fien , fy fou hae I
van fijn ent wegen eenige koftelijcke ju 1
weelcn brengen , beneffens veel ander l
cierlijcke dingen. Och mijn gebuur,ant
woorde de goede Laura , ick heb foo vee
van die dingen,dat ick niet weet waer iel
'er mede blijven fal. Naderaael , ant l
woorde defe boodin des duy veis , het fo<
met u gelegen is, en dat ghy fijn gefchenc»
ken niet begeert , foo laet ten minften to
dat hy u komt befoecken. Dat magh h; t
wel doen,antwoorde Laura , niemandt fa$
hen
V
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 309
mem dat verhinderen. Wel dat isbeleef-
ilelijck van u'^gedaen, berechte de Oude
daer op; maer evenwel fou het beter zijn,
ervolghde fy,dat uw knechten en dienft-
aeghden daergecn kennis van hadden.
,^at is heel licht te doen, antwoorde Laura,
2|vant mijn boden flapen in mijn kamer
J liet, ick gae flapen , Tonder hun hulp, en
lat leer laet. Neemt defe fleutel, daer ghy
hldeflooten van het huys mede openen
icondt, en laet hem ontrent elf uurenia
f len avondt door de deur van onfen hof in-
tomen, daer hydoor eenkleyne trap in
tiijn kamer komen kan. De Oude nam
aer handt en kufte defelve wel hondert
nael, ieggende.dat fy heen gingk, om den
linnen Edelman, diefy half doodt gelaten
fiadf, het leven weder te geven. En waer-
■>m dat ? riep Laura, vol verbaefthey t. Gy
sijt die hem gedoodt heeft, antwoorde de
jude Roffelaerfter, Laura wierdt blccck
om haer mondt , over defe woorden, niet
indersdanof men haer een doodtQagh
>ingk opftrijen, cn bego(l te verklaren, dat
(y daeronnoolel in wasjMaerdeOude lien-
dc haer flechthey t , nam haer in den arm ,
sn feyde, dat het geen noot met hem doen
fou , cn gingk foo heen. Ghy kondt wel
dencken datfy niet tracgh was om haer
boodfehap te doen, en delen wondcrlijcken
Sleutel den Cordouces te behandigen.
ïYemant fou hier miflehien wonderlijcke
•igedachten van defen Sleutel hebben , cn
oor-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
I
3!o DORTSCHE
oordeelen , dat'er een handt vol tooverj
mede gemengt was, maer defefal gelieven
te weten, dat al de Huyfvaders in Spangier
meeft foodanige (leutels hebben , die fy
meeftreflen noemen. Maer laet ons weêi
komen daer wy het gelaten hebben. Dt
oude begaf fïchaenltondts by haren min*
naer, en gaf hem reden van haer verrech-
ting, lachende half met een duy veis lagh ,
en hy opfpringende vanblijdtichap. Hy
beloonde haertreffelijck van haer moey-
ten , en verwachte den nacht met onge-
duit. Defecyndelijck gekomen zijnde,
begeeft hy fich.door den Hof, nae haer ka-
mer , langs de trap die hem gewefen was ,
juyft op die tijdt , wanneer onle Mal-
loot noch beiigh was fchilt-wacht te
ftaen , en de ronde over de kamer te
doen , gewapent als een tweede MarfUe, 1
hebbende de Lancie in de handt , en het
geweer opzy, volgens het heylfaem on-
derwijs van haren wijfen man. Daer was
niet als een kaers, in de eene hoeck van de
kamer, zijnde de deur ondertufTchen
open , ongetwij feit om den Cordouees
toegangk te geven. Maer hy , die daer een
perlbon in volle rufting fagh, hadtgeen
andere gedachten , als dat men hem betr.v'<
pen wilde. Sij n vrees als doe iijn liefde te
machtig h zi jnde, was de oorfaeck , dat hy
▼luchtemet meerder vaerdigheydt alshjr
gekomen was , niet wetende hoe hy ras
genoegh op dc ft raet fou komen. Hy be-
m
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
Y^af fich voorts naer fij n M iddelacrfter , en
';af haerte ke .non watgevaer hyhadt
^lytgeftaen. Sy bleef ia geen gebreeckcn
i les anderen daeghsby Laura tcgacn , en
naer bcklagh teguis hier te doen, maer de-
i e vracghdc haerten eerlten, waerom den
adelman niet gekomen was , en of hy
ïoch fieck was?Hy is niet fieck,antwoorde
"( le oude, en heeft oock niet gelaten te ko-
: Tien , maer hy vandt een gewapent man
i n uw kamer , het welcke hem weder
• leedt te rugge keeren. Laura beftondt
v ker wel hartelijck over te lachen , en dat
>ver zijnde, feydc tegen de oude I Dat
.*•: letwel bleeck dat de/en Edelman noyt
. *etrout wasgewceft , en verhaelde dat fy
die gewapende was geweeft.De oude kon-
l ie niet begrijpen wat (V daer mede meen-
de , en was een langen tijdt dat fy meende
iat Laura volkomen ontiint was, maer
na veel vragen en onderftacn , hoorde fy
. meer eenvoudigheydt, ah fy oyt gelooft
hadtin een bedaeght menfeh tckonnen
zijn. Sy vandt geraden , Laura in haer
1 dwaling te laten, en, in de piaets van haer
te onderrechten, beltondt met haer te lac-
chen ,over de vrees die den Cordouees ge-
hadt hadt De pmy wiert gefloten tegen
den volgenden nacht. De oude moedigh-
deden Cor -ouecs, en feydc hem hoede
faeck gelegen was , fich te iamen over de
\dwacfheyt,ibo van haer man, als van Lau-
<;rafclf, verwonderende. Den nacht komt
gen,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
b L n
iis DOR
acn , den Cordouees begeeft fichnaedcnl
Hof j en vervolgens na de kamer van Lau-I
ra, die hy weder inde oude geftaltenisj
vandt Hyomhelfde haer, foo gewapend
als fy was , en fy ontfing hem, gelijck offel
met malkander opge voedt waren geweeft. I
Eyndelijck vraeghde hy haer watle in diti
gewaet uyt fou rechten ? Sy antwoorden
hem al lachende,dat fulcks haer fchuldige U
plicht was , en fcyde hem,nademaelhjrè
'tfeive niet wilt, dat fiilcks het leven vanï
de getrouwde lieden was. Den Cordoueesl
hadt al de moeyten van de werelt om haer |
uyt haer dwaling tetrecken, en haer te |c
doen gelooven dat men in den houwelijc-v:
ken ftaet anders leefde, en braght haer -ij
eyndelijck foo verre, dat de wapenen uyt- <j
geraeckten , na dat hy haer belooft hadt , J
beter onderrechting te doen. Wat hy haer j
▼order voor leflfen en onder wij fingen gaf, f
hebickfoo nau niet vernomen, datis'er 1
van datDonPedro niet lang daer na we-
der te huys quam, juyftals den Cordouecfi i
met fijn pleydoy gedaen hadt, en weder I
vertrock , fondcr veel wereks van fijnJ
Laura te maken , nademael'ernietbroo£
fcher is als de liefde die men Sottinnen
draeght. Laura ontfing haer man met d
meefte blijdtfehap ter werelt , en met fo
weynigh na-dencken van haerCordouees;
als offe hem noy t gefien hadt. Sy hielden
hetavondtmael tefamen, met groot ge-
noegen van den een cn den ander. Wan-
neer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
neer de uur van te flapen gekomen was
begaf fich Don Pedro na fijn gewoonte te
bedde , maer vandt fich wel verbaeft , dat
in het hembde by hem fagh komen onder-
kruypen. Don Pedro vraeghde haer waer-
om iyfich niet wapende, fy feyd<* Kern
metgroote blijdfchap, dat haer een ander
man een lichter manier van leven gelcert
hadt, en datie het hem oock v/ilde lcerer
indien het hem geliefde en aengcnaem
was Wat ander man, vraeghde hy, een
fraey Edelman,antwoorde fyTfoo bequaem
van leven dat ghy fejf vcrmaeck in hom
icheppen foudt , maer ick weet niet mé-
neer hy weder fal komen; want zedert dat
ghy te huyszijt geweeft, hebbeickhera
met gefien. Don Pedro verberghde mn
mifnoegen ten beften dat hy konde, en
vraeghce wie hy was, fy konde hem geen
nader befcheyt van hem geven. Den ar-
»nen Don Pedro meende door de ko^s te
mcken, hy veynfde fichficck te zijn
ant hy was het miflchien van harten*
n keerde fijn vrouw de ruggc toe, en
'goft toeneer/} tedencken wat hy ee
jaen had , met het verkiefen van een iot-
itin , die niet alleen niet wijs genoegh was
i^eweeft , om haer en haer mans eer te be-
-aren, maer oock niet om haer fchande 'e
onnen bedecken. Hy herdacht de cr0cde
. edenen van deHartogin, verfoeyde,fijn
Jdwalmgen en erkende toen, hoe wel re
° laet,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
,i4 ü O R T S C H E
laet , dat een wijfe vrouw ten minftcn de
wetten van eerbaerhey t kent, en of fy door
fwackheyt eenighfins quam temiffchen ,
datfy foo veel weet als haer fnisflagh te
bedecken. Ey ndelijck hy moft fich ver-
trooiten,hy wilde of hy wilde niet. Even-
wel hy veynfde fich eenlingen tijdt on-
pauelijck te zij n , te meer, om te hen , of
dat onderwijs geen fchadelijcken indruck
in haer ziel getnaeckt hadt. Hy leefde
noch eenige jaren met haer, houdende
evenwel geduurigh het oogh in het zeyl ,
en maeckte haer daer nae, wanneer hy
mum te fterven.noch al fijn middelen.op
voorwaerden.dat fy inUtt klooftcr *ou
eaen , daerScraphine in was, die hyte
kennen hadt gegeven , dat Laura haer
Dochter was. Aldus liet hy de werelt met
Laura, die geen te grooten dioefheytom
hem maeckte, en begaf fich voorts in het
kloofter, by haer moeder , dcwelcke we-
tende, hoe groote middelen haer Dochter
aengeftorven waren , ff daer ■voor een
kloofter gingk ftichten, daer fy de Abd.fll
van was. Defe gefchiedenis van Don Pc
dro wiert wel haeft na fijn doodt bekent ,
leerende.dat fonder goede finnen de
deueht niet volkomen kan zijn , en dat
een verftandige geeftige vrouw deughde-
lijck van haer ielven kan zij n, en een lot-
tin niet als door hulp enbelcydt vaneen
einder
Dit is mijn «mpfalige vertelling . w-
■in
£ttttt
Öl
\
ft
ARCADIA. j,r
volghdc PoIym}thus,naedat hy defelve
aldus ten cynden gebraght hadt.die anders
geen macht heeft gehadt , om my in on-
gunft te brengen, als dat fy niet ten vollen
is uy tgehoort gcweelt, hetwelcke aldc
voorgaendeonhebbclijckhcden , buyten
alle twijfel wederom gbet fou hebben ge-
maeckt. Van udan mijnHeeren , als van
, gunftige toehoorders, verfoeck ick het
y recht vaerdigen van mijn faeck.
Waerlijck Polymythe, feyde Periander.
de jongkv rouwen hebben al eenige reden
; gehadr, uw verhacl af te breeken.alfoo het
x beterde onfe, als haerooren te behacgen
>i heeft. Evenwel moet ick bekennen, dat
s'er veel van uw verontschuldiging in
;Jfteeckt, hetwelcke wyby gelegcntheyt
o tot uw voordeel fullen gebruyeken. Nu is
xhettijdt termaeltijdt tegaen, alfoo ick
nmijn dienaer alreedts vaerdigh met het
; lampet fic ftacn. Laet ons fien hoe wy al-
,idaer de vrede konnen treffen. Elck daer
t< op neemt de fij ne by de iiandt , fond er dat
'Tolymythus yemant lbo gunrtigh vinden
• kondc, die hemde hare wilde leenen ,
vwacr overhy Ambroiio in den arm ne-
mende, fich neven hem aen de tafel gin^k
cfetten , dewclckc men weder in de kamer
van Euflacchio (d/e iich nu heel welbe-
> voelde) gedeckthadt.
m
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
3IÓ
V. Boe c
K.
«rorl-
digc
teden
Xilï
het
poedel
de
Sym-
pathie.
W7$Auwelijcks was de maeltijdt
NES |3 ter halver wegen , of Perian-
^| dervotonlijdtfaemheyt, be-
^ '™ ftondt Ambrofio
over fijn
- - beloften te manen , van hem
hetgeheym.datfy dien ochtent geficn
hadden, teontdeckenj hy heeft noch meer
op fijn kerf-ftock het welcke hy af te
doen heeft , viel daer Ly fander op in , na-
mentlijckhet vervolgen van de afgebro-
ken Colonnen en Caraffen. Ick fal u beyde
poogen te voldoen, antwoorde den beleef-
den Italiaen, maer evenwel met den ou-
derdom beginnen. Ghyhebt miflchien
wel het een of het ander van het Poudre
de Sympathie , of pulver van medelijdcnt-
hey t gehoort? meer als wy daer van gelooft
hebben, antwoorde Periander. Ten min-
den fult ghyder nu een beter gevoelen
van hebben , vervolghde Ambrofio , aen-
gemerekt het gene deHeeren daer van
lenen , en mijn Heer Euftacchio daer van
gevoelt heett: ick heb na mygedenckt,
aengenomen te bewijfen , dat alles door
een natuurlijcke , en geen boven natuur
liicke kracht gefchiet , en dit is het geen
ick u ga uytvoeren, wanneer ickunoch
een voorbecltof proef-ftuck van hetfelve
poeder fal verhaeit hebben. Mr. James
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
m
ARCADIA. 3,7
Howel, geheym-fchrijver van den Har-
togh van Buckingam , ten tijden van den
Komngk Jacob van groot Britannien , die
door lijn brave ichrirten, en voornament-
lijck door fijn Dodom grove, of Dendro-
logi.t, genocghiaem bekent is , vandt op
feeckcren rijdt, twee van fijn gemeen-
faemfte vrienden , met m ai kander in
het gevecht. Hy terftondt wende alle
middelen aen om hen van een tc
fchcyden , wierp fich tulTchen beyden ,
en greep met fijn linckerhandt hetgc-
veft van een van de twee, en met fijn rech-
ter, bloot zijnde, het lemmer van den an-
der. Sy door een hitte van raferny acnge-
fteecken , doen een yeder fijn uyterftc om
fich van defe verhindering te ontflaen , in
voegen den eenen met gewelt fijn degen ,
die Howel by het lemmer vaft hadt te rug-
ge treckende, den fcheyder van binnen de
handt, tot aen het gebeente toe, door-
fneedt, terwijl dtn ander fich mede van de
handt van Howel ontfhende , fijn vyandt.
een houw meende te brengen, doch die fijn
vriendt ftondt te raccken , die fijn handt,
alrecdrs lbo fwacrlijck gequetft zijnde,
opheffende , den flngh daer op ontfing, die
hem de fel vefoo i'eer van buy ten quetfte,
als fy alreedts van binnen gequetft was.
Het bloet uyt fijn opgchevcne handt , den
armen Howel in het acngeficht fpatten-
de.deed de vechters geloové dat hy fwaer-
lijck gequetft was , fy de dolheyt , 'die hen
O 3 on
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
5 iÖ DORTSCHE
onderling ingenomen hadt, tcrneêrfet-
tende, loopen toe, om hun gequetften
vriendtte helpen. Sy fijn wonden gefien
hebbend? » binden de fel vernet een zijden
kouflebandt vaft toe, om de aderen > die
afgefneden waren , en feer bloeden , by
malkander te houden. Sy brengen hem te
huys , en ontbieden een Wondt- hcelder ,
die het eerfk* verbint leyde ; om het twee-
de te doen, f»ndt den Koningk iclve, die
veel van Howcl hieldt , d<:$ morgens , fijn
eygen Heel-mecrter. De kamer van den
Ridder Digby (uyt wiens ichrirten wy
dit verhael en bewij s trecken) was dicht
bydic vanHowel. Opeen morgenftondt *
foo als den Ridder befigh was met lich te
kleedcn , komt Howel by hem, om hem
te bidden , hem ccnige hulp- middel tegen
fijn wonden te befchicken, alfoo hywel
gehoort hadt , dat hy in diergelijcke din-
eren ongemeen ervaren was , nademael
lijn wonden in fulck een quaden ftact
waren, dat dc Wont-heelders alreets voor
een gangrene of verderving begoftentc
vreelen , het welcke hem de handt fou
doen verliefen. Enwaerlijck fijn weien
toonde wei hoe groot de pijn was , die hy
verdroegh, dewelcke hy feyde onver-
draeghlijck te zijn, teroorfaeck vandc
geweldige inflammatie of ontfteeckine;.
Digby antwoorde hem , dat hy gereedt
was hem behulpfaem te zijn, maer dat hy
felf miffchiendacr een afkeer van bebb.-n
iou ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 31$
fou , wanne er hy fagh, op wat wi jfc hy de
vonden verrx>ndt,namentlijck,fonderderi
gequetften aen te raecken , om dat hy die
wijle van verbinden, of als by-gcloovigh ,
of als krachteloos verachten)fou. Wat het
laetfte acngaet, antvvoordé Howel, de
groote wonderen , die my vei fcheyde lie-
den van uw kruyden hebben vertelt, ver-
bieden myacn hun kracht te twijfelen.
En wat het eerlte belangt , al dat rek heb
te leggen, beftaet inditSpacns fprecck-
vvoort: Hdga fi el milagro, y Wgalo Mahomet. vreetn-
taet het ivotidcï^wcrck gefchieden , al de en
waer het ac:r hhxhomet. Digby daer op Won*
eyfehte hem het lijwact, waer in hetj",
bioet uy t fijn wonden getrocken was. Hy jjjjjj?
fandt terrtondt om den koulïebandt , waer kin* "
mede hem het eerfte verbandt gcleght vao
was , terwijl den Ridder Digby een becken hct
met fchoon water deedt komen , gelijck ™CQei
of hy fich de handen wilde walTen , in het Sym-
wclcke hyeen handtvol van fijn poeder pctbier
deedt , het welckc terftont begoft te ïmel-
ten. Wanneer nu de kouficbandt gebraght
was , deedt hy defelvc mede in het water ,
lettende wel op iict geilet van Howel,
Dcfe fprack ondci ttittchen met een ander
Edelman, in een hoeck van de kamer, fon
der te hen wat Digby deedt , wanneer hy
fch.ielijck,als met een verbaefthcyt.n a den
Ridder om fagh , defe hem vragende , hoe
het met hem was, kreegh van hem tot
antwoordt: lek weet nietwat'er van is ;
O 4
maec
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
510 DORT
maer ick weet wel dat ick geen pijn meer
gevoel : my dunckt dat 'er een aengename
koelte door mijn handt trcckt , waer door \
my al den brandt wech genomen is» De- :
wijl dan, vervolghde Dtgby, ghy fulck
eengoetwerck van mijn hulp-middel ge-
voelt, foude ick u raden al u plaefters af te
nemen , en alleen de wonde fuyver te
houden, en foodanigh dat ie noch te
heet noch te koudt zy. Dit voorval wierdt
terftondt den Hartogh van Buckingam,en
vervolgens den Koningk, aengcfeght , die
beydc feer begeerigh wierden , om het
eyndevan defe wonderlijcke genering te
ficn. Na het middaghmael nam Dgby
den kouffebant weder uy t het water , en
beftondt defelvetegens een groot yyer te
droogen , het welcke niet konde gefchie-
den, ionder die feer heet te maken. W an-
n eer den Lacquay van Meefter HoWelby
hem quam, dewclcke hem feyde , dat hem
de handt zedert een kleynen tijdt , foo feer
deedt alsoyt, jae noch meer , en datfe hem
brande, alspffy ineen vyerlagh. Dtgby
an t woorde hem , dat nademael fulcks nu
foo even begonnen was, hyde oorfaeck
van het quaet wel witt, en dat hy hem wel
haeft verlichting geven fou, mhTchien
weleer hy weder byfijn Heer was, het
welck gefchiedende , behoefde hy hera
geen beicheyt te komen leggen , maer foo
niet, dat hy hem fulcks te kennen fou ko-
men geven. Hiermede gaetdendienaer
wc-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
weder heen , en Digby leght den koufle-
bandt weder in het water, waerop tcr-
ftondt Howel weder van de pijn verloflr
? was, feit' eer fijndienaer weder by hem
quam.Om kort te zijn,hy bleef vande pijn
verloft , en vandt binnen vijf of fes dagen
fijn wonden gecicatrifeert , om het konll-
woort te gebruycken. Den Koningk
Jacobdeedt feernaeuw vernemen , naai
wat omtrent die geneling gepleeght
wiert, en defelve volbracht zijnde, begeer-
de van Digby te weten , hoe het wcrclc
toegcgaen was , na dat hy hem dickmaels
al lachende een toovenaer genoemt hadt',
gelijck hy dagelijcks gewoon was. Digby
antwoordchem dat hy gereedt was, fijn
majefïeyt te gehoorfamen, maerdat hy
verlof fbcht , om cerft voort te brengen ,
het geen die gene , van dewelcke hy die
konlt geleert had.denHartogh vanTofca-
nen op gelijck verfoeckgcantwoorthadt.
Dele was een Carmeliter Monnick , feyde
hy>certt uyt Indien en Perlicn tut Floren-
cen te huys gekomen, gelijk hy oock fclfs
in China was geweelt. Dele hebbende ,
■aedert fijn acnkomlt in Tofeanen veel
wonder) ijckegencflng' n , met fijn poeder
; aengerecht , toonde hem den Harrog h een
byfondere'geiKgentheydt om ditgeheym
te weten. Den Carmeliter antwoorde
hem ,.dat het een geheym was, het welo
:ke hy in de Ooilerfche Landen geleert
thadt , en dat by geloofde de cenighfte in
O y Eu-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ïerftc
bekent
wor-
ding
enaf-
komft
van dit
poe-
del.
ET O R T S C H« E
Europa te zijn , die daer kennis van hadty
dat het wel verdiénde niet verfpreyt te
zijn , hetwelcknootfaeckelijckêefchie-
den moft , indien lijn Hoogheyt fich daer;
mede geliefde te beraoeyen, te meer, wan-
neer hy fulks niet door fijn eygen handen ^
maer door die van fijn wondt-heelders o£
dienaers te wege braghtOp defe reden liet
den Hartogh af, hem meer tot kenniiTe van
dit geheym aen te dringen. Maer eenige
maenden daer na hadc Dighy gelegent-
heytgehadt ,vandenCarmelitereen uyt»
lieeck^ndcn dienft te doen , waer door hy
hem, in vergelding,het geheym openbaer-
de, die noch datfelve jaer weder naPer-
fien vertrock ; foo dat hy nu oock de ec-
nighfte in Europa was, die dit geheym
wift. Den Koningk beloofde hem het ielf-
deby lichte houden, fonder omtrent de
wereking yemandt andc/s als fijn eygen.
handen te {uilen vertrouwen \ waer door
hem Digby (gelijck den Koningk daer.
oock verfchcyde proeven van deedt) het
geheym met al lijn om Handigheden ont-
deckte. Maer Monfr. de Maycrne,des Ko-
»ingks:eerfte Genees-meefter, pafte ge-
duurighlijck op , om hem het felve at te
fien, waer door hy eyndelijck vernam
dat den Koningk fich alleen van een droo-
fe diende, hetgeen alle Dranck-berey-
ers en Wondt^jfe-jlders dagelijcks door
de hmdt gaet, gclijck ick het u in het ver-
uolgh medefeggen fal. Defen Cenees-
mec-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
■
ARCADIA. zn
meefter trock uaer na naer Vranckrijck,
dacr hy by den Hartogh van Mayenne, lijn
groote voorftander en befchermer, quam,
die hy het geheym leerde die oock ver-
fcheyden proeven dacr van gedaen heeff .
Nade doodt van den Hartogh, die in het
belcgh van Montauban bieef, heeft fijn
Wondt-heeldcr, die hem altoos in het uyt-
wereken van defe genefingen diende ,
het felve aen verfcheyde Heeren van aen-
fien voormerckelijcke fommen gelts ver-
kocht, invoegen het alfoo van langer han
onder de lieden isgeraeckt.
Dit is dan deafkomft van dit Poeder 5
nu ftaet my reden van dit werek te ge- 5j?
ven , of, om beter te feggen , de foodanige £|&
die den fel ven Ridder D'igby dacr van won-
geeft , op het kortfte voor te Hellen. Hy , d«e
om tc komen tot hetnaeckfte bewijs, (telt w"c"
fevcn Principien of gronden, dewelcke ^
hem dienen als raderen van dat ftuck
wereks van JIrchimcdes , waer mede een
kindt macht igh was het groote Schip van
den Koningk Hieron , op het landt te win-
den, het geen door hondert koppel-oflcn ,
en al de kabels die in fijn tuygh-huys wa-
ren , nauwclijcks konde bewogen wor-
den. Si jn eerftegront is:dat het gantfche r
ront,ofty£<o* van de lucht, met licht ver- Pnn-
vult en dat dit licht een iloffdijcke fèlf- cipitna
Aandigheyt , en geenfins een inbeeMelijc- of
ke en onbegrijpelijcke hocdanigheydt is ,
(het welcke gcenfins een nieuw gevoelen
O 6 te
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
M4 DORTSCHE
noemen zy,alfoo verfcheyden van de
oudtlle en geachfte Philofopheü , en na-
tuur-kenders van dat gevoelen geweeft ;
zijn , als oock den oudt- vader Auguftinus ,
gelijck hy in fijn derden brief acn Volufia-
nus getuyght) welck licht of ftralen uyt
haer ooripronck!, namentlijckdeSonne ,
door rechte linien voortkomende, van het
een op het ander lichacm ftuyt , min noch
racer als den bal inde kaetfbaen, totdat
het fel ve ten laetften door al de tcgenftant
TjVce- krachteloos gemaeckt wort. De tweede
de grondt is , dat het felve licht , in fulcker
grom, voegen tegen eenigh lichaemaenftuyten-
de, altoos, eenige kleyne y*<ww» (ondeel-
bare deeltjes oneygentlijck alioo ge- i
noemt)met fich neemt, (even gelijck een
bal , yets van de muur waer tegen fy gefla- I
gen wordt , mede draeght ) door dien defe [
kleyne Atomen, zijnde uyt de vier Ele-
menten, gelijck alle lichamen des werclts)
te famen gemaeckt , door de warmte van
het licht , in hun lijmachtige en vochtige
deelen aengetaft , vaft gemaeckt , en alfoo
gints en her waerts gevoert worden . Uyt
welcke Atomen ,wanneer fy overvloedigh
genoegh zijn , veeltij dts de winden,voor-
namentlijk die men landt-winden noemt,
l>ard < eeteelt worden. De derde gro.it is , dat de,
8 tonn Tucht doorgaens vol is van foodanige Ato-
men , of kleyne lichamen , of eerder dat
het geen wy onfe lucht noemen , niet an-
ders is als een vermenging en confuiie
van
ARC
DIA.
van foodanige Atomen , daer de luchtige
deelende overhandt behouden : gelijck
het blijckelijck is, dat men dadeliick in de
natuure geen Element of hoott-ftoflfe ,
(onder vermenging van een ander bevind :
want het vyer van buy ten en het licht van
dceene zijde, en het inwendige vyer van
eenigh lichaem aen de andere zijde, tegen
malkander aenwerckende , maeckcn defe
wonderlijcke vermenging van alle din-
gen, in alle dingen , en de lucht alfoobe-
quaem , om gelijck den Cofmopolites
fegt , een occukurn vïta abum of verborgen
voedtfel des levens , in fich te begrijpen ,
w en voort te brengen, en inde dieren te
; wereken , gelijcker ouek drogen zijn, als
> den Vitriool en den Salpeter, &c. die door
; dc bloote aentrecking van de lucht ver-
r meerdert worden. Digby brengt een
voorbeeldt voort , aengaendc den Qhnm
Tartari , als dat hy uyt twee ponden wij n-
fteen, twintigh pondcn.cn meer olie heeft
i ficn maeckcn , welcken oly dc reuck van
i de Rooien, al foo het als doe inden tijdt
was , t'eenemael n\ fich getrocken hadt,
nademael dc luch t door de Atomen van de
fi felve Rooien vervult was ; behilven veel
-ie andere voor beelden, die wy kortheydts
f halven lullen voor by gaen, ons met wey-
i nige onder vele genoegende.
De vierde grondt is , d.v yder lichaem, pc
1 hoe kleyn het oock fou mogen zijn , ver- vierd
j deelfaem, jaielf tot een oneyndelijckhcy t,
O 7 is:
gront.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
3*<J DORTSCHE
is : niet dat het daedelijck of a&uë'üjck '
oneyndelijcke deelen heeft (want het te-/
gendeei van het felvefou konnengetoont*,
worden) maer dat men de felve altoos kan '
deelen en weder deelen, fonder oyt tot het?
eynde van defe deeling te komen , gelijck'
het indien fin is. dat onfe Meefters ons ice-
ren, èzxquaniitasinfiniudivijibüts tft . koe
groot keyt, oneyndehjek deelbaer is. In v oegen
defe Atomen felf, door defe geduurige
verdeelingen, een groot vack vullen , en
fich een grooten wegh verre en breedt
konnen uyrftrecken : want van waer komt
anders de reuck , wacr op dc honden hun
Meefters, of het wilt weten te volgen , als
uyt de Atomen die uyt defe lichamen uyt-
ademen, en door defe geduurige verdee-
ling de lucht vervullen , endoor het be-
geerigh aen trecken , in den neus der hon-
den komt?Gclijck men oock in de Gieren
gefien heeft, die in reuck alle andere ge-
dierten overtreffen , dat fy van twee
hondert mijlen verre , (alfoo diergelijcke
vogels op geen minder uytbrcydirigdaer
omtrent gevonden wierden) op den reuck
van de doode lichamen (die, nae een groot
gevecht , op de aerde lagen te verrotten)
tot het aes gekomen zijn : hebbende de
Atomen, dewelcke uyt defe lichamen
voortquamen, de lucht , ongetwijfelt, tot
dieren toe vervult.
De De vijfde gront is , dat defe kleyne lic-
vijWe hamen , die de lucht vervullen of maken ,
gront. me.
ARCADIA. 327
menighmacl een anderen wegh opge-
trocken worden, als hun eerftcalgemeene
oorfaeck hen heeft doen nemen. Kndefc
trecking gefchietop verfcheyde wijfen.
Eerftelijck.doorrutluygen , hetwclcke
•Jïj dickmael fookrachn'gh is, dit Digfyicght
li gefien te hebben, eenlooden kogel, in
J fulcker voegen , uyt een wel-gemaeclct
,4 roergefogen te worden, dat fy door den
. fiagh den (uyger de tanden in den monde
iniïuckcn floegh. D;£e trecking wc*dc
«J oock.fomtijdts Magnetelijck genoemt,
waer door den zeyl-lteen het yler treckt ,
of Electrijck , waer door den brandt-fteen
het ftroy na fich haeh :fom wijlen gefchiet
> fy 00c k in de vlam van een kaers of toorts,
wanneer den rooek van een roockende
kaers , de vlam felf na onderen toe, van
een brandende, na fich treckt. Anderiins
oock door een Filtratie of kleynfing t
«Wanneer een vochtigh lichaem opdringt
dooreen droogh ; en ten laetiien doorliet
V vyer felve, wanneer het vycr, of eenigh
heetdin^k, de locht, cn wat dacr mede
vermengt is, na fich treckt. Van defc twee
laetftc wijfen van trecking fprecckt hy al-
leen , cn dat op defc voet: IX' Filtratie of
kleynfing geichiet, wanneer men een
langkachtigh ftick laccken,ot yets anders
van wol gemaickt , dat fpongiachtigh is ,
in een pot waters met het cenccyniielaet
hangen, leggende het ander cynde op den
boort van deielve pot : waer door het
water
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
3i8 DORTSCHE
water opwaerts klimt , tot boven den I
boort van de pot toe , en al foo eynde41
lijck weder op de aerde , of in eenigh an-^,-1
der vat neder -druypt , welcke wijle van^-1
kleynfen by de Apothecckers en Chymitf 1
ten bekent en gebruyckelijck is , het welo*"'-
ke gefchiedt om dat het gedeelte van de m
wolle lap, dat in het water hangt, het wa- 1
ter in fijn dealen , die eerft droogh waren,
in drinckt, dewelcke fpongiachtigh zijn-
def daer door komen te fwellen , en alloo
meerder plaets vereyfeben, dcelende al foo
dedeelen die boven zijn van haer over-
vloet mede, en dcfe weder anderen , tot
den 1 aet ft en draet toe.
De andere trecking dewelcke door het
vyer gefchiet , gaet op defe wijfe toe : het
vycr werekende na lijn aerdt en nituure
(dewelcke is, een geduurige uyt ademing
van hter deelen te maecken, van fijn mid-
del-punt of Centrum , na de Circumferen-
tie , of omtreck toe) neemt geduurigh-
lijck de iucmsdewelcke hem het naefte isj
met fich : want de lucht vochtigh , en het
vyer droogh zijnde , konnen niet minder
alsfichaen malkander vaft maecken, en
te famen hangen. Hierdoor is het noo-
digh.dat de plaets, dewelcke door dit tree-
ken , ledigh is gemaeckt , door nieuwe
lucht vervult wordt j of anders fouder een
ledigheyt tuffchen dcfe twee gevonden
worden, het welck tegen de natuureis:
Defe nieuwe lucht blijft niet lang in fijn
plaets ,
ARCADIA. 31$
tëplaets , macr wort oock door het vyer ge-
Procken, gelijck de voorgacnde. wordende
-die open plaets weer door andere lucht ge-
•1 vultj het welcke all'oo voortgaet, loo lang
als het vyer brandt. Dit lïen wy dagelijcks
gefchieden: want mat ckr een goet vyer in
een kamer, dit fal de lucht felr van buytcn
intrecken, infulcker voege, dat iuoder
■ eenigen fcheur of opening acn een deur of
? veyntler is , men de lucht al pij pende dacr
• door hoort in komen , alfoo de felven ge-
drongen is, ielf met gcwclt den toegangk
te maecken, Macr indien 'er geen door-
gangk gevonden wordt, waer door de
IJucht kan binnen komen, fal terftondt een
gedeelte van de damp , die ter Schoorteen
Behoorde uytt:. (laen , tegen fijn natuur
nederftorten (om 'tgebreck van lucht te
vervullenden degehcele kamer vol tc ma-
ken,rot dat eyndelijk het vyer,by gebreck
van lucht, komt uyt te gaen. En daer uyt
komt het, dat de Chy milten (eggen i dat
delucht het leven van het vyer, loo wel
als van de dieren is, Maer muien men een Hufp
becken met water inde kamer voor het middel
vyer let, hoe dicht defclve kamer oock vüül
magh gefloten, en van lucht berooft zijn, !|f'
fal men geen rooc k vernemen : want het |<cn.
vyer treckt de doelen van dit water (zijn-
de een iclfftandigheyt die dun , en lichte-
lijck te bewegen is) tot fich , en verduntfe
tot lucht , om alfoo dat werek uyt te voe-
ren. Om defe oorfaeck ftoockt men in
peft
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek/ Den Haag.
28C44
33o DORT S CH E
penStijden groote vyeren, om de quade 1:
1 ucht alfoo wcch te nemen , gelijck Hyp* i
crates (wiens vernuft wel lbo verre dooil
gedrongen heeft) geheeleLandtfc happen,!
door het ftoocken van feer groote vyerenjJ
heeft gefuyvcrt. Nu defe wijfe van tretfi
ken gcfchiet niet alleen door het vyer, #
maer oock door andere heete dingen! 1
want de geeften, of vyerige deelen van dé* ij
felvc, uy t- ademende, nemen oock de naö4 J
fte lucht nut fich , welcke plaets wedei 1»
door andere lucht moet vervult worden \ |
gelijck gcfeght is. Om welcke oorfaeck ï
de Geneefmeeftcrs menighmael warme
opgefneden duy ven de fiecken aen de voe* >j
ten, op de pols, of de borft , of de navel bir* \
den, om de winden»of quade dampen uyt
het Itchaem te trecken gelijck men oock i
in tijden van pelt, duy ven , katten , hon- \
den, en dicr^elijcke warme gedierten i
doodt, die geduurighlijck een groote uyt-
ademing van geeften maecken. , en alfoo,
op de v oorgefey de wij fe , de quade en be-
fmette lucht met fich trecken. Alfoo
fien wy oock, dat het broot, dat warm uyi
den oven komt , de muffigheydt van den
wijn, indien men het felve op het bomgat
leght, na fich treckt, gelijck oock dc
ajuynen de befmetting van de locht.Waei
toe men oockfou mogen voegen, de
groote trecking die de gecalcineerde lie-i
hamen, van wijnfteen , of diergelijckc- A>
doen , die neecnmael fbovecl luchts tot iy
6 iich l
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 33?
rich trecké kan, als fy felvc weegt. Hy ver-
haelt oock, uyr Petrus Serviits,Gcncc{mcc-
\ct van den PausUrb:ien deachtfte, van
ren Monnick, die dnor rijn valren , waec-
<;en, en diergelijcke afmattingen , fijn K<S
nacm foodanigh van binnen hadc verrr
bt hy t'eenemael van binnen ais vei
lrooght,en ont$eecken» en fijn gebeente Vf«rat
^clijckals gtcalcinccrt , en tot kalck ge- jLl—
macckt ich. cn te zijn ; door welckein-
«vcndige hitte, hy de lucht in iulcker voe-
gen na iich trock , dat de fclve fich in fijn
lichaem tot water verkee rende, gclijck de
felvein het zout van den wijmken doet ,
cn alfoo , door dien al de doorgsrigèn leer
geopent waren, in de blaes iacker.de , iïch
in Iulcker voegen ontUfte, dat, binnen
weynigh weecken, den Monnick meer als
twee hondcrr ponden waters lofte.
Digby fielt voor iïjn fèttc fnncipium Sep.jc
ofgrondt-rcgel.dat, wanneer het vyer , öf «ont*
eenigh heet lichaem , de lucht , en wat'er
in is, na fich treckt, indien het gebeurt
dat inde felvc lucht een i ge Atomen of
- kleene lichamen gevonden worden , die
van den aerr des vyers , or" der heetc licha-
men zijn, detrecking v in de ielve met
meerder kracht gefch iet , dan of defelve
Atomen van een byiondcre of Ürijdige
aerdt waren : invoegen deLlve ficfa te ge-
williger met dat lichaem vermengen , ter
oorfaeck van de over-cen komft die het
een met het ander heeft. Hier over moet
men
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
33*
DOR
C H E
men weten, datter verfcheyden ° ver- eg»!
kom tien der dingen zijn, waer door fl
iich te gewilliger te fa men voegen , mat I
van dry fpreeckt hy voornamendijek. D
eerfte noemt hy de over- een-kom ft in gc§
wicht, door het welcke de lichamen vail'"
een graetvan fwaerte fichte famen veM'ft
voegen : want indien het eene lichaeract'
lichter is als het ander, hetfelve laleeii:;
hooger pla:ts verkiefen , als het geerj|&
fwaerderis : opdefewijfe vertoont meil?
Hoe de geftaltenis van de vier Elementen o v
wc de hooft- ftoffen in een glas. Doet in het felfi 1^
4 Ele-_ brandewijn, die root gemaeckt is, om he in
: vyer tc^vertoonen , de geeft van Terbirtli»
thi jn,die blauw geverwt is,voor de lucht I a
gemeen water dat gegroent is , en vijHèi*
van eenigh metael voor de aerde , en ghj!
fult fien dat het een boven het ander , lort
dereenige vermenging blijven Tal", fchu*
dacr na u glas , en ghy verneemt een wart
Chaos van verwerririg , maer laet het wé 4 ■
der ftil ftaen , elck ftofrc gaet weder op fijt
cygen plaets.
De tweede overeen-komft ftelt hy it l
die dingen, die een fel ve dickte of dunnig- |
heyt hebben : wantgelijck de natuurc var »
dequantitcytof hoegrootheyt in het ge-
meen , tracht na de uniteyt en Contimw-1
teyt, de eenheyt, en t'famen houdent«J
heyt, foo is het wel noodigh dat het eerfte
onderfcheyt van de hoe grootheyt , na-1
mentlijck dickheyt en dunnigheyt , defes
feive
kan
ver-
too-
nen.
Early European Books, Copyright© 20 1 l ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 353
ve voeging tewege brengen. AHbo
en wy , dat het water Zich lichtelijck
nder het water vermengt, den oly
•nder den oly , brandewijn , onder
nrandewijn , quickfilver onder quickfil-
. er, maer mengt oly onder water, of
nrandewijn , quickfilver onder een van al
Iele dingen, en ghyfult fienwat fwarig-
ïeyt de natuur in fulck een vermenging
i naeckt. De derde over-een-komft, is die
fan de figure of gedaente. En dit fien wy
daerlijck in de verfcheyde foorten van
:out, dat yder een byfondere gedaente
leeft, diflblvecrt, coaguleert, (om de
I Thimifche konft- woorden te gebruye-
een) ofte ontlaet en ftremt de felve
verfcheyde foorten foo menighmael als
r'hywilt, fyfullen weder tot hun eerfte
1 jedaente komen. Het gemeene zout ver-
oont fich als Cuben of dobbelftccnë, vier-
loeck igh ; het Sal nïtri , of zout van zal- Vcr.
Jeter, festhoeckigh, en het S>il Armoniac , fchey-
yelijck de ineeu , oock fes ho^ckigh , het deun*
W/m'w*,of zout van pis gemaeckt, vijf- dci1
doeckigh, gclijck oock (oodanigc fteencn ^
inde blaes dickmael gevonden worden, zout.
Voorts hebben de Diftillatcurs waergeno-
men , dat indien men op het Ütjmt Mor*
tuuniy (foo noemt men het geen na het
difti lieren , in den ketel blijft) het nat dat
daer af getrocken is , wederom giet , het
felve daer lichtelijcker weder in treckt,
dan of ghy eenigh ander daer op goot, het
wekk
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
334 DORTSCflE
welckdaer wel op fal blijven te drijven,
fonder in te trecken. De reden is, dat dit
gediitilleerde water, (hoewel het een
Corpus Homogenewn , of geli jckmatigh 1 ig-
haem fc hjjfit te zijn , evenwel een Corpus
Heterogeneum , of ongelijckmatigh is , en
uy t deelen van by fondere-naem en aert be-
ftaende , en volgens van verfcheyden ge-
dacnten, zijnde) defe Atomen • door de
kracht van het vycr , yder uy t fij n ey gen
kamer, of plaets die met hun gedaente
overeen komt,gedreven, daer weder licii-
telijck ingaen , wanneer fy tot hun oude
en eerde wooning komen. Het felve ge-
beurt, wanneer na een langduurige droog*
te den regen vair , dat het regen» water feer
lichtelijck in de aerde indringt , om dat
het voor heen daer uyt getrocken is, daer
ander nat, daer op gegoten zijnde , meer-
der tegenftandt vindt. Gelijck oock dele
(het welcke ick niet kan voorby gaen)
die het gebroocken Porcelleyn of KLriftal
t'lamen lijmen , altoos onder hun lij ra
van de felve ftof vermengen, gelijck oock
dégout- of filver-fmeden doen. Die gene»
die iich gebrant heeft, houdt de gebrande
deelen te^en het vyer , cn vindt fich , na
eenige quelling, verlicht, alfoo de vyerige
Atomen door het vyer uy r getrocken wor-
den,namentlijck de minder door de meer-
der. Defe, die een ftinckenden adem heb-
ben, houden fich, met open mondt , over
de ftille van een pri vaet, of gemack , en de
mee*
I
\
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 337
biccfte ftanckfal (door dc felve reden)
i le minlte na fieh trecken. De (keek van
r;en Scorpioen , wordt door het opleggen
r fan een Scorpioen gencfen. In tijden van
• 5eft , draeght men wel een padde, tot afle
■ gebrand t , of een gcheele , in een dooiken
)f glaef ken befloten , foo evenwel, dat 'er
ie lucht toe trecken kan , by fich. De
leekte der paerden , die men in het Frans
t>i farcin , noemt , is een venijnige en be-
r:*j rmettclijclcc fieckte^ maer hanght liet
M )eeft een padde, in een fackfken , om den
aals, en het lalongetwijfeltgenefen. De
iv;jnkooper^ weten , dat wanneer den
arijngaert , van wiens aerdt hunnen wi jn
d.s, beftaet te bloeyen, hunnen wijn inde
celder oock begint te wereken en een
wittigheyt uyt te werpen , om dat de wijn-
ichtigegeeften vande wijngaert, diede
ucht vervullen , fich terftondt met den
ivijn, die van hun aerdt is, vermengen, en
lefelve mtdc gaende en als bloeyende
naecken. Om het welcke te verhinderen,
noet men den wijn in ten wel gematigh-
le plaets bewaren, en wel valt gefloten, en
jpg-vult houden. Gelijck het oock gele-
den is met dien Oly van wijnfteen, daer
rzn gefeght is, die, inden rijdt van de
Aofen , dereuck na lich getrocken hadt.
-ly brengt, tot beveiliging van dit tegen-
woordige, noch verfcheyden andere voor-
>eelden by, voornamentlijck van de won-
icrlijckc werekingen die omtrent de
fwan-
vrcem-
dc
wete-
ring
det
tegen-
giften.
vreeni«
dc
bloey-
ing va
den
Wijn,)
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Won-
dere
werc-
king
van de
natuur
om-
trent
ïwan-
gere
vrou-
wen»
Werc-
king
van
het
fooi.
33<J DORISCHE
1 w angerc vrouwen gefchiet , door kracnl
van de inbeelding , dewelcke hoe wel daJT
fierder in hun ooriaeck , even wel in vee|
derhande omftandighedcn en grondel
met de andere fchijnen over een te k
men. Onder andere fpreeckt hy van eei
Moerbefie die een fwangere vrouw o
den hals vallende , de vrucht met foodal
nigh een belle , deedt ter werelt komen
foonatuurlijckals eenigh penfeel , of o
beter te fèggen , fteeck-beytel van eer]
beelt- houwer (alfoofe de helft ver he vei
ftondr) fou konnen uy twercken, die ooc
met de vrucht aen de boomen , groot ei
root wierdt. De voor-beelden fi j n on tal'
lijck, berechte Periander daer op, hyl
brengter oock verfcheyden by, vervolgh4
de Ambrofïo , maer alder-eerft geeft hyl
defe reden, In al le a&ien en werckingei
van onfe finnen (ieydt hy) is een mede-
deeling of participatie, die ftoffelijck en
lichameli jck is , van al onfe finnen, fooda-
nigh dat ecnige Atomen van het lichaem;
het welcke op onfe finnen werckt , felf in
hun Organen en werck- leden indringen »» ,
dewelcke hen dienen tot doorgangen, om»
alföo tot in de harlTenen in te dringen , en
tot onfe inbeelding over te gaen. Dit is
blijckelijck in de reuck en fmaeck , en
wat h et gehoor aengaet: de lucht van buy-
ten fich bewegende ,j veroorfacckt , oock
foodanigen beweging, in het vliefken van
onfe oor Tijmpanumof trommelken ge-
noemt ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
hef
noemt , hetwelcke,
[I Jamerken datdaer aenvaft is veroor-
jfaeckt, het welcke, Qaendeop fijn am-
j beelt, diergelijcke beweging aen de lucht
1 die binnen het oor is veroorfaeckt, en
m de e beweging is , dat wy de klanck cf het
igeluyt noemen. Aengaende het gelicht : v<m
4 het is bhjckelnck. dat Set licht , het welo EL
IJ» van het hchaem dat wy fien aftruyt , ficht.
Hindeoogen mgaet , en niet minder kan
ialseenige uytvloeyingen van dat felve
ilichaem met fich te nemen , gelijck in de
• tweede grondt-regel is geièght. Nu is
Lalleenigh ovengh om te toonen dat het
1 iielve in de groffte van al onfe finnen , na-
'Ijnentlijck het gevoelen , mede gefchiedt.
VJ want indien het waer is, gelijck wy ge- v
ïitoont hebben, dat alle lichamen geduu- het"
-,,nghlijckeenige Atomen van fichuytge- ge-
ven, foo is hier geen fwarighey t omtrent. v<>el.
IMaerom evenwel defe waerheyt te blije-
kelijcker te maken, vertoont hy het fel ve
door een klaer voor-beeldt. Hy fprecckt
'ivan de groote over-een-komft die het '
• 'öuickfilver met het gom heeft , het welck
;3doordie vloeyende Softe in fulckcr voe-
den aengedacn wordt.dat het geen goudt,
maer filvergelijckt, het welck iich niet
• iaet fcheyden als door het vycr . maer foo
dit dickmacl gefchiet, Iaet iich het gout
tenlaetften calcineren , en tot een poeder
inftucken vrijven, enalfoo blijckt het
lat 'er geen diflöivant of ontbindcr in de
E we-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
«ecro-
den
acrt en
werc-,
king
van
bet
«uick-
ulvcr.
538 DORTSCHE
werelt is, het geen het vafte hchaem van
het gout kan doen calcineren en branden,
als het quickiilver. Hy voeght'er dit by ,
neemt,teght hy, quickfilver of Mercunus
in een porcelleyn ichotelken , handelt het
meteen van de vingers van uw rechter-
handt, en indien ghy een gouden ringfc
aende ander hebt, fal de fel ve daerwit
van worden, Jbnder dat ghy anderftns daer
mede daer .omtrent komt. Dat meer is ,
neemt een ftuck gouts in uwen mondt, en
roert met een van de teenen van u voet in
den quickfilver , en houdt'er die een wey-
nigh in,en het gout dat ghy in uwen mont
hebt, fult gy wit bevinden te zijn ; Al net
welcke noch veel vaerdiger fal toegaen ,
indien ghy, in de plaets van de gemeene ,
den Mercunus Antimonij gebruycfct-,1
welcke indien ghy door het vyer ver-j
iaeeht , een goet gedeelte van het goudt J
inet fich nemen fal, invoegen gy , het iel-J
ve mcermaels doende, ten laetftennieti
behouden lult. Indien dan defc koude;
ftoffe in fulckcr voegen in ons hchaem inj
dringt (befluy t hy hier op,) wat wonder li
hetdan, datdcfubtile en dunne Atomen:
van een vrucht , die veel vyenge deeler,
by fich heeft, met meerder lichtigheyt eri
vaerdigheydt indringen , behal ven dat do
geeften van binnen in ons hchaem altoo;
die van buyten behulpfaem zijn, omt<
beter doorgangk te krijgen. Den grooter
bouw-metuer van de natuure (ver volght
m
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA
hy) fcheppende dit lichaem , heeft daef
«enige inwendige geeften ingemaeckt ,
•:* dewelcke geduurighlijck als op de fchilt-
'I wacht ftacn, om te vernemen , wat'cr
* buyten hunne palen gefchiet,en het fel ve
1 ?n meefterfle>namentlijek de Imaginatie Wcrc-
1 of Inbeelding, medetedeelen , enaenteking
•J| brengen. Defe maeckt daer haer Ideën of J*P d«
denck-beelden van , nademaei defe Ato- di,
ui men van buyten door defe geeften na bin-
1.1 nen tot de inbeelding gebraghr, aldaer een
il diergelijcke gebouw en fteJIing in het
•: kleyn oprechten, als het grootc lichaem
4 is, uythetwelckefy voortkomen. Macr
Wanneer onfe inbeelding defe beteecke-
..«uende Atomen voor het tegenwoordige
.< niet meer van nooden heeft, leght fy de-
:.) felve als in een Magazijn of packhuys (na-
•ï mentlijck onfe geheughenis, ofmemo-
:n ne) aen een kant, om defelve, wanneer fy
-t Wil , van daer weder tot fich te roepen. En
*: indien het een woorwerp is , dat aen dele
:u inbeelding eenige byfondcre beweging
• of ontroering yeroorfacckt , fendt fy haer
•i dienaers , defe inwendige geeften , weder
^derwaerts, omdaernaeuwer bericht van
'.;te nemen i en daer uyt ontftaet het, dat
wanneer cenigh geficht, of dat wy haten
f lieven , of anderfins befcffen , en voor
een plaets in onfe inbeelding genomen
eeft, ons fchielijck voorkomt, wy van
mverwe veranderen, en nu wit,nu root wor-
aden , en dat of langkiaem of vacrdigh , na
P * dat
iug*
aAo DORTSCHE
dat defelve geeftcn hun dknft uytwerc-
ken , in het gaen en keeren tot en van het
felve voorwerp. Maer.vervolght hy , be-
halven defe doorgangen, vandewelcke
oefproocken is , dewelcke van de harüe-
Scn nade uytwendigcdeelen des lichaems
gaen, door toedoen van de Senuwen , is
'er noch een andere grooten doortocht
van de harflenen na het hart toe, langs
dewelcke de vitale of levende geeften vai
het hart tot inde harflener* komen , om .
aldaer in animale of ziellijck* geeften ver-
andert te worden. Door defe wegh is het
oock , dat de imaginatie of inbeelding een
gedeelte van defe Atomen , dewelcke 1/
van de uy twendige voor werpfelen onttan-
cen heeft, na het hart henen fendt j alwaer
Fv, onder de levende of Vitale geeften, een
maniere van op koocking of op- walming
maecken, welcke geeften, nadenatuure
van defe Atomen, of een uytbreydinc, dat
is verblijding, of een toefluyting, datis
bedroeving, in het hart maecken. En dele
twee ftrijdigewerekingen zijnde alder-
eerfte aleemeene uytwerekingen , van dtf
welcke daernade byfondereliidingenen
driften voortkomen. Maer behalven dele
doorgangen , die foo de vrouwen als de
mannen gemeen zijn, mjnder nochan-
dere, die alleen de vrouwen gegeven zijn
namentiijck defe, dewelcke afgaen van de
harflenen na de baer-moeder , waer langs
tuenighmael foodanige geweldige dam-
Éi
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 341
pen opwacrts na de harfTenen ftijgen , dat
fy de gehcele wereking van de fel ve, en de
inbeelding verhinderen , convuliien , of
trecking van Zenuën, fottigheden, en
diergelijcke wonderlijcke toevallen ver-
oorfaecken; en door defen felven door-
gangkishet, dat de geeften of Atomen
metgroote vryheyten vaerdigheyt oock
derwaertsgaen, wanneer het vereyfcht
wort.
Vorders geeft hyaen te mereken, hoe
dat de ftereke inbeelding van eenigh per-
foon , wonderlijck op die van een ander
werekt, die defelve fwacker en lijdender
heeft. Wy fien dagelijcks,wannecryemant
geeuwt of gaept , dat hy al die hem fulcfcj
lien doen , tot het fclve vcroorfaeckt en '
ü verweckt. Indien men yemant met gewelt
) fiet lachen , men begint het mede te doen,
1 Digby fcght een Vrouw van aenficn gekent
3 te hebben, die foodanigh de fwaermoe-
3 dighcy t en fieckten van 'de moeder ondcr-
1 worpen was , dat men geloofde datfe befe-
t ten was. Vier of vijf jonge Jongk vrouwen Vrc,n
. die fy by hacr hadt , van de welcke cenigc de
» van haer maeghfehap, en andere in haer moj.
3 dienft waren, wierden even foo gelijckdcr
, als fy , en deden defelve wonderlijcke f,cktc#
i a&ien en werekingen. Men fcheyde defe
eyndelijck van haer , en van haer geficht
af, en dit affijn verlofte hen van dit quaet.
Hy brengt oock die bekende beweging van
twee eens-geftelde Luyten voort , van de
B 1 welo
34* DORTSCHE
welckedeeenegeraeckte de andere oock
bewegen doet ; gelijck Gallens daer de re-
den van gegeven heeft. Om dan dit alles
toeteeygenen, feght hy, datnademael
het onmooghli jck is, dat twee perfoonen ,
den een van den ander afgefcheyden , mal-
kander foo na konnen zi jn , als de moeder
cn het kint dat fy draeght ; men nootfaec-
kelijckbeüuyten moet, dat al de uyt werc-
kingen van een ftercke inbeelding, op een
ander die fwacker lijdenderen teerder is,
krachtiger zijn in een moeder op het kint
dat fy draegt , als in ecnigh ander perioon ,
opeen ander* Waeruyt noodtfaeckelijck
volght, dat, wanneer de moeder eenige
geeften na eenige deelen van haer lichaent
fendt, noodt wendigh volght , dat andere,
van diergelijcken aerdt , na defelve deelen
des lichaems van het kindt gaen. Dewi j 1
dan (om te blijven by het voor-beeldt van
de moerbefie) de inbeelding van de moe-
der, met de lichamelijcke Atomen van de
moerbefie , dcwelcke haer op den hals ge-
vallen is , vervult zijn , en defe inbeelding
door dit toeval daer door in beweging
van dc geweckt zijnde , is het noodtfaeckelijck ,
inbed- datfy een groot gedeelte van defe Ato-
«ttng men na de harflenen van het kindt hee-
ora- nen fendt , als oock na die deelen van het
Sent kints liehaem, als defe daer haer de vrucht
fwan- opgevallen is, tuflchendewelckeenhaer
gcre harflenen foo veel en foo vaerdige boden
*rou- heen cn weder gacnde,als wy gefeght heb-
vcu, ben.
Nauw
bericht
va
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
• 9
ARCADIA. u%
ben. Het kindt oock van fijn zijde (het
welcke nauwer aen de beweging van de
moeder hangt, alseenigh luytor harpc,
hoenaeuw oock op een geftelt) kan niet
minder, als defel ve beweging der geeften,
tuflehen fijn inbeelding en fijn hals , deell
achtig worde die de moeder heeft, en defe
geeiten,zijnde verfeit met de Atomen van
de moerbefie ,dewelckc hem fijn moeder
aen fijn inbeelding toegefonden heeft,
maecken een diepen en verblijvenden in-
druck in de tedere en fachte huy t van het
kindt , tot welcken indruck de huy t van
de moeder te hardt is. Want fch iet een
piftool los tegen een Marmeren beclt, ghr
i uit het wel wat fwart van het bus-poedcr
maecken, maer kondt de fwartigheyt
lichtelijck weder afwiflehen, maer lofl:
het fel vc op een menfehen aengeficht , en
ghy fult fien datter altoos het teecken van
hetkruyt falinblijven : foodanigh is het
oock met de gevallen moerbefie , tuflehen
de moeder en het kindt gelegen. Welcke
indruck nu eens gegeven zijnde , moet
(gelijtk van de wijn gefeght is) met de
natuurlijcke moerbefie fwellen , ontfteec-
ken, en diergelijcke veranderingen lijden ;
Dit wonder van de natuurepoogt hy noch
aenmerckelijckcr te maecken door ande-
reomftandigheden , die wel fchijncn defe
aengeroerde oorfaecken ver te boven te
gaen, maer,wel aengemerekt zijnde, blijc-
ken aen de felfde Prmiptn en gronden vaft
P 4 te-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
544 DORTSCHÊ
te zijn. Defeis, dat het menighmael ge-ij
beurt dat de indruck van een beeeerdeib
faeck , plaets op het kindt grij pt , Tonder i
val, ot diergelijcke, van die begeerde h
faeck; zijnde alleen genoeghfaem , dat ee-'
nigh ander dingk het een of ander deel van
de moeder flaet of hartaenraeckt, terwijl
defe inbeelding of begeerte in fijn kracht
is , en het kindt fal op dat deel het welcke
aen des moeders lichaemgeflagenis, den
indruck van de aengemerekte of begeerde
faeck hebben» Seeckerlijck, voer daer Po-
lymythus tuffchen in , ick ken eenlDoch- :
ter, nu aireed ts feer bedaeght, wiens Moe-
der van een Moor verfchrickende , op ha- :
ren bil floegh, en dacr door defe Dochten
met een fwarten bil terwerelt braght.3
Daer was minder aengelegen, antwoorde i
Ambrofio , als aen een andere fwartei
pleck , daer ick u ter ftont van feggen fal , i
wanneer ick eerft de reden van onfen
Digby (al gemeen gemaeckt hebben*De re-
den Van dit laetft aengeroerde (fegt hy ) is
defe : dat de Atomen van de begeerde , of
met paffce aengemerekte faeck , door het
licht verweckt zijnde, langs de canalen
of doorgangen der oogen , tot in de harfie-
nen doorgaen, foowel als andere ftoffc-
lijcker Atomen door het aenraecken,
langs de Zenuwen. Uyt defe lichaemkens
dan maeckt de Moeder in haer inbeel-
ding een volkomen model of afdruck van
de groote en gcheelheydt van die faeck
ö waec
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
A R C A D F A. 34|>
leruytdefe lichaemkens voortkomen.
;' ;En indien debcfwangerde niet als inwen-
..•diglijkis aengetaft,foodoen defe Atomen,
->;dewelcke inhaer inbeelding zijn, geen
i anderen tocht als na het hart, en vandaer
■> na de inbeelding en het hart van het kint ;
en veroorfaecken alfoo niet anders, als een-
verftereking van defe paflie of lijdentheyt
• in hen beyden, dewelcke tot fulck een ge-
u welt kan gebraght worden , dat indien de
moeder het begeerde niet geniet, defe paf-
fh fie de ruinc of ondergangk van hen beyden
. fou konnen komen tc veroorfaken , ten
, minden hun gefondtheyt feer fchaden.
. Ondertuffchen indien eenigen onver-
i wachten flagh of ftoot de moeder opee-
nigh deel van haer lichaem raeckt , wor-
den terftondtde geeften , dewelckeinde
>. harlTenen zijn, terftondtdoor de inbeel-
ding derwaerts gefonden,welckc geeften
" fich met fulck een gewelt derwaerts be-
geven, als de pafsic of den drift gewcldigh
15. En defe geeften dan , door defen flagh
of ftoot bewogen , en alreedts met de Ato-
j men en lichaemkens vermengt zijnde van
de met pafsie aengemerekte iaeck , ley-
.. den die met fiehnahet deel dat gcflagen
of geftooten is, gclijckoock nadat van
het kindt , mede door des felfs inbeelding
- heen, het welcke,als de tederfte cn fachtftc
vanhuyt,denindruck van defefacck ont-
fangt , daer de moeder van bevrijdt blijft.
, Zijnde defen flagh of ftoot, alfoo het fel-
P S vc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Aèn-
hicic-
Vclijck
voor-
beelt
taeo
kende
de
leiach-
tige
inbeel-
ding
det
zwan-
gere
Vrou-
wen*
%a6 DORTSCHE
vc met den val van de moerbefie. Hf
brengt (om u, Heer Polymy thus, op uwen
fwarten bil te dienen) een fonderlm
voor-beelt voort Een Me-vrouw,daer
Oom over ftondt , Dochter van den Gr»
van Arondel, getrouwtenfwanger ziy
de , quam hem dickmaels tot Londen h
foecken. Defe feer fchoon zijnde, meend
defe gave, door een deel Mouchcs of fwaï
te pleyfterkcns, die fy van alderhand
Aagh op baer aengeficht droegh , noch t
vermeerderen, daerfy foo overvloedigh
in was, dat het geheel aengeficht byniU
daer mede bcdeckt was. Hv op een tijdt j
met haer boertende , vraeghde haer, of fy t
niet vreefde (nademael fy haer gedachten*
met defe pleyfterkens foobefigh hiel) een |
kint met vlecken voort te fullen brengen ? i
Sy niet konnende bedencken wat leed defe'
haer kindt konden doen ,. veroorfaeekte
hem de kracht van de inbeelding haer wat
aaerder uyt te leggen , oock eenige voor-
beelden voort te brengen, als van deMoo*
fche Koningin , die een blanck kint voort-
braght, door het geduurigh aenfienvac^
eenMarien-beeld} en van een ander , die eec J
ruygh kindt baerde, door hetaenmero
ken vaneen Schildery van Johannes der
Dooper, met fijn kemels- hayren rockj ge- j
lijck hy oock verhael deed, van de natuur!
iijeke tegen-ftrijdt, dewelcke den Ko^
ntngk Jakob van een blooten degen hadt J
thoewclhy anderfins kloeckhartigh gd
* noegf*
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
C A D I A. J47
ïiroegh was) ter oorfaeck dat fijn moeder,
ide Koningin MariaStuard, van hem fwan-
sr, en in Schotlandt zijnde, haren gun-
tclingk,den Italiaen David Riccio, in haer
i kamer, en als voor haer voeten iagh om-
-> brengen, het welcke fy poogende te belet-
* ten , felf eenige kleene ichrabben en won-
{ dekens kreegh ; waer door haer Soon geen
) bloot geweer moght fien, jae foodanigh
leen afkeer daer van hadt , dat hy, lullende
them Digby de order van de Ridderfchap
.".geven , in de plaets van hem met de punt
üvan den degen, nadewijfe, opdefchou-
ider te raecken (alibo hy lijn hooft een an-
i deren wegh gekeert hadt) hem daer medo
l in het ooge fou geiteecken hebben, ten
swaer denHartogh van Buckingam, daer.
by rtaende, het eynde van het geweer met
:de hant geleyt hadt. Aldus braght hy haer
tverfcheyde voorbeelden voort,en beflooty
i dat fy , hebbende defe Mouches alfoo gc-
Juurighlijck voorde oogen, en in aen-
3tnercking, wanneer fy in de Spiegel fagh,
'Jieaen haer zijde hing, (het geen mif-
rfchien hondertmael opeen dagh moght
!»efchieden) daer door te krachrigen in-
jlruck in haer inbeelding macckcc, waer.
'loor wel fou konnen gebeuren, dat het kint
iet vle-.kcn fou mogen ter werelt ko-
of dat al dat fwart , aldus verdeelt
2nen
lijnde, t'famen komende, een groote
3/leck de vrucht moght komen in tcdruc-
«nj en gaf haer daer op te bedencken,hoe
jf 6 cier-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
,4.8 DORTSCHE
cicrliklc het ftaen fou , indien fy een kint
voortbraght dat een fwartepleck voorhetfl
voorhooft hadt gelijck een goude JacoJ
bus. Sy daer op: eer fulcks gefchieden ion
wil ick liever geen Mouches draegeiv too*
lane als ick fwanger ben, en namfe terftont
al-te- famen van het aengeficht. Maer die
fwartepleck voor het voorhooft , fpeelde
haerfoo geduurighlijck in de gedachten
( eeliick fy oock die gene, die haer vraegh-
de r waer haer Mouches gebleven waren
daer fy de finnelijckfte van het geheel
Hof in wasgeweeft, geduurighlijck b_
rechte , dat haer Oom, die fy groot gcloo
eaf ; haer hadt gefeght , indien fymee«
llouches droegh terwijl fy fwanger was *|
dat fyeen kindtfou terwerelt brengen ti
meteenfwarte pleck als een goude Jaco^j
bus voor het voorhooft) dat fy in der daet i
eenkint (zijnde anders een fchoone Doch- 1
ter) met foodanigen pleck en van defelvel
«oote, aisfyfich geduurighlijck Inge»!
Beelt had, ter werelt braght.
. Hy verhaelt oock noch andere voor-
£ndC* beelden: van de vrouwe tot Carcaffone, die j
foor, van een kindt of Monfter gelagh,dat in ge- i
bed- aaente, gebaer , en gefpnng een aep ot
ien. jneerkat gelijck was, om dat fy ,geduuren-
de haerbefwan^rtheyt , veel vermaecks
in fulck een gedierte gefchept hadt.Oock |
van die van St. Maixent, die door net
fterek aenfien van een kint fondcr armen,
mede fulck een baerde, oock van een an-
ARCADIA. 3^
jjer (hetgeen het alderwonderlijckfte is)
" 'lie fiende een mifdadige het hooft afflaen,
iaer fulck een fchrick van ontfing , dat fy
Jerftondt den arbeydt opden hals kreegh
ihoewel eenige weecken voor haren ti'jdt)
;n een kint ter werelt braght, het welcke
der daet het hooft van het lichaem ge-
fcheyden hadt, bloedende beyde dedeelen
n lukken overvloet, (behalven het geen
•i n de moeder geftort was) als of eenigen
• joeul het kindt foo terftont het hooft afge-
L^flagen hadt.
Met foodanige bewijs- redenen en
«xroor -beelden meent hy genoeghfaem be-
;TWefen te hebben , dat de lichamen, die de
ojAtomen dewelcke in de lucht fijn trec-
iskcn , krachtiger defe aen trecken, die van
ühun aert en natuure zijn, als defe die Hete'
>%rogeme of vreemde zijn, By al dit voeght vcr-
(hy noch debefchrijving van de Tarantu- haelefi
las, in ons K.oningkrijck van Napels, (het g°&t"
^welcke ick , als oock den Heer Euftacchio , ^3„^c
r met de waerheyt kan beveiligen:) het ve- ^apcl-
inijn van dit gewormte, klimt van de fche
iplaetsdaer mengefteecken is na de herf- Taian=*
inlenen , en voorts na het hart, verwecken- lu^a*
3 de een geweldige begeerte om eenigh
j lieflij ck gefpecl tehooren. Wanneer de
j befmettc nufoodanigh een gefangof ee-
j1 fpeel hoort , het wclckc hem behacght
. «begint hy terftondtte danflen fonderop- Kracht
t houden , invoegen hem het fweet in over- Jï?
.tfloet langs het lichaem afloopt, door^#
P 7 welclp
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
1
*r<* DORTSCHE
welck fweeten.een groot gedeelte van het
venijn uyt-geademt wordt : bchalven dat
de klanek van de Mufijck,met fijn begeer-^
te over- een-komende, een foodanigenbe
wegingen wercking, onder|de luchtig'
en dampige geeften, die in de harffenen ei
omtrent het hart, en door het geheel hc
haem verlpreyt xijn,verweckt , als de na-
tuur en vallen of Cadcncen van de Mu-
fijck felve is. Gciijckmenfeght,datder
fpeelder Timotheus, foodanige pafsien o
bewegingen in Alexander de groote ver*,
wecktcals hy felf wilde. En dat door de
felve redenen , waer door de eene luytj
de andere , die met hem in accoort , of
een-toonigh , geftelt is , doet bewegen, als
voorheen aengeroert is. Men fiet oock
menighmael, dat de klancken,zijnde niet
anders als een beweging van de lucht ,1
diergelijcke beweging in het water maké.
Macckt uw vinger nat, enlaetdiemet
cendruckingrondtfomeen glas otRoo*
mergaen, en ghyfult een beweging daer
in fien , gclijck of het water danfte op het
geluyt dat den vinger maeckt. Men heeft
oock wel gefien dat de klanck van het
kiockc-gelpeel in ftille wateren eenige
beweging maeckt. Want lucht en water
aen malkander vaft zijnde, laten fich den
een niet fonder den ander bewegen ; en de
lel ve roering dewclckegefchiet tuflehen
het water en de lucht , gefchiet oock tuf-
ïchen de be wcegde lucht , en de dampig*
gce-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 9*t
r>|geeften , dewelcke in het lichaem van dele
iijn , die de fteeck van de Tarantula ont-
angen hebben , die door de bewogen
jJucht, te weten door de khnck , mede be-
ogen worden, en dat te ftereker ot"
inder.nae dat de klanck meer of min-
der, met de aerdten temperament, of
vermenging, van den gequetllen over-
een-komt. Welcke inwendige bewe-
ligingvan defegeeften en dampen, mede
sielpt tot de ontlading van het venijn
.tvandit gewormte. Gelijck ftille wate-
♦téren, of de lucht, door vermenging van
/fchadelijcke hoedanigheden aen het
'.verrotten, door beweging ontlaft en ge-
ifuyvert worden. Dit is oock aen te
j;mercken, dat de gelteeckenen, wanneer
^den Winter aenkomt, geen leedt meer
3 gevoelen , maer wanneer de tijdt na-
sdert, op de welcke fy geftcecken zijn,
| komt haer hetquact weder aen, en dan
r moeten i'y weder danflen als van te voren :
i om dat de warmte van den Somcrhetve-
,ir»ijn van dit gedierte weder verweckt,
JVerfcherpt, en aen het bewegen helpt,
j het welcke lich door fijn Atomen inde
ducht veripreyende, de tietfa van het ovep-
I geblevene , in die voor heen daer van ge-
<:fh-eckcn is , mede aen het fermenteren en
;iften helpt, waer vaiule dampen na de
arflenen van den gequetften itijgende-,
p nieuw def, Ive werekingen veroor-
,cckcn. Hy fcght oock dat men in Enge-
iandt »
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Van
honde
beten.
Kct
fevcn-
de
Prin-
cipium
ot
gcont»
Jf * , I> O R T S C H E
landt i daer groote en boofe honden zijn J
yemantdie iwaerlijck daer door gebeten 1
is , fal foecken te dooden , al-hoe- wel deal
hondt noch niet dul is, uyt vreefe, dat den
hondt dul wordende, de heffe vandefe-
ontftcecken gal van den hondt , de welck*
noch in het lichaem van dengequetften d
gebetenen magh gebleven zijn, deont
fteeckene en rafende geeften van den fc
ven hondt tot fich mogen komen te tree
ken, en dit, feght hy , wordt niet alleen ii
Engelandt,maeroock in Vranckrijckge-
daen,gelijck denVader C£«wi,Provinciaeli
van de Carmeliten, in fijn Examen dtfo
TW^Mj^/^,getuyght. Hyfpreeckt.
oock in het voorby eaen van de Neufen
die men uyt eens anders vleefch maeckt :
welcke nieuw geborene Neufen foo haeft*»
beginnen teê verrotten, als de perfoon, uytP
dewelcke fy genomen zijn , geftorven is ,
gelijck of dit kleen ftuck vleeich , dat opjl
eens anders aengeficht ge-ent is , noch fijn
leven en voedtfel ontfing , van de oor-1
fprongk daer het van genomen is. M aer i
dit gaet hy voorby, als een iaeck , dieniet*
van fijn eygen , maer eens anders onder- '
vinding is , hoe wel door getuygenis van
verfcheyden aenficnlijcke Schrijvers be-
veftight. I
Eyndelijck komt hy tot fijn fevende i
Principium, of gront } dewelcke hy feghtl
t'eenemael de poort, dewelcke dever-#
hindering geeft , om tot de rechte kennis!
vatu
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 3n
fan defe verborgentheyt in te gaen, te ful-
sn nederwerpen. Defe is, dat de oor-
:prongk van defe gecften , of het Iichaem
. .at defelve tot lïch trcckt, oock te gelijck
^nedeaenhaelt en treckt het geen daer aen
raft en mede vereenight is ; gelijck als
-nen meteen koorde, dat daer aen vaft ge-
;naeckt is , tot fich haelt; dit gaet hy met
ienigc voorbeelden bewijfen. In Enge-
hndt, ieghthy, hebben de landt-lieden
-cooreengebruyck, dat wanneer het ge-
* eurt , dat de melck , die fy hun koeyen won-
•1 fgetrocken hebben (alfoofe veel van die derc
*:>ijfe leven) over het vycr hangende, aen'
"oortegroote hitte over, en in het vyer flierc"
t ornt te loopen, fy terftondt voor alle 0pgdc
bereken een handt vol zouts op de kooien melck»
werpen $ en vraeght hen waerom fy fulex
roen, fy fullen u tot befcheyt geven , op
>atdekoey geenquaet aen de blaes krij-
ien , of geen bloet piffen fou , daerfe dick-
Maels van fterven. Niet dat fulcks haer
teneerften gebeuren fou , hoe wel het
ftdaer eenigh hinder door lijdt, maer
dien fulcks dickmacl gefchiet , fou het
eftten laetftendaer van komen tefter-
Jl. Men fou oordeelen dat hier eenige
y geloovighcydt of toovery mede ge-
nengt was, maer de ongetwijfeltheydt
on het gevolgh , verfceekerr (feght hy)
n waerheydt. Hy geeft defe reden: de
Iielck, vallende op de hcete kooien , wort
damp verkeert, dewelcke fich door de
lucht
DOR.TSCHE
lucht vcrfpreyt en kleynft, alwaer die h
licht en de ftralen van de Son ontmoet,
defelve noch verder vervoeren , en alf<
de Sphtra attivitatis,of de kring vant
weeghlijckheyt , vermeerderen en u
breyden. Nu defe damp van de melc
geenfins enckel of alleen, maer verme
met Atomen van het vyer, het welcke
damp van defe melck verfelt. De?
S$h*raafti<vitatist fichnu ioo yerde uf
brey dende,als tot daer de koeye is , treek
de uyer , die de oorfprongk van de mek
is , defe damp na fich , dewelcke fich , b
neffensde Atomen van het vyer, die had
verfellen , daer vaft fielt. De uyer is ei
klierachtigh gedeelte, enfeerteeder, t
bygevolgh deontfteeckinge, ofinftai»
matiefeer onderworpen, dewelcke doé
defe Atomen van het vyer ontfteeckec
gêinflarameert , en gefwollen wort , wa<
door fy ten laetften verhart , en ulcereet
Defcalfoo ontfteecken en geulccreert,<r
dicht by de blaes zij nde , ontfteeckt defe
ve oock welcke ontfteecking de Antfi
tnofest of mondekensvandeaders, diea!
daer eyndigen , opent , en doet alfoo' hi
bloedt in de blaes leecken, het weid
dan gelijck als de pis uy tgeworpen wo^
En het pifTen van bloedt voor de koeyen*"
een ongeneefiijck quaet. Maer waeroé-
kan het zout.op de kolen geworpen, fulci
«uaet voorkomen ? om dat het felve etf .
aerdt heeft, dewelcke met die van h|<
vyt
m ARCADIA. ,rr
-yerfeer ftrijdigh is , zijnde het een e heet
~<n vlugge, en hef ander kouten geveft:
•*i voegen, wanneer defe twee ftrijdighe-
en malkander ontmoeten , het zout het
*yer ter neder fetof precipiteert, en fijn
"/ereking doodt. Wanneer de brandt in het
• :oet van de Schoorteen komt, heeft men,
!*!ygebreck van een roer, alleen een deel
nout op het vyer te werpen , en de brandt,
leen voedticl meer krijgende, fal terftont
*j ytgaen. Alibo precipiteert oock hier het
'out defe vyerige Atomen , dat fe niet
: onnen opwaerts klimmen , en indien al
•amige door groot ge welt ontfnappen ,
iefe zijn met de Atomen van het zout
ï3ergefelfchapt, die fich daer aen hechten ,
ypgelijck goede worftelaers , huntegen-
nrty niet verlaten, voor hy daer onderis :
;nerom is het dat 'er geen beter balfem is
roorden brant, als oprechten SpirifusSals, ™j!
geeft van zout. Hy fpreeckt oock van spiri-
Jndervindingen in Engelandt en Vranck- tus
i.jck, wanneer deArtzen demelck van
n :n Minne beproeven, dat fy de fel ve oock
nmwijlen wel op het vyer fetten , om
raer geftalte te fien , door wdeke proeve
/fc Minne grootepijn en brandt aen hacr
•brft en tepel moet uy tftaen , en het fclve
•!:nmael geleden hebbende, wille n daer na
let lijden j dat men hunne melck meer
yt hun tegenwoordighey t brengt. Maer
;le andere proeven, van fmaecken , riec-
cn , en anderiïns, laten fy foo lange toe
ais-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
*c6 D O R T S Cfl E
als men wil , uy tgefey dt die van het vy c
Hoort noch een ander werck van de n-
tuur : Neemt den«dreck van een hont, M
mcnighmael hy defelvc looft , en werpt
geduurigh in het vyer , terftondt fult g> 1
hem een weynigh ontftelt en verhit viM
den, maer binnen weynightijdts fult f\
hemfien, gelijck' of hy vol vyersftac, )
hijgende, en de tongelang uytfteeckcï
de, gelijck of hy een grooten wegh geloH
pen hadt. Dit komt hem over, om dat fii
darmen de dampen van fijn gebrand*!
dreck na fich treckcn , en te gelijck i
Atomen van het vyer , waer door fy t*$
nemael ontfteecken worden , foo dat djö
hondt, hebbende iulck een geduurig
brandt en koorts in het lichaem, en gei
voedtfel konnende nuttigen , ten laetttf
fterven moet. Het felve dat de hond*
gebeurt fou oock de menfchen gebeurej
gelijck hy daer veel voor -beelden van va
haelt, die ick, om geen quaeden reuck ,|
geenquaeden voet tot quaet-doen tegj
ven , voorby wil gaen. Een voor-be^
brengt hy by,van een faek die in Engelar
fecr gemeen is , dat Uw E. ooren raiod
veronluften fal. De overvloedige weyi
inEngelandt doet de beeften niet fel
over-vet worden , welck vet fich ten Jt
ften in fulcker voegen om de beenen fe
dat'ermenighmAel onder aende voet
van de beeften, door de krachtige t
? loey ing,apoftumatien en etterige geiV
ARCADIA.
Hf
i uyt ontftaen , dewelcke veel etters en
:errotte vuyligheydt uytwerpen, waer
. oor de beeften qualijck gaen konnen , <
et welck de boeren verhindert hen te
aarckt te konnen brengen. Om dit quact vreem-
. .s helpen, mercken fy waer het beert, de ge-
3o haeft als het des morgens opitaet , om nc'inS
2 gaen, dequade voet het aldereerfte ne- gc?
"erfet, en defc fode ihijden fy uytde fwellc
rondt , en fettenfe op een plaets daer fy acn dc
enoordc-wint ontfangen kan , en indien J?ce*
ie wint op dit ftuck aerde komt te
. 'aeyen, fal het beeft ongetwijfelt binnen
!ry of vierdagen genefen zijn; daer de
>efteof zuyd-wefte windt het quact ver-
meerderen fou;Dit fal geen toovery fchij-
ren, wanneer men aenmerckt, dat door
j e ruft van den nacht de matery of etter
ich aen het gefwel by een vergadert , en
vanneer het beeft des morgens eerft be-
i;int te gaen, het fclve fijn voet op de acr-
• e druckendc, alfoo een goct gedeelte van
|e geieyde etter op de grondt lact , en defc
©ode daer fich dc voet opgedruckt heeft ,
p een plaets, daer fy dc noordc droogc cn
r.oudc wint kan ontfangen,gcftelt zijnde ,
lermengcn fich de koude en droogc Ato-
* aien van de felve wint met den etter , en
lefc haer geeften door dc lucht ver-
■preyende , treckt het gculccrcerdc been,
is oorfprongk van de fclvc,dic naiich,bc-
Tieffens de Atomen van dc koude en drop-
je wint, door de welckc de quael genefen
wort,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
DORTSCHE
wort , voor foo veel dit gebreck geen
der genees-middel , als ververfching
verdrooging, vereyfeht. Maer defe fö
een warme wint ontfangende , toont ftnjT
dige werekingen.
Hier mede feght hy al de raderen v
Toe- fijn werck-tuygh op»gemaeckt te
ben , maer laet ons nu eenmael fien , of fj
de aldus gevoeght en gepaft zijnde , hun
of
tron-
en*
Ma-
nier*
7 l»rin- hoorlijcke wereking doen. Aenmerc
rijnen dan voor eerft de handeling: Men nee
dan den doeck , of yets anders dat met bloe
befprengt is , en fmijt in een becken m
water een deel geftooten Vitriool of kój
per-root , van het wekke het Roomfcl
het befte is , het welcke gefmolten zij
om ha de > leght men den bebloeden doeck dae
poeder in ; dit overdagh in een matige warm
te ge- van de Son te famen (lellende, en de
£ jjnyc" nachts in een hoeck van den haert , o
alfoo altoos de gematightheyt te houden i
foogeichiet het dan voor eerft, dat de
Sonne en haer licht de geeft en van hei
bloedt , dat op den doeck is, wijdt en zijd',
verfpreydt, gelitck oock de matelijckc
warmte op defefvc wijle daer omtrent
fijn wereking doet ; (of oock anderiinsj
foo men het bloedt met het ftof of poeden
vermengt inden lack draeght, om het
felve de warmte van ons lichaem gemeen
te maekenj) aldus worden de Atomen van
defe vermengde dingen uyt gedreven ,|
uy tgefprcyt en gekleynft, en gaen foo wel
ver
ARCADIA:
?rre door de lucht, om alfoode trecking
m de Son en het licht te helpen. Ten
'eeden,de geeft van den Vitriool met het
loedt vermengt zijnde , kan niet minder
Lsdefelve loop met de Atomen van het
tloedt nemen. Te n derden, het gewonde
; sel ademt ondertufïchen geduurighlijck
rarme en vycrigegeeften uyt, die als een
room uyt de wonde vloeyen, waer door
ït ontfteecken deel nootfakelijck de nae-
■ ( e lucht tot fich treckt. Ten vierden
O'eckt defe lucht weer andere , en die weêr
ahdere, en foo vervolgens, en maecken al-
s. x>als een ftroom van getrocken lucht,
iïchtnadewondetoe. Ten vijfden, met
ïfe lucht, foo getrocken zijnde , komen
mdelijck mede de Atomen van het bloet
den Vitriool, dewelcke inde lucht ge-
steven waren , door de trecking die het
:ht of de Sonne maeckt : oock (elf magh
;t wel zijn , dat van het begin de Sph*re
j-fronte van defe Atomen deiewegh uyt-
•sliegen , fonder de trecking van de lucht
}f de Son van nooden te hebben. Ten
kiften, dele Atomen van het bloedt, vin-
rende hunnen oorfprongk , voegen fich
icrbegeerighlijck na toe, en komen fich
tfoo weder te veften in hun eygen na-
uurlijcke plaets, elfter de andere lucht
naerof en acngaet, en foo licht wederom
; rertreckt, als fy komt , gelijckfe door een
\lchoorfteen weder uytgact , foo haeft fy in
. t*n kamer komt. Ten levenden , de Ato-
men
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Z6* DORTSCHE
men van het bloet , zijnde met die van
Vitriool vermengt , treckerrmet malk
der na een en dc felve plaets, in de fibs,
en monden van de aderen des gewonden
verftereken, en ten laetften heelenalloo <3
quetfure.
Om nu te weten waer defe genefini
uy t ontftaet , moet men den aerdt en
ture van den Vitriool wel aenmerek
Defe beftaet uyt twee deelen, hete
vlugge , en het ander fix of vaft ftaende
het vaft ftaende ishaer zout, het welck
fcherp en bijtende, en een ighfins cauftijclï
of warmende is. Het vlugge is pijri
ft il lende, foet,baliemachtigh en t'foraei*
treckende , en daerom is het dat men fic i
van defe drooge dient, alseentreffelijci
middel, om in oogenwaters tegebruyeker
tegen alleontfteeckingen der oogen, c
op eenigh gedeelte dat velloos is , oock hm
de befte plaefters , om bloet te ftillen , e
vleefch te maecken : maerdefe die de:
Kracht foeten oly van Vitriool weten tcmaeckefT
van dé weten dat 'er in de gantfche nature geenaL
oleum balfemis, dieby defenoly te pas komt»
Vitrio- nademael fy binnen korten tijdt alderifc
li» hande wonden genefen kan. Dit vlugg< i
gedeelte van den Vitriool aldus door dit'
Son (den grooten diftillateur van de natu 1
re) opgetrocken , en door de lucht ver*
fprey t , en door het gequetfte deel op deril
wagen van het vermengde bloedt tot fichff
getrocken, en met het levende bloet M
vocM
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. M|
tochtigheden en geeften vermengt zijn-
1c, kan men anders geen werekinp- vm
Itt vlugge gedeelte van den Vitriool, als
vluyting vm aderen, blocdtftcmping , en
paefing van de wonde , binnen korten
ijdt, verwachten.
Men pl.1gh in het eerde allecnigh ge-
neenen Vitriool , i'ulckeals de Drogiften 0«l«-
'erkoopen.te nemen, ionder eenige bercy- !
,üng of toemaecking,(fmeItende die mftS"
.onteyn- ot beter Regen- water, totdat .re-
nen blanck yfer, of een mes dacrin ge- bruyk
Jtoocken en natgemaeckt>kooperacht5rh van
ivardt) endaer het bebloede linnen inte ï- j"
Jeeckcn indienden doeck en het Woedt '
droogh is , maer indien het noch nat Van
jiet bloedt is , behoeft men daer allecnigh.
net poeder op te ftrooyen , in fulcker voc-
;en,dat den Vitriool, met het bloedt door-
rocken zijnde, in een doofken indefack
i:an gedragen worden. En hoemcermacls
net lclve wordt vervaten vernieuwt , hoe
üeter het voor de wonde is. Doch men
«ft naderhant denRoomlchcn Vitriool
fcomen , en deiclve wit in de Sonne ge-
Jcineert : ennaderhandt eenige andere
jroogendaer by-gevoeght (want: fitfib
mwventis addere, by gevonden dingen is
khtelijckyctstoetedoen) om dewon-
' fen te beter te doen toe loopen: maer men
aoet de konfl: niet al te gemeen maccken,
•neen wcynigh vooriich lelven behou-
CL
De
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
,6a DORTSCHE
De wercking van dit wonder kan oock
vrcl verhindert worden : als wanneer men
hetbecken metdendoeckineendoneke-
re kelder fet, daereeen licht toekom**
kan , of als ghy het fel ve met eenige wo| j
achtiee en intreckende dingen bedeckfii
éiedc Atomen vanhet vermengde inj
drincken, of als ghy het Vit riool- wat#
laet bevriefen , wanneer den gequetfteri
terltondteen groote koude aen de won*!
gevoelen fal; macr wanneer het gehee ;
Sijf tot ysbevrofen is, fclhy nochgoetf,
noch quaet daer van gevoelen. *J
Deïelvc wercking kan men oock doe*
att-rie en te weeë brengen , met hetfwaert , mesii
wecc heeft ; indien het yfer niet tegen het vyc
«** geweeft , en te heet gemaeckt is , wad ft
door al de geeften van het bloedt foude.
komen te vervliegen, ^-hoe-wel gee
bloedt daer aen is, om dat de dunne geette
van het bloedt felf in het yfer trecken, fc|
verre al» het in hetlichaem geweelt is
nemende daer hun verblijf, fonder ande-
als door het vyer daer uyt gejaeght te kot
nen worden. Tot bewijs van het welckc
hebt ghy maerhet lemmer over een te
Levcn" met vyer te houden, cn ghy lult aen «
iT' bovenfte zijde terftondt een kleyne voc
* ngë tigheytfien, gelijck als men opeenfp,
inh?t *\ fiet, wanneer men daerop geaderl
ftacl. |eefr> En indien ghy die warifem nol
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADI A.
atdefen daudergceften in kicyne belle-
iskensof blaefk
wanneer
beiUct.
eenmael uytgewaeflei
een andere daer uyt krijgen , ten ware
iet geweer op nieuw in ccnigh levend
ichaem gefteecken wiert. Welckclubtile
ifdunaerdige indringing der geeften, al
-c voorgeroerde principien of grondt-
% regelen te krachtiger beveftight, en het
iïgelieele werek te meerder vericeckertheyt
isgeeft. Indien de menighvuldige onder-
iivindingen,en hetgeen gy lieden my hebt
fiendoen, udewaerheydt nietgenoegh»
aembekrachtight.
Dit is nu , m ijn Heer Periander, en ghy
irandere Heeren en Jongkvrouwen , "het
i^een icku lieden omtrent dit Pondre de
xSympathie , gelij ck het Digby in het Fran-
• ijoys noemt,anders Poeder ot' ftof van me-
•idelijdenthcyt, ofmede-werekingte feg-
tgen hebbe.
Periander hielt fich feer vergenoeght
bverdèfe grondige verklaring , Cfl beloof-
de daer te fijner tijdt meer proeven af te
siem en , maerde andere jonge lieden (be-
*balven Lyfander, die een groote liefde tot
ie Philofophy of wijfkundigheyt, en
roornamentlijcktotdenatuerlijcke hadt)
nadden het ten dcelcn niet beiefr, ten dee-
.lenniet gehoort, enalfoo in het geheel
«liet verftaen: alleenlijck (en voornament-
•ijck delongkvrouwen) met onlijdf cm-
jicy t het eyndc van defe redenen verwach-
Q z ten-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
*64 UORTSCHE
tende , om het afgebroken verhael van
Colonnen en Caraffcn weder op het tapij
cebraght te fien : dewelckeoock,too nael
Ivmbrofio hier mede gedaen had , met na
lieten hem over fijnbeloften te manen
die (niet tegenftaende Penander , uyt be
leefthcyt , ter oorfaeck van de grooti
moeytc die hy nam, verfocht, den goeder
niette veelte vergen) hen beloofde ter
ftontte voldoen: gelijck hy oock, na da
hy een korte paufe of tuflchen-poole ge
maeckt. en een glaefken Rijnfchen .b\w
kert, tot ververfching en verquickii
van fijn mondt, gedroncken hadt , het b<
geerigegefelfchap opdefewijfe beftond|
te voldoen.
Vervolgh van de Colonnen en Ca-
raffen.
Mare Antonio fich een wijl totBarcelc
nabedeckt gehouden hebbende, nam eyn*
deliick de vrymoedigheyt wederom voof
den daeh te komen , te meer, dewnl delf
laetfte ontmoeting bekent wiert totlafi
van de befpringers geduyt te worden , r*
halven dat oock hy, als verweerder, r
eekent , en dcrhalven geen onderioc
meer gedaen wierdt. De Caraffcn ver-i
volenden hem oock foo hevigh met tneel
als te vooren, het welcke hem alles m
meerder verfceckertheyt gaf. Beh alveè
dat hy by geluck weder ia gefclfchap^aa
mm
m
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 3<5f
>on Jan deSalcedo (naderhandt voor Don
[anvan Ooftenrijck bekent) geraeckte ,
lie door het gefagh , het welcke fijn ge-
■neende Vader, Don Louis deQuilciada,
iin die geweften hadt, hem een goetbe-
fchut tegen fijn vyanden was. Met defen
:gcraeckte hy daer na weder in een hart ge-
:vecht tegen eencn Don Garcias en lijn
■Broeder Don George , die met eenige an-
:dere lïdelen en gemeene krijgs-lieden , op
(Don Gafieran, hen beyden,en Don Cclio ,
iinwelckers gefelfchapfy fich als doebe-
' vonden , foo als fy van het landt quamen ,
hadden toegeleght , het geen foo Hecht
piet toegingk,or kollen eenige van weder^
zijden het leven, daer Don Jan en Mare
Antonio wel toonden , dat fy mannen van
wapenen waren, hoe wel het flecht met
hen fou afgeloopefi hebben , door de me-
nighteder befpringers, die Mare Antonio
alreedts feer gequetft hadden, ten waer
den Hartogh de Medina Cely , treckende
met een groot gcvolgh na Barcelona , om
aldaer het belit als Onder-koningk van
dat rijck te nemen , het gevecht gefchty-
den, en Don lan, beneffens Mare Antonio ,
met fich inde burght van Barcelona, als
tot hun bevrijding, genomen hadt. Maer
defe bevonden lieh wel verbaeft , wanneer
fy na eenige dagen vermerekten , door de
iorge die men tot hun bewaring (lelde,
dat fy gevangens v.m ftaet waren. In dele
geftalte een wijl tijdts, niet ibndcr groots
0. 3 qjjei-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
?<56* DORTSCHE
quelling en ongeruftighey t , geweeft zijn-
de , hoorden ty op feeck eren dag h een igh
gerucht van krijghs-volck , als oock van
een Karos, op de plaets van het Slot, en
terwijl fy in twijfel waren wat fucks be- I
duyden moght, lagen fy den Hopman Ser-
bellon , die Don Ian voor heen gekent
hadt, in hun kamer komen. Don Ian hem
fiende, gingk hem omhelfen , en defehen
beyde wederom fijn eerbiedigheydt bewe-
fen hebbende , fcyde ten laetften , dat he
hem feer verdroot , dat hy hem den bren-
ger en bedien aer van een moey elijeke laft
moft zijn, alfoo hy van Madrid quam,met
uytdruckelijcke laft van fijn Majefteyt,
om fich van fijn perfoon te verfeeckeren »
volgens welck bevel hy fijn gevangen
moft zijn, zijnde hem opgeleght reecken-
fchap van fijn perfoon te geven. Don Ian
en Mare Antonio wierden hier over fcer
verbaeft, toonende deneerftcn door fijn
ftilfwijgentheyt fwaerlijck fulex tekon-
nen geloovenj waerover henSerbellon
fijn bevel-brief voor las, dewelckc inhielt,
dat om ecnige gewichtige redenen van
ftaet Don Ian de Salcedo , en Mare Anto-
nio van Napels na Madrid fouden gc-
braght worden, met fulck een geleyde, als
Serbellon nbodigh fou achten , die met
lijn hooft defe gevangenen van ftaet fou
hébben te verantwoorden. Hoe,antwoor-
de Mare Antonio, foo ben ickdan mede
een gevangen ? In trouwen ja» antwoorde
ARCADIA. 36*7
iSerbellon , indien ghy anders Mare Anto-
:iniozijt, Neef van Mare Antonio Colon-
tna, die hier gevlucht zijt over een faeck
j tot Napels voorgevallen , als mede een an-
derdie hieronlangs tuflehenuen eenige
j Edel-liedcn gebeurt is. Ick fal daer goede
edenaen lijn Majefteyt van geven , ant-
woorde den Napolitaen, behoudens dat
fijnMajefteyt niet te vcoren ingenomen
zy , voor lbo veel de faeck van Napcis bc-
I langt; en wat dele laetfte aengaet , ick ge-
loove dat den Hartogh de Medina Cely
I des wegen niet fou wcygerenmijn borgc
t te zijn, aifoo der van de zijde van Don Ian
I en mijn niet als allebillijckhcyt gcplccght
; is. Hetisoock op het aenfehnjven van
I den Hartogh.antwoorde Serbellon, dat den
I Koningk my hier gcfonden heeft, hy
i heeft oock doen weten dat ghy gequetft
waert, en dat men fijn Karofle Sou ge-
■ bruyeken, om u lieden te voeren , opdat
* ghy mooght fien wat forge voor u perlbon
en leven gedragen wort ; ick hebbe oock
* een van de befteHeel-meefters van Madrid
met my gebraght , die u niet verlaten fal.
Met dele en andere woorden braghten Cf
noch een deel van den avondt door, en be-
I gaven fich eyndelijck te ruft, hoe wel met
I eenige ongcrultheydt vandetweegevan-
S genen. Des morgens deed hen SetDellon
I aenfe^gen, dat alles rot hun reyle v.ierdigh
i was. Sy begaven itch d in beneffens hem.
indeKaroflo, en reden lbo het ilotuyt,
0^4 zijnde
563 DORTSCHE
zijnde rondtfom wel met krijghs-liedem
bewaert. De heymelijckheydt van hua
vertreck was foodanigh , dat fy wel rfil
rpijlenvan Barcelona waren, eer yemandt1!
van dat vervoeren wift. Spreeckende on*
dertuiTchen van hun faeck, feyde Ser-
bellon , onder anderen , dat hy niet ge»
Joofde dat hun verblijf langtot Madrid
fou zijn i En wat gevoelt ghy , vraeghdes
hemDonlan, van deoorfaeck van mijl*
gevangkenis ? Ick weet voorwaer niet,',
ant woorde Serbellon,ten ware dat ghy u itt
de beroerte van Granade foudt mogen in*
gewickelt hebben, en een medeftander
zij n van Ferdinand Valore de Cordouë, die
fich eyndelijck tegen den Koningkvei
klaert heeft. Don Ian verklaérde ernftigh
lijck,noyt tot Granade ge weeft te zijn , en
dathy volkomentlijck onwetende van de
faeck was ; en ick ben verfeeckert , ver*
volghde hy, dat ghy wel verwondert fult
zijn, alswy tot Madrid lullen gekomen
zijn,dat men my of voor een ander neemt,
of valfchelijck befchuldight heeft. Maer
wy fullen dat daer laten, en wachten op de
uytkomft } doch dewijl ick u in het Hof
gelaten heb.ten tijden van het fteeck-fpel,
het geen tufTc hen den Hartogh van Alba
en fijn medc-ftanders tegen den Graef van
Egmontende fijne, gehouden wierdt, en
op mijn verblijf aldaer merckelijcke on-
luften tuiTchen defe twee Grooten ge-
merekt wierden » verfoeck ick u my yets
van.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 3*9
.anhct gevolgh mede te decten , alfoo
ghy weet dat ick fchierlijck vertrecken
j molt , lor. der hetcynde van dien toeftel te
. ' fien. Serbellon was hem hiergaerne in tc
' wil, en begoft aldus. Den heerlijckcn toe-
' ftel, diemenopdcsKeylersaenkomfttot
Toledo maeckte, cyndighde in dit fteeck-
fpel , dacr fich de Grootltcn des Rijcks in
vermengden. De orderc was foodanigh .
Den eertten dagh foudenden Hartog van
Alba, en den Graef van Egmont ,"yder
twaelf Ridders onder fich hebben, om den
ringk te fteecken, om een prijs die den
Keyicr opgeltelt hadt ; en indien hetby
geval gebeurde , dat 'er twee even wel ge-
lóopen hadden , dat twee of dry landen ,
iieie met malkander breecken fouden, het
gefchil fouden fleehten. Defc twaelf
Ridders wierden wederzi jts genoemt , en
buyten defc vermoght niemandt in het
parek te verfchijnen. Defe loop wierdt
alleen aengelklt, om te fien wie van bey-
Jen , of de Spangiaertsof de vreemdelin-
gen fich beter op defe oeflening verllon-
ien. Virelli, die noodtfaeckclijck een
panden hoop molt zijn , badt den Graef
oen , het welcke men twee of dry dagen
laer aen fou doen , ter eeren , en tot voor-
tant van de fchoonheyt van de Princefle
run Bo hemen, en vandie dewelckcin haer
"V
Ü^RTSCHË
3e ordcre is. Den Hartogh van Aibi ei*
Lamoral fouden rechters van de baen<
zijn. den Keyfer, de Princefle, enaldaj
oude Hcercn, beneffens de Vrouwen fou-\
den op fchoone fchou-toneelen , heerlijcl^
toegemaeckt het fteeck fpelaen fien. Do *
Ferdimnd de Mendoce fou den verwee
der voor diendagh zijn, onderftutdo
twaelf van debraeffte en dapperfte RidV$
dersvanSpangien. Hymoftftaende hou*
den , dat t<e Princefle van Bohème de vol*
raaeckfte Princefle van geheel Europa!
was, gelijck ydcr van de twaelve dd
fchoonheydt van een van haer gevolgd
moft ftaende houden , tegen al die gene ,
dewelcke fouden willen beweeren, daf
haer Meeftreflenfchoonder waren. Ick f
alleenigh feggendat het mijn lot was d
fchoonfte voor te ftaen , zijnde de Princef
fe Plombergcgelijck Quitciada uw Vade
die van Ulloa. Nu al -hoe-wel de bae
voor een ydcr open was, geloofde me
evenwel niet dat yemandt fich tege
Mendoce.den Ridder van de Princefle,fo
willen verletten , die den prijs aen de
overwinnaer fou hebben te geven. He
was alleen aen den overwonnen toegela
ten, een ander te mogen beroepen, en defi
nieuw gekomene moft op het inkome
den naem van fijn Meeftrefle in gefchrifi
overgeven , die den herault dan overluyd
las, en daer op de trompetten blafende
moft den nieuw gekomen heen gaen , e
— - al
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
tri
- :;É*lleen met het punt van fijn Lancie het
• ..'fefchilt van fijn tegenparty aenraecken.
^t'iaDes morgens begat ick my by tijdts by
>sdenHartogh van Alba , want al-hoe-wel
• •■: Mek niet van de twaelvcn was, die den
• '^Keyfer genoemt hadt, konde ick tvenvrel,
zils bevel-hebber van het heyr,en Span-
: si 'iaert van geboorte, niet na laten hem tot
leplaets van het iteeckfpel te vergefel-
chappen. Gelijck Vitelli om de iclve re-
ien en inficht, als vreemdelingk en Ita-
iacn , aen den Graef van Egmcnt deedt;
iie al fijn vrienden dacr toe ver-
fochthadt, die dien dagh het genoegen
'ladt, een lchoonder troep by hem teheb-
>en , als den Hartogh van Alba. Ick lal u
liet mocyelijck vallen , met het verhalen
ran de omlhndigheden van het fteeck-
pel , die volgens gewoonte waren , en u
lictonbekent konnenaijn jcen alkenigh,
Ü ick niet vergeten , dat is , dat den Har-
ogh van Alba, rijdende voor aen lijn
.rot p , en ons allen die hem vergelelfchap-
!*cn , als oock voorby de lchouw-placts van
ade Princefle, hy fieh daer ftil hielt , om
*met haer te fpreecken. Mendoce, die hem
ivolghdc, deedt het ielvc , maeromdat
•jdcle laetlle eenige dingen tegens hier ley-
ide , die hy niet t»aernc wilde ge hoort heb-
4>en,hielt Ik h den Hartogh5als had hy ver-
beten eenigen lall aen een van de bevel-
hebbers van het parek te ge vê, en rijdt lbo
. *na hem toe, Ondertuftchen den Graef
Q 6 van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
271 nORTSCHE
van Egmont, hebbende fijn troep verla-
ten, quatn dicht genoegh by de ielve
plaets, om op eenige dingen, dieSabina^
van Beyeren hem hadt doen vraegen , tel
antwoordemgelijk hy haer feer beminde
en van haer niet gehaet wierdt. Den Har
togh van Alba, die haer oock beminde, e-
die wat ftraf en onbefuyft van aert is , har
wel mogen laten te feggen tegen Lam
ral d'Egmont, op een ftraffa wijle, dat
hy de ordere, van het fteeckfpel brack-
eaendeuytfijnplaets en gefelfchap , o
y ets te komen leggen, dat miflchien lc
veel weghs en moey tens niet waert was
Lamoral , die mede veerdigh in de mont
en boertigh genoegh was , antwoorde dea
Hartogh yets, hetwelcke hem niet wel
in de ooren klonck : en Sabina , dewelcke
lich felvende oorfaeck vandefe onluft
bekende te zijn , badt den Hartogh haer te
willen verfchoonen , en den Graef weder
by fijn troepte keeren , het welcke den
Graef deedt, feggende evenwel overluyt i
Me-vreuw, wanneer 'uk flus vjat meer roenü
fcl verkregen hebben , als 'uk nu hebbe , fal nie^
'mint het recht hebben, my van u te drijven, M
ohy felf. En , fonder antwoort te vfcrwach^
ten, geeft fijn paert de fporen , en terftont1
daer aen nam het fteeckfpel fijn begin ,
daer den Hartogh fijn ouden roem , de-
welcke hy in Spangien hadt , van m defe
oeffeninguytte munten, fou behouden
hebUn , ten waer den Graef van Egmont
hem
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 37*
I hem die eer in twijfel getrocken had, heb-
i bende clck van hen den ringk drymacl
I afgelteecken. Als doe ontflont'cr van bey-
de zijden een geweldigh geroep, elck
fijn hooftman prij ftndc , wanneer , na de
voorwacrden.elck een Lancieen een Schilt
nam , om tegen malkander te rteecken.
Den Hartogh, die feer gemoeyt was , om
dat Lamoral foo veel eer hadt, en, gelijck
ghy weet, boven dat een hooghmoedigh
man is, wildeniet vergeten, het geen hem
de overwinning kon doen verkrijgen*
Hy deedt een kloeck vers paert brengen ,
alfoo het iljnehem nu alreedts een wey-
nigh vermoeyt fcheen te zijn. Den Graef
van Egmont was foo omiïchtigh niet , en
kennende het fijne voor een van de beften,
vilde dat niet vcrwifi'den. Hy ontmoete
den Hartogh in het midden van fijn loop ,
enbrack fijn Lancieop hetfehilt van fijn*
•> tegenilandcr , fonderde felve het minire
•itc hebben doen bewegen. Den Hartogh
; gekickte het beter , want hebbende al fijn
krachten ingefpannen, brack de fijnetot
4 aenhet handtgeveft , maergaf hem in het
\ voor by rijden fulck een hort , dat hy hem
een van fijn fiedel -reepen deedt verliefen ,
cn feer deedt waggelen , om dat het paert
I van den Graef, alreedts vermoeyt zijnde ,
i het groot gewei t van dat van den Hartogh
; niet konde wederftaen . Sy quamen we-
der na de fel ve plaets , van waer i'y uytgc-
reden waren , om de tweede loop te be-
Qjl gtn-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
+u DORTSCHE
ginnen, alwacr den Graef , volgendeden
Raedt van den Graef van Hoorn, en fijn
andere vrienden, een vers paert nam.
Maerals fy in het rijden na hun plaets
dicht naby malkander quamen , feyde den
Hartogh tegen Egmont, wiens fwack-
heyt hy nu meende gevonden te hebben , .
foo luyt dat het een yder hooren konde ,
en dat op fulck een veriroadelijcken toon j
als mooghlijck was : hngkman indien ghy a \
defe t weede m.xel niet beter houdt als de eerjie , \
fttlt £y met foo veel eer en roem niet uyt het f ark \
fcheyden , als ghy u flus voor Het Jlaen. Den \
Graef gaf daer op geé antwoort.het zy hy
detijtniet hadt , of dat hy tefeerdoorde
bittere woorden van den Hartogh gebeten '
was , of eerder, dat hy wilde dat de daeden
voor de woorden fouden gelden. En in-
der daedt , fich fiende op een melder paert
als het voorgaende, al- hoe- wel het met
foo wel gedrefleert of ter handt was ,
nam hyden Hartogh foo gewis, dathy
hem niet alleenlijck weder gaf , hetgeen
hyhem ontleent hadt, maerhemfelf in
fulck een onorder braght , dat hy twee of
drymael meende van boven neder te val-
len ; en het geen voor den Hartogh het ge-
voelijckfte was , was dat Lamoral , loo
als hy hem de fteeck braght , wel luyt bc-
god te roepen , houdt u nuelvaft , goêtnan*
DeDuytfchen, Nederlanders, en Italia-
nen maeckten daer opeen groot geroep
vanblijdtfchap, foo dat men niet hooren
kondc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. ty:é
j tonde wat den Hartogh feyde , dewelcke
: verfocht noch een loop re doen ; maer den
Keyfer wilde fulcks geenfins toefhen ,
vreelende dat dit, hetgeen maerenckei
fpel was , m een ernftigh gevecht fou mo-
gen veranderen , nademael den Grjef , die
het aen moet noch vrienden ontbrack ,
geen man was om voor den Hartogh een
voet te wijeken , die anderfins den Graef
het eerlte verongelijckt hadt. Den Key-
fer dan deedthen malkander om h elfen ,
maeriuleks diende allccnigh om hen in
fchijntedoen verfoeoeoj want zedcre dien
tijdt heeft den Hartogh van Albacen doo-
delijcken haet tegen Egmontgehadt ; Jae
het is niet lang geleden , dat ick hem heb
hooren feggen : Den Graef vanEgmond*
heeft my doen waggelen , maer ick falhem doen.
vallen.
Den Hartogh van Alba , fprack hier Pe-
riander tuiTchen , heeft lijn woort maer al
te waerachti^h gem leekt , en meer , ten
kollen van fijn meefter, fijnwracck als
des Konings verwachtingh voldaen. De
bedorven ftaer van Nederlandt , antwoor-
de Ambrofio, leedt voor als doe geen (ach-
ter heel- middel. Dat was , berechte Pe-
rianderdaer weder op, een kancker, door
fcherpe genets middelen, eer tergen als
geneferi. Tcnminlkn, indien hy fijn haet
lbo veel hadt willen toegeven, als met het
bloet van dele mannen te vernoegen,
I foude hy het voorbeeldt van den Raet van
Ro-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
%j6 DORTSCHE
Romen hebben behooren te volgen , om-<
trent den boofen toelegh van Catilina , en;
fijn medc-ftanders , die foo voorfich->
tigh waren, als Lentulus en fijn am
dere mede-gevangenen niet in het open-
baer , maer in de gevangkenis om te
brengen , om hun verborgen vrienden
door fulck een aenfien niet gaende te
maeckcn. Doch deuytkomft : heeft ge-
noeghlaem dewijfheydt vanditbeleydt
ontdeckt ; gelieft Hechts voor te varen,
mijn Heer Ambrofio. \
Dele begoft daer op wederom aldus:Ser-
bellon fou in fijn verhael, aengaendehet
fteeckfpel, volhardt hebben, wanneer.
Sancho d'Avila op den wegh by hem
quam , dewekke hem vertoonde , dat dei;
Konings order verandert was , endathy
Serbcllon , Don Ian de Salcedo na Oxuna
moft brengen > en hem den Napolitaen m
handen ftellen. Onuytfprekelijck was de
droefheydt van defe twee vrienden , om
dat fy aldus gedwongen wierden van mal-
kander te fcheyden , evenwel deden fy foo
grooten geweldt op fich fel ven , dat hun
tranen de innerlijcke droefheydt van hun
hart niet quamen te beklappen. Serbellon
danfette Don Jan opeen kleynen muyl-
czel, en voegende hem te midden inden
troep, trock alfoomet hem voort, en
MarcAntonio bleef inde Karos, onder,
het geleyde van Sancho d'Avila* Hy
mcrckte wel, aenhetkleyngefelfchap dat*
m
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
■•WW
ARCADIA. *f7
by fich hadden , zijndeallcen dry man.
nen, dat men hem niet nauw bewaerde-
maer hy vrcefde aldcrmeeft voor Don
Ian, nadL-macl d'Avila fijn twaelf mannen
tc paert,en dertign te voet Serbellon noch
overgegeven hadt. Hy megjtde eyndc-
hjckaenfijn gelcydcr, ofiijireyfeoodt
iang fou zijn ? Ghy kont het fel vc bedenc-
Ken, antwoorde d'Avila, Uyt de kleync
toeftc] d.e ghy by my fiet,wy tftjn in deKa-
roile, wy z,jn laet uyt Saragoffa "efchey-
den en ick hebbe niet meer als dry man-
nen bymy. Daer vielen noch een fce re-
denen tuflehen henlieden voor, maer al-
100 Mare Antonio meer luft tot flapcnals
tot kouten hadt, liet hy iich eyndelijck
door het foet gcltreel van dele nacht-
■jodinne vervoeren, en viel foo diep in ,
lat IV wel dry mijlen weeghs gereden
hadden, aleer hy wacker wiert. Dc Karos
syndelijck bleef ml,èn d'Avila hem foete-
lijck by den arm treckende , vraeghde
hem , of hy de moeyten wilde nemen van
uyt tc gaen? Mare Antonio opende lijn
logen, en lügh dat hy op den voor-h< >f van
en tretfelijck huys was. Tcnminrten,
yde hem d'Avila, klimmende uyt de Ca-
ros, en hem door fijn voor- beeldt tot het
"elfde verbindende , gelooft , dat ghy h icr
bp een pl iets zijt, daer ghy foo veel macht
:e gebieden hebt , als in uw eygen. Mare
Antonio wilde hem antwoorden, dat hy
geloofde dat hy in het Ji uys van Don San-
cho
I H
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
V2 DORTSCHE
chod'Avila was, wanneer hy fich doo
ccnjongk Ridder omhelftfagh, die door
de eerbiedigheyt , dewclcke hem anderen
deden, deedt ichijnen, den Heer van dit
huyste zijn. Defe fijn plicht by Mare.
Antonio verricht hebbende , gmgk oock
het felfde aen Sancho d'Aviladoen. On-
dertuffchen konde Mare Antonio dien
jongen Heer niet genoegh aen fien, dc
welcke hy meende elders meer genen t<
hebben, wanneer hyd'Avila tegen dier
jongen Heer hoorde feggen ; lek heb mei
konnennae laten, het bevel van fijn Ma]C
ileyt na te komen, en u den Heer Mar.
Antonio in handen te leveren. Den Napo
litaen hier op oordeelde, dat defen dei
Heer van dit f}ot was , het welck den
ningk miffchicn hem tot lijn gevangen
huvs gefchickt had. Maer hy wiert wc
haeftinfijn verftandt verlicht , wannee
den jongen Ridder , vederkeerende or
hem te omhelfen , en miffchien fijn twi;
fel ramende, hem dus aenfprack : Mij
naem fal u miffchien beter bekent njn a
miin gedaentc, het welcke ghy maer eer
macl f en dat fecr door fieckte verandert
gefien hebtj ghy fiet hier Don Artal, die l>
ai het goet, het welcke hem overgekomc
is , na uw gevecht met Afcanio, verfchu s>
dicht is. Ishetmooghlijck, antwoorc
Mare Antonio, hem weder omheHend
ghy fultmy nu ten minften tijding v
mijn Vader Mare Aurelia, mijn Moed
9 Iulu.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
A R C A D I A:
Ha , van Victoria en CafTandra brengen ;
maer vergeeft my, dat ick , gedreven door
ie plichten der natuure,ecr na mijn als uw
■elangcn vraegh. Ghy kondt uyt het ge-
joegen, het vvelcke ghy in mijn aenge-
1 ! icht liet, antwoordc den ander, lichtelijck
• »eipeuren , dat ghy hier de aengenacmlte
• er werelt lult vinden. Het geluck heefc
'lijn vergelding gecnlïnsten hal ven laten
reecken, fy heeft my met woecker alles
oldaen, ghy lult het felve iicn. Hier me*
e , leyder.de Mare Antonio met de reeh-
or, en Sancho d'Avila met de flinckcr-
.andt, gingkhymet hen de trappen van
ijnpaleysop. Komende onder het por-
\ «1 , fagen fy uyt een groote zael een aen*
"^ilrienlijck out man komen, die Mare Anto-
io kende fijn Vader Mare Aurelio te
•ijn, en tenlondt toe tradt , om hem
" iet alle eerbied igheydt te groeten. Die
B em wederom met alle gunlt en genegent-
eyt , hoe wel groote ftemmigheyt , ont-
• ng : gelijckhy oock d'Aviiadcde, hoe
»/el met meerder gemeenlacmheyt. Dit
edaen zijnde, vraeglule hy lijn Soon,
'iet wat meerder vriendclijckheyt , waer-
m hy , na dat hy met Alcanio gevochten
Madt , Napels i'oo hacft hadt verlaten ? dat
nen fou gepooght hebben, hem een groot
ledeelte van fijn ongemackente bene*
raen, dat hy, hebbende Afctnio lijn Suite*
«•enomen, men defelve aen Don Artal niet
teven moght, Tonder daer over, als de ouN
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
,8o DORTSCHE
ftevanhet huys fijn goet-vinden te hoaB»
ren. Mare Antonio was foo verwondert»
fijn vader in (bleker voegen tehooren/i
fpreken , als mede dat Don Artal aen hujg
huys getrouwt was, dat al het gene hy fijti!
vader konde antwoorden , niet ais betuy*
gingen van groote blijdtfchap waren ; de i
welckcden vader noch grooter willendé
maecken , belafte hem met d' Avila . henM
in de naefte kamer te volgen , daer Mar<3
Antonio twee of dry Jongk vrouwen fagh \
die fijn Sufter Viftoria vergefelfchapten
dewelcke, vergetende alle andere phch
ten,die men voor foo veel volcks moft b
trachten , haer Broeder liep omhelfe
Hyontfing haer met defelve liefde, ■
niet fonder tranen van blij dtfehap , v<
foo veel hy haer uy tfteeckende bemin<
maer ftelde vooreen anderen tij dt u}
haer te vragen, door wat geluckigedi
vanhetgeluck hy haer in Spangien, e
in het huys van Don Artal fagh. Hy da
groete met groote beleeftheydt deandei
Ion gk vrouwen, en al- hoe-wel hy niet kot
de begrijpen , hoe Don Artal fijn Vadert!
Viftoria in Arragon gebraght had , en dc
Iulia fijn Moeder , en CafTandra fijn Suftr
niet mede van de party waren , ftelde ï
evenwel hctonderfoeJc daervan med
tot beter gelegenthèydt uyt , en voegho*
fichby hetgefelfchap. Hyfagh, ondf
anderen, een fchobnc Iongkvrouw , v«"
weynigh jaren , maer na haervvoord<
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 381
'an groot verftandt , Tonder te konncn ra-
llen wiefy was. Het avondrtmel en
lereft van den avondt gingen opdeielvc
[Arijfe deur, en de uure gekomen zijn-
Je, begaf fich elck tot lijn ruft. Des
morgens quam Sancho d'Avila fijn
: aflcheyt van Mare Aurelio, Doï Artal ,
; Victoria, Mare Antom'o.cn de an. Ieren ne-
.'.nicn , fcggendetot belluyt : Sijn Majcfteyt
belaft u wel uyt-druckelijck Mare Anto-
ïiu, uw Vader Mare Aurclio niet te vevla-
L^èteii; geeft gy my uw woort en belofte
niet? Het welckc Mare Antuniogcdacn
3 hebbende , begeeft fich d'A vila weder nacr
: het Hof, met groote danckfegginge van
'Tiór.oria, haer een broeder, die haer foo
I waerr was , toegebraght te hebben Mare
Antonio, ter oorfaeck van fijne wonden ,
die evenwel in goeden ftaet Honden , be-
geeft fich weder nae fijn kaemer en in fijn
bedde , en Victoria , onder fchijn van met
hem bekommert te zijn, gaet fich voor
:het felvc neder fetten, om re beter gele-
gentheydt te hebben met malkander te
1 ipreecken. Mare Antonio vraeghde haer
ia de uy tlegging van al defe veranderin-
gen. Het gekickte hen, dat het gantfehc
.gcfelfchap , om haer te meerder vryheyt
[tefamen te laten, in deKLarofle wasgacn
fitten, om na een by-gelegen Hot te rijden,
het geen DonPedrod'Avalos toebehoor-
de. V ieloria dan, hebbende twee jongk-
<: vrouwen van hacrgevolgh na het cynde
van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
j8i DORT S C H E
van de kamer doen te rugge gacn , begól
fncteenftille ftemmehaer Broeder aldul
lietverhael te doen. Wanneer dedoodi
van Afcanio, die korts van fijn wonde»!
quamtefterven, verfpreyt was , toonde
Ach Mare Aurelio ,onien vader , moeye
lijekertegens my , als oyt voor heen , ak
©oklulia onfe moeder, Cafland ra was meei j
als te vooren verdrietigh , foo dat ick niet ;
wift , tot wie my tekeeren. M ijn Vader
fich fiende in gefchil met fulcke machti-
ge liedenden mijnmoeder,niet twijfelende
of de bijtende tongen fouden nuftofs ge«i
noegh hebben , om qualijck van my tl
ibreecke $ en mijn Sufter , om dat fy wcla
£agh, datfe nu op Profper , de Broeder vató
Afcanio, diefe fich iel ven alreedts hadt^
toegeleght niet meer behoefde te denen
ken» Behalven dat my niet toegelaten
wiert Don Artal , die na vijftien of feftieis]
dagen fich van fijn koorts verlaten vandt
eens aen te fprcecken , hoewel hy , fondei
Vrucht , mijn Vader daer feer moeyelijcki
over deedt vallen . De vrienden van Afca^
nio wierden oock hoe langs hoe trotfer, ené
begonden, door de Carafrcn geftijft, del
Colonnen dagelijcks meer en meer te ver
volgen : foo dat ons huys fich tot de noot
faeckelijckheydt gebraght vandt, om ce
Ichandelijcke vrede aen te houden , de-
welcke haer niet alleen geweygert wiert J
maeroock onfe vyanden temeer tcgens
ons fich deedt verhoovaerdigen. Va-
der
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
I ARCADIA; 3S3
Wcr Tiende fijne plichten vruchteloos,
•xfocht fich daer tegen te wapenen , en een
• t vafter verbondt met de vrienden van onfe
'ï moeder te maken , dewelcke , in fpij t van
f ons ongeval , iich uy t Romen na Napcis
^«quamen begeven,zijnde omtrent hetPau-
:U* | ielijcke Hof mede in groote ongenade ge-
I raeckr. Een maent na uw vcrtreck, poog-
de den Onder-koningk lelf , nademael hy
een vrient van eendracht was , en uyt dcfe
onlulten groote Zwarigheden te vooren
fagh, de vrede, voor foo veel in hem was ,
t te bevorderen j maerons ongeluckwas,
dathy fchielijck quam teftervcn: waer
over Vader, terwijl men een ander
t in fijn plaets uyt het Spaenfchc-hof ver-
wachte , geraedtfaem vandt fich voor een
wij 1 na Sorren to te begeven . Daer hy fij n
vriendtfehap metLudovifio, Marquis van
Falangola , beftont te vernieuwen. Die
/hebbende de Sufter van den Eerft-bif-
I fchop getrou wt , dier door de eenige erf-
jcenacm van de tweeHuyfen vandeBof-
; fanotri een Longhi quam te worden.
/Mare Avrelio, zijnde een ervaren ftaets-
rman, vandt geen kleynconderftandtaen
. Ludovilio, daer den Biflchop noch by
[ quam , die , alfoo mijn Vader hem geen
:.» kleynendienft gedaenhadt, omtrent het
-o| onderfkllen van de ddliSpddiï t onder die
: \ van fijnen aenhangk , della Cappa ; twee
• ;i aenhangkfelcn , die als doe , naede wijfc
h'\ van geheel Itajien , Sorrento onledigh
kielden )
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
184 DORTSCHE j
hicldc)fich aenboodt onfe zijde tege Prof-
per aen te nemen , ja foo verre, dat hy hen*
fiinburght opdroegh, om u tot een wijck
te dienen,indien onfen Vader u wederom
in Italien wilde ontbieden, lek weet ni ƒ
waerom onfen Vader niet geraden vand
het felve aen te nemen , altoos hy beanj
woorde defe beleefde aenbieding, op d
alderbeleeftfte wijfe. Ondertuffchen wie
Don Alonfo de Vcnegas nae Napels '
fonden, uyt het hof van Spangien, om
overige van de dry jaren , die den geltot*
ven Onder-koningk, hadt te regeeren,
voort uyt te dienen. Vader hopende *
door fijn komft meerder verfeeckeertfl
heydt te vinden , quam daer op wedei
tot Napels, vergelelfchapt metLudovi-
fio , die mede niet wilde in gebreke blij
ven Don Vinegas fijn fchuldige plichten
te komen bewijfen. De eerfte maent
gingk voor onfen Vader door , in het ver
foecken van fijn gunit , macr alfoo hy t'ee
nemael voor het hof van Romen was
koos hy de zijde van de CarafFen , die toen
aldaer boven laegen ; te meer , dewijl dep
Koningk felfs quali jek fou genomen heb'
ben, dat een van fijne voorname dicnaer
niet foo wel als hy , de belangen van di
ftoel fou hebben aengenomen. DitQ
maeckte hun ongebondentheydtnoch de^
te grooter, tot groot ongenoegen van dert
voornaemften Adel van Napels, die me
onluft het onrecht dat men ons Huys aen
dcedt ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
38f
«deedt , aenfagen , het welckc de oorfaeck
vwas, dat de Aquilen , de Caponafsi, en die
uvanhethuysvan Boffa (vreefendedatde
iCaraffcn hen met ter tijdt oock fouden
afoecken onder de knye te krijgen , zijnde
'cbovendatdooronfenVaderJlsoockdoor
'•Vudovifio onder den duym aengefocht)
ichaen onfe zijde voeghden; invoegen
nen een nieuwe party en aenhang binnen
lapels iagh, waer van den Onder-ko-
ningk , hoefeer oock aen de belangen der
Caraffen vaft , noy t machtigh was het
Vöeginfel te verhinderen. Don Vinegas
randt fich wel verbaelt , dat op feeckeren
>morgen-ftondt, ioo als hy opftondt, den
^raer d Huomo , en die van Beril Ji, bcnef-
rensdeHeerHercole Buon Huomo, Prof-
«er.en Aftolphode Gargani, een ftijf drin-
ker van de Caraffen, dapperlijck in het
i.chilt voeren , die fich hadt laten ontval-
en,dat men fich by tijdts tegen defen aen-
nangk molt ftellen, aenbiedendc defe laet-
fce fijn eygen perfoon, om de Colonnen te
dwingen i invoegen den Onder koningk
ich felf genootfacckt vond de tintte ant-
woordt van Hercoletc onderftcuncn , en
iftolfo over fijn onbedachthcydt tebe-
;;raffen, het welckc hy te eerder deedt, om
i at hy geen oorfaeck van klaghten, over
em by den Koningk te doen , geven fuu.
evenwel liet hy niet naelich opentlijck
"jensde oniete verklaren. Ondertuf-
ïen , niet tegenftaende het waeckende
R oogc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
,S<5 D O R. T S C H E
ooge van Caffandra,die al mÜnhandene.
ïïdernauwfte verfpiede, het .ck rnetnj
fomwiilen door bedoekte middelen eed
brief vin Don Artal te ontfangen , en heni
vedette antwoorden, doorde*elcke wr
met malkanderbettoten ,om daer doo de
opfiender die ons «aer namen te verbal
ftWat Don Pedro.onder feecker voor-
geven, voor een tijdt de lladt verlaten . en
fichnaCafforia begeven fou, *Jg£**J
een luft-huys van den overleden Mn quu
van Pefcairl, fijn Neef. Het welcke de en
llctnc deedt, alleen om niet genootfaeckt
ffi met Don Vinegas tebreecken d. .
ïemJdagelijcks feer hart ^^'gl'
^Kvi^S«^« feer fonvren
I„ „Ts verweckte fulcksechter «ed
gnnft in Mare
£ nieuwe redenen gevonden h«h.4
non Artal n et te willen fien. vooriVJ
Ekïiet Don Artal toe .binnen twee of dJ
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. ,87
den fou , als om de faeckcn van de Ca
raften te verfpiedcn , en op de onfe
te letten Altoos fijn vertreclc gaf my dat
foordeel, dat noch mijn Vader, noch
mijn Su(ter,my niet meer lbo nauw waer
namen. Ondertuflchen wierdtden handel
van Don Vmegas nietfecr wel by het
< Spaenfche Hof opgenomen , waer door
iiybevei kreegh, fijn plaets te verlaten
.en een ander in te ruymen. Evenwel
« wilde hy niet eer uyt Napels vertrecken ,
voor en aleer hydie van fijn zijde temeer
verfterekt hadt , waer toe rtreckte Gam-
m tot een Marquifaet te verheffen : macr
iden grooten Protonotaris van het Rijde
met t'eenemael onfen vyandt zijnde!
taaeckte fwarigheyt fijn ampt brieven tc
-eeckenen, waer door de faeck noch
voor als doe onafgedaen bleef; vertrou-
wende evenwei Artolpho, dat de voor-
r praeck van Don Vinegas foo veel by den
nieuwen Ondcr-koningk fou vermogen;
■iat de faeck evenwel fijn gevolgh hebben
;ou. Aldus verliet Don Alonibdc Vineaas
{Napels, om hetgebiedtover Catalogne tc
• ?nvaerden; in wiens plaets Don Garcias
fe Toledoquam, die een heel andere wij fe
tan leven aennam , als fijn voorzaet, too-
rende een geheelen afkeer van defe onl u-
ren , en poogendc de ftaet tot fich te tree
ten en te vercenigen : het welcke hem fou
cjiluckt hebben, ten waer een onverwacht
■»rval fulcks verhindert hadt. Het ge-
R a fchie-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
**8 DORTSCHE
Ichiede dat in de Vaftei>avondt-dager ijtoM ,
ïen Paus, hebbende denCardmael de San-I
t fttnri Camillo Colonna, en Iubaettl»
«? Bi k. h« u-nrtt te voren Hartoga
ae wekke ny Korts w » N *j
„,n Palliano ecmaeckt haat , na «*
£?. fandtTom daer vanecnige gwnchtij i
Ie Sn » handelen. Don GarcmsJ
was 'i ? Vvk aireets voor hem verklaefl
Rijck, de P»n"n,/"^rdfMaVq*
Viceroy fiende ondertuiunen -rj
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 3g9
Graven gcrechtight zijn , macrdeEdel-
ieden niet, gelijck ghy beter weet als ick.
Aftolfo . verwant zijnde van den Hartogh
van Palliane , met dewelcke hy gekomen
was , achtende dat lijn Baronnye vanGar-
gani nu tot een Marquifaet verheven
^was, wasftouterals Proiperfelf, die van
het geleyde van den Hartogh was , en
deckte fich beneftens de Graeven en Mar-
quifen , onder dewelcke hy fich vervol-
gens begaf. Hfer op ontftondt een groot
s gemor onder den hoop , waer op al de Ba-
oronncn en Edellieden fich terftontuytde
czael begaven, gelijck oock de Marquifea
n en Graven deden. En om dat Mare A u-
irelioen die van onfen aenhangk deeerfte
e waren , die den Onder-koningk een groo-
te eerbiedigheydt bewefen , en uy t de zael
gingen, geloofde den Hartogh dat fulcks
■van hen gefchiede , om hem te minder eer
te doen, als zijnde van het huysder Caraf-
fen,of om hem, in deperfoon van fijn ver-
wantte beledigen} waer over hy overluyt
•3 den Onder-koningk vraeghdc, wat de re*
9 den van defen handel was ? Ludovifio.ficli
s naden Onder-koningk keerende, feyde
cdaer op : M ij n Heer /indien ghy my fulcks
3 gelieft te bevelen , fal ick fijn Excellentie
te kennen geven, waerom wy hem die
eer niet konnen geven , die wy hem fchul»
i digh zijn. Wanneer den Onder-koningk
**lhem nu fulcks toegelaten hadt, vervolgh-
>idehy, datfoolang Aftolfo niet bcterDe-
R i dacht
Early European Books, Copyright© 201 1
ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninkli
jke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
V)
DORTSCHE
. fouden defe , dewelcke^
methemVaneen 'ftaetzijn , noyt verdra-
gen , dat hy haer als fijn mindere fou han-
delen, noch oock defe , dewelcke meerder
zijn als hy, toelaten, dathy haer voor-
rechten gebruyckte. DenHartogh, inde
plaets van Ludovifio te antwoorden , fey-
de eenige woorden ftillekens tegen Aftol- 1
fo, diedaerover genoodtfaeckt was dele- a
verfchooning tegen den Onder-kooingk
overluyt te doen: lek ftelle uy t.mijn Heer,
tot een andere gelegentheydt u de rede-
nen, dewelcke my verbinden de plaets de-
welcke my verfchuldight is voor te
(laen , te kennen te geven , lbo ten iniicnt
v an mij n geboorte , als van die gunft , de- 1
welcke ick, door tuffchen-fpraeck van
Don Alonfo de Vinegas, van fijn Maje-
fievt verkregen hebbe. Maer dewi) 1 ïck
den Hartogh van Palliane pneyndehjeke
eerbiedighey t toedrage , als hebbende de
eer vanacn hem vermaeghtfchapttetim,
fou ick nietgaerne hebben dat defe » de-
welcke my niet beminnen, en mipnien
ongerechtigh genoeghzijn, om hem te
hafen , om dat hy my eert met fijn voor-
itandt, fich fouden dienen van delen deck-
mantel, om hem d: eerbiedigheden en
onderdanigheden te toonen , die hy ver-
dient , en die fy hem fchuldigh zijn. lek
vertreck dan, mijn Heer , op dat fy weder
in mogen komen. Met defe en eenige an-
dere woorden, die ick voorbygae, daer
LiU-
V
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 391
iw Ludovifio niet anders als met een verfma-
3l delijcke grimlagh op antwoorde, het
• :v welcke hem noch meer fmerte , begaf hy
fich uy t de zael, daer r erftont al de anderen
l weder in quamen. Maer om dat hy ver-
want van den Hartogh was, wilde nie-
1 mandt van dat toeval voor als doe meer
c fpreecken. Eenige dagen voorts in ver-
r macckelijckheden door gebraght zijnde,
<% dewelcke inde vaften-avondt tot Napels
1 ongemeen zijn, als ghy weet, gaf den On-
y der-koningk op feeckcren avonteen tref-
. a felijck bancket aen den Hartogh , daer al
! die gene op genoodight wierden , die fich
r, mede op de wandeling en het omrijden
i dien dagh bevonden hadden. Na de mael-
tijt begaf men fich weder op de ftraten, dc-
1 welcke over al vol licht ftondiin, het welcke
B men in de veynfters geftelt hadt , uyt laft
- : van den Onder- koningk , gelijck oock al
3 degalderyen dergroote Paleyïen vol Me-
; vrouwen en Jongkv rouwen (londcn , om
> de vermacckelijckheden tellen, die de
.ojongkheyt van Napels om harent wil
saenrechte. Caflandra en ick bleven in
geen gcbrcccken oniè moeder te bidden,
ons toe te willen laten, op de onfe te gaen;
het welcke ons vergunt zijnde, liet ick
i niet , terirondt daer vier of vijf pagics met
toortltn te fendé, wel wetende dat wy daer
niet lang /ouden zijn , fonder met eenige
> vermacckelijckheden vereert te worden.
-En, om niet te liegen , ick had dien mor-
R 4 gtn
20i DORTSCHE
gen een brief van DonArtal gekregen *\
door dewelcke hymy verlof verfocht,!
om onder onfe galdery een uytfteeckende
ftem te laten hooren , en dewijl men hem
met Don Pedro tot Caforia geloofde te
zijn, oordeelde ick dat men geen vermoe-
den fou hebben, dathy hier was, waer
door ick hemfulcks te lichter toeftondt.
Wanneer wynuop onfe galdery waren*
vertoonde fich die fchoone en ruyme
plaets,op dewelcke ons huys uytkomt, op
cenongemcene wijfeheerlijck enaenge-
naem, zijnde over al vol licht , en vervult
met kleyne troepen van vermomde . den
een hier en den ander daer, daer hun gene-
gentheydt hen dreef. Ick vraeghde Caf-
fandra , aleer onfe moeder , die ons felden
verliet, by ons was , of het niet waer was ,
dat fy dien avonteenige vermaeckehjek-
heden t'haerder eere verwachte, en of fy
niet aen yemandt van haer minnaersbelait
hadt, onder onfe galdery te komen^ om
haer fijn onderdanigheden te bewijfen?^
Sy , die oordeelde dat ick t'eenemael
vreemt van alle vermaeckelijckheden.
was , en my wilde doen gelooven , dat het
haer aen geen minnaers ontbrack , ant-
woorde my , dat fy voor dien avondt geen
andere vermaeckelijckheyt verwachte,
als die dewelcke aen de gantfche buurt ge-
daen wiert; maer indien fy by geval eemge
kregen, dat fy ten minften daer fooveel
deel aen hebben fou als ick. Dcayr , o
wij ie
ARCADIA.
ijfe, waer op fy mydie antwoort gaf ,
eedt my oordeelen , dat fy al een goet ge-
oelcn van fich fclfs hadt, en om haer daer
e beter in te onderhoudé, veynfdc icfc my
icen weynigh afgunftigh tegen haer te
ijn, feggende, dat ïck niet wilt, met wat
onften ly wift om tegaen , om dat fy foo
agelijcks nieuwe flaven aen haer keten
i tl te krijgen , daerick noch nicmandü
evonden hadt, die de plaets van defe
oght vervullen , die my mijn ongeluck
ntnomen hadt. Sydaer opbegoft met
mytefpotten, en te leggen, dat fulcke
ijs- hoofden , en ftatigeSufters alleen be»
iquaem waren om Vaders en Moeders te
ehagen. Daer fy, in tegendeel, door haer
rolijekheydt noyt fou in gebreecke blij-
en , eenigen minnaer , daer fy het op ge-
munt hadt, onder haer gehoorfaemheyt te
brengen : Iulia , onfe moeder , brack met
haer komft onfe redenen, dewclcke, heb-
bende haer oogen over de gantfche plaets
eflagen , en defelve daer na <til houdende
iiae de fontcyn , fagh uyt een kleyne
raet, dewelcke daer tegen over ftaet, een
aros komen , met vier trompetters, en
ry pagies, twee met toortfen, en een met
■ een Theorbc, gevolght van twee Stafiers ,
waer van den een een Guitarrc drocgh,
jjuamen voor uyt , en reden alfoo; dwars
.; de plaets over, tot onder onfe galdery,
•idaerfe ftil hielt. Het portier neer geflagen
i zijnde, quam daer een Ridder uyt , meer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
•04 DOHTSGHE ^
als gemeen aerdigh gekleedt, doch ver- ■
momt , gelijckoockal fijn gevolgh was.
Tcrftondt begcften de vier trompetters op,|
tc blaefen , meer om volck te locken , alsl
om haerder te doen verwonderen, al-hoe« I
weify uytfteeckende in haer konft waren.J
Defe gedacn hebbende , begoft een van del
Pagies een het fchoonfte en aerdighfte ge-|
dicht, en dat met de aengenaemfte fteraJ
die men foukonnen hooren, onder het!
êeluyt van fijn Theorbe, te fingen. Iuha ,1
onle moeder, vraeghde ons, of wydie|
gene kenden, die ons fulckeen aenhen-i
lijekvermaecktoebraght? daenckernj
aighlijck op antwoorde , dat ick het nicW
wifte, al-hoe- wel ick genoeghfaem myi
verfeeckerde dat bet Don Artal was,*|
GafTandratradt mydaer opfoetelnck opi
mijn voet, en gat Moeder de fel vc ant-fl
woort. Maerfy fiènde,dat Moeder wedeil
naérftighlijck na den fanger luyfterde J
die weder begoft op te heffcn,quam fy mfl
in mijn oor luyfteren.feggende : ick weci
evenwel in der daet niet, wie defe 1$, van
dry of vier Minnaers die ick aen mi jn kei
tens heb , die defe fchoone ftem geleen I
heeft om fich over mijn ftrenghey t te be<
klagen. Wanneer het liedcken uyt wasï
meenden wy,dat de trompetten wedcron]
eens opgeblafen hebbende, gdnek fy aj
reedts begonnen hadden , den Ridder dad
roede weder vertrecken fou , maer wy wd
renbedrogen :aifoo hy , fijn kap , fijn dd
gen)
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
.gen, en fijn Rondelle of iehildeken , aen
i een van fijn Stafiers gaf, die hem weder
twee klapbeenen behandighde , waer me-
de hy >onder het fijne geluyt van een trom-
pet, en de foeteklanck vaneen aerdige
Guitarre, de aerdighfte Sarrabande be-
ftondt te klieken en te dan (Ten , met fulck
een geeft ige beweging van fijn leden , dat
Iulia en CalTandra lïch daer over ten
hooghften verwonderden, en ick niet
minder, die tot noch toe niet geweten
had, dat hy foo uytmuntende in die oeffe-
ning was ; gelijck oock al de toefienders ,
die rondtlom eendicken kring hadden
gemaeckt, hem tot aen den hemel ver-
heften. Het was juylt op dien tijdt, wan-
neer Ludovifio , Mare Aurelio in fijn Ka-
ros te huys brengende, hem bcwoogh daer
uy t te komen , om, gelijck de reft , de aer-
dighey t in het danflen van dien Ridder te
fien. Maer terwijl fy daer mede bcfigh
Waren , en dat den dichten drom der toe-
fienders belette te fien, wat daer buyten
gelchiedej quamen acht vermomde ge-
wapende binnen denk ring Ipringen , roe-
pende : /la dood: yjLt doodt , en Ludovifio ten
eerften aentaftende, dcwelcke,al eer hy de
handt aen het geweer konde flaen , twee-
wonden ontfir.g. Mare Aurelio, fiende
fulck een onverwacht voorval , (want de
gewoonte van dien dagh lchccn een vol-
komen verfeeckertheydt aen de gehccle
werelt te geven) nam met een grootc
R 6 kloeck-
ru6 DORTSCHE
kiocckmoedighey t de fijne in de vuyft.en
fteldefich voor Ludovifio, daer het defej
fchclmen op hadden , het welck deoo£ j
fceck was , dat by mede wel fe ven of acht
wonden ontfing . en'ten hadt Don Artal
cedaen, het was met fijn leven gedaen ge-
weeft. Defe nam met eeavaerdigbeyt fijn
Rondelleen fijn degen, ™*™?%h??:
defc fchelmen. Ick , fiende onfen Vader
cn Öon Artal in dat ooghfchijnbjck ge-
vaer, viel ftijf van mijn Glven, aen de voe-
ten van mijn
ftelt was ais ick.Ick weet niet, of ick lang
indienftaet ben ge weeft, noch hoe alles
noch verging* want als ick weder by mijn
feiven quam , vandt ick my in mijn bed-
de, xiinde door twee vrouwen by geftaen ,J
bencflêns Beatrix,onfe oudeGouvernante, È
dewelcke ick terftondt vraeghde , hoe heti
metonfen Vader was? fyfeyden my dat ■!
hy feer gequetft was , en dat fy daer vor-
ders niet meer van wiften. Maer ick daer
over ongeruft lijnde, ftondt uy t denbedde
op , en, piet tegenrtaendc fy my fochten tc^
wederhouden, gingk na Vaders kameri
toe , daer Moeder en Caflandra juy ft uyUI
ouamen , nademael de Heel-mecfters , die i
de wonden verbonden hadden , uytdruoi
kelijck hadden bevolen, hem tcJaten-
Tuften, Mijn Moeder my fiende, beftondt j
opnieuw te fchreyen, endedroevignfte
woorden van de werelt tegen my voort : tri
bc eogea * maer dewijl fy vennerektedafc
haer fmartdc
ARCADIA.
1
ijne vermeerderde,
verre , dat ick weder in mijn eerfte flautc
ifchcen te willen vallen , braght fy my felf
üinmijn kamer, en belafte CafTandra fich
yby my voor dien nacht te flapen te leggen
sIMaer dewijl onfe ongeneughte ons de
r>£ llaep uy t de oogen hieldt , deedt ick haer
T3 verhalen al het geen ick niet hadt konnen
.'aften. Sy feyde my, dat Ludovifio fijn leven
oaen onfen Vader, en def; het üjneaen den
^onbekenden Ridder fchuldigh was , die
:o fich fel ven metdemeefte moedigheydt
isterwerelt tegen defe fchelmen hadt ge-
ftelt. Want fiende acht rcuckeloofe tegen
^vtwee oude mannen , waer van den eenen
noch geen tijd had om fich te verwaren,
hadt hy fich foo dapper en met fulck een
behtndigheytvoor MarcAurelio, dieal-
reedtsgequet(twas,gelklt, dat hy de ra-
lernye van de befpringers ten eerften ftuy-
i te. Al het volck van ons huys, en de ge-
ö heele buui t,hoorende her geluyt van Iulit
tiende andere vrouwen, hadt iich onder-
tuflehenmede in de wapenen tot onder-
ftandt van mijn Vader begeven, gevende
- Ludovilio gelegenrheydt om fich inons
u huys te bergen , gel ij ck oock onfen Vader
3 hem volghde. Dat defen onbekende de
■ j befpringers foo dappcrlijck hid acn getart,
cdatfeten lae til en gedwongen war^n, te
meer, dewijl fy onderftandt lagen , fich op
de vlucht te begeven , fonder dat men als
noch wift wie defen dapperen Edelman
R 7 was.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
398 DORTSCttS
was . Na dat Caflandra my aldus van al dc
faecken onderrecht hadt, en nu den een
dan den ander genoemt , die fy gifte defen
ge weeft te zijn, fonder oy t den rechten te
treffen, (dacr ick , door de kennifle , de-
welcke ick van den perfoon hadt , het
hooghfte genoegen ter werelt hadt » dat
hy , die my foo waert was , fulck een uy t-
fteeckenden dienft aen ons huys hadt ge- I
daen) geraeckten wy ten laetften in flaep. i
Des anderen daeghs quam byna de gant-
fche Stadt ons beioecken(behalven vijf of
fes van onfe meefte genogen vyanden) jae
felf den Onder-koningk , dewelcke ons
recht en hulp beloofdejionder dat yemant ,
konde ramen wiedefe fchelmen waren
ge weeft.; en het hadt onmooghlij-ck ge-
weeft fulcks uytte vinden , Tonder Don
Artal, dewelcke by geval in een nau ftraet-
gé, het welcke fonder licht was, foo als fjr
het ontvluchten, onder hen geraeckte, en
hoorde datfe van Aftolfo fpraken-, en hem
nemende voor een van hun met-gefellen ,
hem belaften fichnahet Paleys van den
Hartogh van Palliane te begeven. Dit,
fchreef hy my des anderen daeghs , in een
brief,dewelckefoo vol van medelijden en
vriendtfehap was, dit ick de ondanckbaer-
ftevande werelt fouzijn, indien ick het
felve niet tegens hem erkende, lek ant-
woorde hem wederom , en trock hem uy t
de bekommernis, daer hem mijnflaeute
in geftelt hadt , dewelcke hy wel genen
hadt»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
'vi hadt, al- hoe
ARCADIA.
39*
1 1
nj
M
A
A
1
i
}
i
I
i
:-welhy in het gevecht was.
lek het niet na,t wee of dry dagen dae r na ,
fooalsmen voor het bedt van onfen Va-
der van ditfchelmftuckfprack , het befte
vanallen nadeuytwerekers teraden, en
Ludovifio, die fijn quetiuuren niet verhin-
derden uyt te gaen , te gemoet te voeren .
datmifichien denHartogh van PalJiane
wel eenige kennifle d3er van hebben
moght. Ludovifio vraeghdemy, waerick
mijn vermoeden op vefte? waer op ick ant-
woorde, dat ick vaftelijck geloofde dat
Aftolfo daer de werek- meefter van was
geweeft , die fich op die wijfe hadt willen
wreecken, van de i'pi jt die hy door Ludo-
vifio , in tegenwoordigheyt van den On-
der-koningken dé Hartogh hadt geleden.
Men twijfelde niet of ick hadt reden . en
door het nauw enheymelijck onderfoeck
dat men daer nadeedt, bevonden wy wel
haeft, dat fuicks maer al te wuer was , fon-
der dit 'er evenwel blijeks genoegh was ,
cm hem tekonnen daer van overtuygen.
Want om alle vermoeden wech te nemen,
hadt hy fich een goot gedeelte van den
nacht met fpcclcn , in het paleys van den
Onder-koningk , opgehouden, daer hy
niet vandaen gin^k, als wel een uurc na
dathet werekwas gedteo. Het gerucht
van die beftaen , korts over al verfpreyt,
trock den Eerit-biflchop van Sorrtnto
oock tot Napels , en Ludovifio, oordce-
lende dat het wereknoch flimmer wer-
den
i.j
* A
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
I
. 00 D O R T $ C tt K
denmoght, beflöot fijn verblijf, op het-
verfoeck van mijn Vader , voor een goede, ,
wijl binnen onte Stadtte komen nemen ; *
nemende fijn vertreck tot onfent, daer hf?
oock fijn dochter Diana mede braght ,
op het verfoeck vanonfe Moeder, dewelo <
lee hy haer, als eygen moeder, beval , om':
bencffensons opgebraght te werden ; de*
welcke die jonge fchoonheydt is, die
thy hier op gifteren gefien hebt. On-
ertuflehen vandr men niet geraden, u
van al defe voorvallen yets tc laten weten , .,
nademael Vader alreedts buytcn gevaer s
vanfiin wonden was; uyt vrecfedatdien
tijding u al teveel fou ontftelt, enmif-l
fchien tot Napels getrocken hebben , het
welcke onfe faecken feer fou hebben ver-
achtert. Ondertuflchen Diana, zijnde mui
by ons metter woon , toonde fulck een ge-3<
welt door haer fchoonheyt en brave geeft , ?
dat fy al de oogen , die voor heen Caflan- :i.
dra (ten minlten na haer g. voelen) had-Ji
den aengebeden , tot haer trock , tot groot n>
mifnoegen en quelling van onfe Sufterjdiei
ondertuflchen, niet tegenftaende onfe
onderlinge vyandtfehap , hadt beftaen de l
onderhandeling met Profper, Broeder van i
Afcanio, weder op te rechten, jae foo ver-i
re , dat fy alle dagen brieven met malkan-
der verwiflblden , al het welcke my Bea-
trix te kennen gegeven heeft $ zijnde in-
der waerheyt een dwaes beftaen , brieven'
van die te ontfangen , die ons al de on-
ruft
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ruft
ARCADIA.
huys
401
ifl ons huys veroorfaeckte. Even
•} wel hun onderling verftandt is niet t'ce-
emael ydel gewecft j want het is feeckcr
at Profper Caflandra feer beminde, en
/(fonder het voorval van dien vaften-
"avondt)fy hadtfoo veel machts over de
-eert van dien Jongen Ridder, dathyde
iacck tegens ons vcrvolghdc, meer om
iwel traers wil , en het ooge te vullen , als
mhet fclve tot het uytterftc eyndete
rengen. Jae felf dien avont, wanneer dit
ongeluck voorviel , hadt hacr Profper een
gelpeel belooft, waerover ly noch wel
eenige dagen dacr na in een vaft gevoelen
bleet, dat het Profper was geweeft , die
ons footreffeli jck vereert hadt. Maer ick,
die voor mijneygen oogen defen onbe-
kenden foo veel wonders fagh doen , om
het leven vanonfen Vader te befcher-
men , en twee of dry wonden , voor iülcïC
een Edel beftaen, ontfangen , was beter van
dien Werck-mecfter vei feeckerr. Sy
evenwel, op dit vermoeden, heeft een brief
aen Profper g> fchreven, vervult metduy-
fent danckleggingen voorde Muiijck,
dacrhv hacr mede vereert hadt, en voor
debyfonderedienlr , dewelckefy van hem
ontfangen hadt. Pi ofper.gelijck hy feer
vinnighen keteloorigh is, duydeditals
een verwijt , als hadt hy lijn beloften niet
gehouden , en te Hap gv weeft om Mare
Aurelio te befchermeni waerover hy fich
niet eens gewaerdighde haer te antwoor-
den,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
4o2 DORTSCHE
den. Sy geloofde dat hy de gelegentheyl
niet hadt gehadt,en dat fijn wonden hen»
fulcks verhinderden , over dewelcke fyii!j
haer feer bekommerde. Maer fy was wel 1
verbaeft , wanneer fy des anderen daeghsJx
foo als fy aen de galderye was(daer fy ,waivlir
neer den gemeenen gangk daer voorby I
valt,gelijck ghy weet, gewoon is g©4
duurighlijck te verfchijnen) Profper fagh*
uyt fijn Karoffe treden , om in die van den*
Hartogh van Palliane te gaen , en te diena*
eynde, dat gantfche begrijp van de plaeMi|
over moeft, dewelcke is van de fonteyne at f
tot aé het Paleys van de Galucci,fonder daibj
hyeenmael fijnoogen nae onfe Galderyè
gewcerdighi'e op te flaen. CalTandra wari
feer verwondert, fiende dathy niet ga*
ouetft was, en dat hy niet eens de moey ter
hadt willen nemen vaq haeraen tenen?*
welcke twee omftandigheden hacr feei^
ontruften , fiende dat fy Profper genoegbrt
iaem verloren hadt. Evenwel , om difci
verlies door een andere winft te verfoe i
ten, liet fy haer oogen met meerder gunfiil
als voorheenen op OcTavio, Neef van der
Graef de Berilli , gaen, 'die niet naliet dg
voordeel aen te nemen i maer defeeemgl }
onderfcheyt vindende tuflchen haered
my, liet fijn eerfte buyt varen, en beftondtf
my met fijn geduurigheydt moeyelijck t
vallen j en beantwoorde de loncken v
onfeSufter niet anders alsby geval,
fulcks wel haeft vcrmerckende , en
da
: j
ARCADIA. 405
daerom niet re beter willende, viel van
Ijfctefe keur weder op een ander , nament-
Bijck op Horatio , een Edelman; maer van
• een middelmatigh verftandt , en van wey-
uiigh belang. Dele was delaetfte daer fy
•diaer oogen op verte , en al-hoe- wel fy het
in het eerftc alleenigh deedt , om door de-
Ifelve het getal van hareminnaerstc ver-
meerderen , foo weet ick niet hoe het by
Égekomcn is , dat fy hem ten laetften met
(goeden ernrt heeft begonnen te bemin-
nen , en te vergeten al de gebreecken die
fy terrtont wel in hemkonde bemvreken.
Dit felve wiert foo groftelijek van de zijd®
van CaiTandra gedaen, en met fulckeen
delhey t van die van Horatio , dat de ge-
leelebuurtc,) \ de gehecle Stadt de mondt
: vol hadt , van dat iich Cartandraibobefet
alle avonden aende galdery liet vinden,
3 'daerfc te beter gelegentheyt toe had, om
'dat noch onfe moeder, noch ick , geduu-
rende Vaders lieckte, nauwelijcks van fijn
Jedde gingen) en de groeten van Horatio
foo dickmael omring , die anderiins noyt
rnenlienlijck wasgcwceli , als door deko-
ilclijckheyr van lijn ircvolgh j dewelcke
• liy vaft vermeerderde , na dat hy Ach die-
per in de genegenthcyt van Caflandra
~*agh indringen , het welckc foo bl ijcke-
ijekwas, dithyduyfent teeckt ncn van
jiiaergunrtin handéhad; Evenwel daer na
•wederom bedenckende, hoe grooren
voordeel Profper boveji Horatio hadt , be-
tooa-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
4o4 DORTSCHE '\
toonde fy genocghfaem r hoe gaerne fy
geilen hadt,dat die eenighleedtwefen van
fijn voorgaende onftantvaftigheydt ge-
toont hadt , jae foo verre dreven haerdefe
gedachten , dat fy befloot weder aen hem;
tefchrijven, gelijck fy deedt, gevende
den brief aenonfe Gouvernante Beatrix;
dewelckc , een regentin hebbende in den
handel van Caflandra , in de placts van die
te doen behandgé aen Profper, defelve my
in handen fteldc , met verhael van al haer i
fotternyé, te meer .dewijl fy door de milt-
dadigheyt vanHoratiotot fijn voordeel in-
genome was.Dcle brief was vol van klagh-
ten, enbefchuldigingen, tegen onfe moe-
der en mv,die fy gaerne van alles de fchult
fou hebben willen geven , en voorts met
feer verbindende wuorden vervult, om
Profper al foo weder te w innen. Maer ick
bevant my wel verbaeft, wanneer Beat rij
my des morgens daer aen weder een ande-
ren brief ter handt ftelde, foo vol van
{aecken vaneenrafend gevolgh, dat ick
voor my nam , onfe moeder daer van acr
te fpreccken . naedat ick het goet-vinden
van Don Artal daer over fou gehoort heb
ben , aen de welcke ick denbrief fandt |
maer de antwoort die hy my fchreef , ont
ftelde my, want hy liet my weten , dai
kk hem noodtfaeckelijck middel moft ge
ven om my te fpreecken, alfoo hy foo veei
aengaendedie faeckmet my te handeleii
had » dat het hem niet mooghlijck was
d<
I
I
4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
40f
de felve al te famen in fijn antwoort in te
Lfluyten. Hoe wel my fulcks feer bekom-
Jinerde (alfoo ickeen groote alkeer hadt
f.yets tegen het bevel van mijn Vader te
Jooen ,) evenwel de verfecckertheydt de-
rwelcke ick>van fijn geregelrheyt hadt , en
'.het belang van de laeck , deden my daer
xtoe verftaen , invoegen ick hem toeliet in
nonfen Hof te komen, op dewelcke het
kleyne Cabinet uytkomt, aeneenveyn-
fter dewelcke wel met traliën befet is , ge-
lijck ghy weet. Defe Dochter , dewelcke
"Jghy tegenwoordighnochby my fiet, en
*i* van wiens getrouwigheydt ick my ver-
feeckerde, fonder daeroyt berouw van
gehadt te hebben , braght hem felve de
Sleutels van de kleyne poort van onfèn
hof , die achter d ie van de Iefuiten komt ,
meteen wel bezegelt briefken , door het
welcke ick hem beval niet te laten , fich
daer omtrent middernacht te laten vin-
den. De y ver dewelcke hy hadt om my te
gehoorfamen , en de groote begeerte om
' tny te fpreecken , was de oorfaeck dat hy
een halt uur vroeger quam. Engelijck'er
tegenwoordigh een prieel dicht by het
felve veynfter is, begaf hy fich daer onder,
om te beter bedeckttc zijn i alhoewel
den nacht alreedtsdoncker genocghwas.
Maerhyhadt daer geen vierdendeel van
een uur geweeft , wanneer hem dacht ye-
mandt van de zijde van de andere poort te
hooren komen : hy daer op naerftighlijck
toe-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
4o6 DORT8CHE
toe-luyfterende, bemercktc dat hy niet be- j
drogen was, alfoo hy hoorde fpreecken, a :
endaer doorbemerckte datfe met hut Ir
bey den waren . Defe vocghden fich eyn* i :i
delijck neder even buyten het prieel , op I
de groene fit-plaetfen die daer ftaen , wan-«i
neerliy hoorde, dat een van beyden alduswr
tegen lijn macker fprack : Wat aengaetltf
Beatrix , die weet ick wel dit geheel voor»;
11 is , maer wat Caflandra belangt , ick fovtm
niet konncn gèlooven dat fy my haet , ofl:
foo veel veracht als ghy my feght. Indien ir
fy noch foo veel voor u is,antwoorde de an-»
der, als fy de laetfte reyfe was, wanneer ick 1:
haer op defe plaets fprack , fult ghy won
derlijcke dingen hooren , en ghy fult vq^
bonden zijn te be^jden , dat ick geen be*
drieger ben , en gelijck ick u hier niet heb if.
doen komen , als om u te doen ver ftaen , f
hoe verre ick met haer ben,ten eyndc ghy 1
my niet hinderlijck zijt , in het voorne- m
men dat ick heb haer te trouwen, foo bid- 1
de ick u oock uw woort , het welcke ghy ij
my foo menighmael gegeven hebt (van u 1
te matigen, indien ghy y ets hoort data ■
moght mifhigen,) te willen nakomen, en f
daervan nicmandt kenniiTete laten heb-
ben. Don Art al merekte wel aen de ftem m
van defe laetfte dat het Horatiowas, die tl
hy fomwijlen by den Onder-koningk ge-
ilen had : maer den ander was hem t'eene- |
mael onbekent ; en het geen hem alder- -"• j
meeft quelde , was dat de fel vc veynfter , 1
de- f
ARCADIA. 4o7
'jitewelcke ïckgekofen hadt, om hem te
^f preecken , defelve was daer Caflindra
h.-Ioratio te woort fouthen. Sy evenwel
¥%uam niet; want, tot haer groot ongel uck,
iluliablijvende langindc kamervan Dia-
, ia , daer fy by fonderc forge voor droegh ,
' i^af my verlof om nadc mijne te gaen. Soo
naett dan als het tijdt was , beval ick mijn
nCamcnier my te vergefelfchappen , niet
«ayillende dat my Artal , op lulck een onbe-
•ia.tramelijcke uur en plaets , fonder getuy ge
iT.rlétenfpreecken fou. Wanneer ick nu aen de
::ralie gekomen was, met lbo weynigh ge-
rucht alsmy mooghlijck was, hoewel
r^iet fonder hart-kloppen , en fulck een
>ntfteltenis als ick u niet fou konnen uyt-
Irucken, vraegde ick al bevende: zijtghy
! daer ? Don A rtal , die nader by my was als
ie anderen, kende terftont mijn ftemme ,
maer hy derfde my nier antwoorden , om
.dat de andere, die tegen ru-m over wiren ,
ihem fouden gehoort hebben. Maer als
Horatio op dat fel ve oogenhfick tegen den
tnder feyde (die hem rtillekens yets ge-
rraeght hadt) en dit foo luyde , dat ick en
Don Artal fulcks lichtclijck vermiert kon-
:ien : Men fou tegenwoordigh binnen Na-
pels weynigh dencken , dat Profper in het
niuysvan Mare Aurelia is. Was het geen
. wonder dat wy beyde vcrbaelt waren?
'Don Artal heeft my naderhandt wel ge-
Teght, dat fijn ccrlrc beweging foodani-
'gen gramfchap was , dat hy mocy tens ge-
noeg h
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Ao8 DORTSCH1
noegh hadt, fich fel ven te wederhoudeaBfoï
Tan hen , op het aldcrongelegentfte
tetaftem Maerbehalven hetgevaer^Bèt
hy felf fou geloopen hebben, foufulcijBCi
gedient hebben ommy t'cenemael te be-
derven. Derhaiven hy oordeelde beter te ü :
asijn,heteynde vanfulckecn wonderlijck ; i
Toorval te verwachten , van meening i
zijnde ♦ indien ick de tweede mael quara *
te roepennende andere , het felve hooren- a
de, aendeveynfterquamen, hen alsdan»:
ten te taften ; fiende geen ander hulp- 1» :
middel voor het onfchouwelijck ongeval* i
het welcke myfou hebben bevallen, inJ.
dienHoratio enProfper my hadden ko- *
men te kennen. By fich fel ven overleg)
gende, dat fv niet fou den dencken dat eer 3
man alleen hen fou derven aentaften , er
derhalven vermoeden dat 'er meer waren t i
waer door fy miffchien de vlucht foudeni j
nemen. Maer hy maeckte te vergeefs diiji
befluyt, wantgelijck ick voor als doe ee- 1
nighfinsde faeck bevroede , nam ick eer s
voornemen wederom te keeren , gelijcl (
ick deedt, zijnde meer als een uur verftre j
ken, fonder dat fich Caflandraaldaerlid !
vinden. De onderhandeling van Profpei ;
eyndighde in fpotternyen, in fulcker voe- j
fen, dat hy tegen Horatiofey de, dat fijn
ewijs flecht uy tgevallen was * dcfe daei i
entegen verfocht hemden naeften nacht:
weder met hem daer te willen komen • cmi
dat hy bliick van alles fou fien, Mae*
' Pro»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 40^
?rofper , voegende by lijn Boerteryen ee-
nge ernftige woorde, fey de hem wat har-
ler en wat fcherper : dat hy voortaen
Daflfandra in fijn kouteryenen labberyen
iniet fou hebben te vermengen, en daer
i/mede opftaende, begaven fy fich van daer ,
fonderdat hen Don Artal volgen wilde,
die daer op weder aen de veynfterquam ,
5 maer teroorfaeck van de diepe ftilfwij-
: gentheyt die hy daer vandt , na dat hy vier
of vijf mael gerucht aen de glafen ge-
maeckthadt, oordeelde hy wel , dat ick
vertrocken was, gelijckhy medegingk
doen, nemende fijn wegh naede kleyne
poort, dewelcke hy achter iich toefloot.
Hywas foohaeft niet op de itraet, ot hy
hoorde een groot gerucht, omtrent de an-
r dere poort: de nieufgierighcyt drong hem
- fichdaerwaerts te begeven , nemende fijn
geweer bloot in de handt , uy t vreefe van
: :\ overvallen te worden. Hy was geen vijf-
Stigh treden voortgegacn , wanneer hy etn
xmenfch gewaert wiert , die door lijn vaer-
^digenloop , deedtblijcken , dit hy vluch-
tte, cnwaerlijck hy bedrocgh fich niet.
{Hy greep hem ftoutelijck by den arm , 011
^ vraeghde hem : wie zijt ghy ? De andere ,
afeer verbaelt zijnde , antwoorde al beven-
de : lek ben Horatio, ick bidde u , het my
;aen. Don Artal als doe fijn Hem veran-
lerende, feyde dat hy hem fou tóen gaen,
henhy hemde waerheyt vandeïaeck
Sooais Profperen ick van een be-
S fchey-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
,to D O R T S C H E
icheyden placts quamcn , antwporde Ho-IM
f atio , qium de wacht by geval daer voor
bf , dewelcke eenigh gerucht op de muur^
hoorende , fichdaer onder gereedt ftelde M
Profper, diedeeerfte met een ladder van«i
koorden af klom, geraecktein nunhanjfc
Óen i ick nam mijn tijdr waer , dat l y een
ihick weeghs daer van daen war.n , en>
geraeckte met het grootfte geluck ter|
werelt vry. Don Artal, fiende data»
fnoodthey t van Horatio foo groot was lüM
het verlaten van fijn vrient, als in het ver- ,
raden van fijn MeeftreiTe, fettehemnet
geweer op de ftrot, en, fich veynleno© j
▼emant van Profpers maeghfehap te xijn, j
Sreyehde hem, op de eerfte ontmoeting
den beek tebreccken, indien hy oyteeip
woort fprack , van het geen hem gebeurt
was. Horatio, die hem uyt vrees wel veell
meer fou belooft hebben, om uy t fijn han- 1
den te geraecken , i woer hem fulcks, cal
los zijnde, beftondt uyt al fijn macht tel
loopen. Don Artal vervolghde, fijnen
wégh , maer hy fagh van verre , dit den
Hopman van de wacht , hebbende eenige |
keeriTen inde lantaernen doen onrttecc.
ken, die de wachters droegen. Pro ipei:
kennende wiert, en hem tegen fijn danc*
tot fijnent braght. Don Artal , dit gelie,
hebbende, begaf fichoock na hjyjg|
«nek fich teraft leggen. OflJlWW
faefhswas het gerucht
<loordegehceie Stadt verfpreyt ,
ARCADIA.
Profper de wachters te vergeefs hadt be-
laft tc 1 wijgen , \ zy dat hy felve niet leer
lorghvuldigh was , om de eer te bewaren
vandefe, dewelckc hem foo ongetrouw
was, 'tzydathy iïch op dele wij ie over
i Mare Aureho wilde wreken , in het lalte-
oren van een perfoon, dewelcke hem foo na
■Ibeltondt : In voegen dat eenige van onfe
i vrienden Ludovilio daer cerlt kenniire
i van hebben gedaen , andere van geii jeken
We Moeder , die fich verfeeckert hielt
ivan Callandras onnoofelhey t , voorna-
ïmenthjck voordien nacht, nademael Cv
by haer geüapenhadr. Evenwel vandt
llygeraden onlen Vaderte kennen tece-
niren , wat 'er van onfe Sufter gefproocken
j vierdt , om te fien wat middel men tegens
l le laltering van Profper fou konnen in het
-:jverck ftdlen. Vader de faeck met Lu-
oviho overgeleght hebbende, befloten
leiede laeck ten naullen teonderfoccken,
rndoor het gefaghdatons nuchoverge-
•» >leven was , den Mopman van de wacht,
fijn vo!c:k , gedrongen zijnde, de waer-
eydt te belijden , was men wel vcrwon-
rt , dat hun gec uy^enis , met het eerfte
recht, dat Ludovilio daer van gekregen
adt, overeen cju.mi. V/u my belanit,
e niet als te veel van de waerheydt ver-
kert wa;,ick deedt mijn uytterftó beft re
■«hinderen, dat de faeck foo levendigh
Jiet aeng-dreven wierdt , uy t vreeie , dat
oien moght komen te ontdccken , dat
s * Don
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
4I1 D ORTSCHE
Don Artal den fel ven nacht oock in onfe
Hof was geweeft. Ondertuffchen , ee
van defe wachters, zijnde door onfe
Vader met geldt bekoort , verhaelde me
alleen hoe het werck by gekomen «ras
niaer voeghde daer noch by, dat den felve;
Don Artal, hem het leven befcherm
hadt, op dien nacht, wanneer hy en Lud
vifio in fulck gevaer (tonden van ve
moortte worden, oock dat vanProfper^
behouden hadt. Mare A urelio , die ovef*
defe woorden fich meer ontftelde , als hy,
wel liet blijeken, vraeghde hem hoe
fuicks mocht by gekomen zijn , dat Dor.
Artal hem fulck een hylonderen dienft ge-
daen hadt. Ick behoor daer beter kennn
van te hebben , antwoorde den wachter «j
als yemandt ter wcrelt , want ick was eeri
van de trompetters (dewijl ïckin die gej
leeenthey dt een Dienaer van de ftadt ben i
dewelckeDon Artal op dien avondt vooï
fijn Karos deedt blafen . Hy betaelde onj
des morgens dry dubbel , op voorwaerd.i
dat wy niemandt fouden te kennen gcvei
dat hy die was geweeft , alfoo hy niet be
geerde dat men wift dat hy binnen Napel
was. Gelijck hy oock des anderen daegh
wederom terftont nae fijn oude ver bhjt
plaets vertrocken was. Op defe wijle wier
de bewefen dienft van Don Artal beken
geraaektOnfen Vader liet dé wachter p<
hem heboende meer gegeven als hy hen
belooft hadt, op voorwaerde dat hy her
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 4, j
trouwer tnhet fwij gen fuu zijn , alshy
Don Art*] geweeft hadt. Dit braght een
r wonderhjcke onovder in den geeft van on-
' fen Vader, de welcke fich aen de eene zij-
de foo blijckelijck aen Don Artal vcr-
fchuldight fagh, en aen de andere zijde
fich feer tegen hem mifnoeghdc, om
dat hy Profper te hulp gekomen was , die
hy altoos deoorlaeck van al ons ongeval
noemde, Ludoviiio, die hy lijn hart vry-
moedighlijck gcopent had, nam de faeck ,
metgoet geluck voor Don Artai enmy
aen, enftelde fich alfoo tegen deeerfte
driften van onfen Vader, dicalhetgoet,
dat hy van Don Artai ontfangen hadt ,
niet Jioogerab een faeck by geval ge-
fchiedt wilde achten. OndcrruiTchcn
Beatrix feer, ter oorfaeck van cenige mif-
handeling , op Sufter CalTandra geftoort
zijnde, fteldeonfe Moeder noch twee of
dry brieven van defelve ter handt; uyt
dewelcke fy genoeghfaem bemercken
.konde , dat fy aen alles fchuldigh was.
.'Oordcel wat onorder iulcks in ons huys te-
wege braght , en in wat een wanhoop fich
Xaffandra ingewickelt fagh; Sy , die
1 1 hooghmoedigh en fier is, feheen fich mc-
mighmael het leven te willen benemen,
\fy fchreyde, trock haei Juyr, en wilde van
ihonger ftervcn : haer f inert was ioo groot
t'dat fy voornam in een kloofter tegaen.
(OndertufTchcn , vindende onfe eer op
ifulck eenwijfe door Pro/per bclcdight,
o 3 dacr
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
4i4 DORTSCHE
daermen inltalien, en voornamentlijck
tot Napels, gelijck ghy weet, fich feer aen
bindt , dacht men t'onfent niet anders , als
fich mettertijdt dacrover tewreecken,
wanneer Ludovifio , tot onfer allerdroef-
heyt, kranck wiert, en korts na fijn fieckte
quam te fterven, nadat hy fijn Dochter
Diana onfe Moeder, als haer eygen , be-
volen hadt. Waerlijck dit hielt de goede
voortgangk van onfe faecken niet wey-
nigh te rugge, foo dat ons lmys fich weder
ineen nieuwe ongeruftigheydt bevandt,
dewclcke noch niet weynigh vermeer-
dert wiert , door de wanhopige fmart van
Caflandra , die fich fclven in het Kloofter
der Carmeliten Nonnen gingk werpen,
fonder yemandt van ons haer voornemen
te kennen te geven . M aer al defe fwang-
heden wierden haeft vergoet, door de-
pocde plichten van Don Pedro,deweIcke
fich tot noch toe niet opcntlijck voor ons
hebbende willen verklaren , ten laetften ,
aeneemcrekt de gerechtigheydt van onfe
faeck , en dc hoogc achting , dewclcke hy
van onfen Vader hadt, fich ten laetften
t'eencmael aen onle zijde voeghde. oe
Kick oock al de Spicnfchc Heeren, di
iv h als doe binnen Napels bevonden
Mare Aurelio, onfen Vader, lou de onrede
liickftedactvande geheele werelt ge^aen
hébben , indien hy defe weldaet met hadt
foecken te vergelden. Ondertuflchen
toonde den Onder- koningk aen Don
Pedra»
-sa
ARCADIA. 4t?
• > Pedro een brieft dewelckc hy van Don Pe-
rez ontfangen had, uyt de welcke bleeck ,
boorde verbindende rtijl van den felven
Heer, die fulcks uyt des IConings nacm ge-
fch reven had t , dat Don Pedrod'Avalos ,
niet alleen degunfl: van den IConingk we-
der bekomen h adr, maer dat hy al de hope
van de we relt hadt , dat hy weder fou ko-
men in fijn oude ftaet enbefit, beneffens
i de oudegemeenfaemheyt by den Konink,
1 Dit gerucht des anderen dacghs door de
g geheeleStadt verfpreyt zijnde , wilde on-
\ fen Vader geen fins in gebrcecke blijven ,
hem daer gcluck mede te komen wen-
ïï. fchen , en fich met hem , over foo goeden
id boodtfehap te verheugen. Toen was liet
b dat Don Pedro al fijn welfprceckentheyt
3 enwijfheyt in het werek (lelde , om Va-
b der te bewegen Don Artal voor fijn
\ fehoon-foon aen te nemen, hem vertoc-
i nende dat hy door die vermaeghfehap»-
{ ping niet minder als een grooteftutin fijn
i faecken verkrijgen konde , zijnde Don
v Artal een wijs , dapper, en rijck Ridder,
r waer over genoeghfaem tc oordcclcn
r v/as , dat fijn M \jd\cy t fulck een perfoon
niet Tonder bediening ibu laten. Mare
Aurelio antwoordt daer niet een woordr
op , het welck een goet teccken voor Don
Arral was : want ghy weet wel dat hy om
niemants wil fou laten een facck , die hem
f tegenlhet , te wcderfprceckcn : maer de
acnkomft van den Onder* koningk braght
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
416 DORT8CHE
de faeck volkomen teneynde , dewelcke , jj
uy tlaft van den Koningk , Don Pedro fij n I
wederroeping gingk te kennen geven ,
het welcke hymet al de vereyfebte om-
handigheden deedt , tot groote eer van
Don Pedro. Don Artal en de andere
Spaenfche Heeren, verfelfchapten hem in
defe aenfpraeck,beneffens de voornaemfte
vrienden van de Colonnen. Wanneer hy
fijnlaftoverluythadtuytgevoert, fprack
hyeen wijl met Don Pedro inhetbyfon-
der, en fichdaer opkeerende nae onfen
Vader, vraeghdehem, of hy den derden
in defe gemeenfaemheydt niet geliefde te
verftrecken. Sy flooten fich met hun
dryen ineen Cabinet, de welcke aende
zaelvaft was, daer fy.niet uyt quamen,
voor en aleer ons houwelijck gefloten
was , het welcke terftont door den Onder-
koningk al de tegenwoordige Heeren aen-
gedient wierdt, die Don Artal met groote
bliidtfehap by mijn Vader braghten. Hy
ontfinghem met foo veel genegentheydt
en gunft , als hy hem tot noch toe koel-
beyt, getoont hadt j waer op terftondt het
geheele gefelfchtpt'onfent quam, heb*
bende den Onder-koningk om de 6eck
een heerlijcker luyfter te geven, fijn vrou-
we , beneffens Don Pedro , voor af gefon-
den, om ons decerfte tijding van dit be-
fluyt te brengen.
Sonder u langer befigh te houden, mijn
Broeder, met al de omftandigheden van
ons
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARC ADI Ai 417
■m ons Houwelijck , of de blijdtfchap van
• C Don Artal, lal ick dit allccni^h leggen,
è datonfen vader Mare Aurclio ons fel ve na
i Spaengien begeerde te geleyen , te meer ,
• * om dat den Onder- koningk belooft hadt ,
in lijn aflijnde faccken tufleben henun
0 onfe vyanden te bemiddelen , het welcke
'3 beter door een derde , in fijn afwefen , als
0 door hem felfs in fijn tegenwoordigheydt
iq fou konnen gedaen worden , ten welckcn
■ ^ ey nde oock goet ge vonde wiert , dat onfe
T> Moeder tot Napels blijven fou, om uyt
(1 fijnen naem alles te konnen helpen bc-
* n middelen. Aldusbcn ick hier gekomen
f>fi met de Sulter van Don Artal, huys- vrouw
16 van Don Pcdro , en de fchoone Diana , die
- den Eerft-biflchop, haren Oom , my tot
9 gefellchap heeft gelieft te geven. Dit ver-
y treek is foo fchielijck toegegaen , dat ick
ï geen tijdt hebbe gehadtudaer de vvcte
z van te doen. Wy gingen te fcheep dry da-
gen na ons houwelijck , en quaracn in een
1 kleyne haven van Spangien , genaemt
£ Laucatc aen, alwaer Don Pedro een bevel-
brief vandt , door dewelcke hem bevolen
wiert den tweede tot Venafqae te vinden,
alwaer wy door den felven Brief verna-
men, dat men u alhier fou voeren»
Dit wis net geen ( vervolghde Ambro-
fio) Victoria haer Broeder van haer felf en
haer Houwelijck vcrhaeldc, met het
welcke ick befluytcn wil , fonder van de
gevolgen , dewelcke geluckigh fijn gc-
S ƒ weeft ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
a.,8 DORTSCtïB
weeft , tot voordeel van dit huys , meer te-,
fpreecken j te meer , dewijl ick vrees door
mijn te lang verhael u alreedts xnaer al te
moeyelijck te zijn gevallen , hoe Don Jan
aen fijn Broeder bekent wierdt, vernalen.
de Hiftorien genoegh , na de weickfi ick u,
wijfenwil*
JLyndt des vijfden Boeckf.
Het VI. B oec k>
g& Auwelijcks hadt Ambrofio,;
| | met de Colonnen en Caraffen-
1 gedaen, of fijnDwnaet (de.
9 tafel al lange opgenomen-
v , psJP zijnde) quam in de kamer,
met een brief aen fijn Heer. Hy defelve
geopent, en, niet fonder van verwe te
veranderen, gelefen hebbende, keerde
fich na Euftacchio.feggende : Don Carlos
k op gifteren in den Haegh gekomen , die
my op het fpoedighfte by hem verfoeckt;
te komen , (zijnde door fijn iaecken ver-
hindert my te vinden) alfoo hy my wegen
miinBroedemoodigh tefpreecken heert:
Het doetmy duchten, dat het met veel
soets is, en dat dien rouwen gaft my mij-
nen droom lichtelijck bewaerheyden lal,
Altoos/vervolghde hy,fich na het andere |
gefelfchap keerende) dit verbindt my ,|
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 41$
óvoor als nu , het vermacck van dit aenge-
tnaem verblijf te mifichcn. Hctisonshar-
[•telijcklcedt, berechte daer Periander op
I (geli jck dc andere mede niet bot waren in
t-bun HofF.-lijek heden dacr over te doen)
1 dat ons dar tcgelijck foctcn nut gcnoc-
i gen ontnomen wordt. Maer dewijl 'hc-tnu
1 Jchijnt foo te moeten zijn, verfoecken wy
r evenwel, dat uw heerlijckrheyt on3 tij-
i ding van hem gelieft te laten hooren , en
i fijn geluck of ongel uck deelachtigh te
'Imaecken , nadcmael wy dcfelve niet min-
-der als onfe eygcn belangen in achting
: hebben. Ick lal in geen gcbreecken
i blijven, antwoordc den Italiaen, of inper-
foon , of door brieven , van mijn faecken
dit al waerde gefelfchap, of voor hen allen
den Heer Periander , kenniffe te doen heb-
ben. Daer op belaftc hy fijn Karos te
vervaerdigen , terwijl men noch. een
dronck met malkander deedt, en ten laet-
ften Euftacchio omhclll , en foo van hem,
als de Jongkvrouwen, oorlof genomen,en
deDienaers van het huysnjR miltdadig--
leydt betoont, en voor het laetften den
VVaert , en vervolgens het andere gefel-
'fchap, bedanckt , en fijn vrymoedigheyt ,
ucneff-ns fijn gehreecken en mis'fiagen
;/erfc hoont hebbende ; wierdt hy door de
sHecrenaende Karos gebraght, en is, na.
arernieude beloften van onderlinge vrient-
•Ifchap en onderhoudt van kenniffe, voort-
heilagen. Eenyder was in der waerhey t
S 6 be<*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
DOE
I
a*o DORTSCHE
bedroeft over fijn vertreck , alfoofyhen
feerbevalligh enzedighin al fijn doen eal
verkeering gevonden hadden , maer hun .
' t rooft was Euftacchio, die hen beloofde 1
het miffchen van Arnbrofio te vervullen ,J
en noch dien dagh op te ftaen , om in fijn
plaetsde Jongkvrouwen te dienen, alloo-
het hoogh tij dt was, fich van de betaling,
van de dienft van haer genoten , te ont-j
latten. Periander vermaende hem daer irti
niettehaeftightezijn, fcggende, dat'cr;
niet was dat hem daer toeverbandt, dat
lij n buys en wat 'er in waer bet fij ne , eni
tot fijn gebruyek , en lijn tegenwoordig^
hevdt voor hem het hooghfte genoegen
was i maer, vervolghdehy, wie is dien
Don' Carlos , die onfen lieven vnendt dus
haeftigh by hem ontboden heeft? Een
braef Spaens Ridder , antwoorde, Euftac-J
chio ,.daer ick in Spangien , en Arnbrofio
tot Bruflel kennis mede gekregen heb-
ben» Die, een jonger Broeder van den
Graefc Alfredo zijnde, dapperlijck lijn
fertuyn of celnck door fijn Houwelijck
pemaeck t heeft . Ick heb al het verhael
Sytfijnmontgehoort, en vindèmy ver-
fchuldight hetgefelfchap hetfelve, ter
oorfaeck van de vreemde voorvallen *
medetedcelen.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 42-£
Vertell'mgvan de Gcftrafte
Afgunfl.
Sevilla, die doorluchtige Stadt, en
waerdigh hooft van Andalufia > is de ge-
boorte plaets vandefe Don Carlos , twee-
de Soon van den Grave Horatio , geweeft :
dewelcke; ter oorfaeck van fijn aengena-
. men aerdt, aldaer foodanigh bemint was ,
dat al die hem kenden , hem beklaeghden
dat hy, volgens fijn verdienden , deeerfte
erve in fijns Vaders goederen niet was.'
Hyisfeer vermaeckelijck in lïjnby-zijn,
bracf van lijf en leden, al-hoe- wel, als
' . — - »..„u4«wkmuwuuv.migUtU
gefondt. Sijn broeder Al fredo , ouder als
hy, maer veel jonger in verftandt , en on-
eyndelijck minder in bcquaemheden \
bleef , na de doodt van hun Vader , in het
befit van den eertitel, en het gebruyck der
goederen , en dat door het voorrecht van
een eenigh jacr. Defen was van een afgun-
: ftigenaert, het welck, zijnde hy foo Edel
geboren , by na een onmooghlijcke faeck
icheen te zi jn, hy was hoovacrdigh,opgc-
blalen en handelde Carlos meer als
) een vyandt, dan als broeder, Carlos hadt
'c genegentheyt , fich iclven door een Hou-
x wtlijck aeneen Iongkvrouw te verbin-
Iden; dewelcke door haer middelen het
gebreck van de fijne moght vervullen, en
S 7 hem
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
w DORTSG ff E
hem alfoo van dc flaverny van fijn Broeder
te verioflen . Met defe meening fioegh hy •>
fijn oogen op een ïongk vrouw, Eltela I
genoemt, Dochter van een van dc Rijckfte-
enEdclfte Ridders van de geheele Stadt , <j
als die in Indien geweelV, endaer groote
middelen van daen gebraght hadt. Dcie>
Eftela . dusRijcken niet minder fchoon
zijnde, was het aendachtigh voorwerp
vandefen Iongen Ridder, Tonder dathy
evenwel yemant fijn voornemen derfde te-
kennen geven. In het beginfel wierdt hf
meer bewogen door haer groote midde-
len, maer daer na , als hy haer beter befietf
hadt , werckte haer fchoonheyt al ruym
fooveel op fijn genegentheden , als oy#.
haer goederen vermoght hadden. Hy*
▼andt geengelegentheyt om haer fijn liet-r
de te kennen te* geven , al- hoe wel hy het*
felfde ten alderhooghfte wenfchte te mo-
ften doen , om dat fulcksalderbequaemft
door middel van de dienftboden gefchiet ,
die men voor eerft de handen fal ven moet,
daer hy gewilliger als overvloedigh in
was. Des daeghs fagh ky haer wanden
acn, en des nachts washyeenbeforghde
fchilt wacht van haer woning. Maer
eyndelijck bemerekende, dathy te ver-
geefs fijn cijdtverflect, met aldus te die-
nen dieJiem, of tenminften fijn genegent-
heden niet kende; beüoot hy daer van
met fijn Broeder te handelen , oordeelen-
de dat hy, om van hem ontflagen te zijn I
' hem.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA: A,lt
em te eerder tot ee n houwelijck vorde
n iou ; hy dan geeft lijn Broeder lijn gc-
egcnthcdcntotEltelate kennen, tn dat
hy , om haer te meerder waerdigh te mo-
gen zijn, iïch gaerne wilde dienen
van fijns Broeders aenlien. AJfredo vandt
de bcquame verkiefmg van fijn Broeder
goet , en beloofde hem als doe dacr in be-
hulpfaem te zijn: maerdaerna, hebbende
de uytftecckcnde hoedanigheden van
iEftela aengemerekt, befloot hy defelve
| voor fich fclven te beforgenj want gelijck
fijn hart vol afgunft was, behoefde hy
j geen andere middel, om fijn begeerten op
te wecken, als dat fijn Broeder haer be-
geerde. Hy dan nam de gelegentheyt de
Vader van Eftela te gaen begroeten , de
welcke hy fijn gencgentheden te kennen
gaf, en den ouden man, kennende fijn
(het en gelegentheyt, fprack i ijn Dochter
daer oreracn, die fich niet fèer ongene-
gen dacr toe betoonde , alfoo fy een vrouvr
:n tot het houwelijck niet onwilligh
was. Carlos bemerekte dat fi jn Broeder in
het huys van Eftelagingk, Jut welck hem
ïengoetgevolgh dedchoopen , vertrou-
wende dathy gingk voor hem verfoec-
!cen, het geen hy hem foo ernftigh afgebe-
n hadt; want een menfehedie felvegecn
i/erradtry kan te wegc brengen , vermoet
IHjlcks noyt van een ander. Ondcrtuflchen
ontbrack *er geen die Eftela de groote lief-
de van Carlos tc kennen gaf» dewelckc
hco-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
414 DOKTSIHB,
Wende fulcks alreedts van hem verj
klaert te zijn,fich daer over ten alder4
hooghfte tegens hem mifnoeghde , hem'
befchuidigende van ongeregeltheyt , die
wetende de gelegentheyt van fijn Broeder,
omtrent haer verfoeck , fich felven lbo
fottelijck daer tegen derfde ftellen. Op
defe wijfe gingen de twee Broeders vaft in
hun liefde voort, hoe wel onderfchey-
dentlijck ingeluck: wantCarlosbemnv*
de, zijnde bedrogen van fijn Broeder , en
Alfredo hebbende de guuft van Eftela.
Carlosondertuffchen , bemerekendeoog-
fchijnelijck, van haer veracht te zijn » nam
voor mondelijck met haer tefpreecken,
enuythaer fel vete verftaen, waeromfy
hem foo ftrengelijck handelde. Carlos dan
bevandtfich opfeeefceren nacht omtrent
haer veynfter , daer fy de fcomft van AU
fredo verwachte , om hem , fonder meer
getuygen, als de ftilfwijgende nacht , te
fpreecken; want fy , fiende dat hy fijn ver-
loeck met allen ernft vefvolghde , wilde
hemeerft mondelijck lijn voornemen at*
vragen , en onderfoecken of het verthndt
en het gelaet over een quamen j want
dien fy hem een weet niet bevandt te
zijn-, was haer voornemen Kever te fter-
ven , al« haer leven met hem door te bren-
gen. Carlos nam voor eengroote gonll
van het geluck, defe gelegen theydt fod
wel te treffen. Hy voeghtfkhdan nadeB
by het veynfter , en fy, meenende dat die
ifiW • '
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 4ir
gene dacr fy mede fprack de Graef was ,
. * nademael fy malkander daer op die gcfet-
• • -*'te tijdt verdaghvaert hadden, riep hem
j met meerder teccken van liefde als Car-
| los verwacht hadt , feggende , dat naede-
mael hy de gelegcntheydt van hacr eens te
ipreccken fooernltigh van kier begeert
•ij hadt, fy hem fnicfct, tcroorfacck van lijn
I verdienden , niet hadt konnen wcygeren.
i Carlos antwoorde haer nut fulckeen ge-
vnegentheyt en bevalligheyt, dat Eftela
i den Hemel beftondt te dancken, voor haer
><goet geluck, gevende haer een Bruydc-
< gom die met geen gedachten te verbcte-
iren was. Sybewcfen malkander groote
; gunften en gen egc ntheden , hoe-wel fy
v beyde bedrogen waren . Efl e ia, fiende dat
l Alfredo , en geen ander , meefter van haer
genegentheden hadt te zijn , feyde hem ,
diefe dcfe meende te zijn'; wacrlijck Al-
fredo , ghy hebt feer wel gedaen , dus al-
.leenigh te komen, al lbo ick u veel dingen
. tefeggen hebbe, die my leer bekomme-
ren, ick fou wel wenfehen , dit , het gene
.uonget wij feit mocyelijckheden heelt te
. veroorfaecken , te verbergen , maerde-
, wijl het een Qagh van verradcry is fulcks
te laten ftilfwijgendc voorby gaen , heb
tak my dacr van willen ontlaften , van het
;geen noodigh is dat ghy evenwel te weten
.komt. Carlos ftondt verbaeft over fulck
>ten onverwacht voorval , cn fiende dat
/Eftela foowcynigh kenniflc droegh, als
hem
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
416 DORTSCH _
hem voor Alfrcdo te nemen, ontveynid*
fich fel ven , foo veel als hem mooghlrjck
was, en luyfterde toen yorders wat
föfifoetevyandin feggen wilde , dewelc-
ke aldus vervolghde : Gbv moet weten, 1
dat uw Broeder, dienCarlos, die na het
gevoelen van vele, die niet met hem
omgaen, voor verftandigh gehouden
worat , foo onbeleeft tegen mjin eerbaer-
hey t, en foo fnoodt tegen uwe liefde is ge-
weeft, dat hy, dervende fijn gedachten op
my veilen, fonderaentemerckendatick !
geboren ben,om de uwe te zijn, my iood*i
nigh derft moeyelijck vallen, dat dele
muren hem alle uren tot gefelfchap het»
ben, infulcker voegen, datickoocknu
tegenwoordighbekommert ben , dat onie
redenen van hem gehoort mogen worden,
ick wilde dienonluft wel voor uverfw* ;
Cen hebben , maer my heeft het feeckerft< \
ledacht , u fulcksbekent te maecken , ofl
2at, indien ghyby geval daer nafulck
mooght te weten komen , ghy oordceler
moolht de fchult niet by mijn oogen
maer lijn kleyne voorfichtigheyt tezijn
Carlos hadt het quaet genoegh iich fel vei
tewederhouden , hoorendcloodanigere
denen : aen deeene aijdefagh hy de at
keer van die hy beminde , en aen de ande
re, fich (elven beledight van defe, ove
dewelcke hy Hch niet konde wréecken, d
örafheydt van Eftela fmarte hem «en fM
ziel ; maer het verdriet van iich door fy«
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
A R C A D I A. 417
|eygen Broeder foo verraden te fien, benam
hem fijn gedult, hebbende hem foo vrien-
delijck verfocht, hem in defe faeck te wil-
len begunftigen, door wkns toedoen,
wanneer hy meende de vrucht van fijn
verlangen te genieten; hy öch nu foo jam-
lerlijck bedrogen lagh. Hy maeckte
ich yaerdigh haer te antwoorden , indien
- ^hy niet door een mans perfoon verhindert
jxhadt geworden , dewelckc fich voor hem
cftelde , feggende : dat die plaets een ander
«als hem toebehoorde , en dat hy wel fou
;ïdoen , dicaen den eygcnaer over te laten.
Eftela hoorde defe woorden , en meende
? dat het Carloswas, die de felvc fprack, en
: begofl: te vreefen , datfe onder malkander
hant gemeen fouden worden. Carlos, die
rden Hemel gelijck alsdancktc , voor defe
• tegenwoordige gelegentheyt van fich te
wreecken, over het ontfangen ongelijck ,
Tonder te dencken dat hy fijn Broeder
voor hadt, antwoorde hem niet als met
ilen degen, en dat met fukkeen hevig-
heyt, dat indien Alfredonict by tijdtsge-
-weecken hadt, hy niet levende uyt de
traet fou gcraeckt hebben. Maernadc-
ÈHiael cenjgc van fijne dieniers het ge-
"ucht quamen te hooien , en defe , toeloo-
;oendc, Car'os wierden kennende, ont-
weckten fy hem wat dwaef hcydt hy aen-
i?rjng. Den een en den ander brgar fich
-j&vrop van de plaets, fonder malkander
worden aen tefpreecken, of voldoening
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ll8 DORTSCHE J|
te geven. Want Alfredo was hoovaerdigh
en machtigh , en wilde fich foo laegh niet
vernederen , en Carlos hadt nubhjck ge-
noegh, fonder vorder befcheyt van hef,
fchelmftuck te behoeven. De bedrogen
Eftela bleef ondertufichen in groote forge
en bekommernis, hoe-wel by fonder van
haer Bruydegom vergenoeght, die hoi
foo moedighen verftandighgetoont haa
En alfoo Carlos, die metlietfwaerten de*
tonge haer gunft verdient hadt, onder-
hiel! haer gedachten dien geheclcn nacht,
onder den naem van Alfredo. Maer defe
wilde nu fijn voorgenomen werek niet
langer uytftellen, maer begaf fich des an-
deren daeghsnadc vader van Eftela , de-
welcke hy over het Houwelijck aen-
fprack, endiehemtotantwoort gat, dat
hy fich van fijn Dochter te verfeeckere»
hadt, en om te betoonen, hoe fcer hy daer
toegenegen was, hem de gelegentneydt
verlunde fijn Dochter te befoecken. Al- l
fredoachte defe gunft feerhoogh, «jM;;
gaf fich voort na fijn Eftela , die hem met I
ten fchoone fchaemte ontfing, hem dooM -
de met haer oogen foodanigen gunft als hf -
niet verdiende5 Sy handelden van vee,
fcheyden faeckcn,en geh,ck Alfredo jc
behalven onkundigh,oock feer onbedacht!
en trots in het fpreecken was, vernamt;
Eftela dat noch de fpraeck . noch het ver-j
ftandt, met die van den voorleden nacht^
over een quamen. Het welcke in Mct>
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 4iy
i fulck een nadencken verweckte, dat, in
plaets van te befluyten , fy hacr Vader
verfocht, het voorgenomen wereknoch
vooreen tijdt op tefchorten , eyfehende
haer bedencken om fich te vergaderen
meteen perfoon, wacr mede fy hacr leven
fou hebben door te brengen. Alfredo liet
fich hut felve mede eenighfins wel geval-
len, al -hoe- wel hy het liever anders genen
hadt, om dat hem het befbeck van fijnen
Broeder, het welcke hy den voorgaenden
nacht acn lijn beminde gedaen hadt , niet
feerwel aenftondt : maer vertrouwende
op de toeftgging , die hem den Vader van
Eilela gedaen hadr, liet hy fich genoegen ,
evenwel niet latende door de gcheelc
Stadt ruchtbaer te maecken.dat hy binnen
den tijdt van vierdagen metEftela trou-
wen fou. Het volck , anderfins licht ge-
loovigh genoegh , floegh daer terftondt
geloof acn, en Carlos quam het felve oock
wel hacfl: ter «oren , die dcfe flagh al heel
fwaer te dragen viel , iiende door fulck
een onbillijcken wegh verloren te hebben,
het geen hy met fulck een billijckheydt
Tocht. Carlos beminde met verftant, even-
we! was hy foo verftandig nict,of dit voor-
val tenten hemontfint te fiillcn maken;
Indien, léyde hy by fich fel?, ecnigh vyant
my dien treek gefpeelt hadt, ick foudc het
te lichter verdragen, maer, dat mijn
Broeder aldus my den voet dwers fet, valt
my onlijdclijck. Indien het een ander
was
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
del
AXo DORTSCHE
was die my foo veel beledigde, ickmoght
de wraeck aen mijn moet foecken i
xnacr my tegen mijn Broeder te verte
ter* wat is dat anders als fijn eygen bloedt
tc willen vergieten, en de vervtoecking
van ie gantfche werr.lt op fijn hals te ha-1
len? evenwel drong hem fijn verhes me-
nighmael tot wraeck aen , m ier de vrees, 4
van Eitela te mif hagen , meer als Alfredo»
te believen , hielden hem weder terugge.
Her belle d it hem d icht g^laen te moeten
zijn , was fij n Vadcrlandt te verlaten , om
te fien of hy alfoo in een ander geweftfich
voor fijn ongeval, het welcke hem geduu-
riehliick vervolghde, fou konnen ver- i
bergen. Hy dan pronckt fich heerlik op •
als ten krijghfman, en beQuyt fich nat?
Madrid, envandiernaNederlandttcbe-
geven , het geen als doe in het he.tfte van
den oorlog'ci was , om aldaer te fien of hy
meer geluck van fijn arm, als van fijn hert
te wachten hadt. Sijn broeder Alrrcdo
ftondthem defe tocht lichtelijck toe , me
niet lievers fagh, ais fich van foo een
nae-yveraer verloftte fien, voorgevende
dat hv een daedc aenv ing die de glants van
fiin geboorte waerdigh was, langs den
trap van de deughtte foecken, hetgeen
hem de natuur in fijn geboorte onthouden
hadt , en om te toonen dat hy fijn Broeder
was, vereerde hy hem twee duyfent Du-
caten , om fich allenthalven als een Edel-
man te mogen houden , wel bigde zijnd
ARCADIA,
dat hy hem foo uytgeiet hadt
43 «
gevende
•. hem ibpvcn dar fijn woordt , hem allefins
• gumbgh te lullen zijn. Carlos komt dan
i op een dagh te ïoorfchijn foo aerdigh op
iijn krijgnfmans gekleedt, alsoogeluc-
4k]gn, Sijn kleederen waren heerlijck
J TOtgoudepaflemcntenbcJeydt, cenhoct
. vol vederboflehen bolchaduwde hem het
\ dapper wefen, en een goet, mecr ajs kofte.
^Jijck geweer bekleede lijn zijde, die
J Eitelamct bekkedenmoght; macr voor
J al een dapper hert in den boeiem , iherde
mer yets ongemeens , al het wclcke Hjn
; brave geftaltc en fraey gelaet geen kleynen
| luylter gat. Macr achtende het een onbe-
leefde dacdt te lullen zijn , indien hy ver-
trock , fondcr fijn toekomende (Vagcrid-
ne te gaen bclbecken, en oorlof van hacr
te nemen, enhaer metcenen geluck in
haer aenftaendc houvelijck te wentchen ,
begaf hy fieh derwaerts aen. Hy vandt
haer droeviger alshy gewicnt ha lt haer
te vinden, al-hoe-wel hyfich daer over
niet fecr verwonderde , aüoo hy wel oor-
deelde dat fy het achte haer plicht te zijn ,
fich over het vertreck van haer toeko-
mende ichoon-broeder niet te verblijden ,
en hem alfoo met meerder genoegen te
verlenden , hetwelckmen lichtelijck tb
doen heeft » acn een perfoon , die men ge-
looft noyt meer te fullen fien. Masrdc
reeckerhcyt was, dat Ellela, Tiende dc on-
wbbelijcke manieren van Alfredo , fijn
on.-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
M DORTSCHE
onverdraeghlijcke hoovaerdve , en fij
laftiecn aert, niet wift te overleggen , hc
fy haer mifnoegen haer Vader beft teken
nen fou geven. Sy befchuldighde hae
oneeiuck , het weicke haer een menfch t
lot gaf , die fy nby t fou konnen bemmne
In defe bedenckingen was fy, wanne
Carlos in quanf , en na dat fy fijn gewa
engelaet wel had aengemerckt, vraegn
fy de oorfaeck van defe verandering ,
het weicke hy in korte en verftandig(
woorden antwoorde : datfijneygen Va
deriandt hem foo qualijck gehandelt had
dat hy fich genoodtfeeckt vandt hetielv»
voor een ander te ver wi (Telen i aMiöe-««^
de voornaemfte oorfaeck was , een vrouv «
gemint te hebben , die fijn liefde met ver
achting beloonde, van al het weicke h 3
meer fijn eygen bloet als verdienften , al
leen fijn trouwe aengemerckt, te befchul
een hadt. Hydan wetende datLy eerft
daeghs eenen anderen tot haer man t
wachten hadt, wilde fijnoogen noch fiji
hert met fulck geficht niet bedroeven , al
hoe-wel hy fich van de inbeelding nau
welijcks middel fagh te fullen konne
ontflaen ; waer door hy verhoopte fich 1
fulck een geweft te begeven , daer aen fi]
dapperheyt, miflfchien niet geweygert fo
worden , een eilendigh leven , met ee-
edeledootteverwifielen. Metvermaecl
en aendacht hoorde Eftela de redenen val
Don Carlos aen, daer fy groot vermaecl
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA,
43?
i vandt , aengemerckt .
*metdewelcke hy ai defe en meer andere
.«•dingen voortbraght , dewelcke haer ter-
jjfftondt een groot gevoelen van hem deden
hebben ,tot het welcke fijn braer'en man-
• nelijck gelaet , het geen haer groot onder-
i fcheyt tuflehen hem en fijn Broeder deedt
::a vinden, nietweynigh hielp. Behalven
• J dat.bewoog haer fonderling de kracht van
i fijn liefdc,dewelcke hem vaderlant, vrien-
i' den en bekenden deedt verlaten , om fich
ifelven in de armen van duyfent ongevallen
7 te werpen. Sy hadt al menighmael op de
n tong hem de reyfe af te raden , ma er haer
m belangen hielden haer te rugge ,behalven
i dat fy vreefde wederom in haer verkicfing
j bedrogen te worden, alfoo AlrVedo , hoe
Jfottelijck hy fich nu oock aenitelde , dien
;eerften nacht van haer aenfpraeck , oock
• j wel een wijfe vlaegh hadtgehadt. Car-
los dan nam fijn affchcyt, niet fonder
•fmert van Eftela, gelijck felf het geen
-men het minrte acht, verloren zijnde, on-
iiuft veroorfaeckt, en een perfoon wanneer
hy vertreckt altoos beter fchijnt te zijn.
.Wanneer fijn rey stegen den volgenden
fhgh vaft geftelt was , wilde hy evenwel
-lietgaen , ionder eerit fijn Broeder noch
..icnmael aengefproocken te hebben, om
,aem het gene hy van fijn ondanckbare
ahoodtheyt wi(r, eenmael te gemoet te
.-roeren, het welcke ten minden hem noch
.tenigc trooit fou hebben toe te brengen ;
T ge.
k. j
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
... D O R T S C H E 1,
eeliick het een deel van vertrooftmg voo» M
fen verongelijkte is, met vryer harten f
fiin klachten te mogen doen. Hy dan ,
rirftaeSdedat hy by Eftela was , begaf
fich darwaerts, en deedt hem allcen.gh
roepen. Alfredo, ^nckendedathetm.f4
fchien de laetftc reyfe fou «ja dat hy hem
Wecken fou, wille hem hier m voor d.e
ft* te wil zijn , om hem ten mm A» met
«noeeen te laten van hem fcheyden.
K lySe Eftela hoe Alfredo enCarlo,
by malkanoer op de
ernftiee redenen tefamen hadden. Sy .
aeliickde vrouwen gemeenl.jck meuw*
Sicrigh zijn.begaf fich aen een «al.e , d.e
fan binnen met kijek-gaten befchoten
was, vanwaer fyhen niet »»«"k^e.
fien macroock hooren al wat fy iéyden .
onder andere woorden hoorde fyoock de-
ft met dewelcke Carlos njnbeklagh over
A fredo deedt : Maer feght my.Broeder ,
Cat reden fouder konnen zyn , dewelcke
"foukonnen ontfchuld.gen van , fnoodt-
hevt, dewiil ehy, na dat ick u had gek^t
d [ k EdelaBfuo beminde , ^«rf '
sAs4mogelijckd»tfulckecnwreedt|
heytin een Edel gemoetva Uenkan. In
diénick , gehjek ick uw broeder b-n u
«loodt-vyandt was, wat foudt ghy mee. oe
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
m
I
ARCADIA. 43f
bitterheyt aen my hebben konnen betoo-
nen ? Of wat fchort'er meer aen, om defel-
vetezijn? Indienghy haer eerder als ick
abemindt hadt, ick hadde'tutoegeftaen ,
vwant voor de liefde moet alle vriendt-
cichap wijeken : maer Eftela te beminnen ,
-i niet om dat ghy haer beminde , maer om
I dat ick haer lief hadt , wat naem lal men
k dat geven? Maer ick vcrwondere my
I geenfïns dat ghy defe tyranny tegen mijn
liefde gebruyekt , want het komtdaerop
uyt , ghy zijt machtiger als ick , en hebc
( altoos een natuurlijcke tegenheydt in my
);gehadt , al-hoe-wel ick foo Edel als ghy ,
I cn van een en het felve bloedt voortgeko-
men ben ; maer daer over fta ick beducht ,
hoe ghy uwgemoet vooralle Edele zie-
len fult konnen bevrijden} doch men vindt
foodanige lieden , die , zijnde in hun eer
door het bedrij ven van fnoode daden ge-
quetft , evenwel konnen eten , konnen
drincken, en fichtot vcrmacckclijckhe-
den begeven; Alfredo , ick bemin Eftcla ,
gelijck ghy weet , en gaf Godt dat ghy het
noyt geweten hadt 5 ghy trouwt haer , en
ick gacfonder te weten wacr henen, alleen
lom ingeenplaetstezijn , daer ick ut'ee-
nigertijdt hctleven lbu mogen komen te
benemen : want een belediging geelt
rgroot gevaer , temeer, wanneer deielve
"*altop yemandt diedaer gevocligh vnn
s. Eftela bemint u, en ick houdehaer
erkicfing infulck een achting, dat ick
T 2 lie-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
I
A%6 DORTSCHE
liever verwecken wil , als haer het minlte
ongenoegen toe te brengen. Geniet haer I
veel jaren , foo lang als ick haer niet meen
te tón, want ick weet niet hoe verre my j
sniin drift vervoeren fou , indien ick haer I
in uw armen fagh; gelijck oock meng
nacht, wanneer fy met my fprack* mee-
nende metü tefpreecken, ick almijn hef*
den van noodenhadt, om my tegen haer
waerdighey t niette vergrijpen Sy in der
daet bedroogh ftch , entoelt iich een wu.1
met my op, fprekende ^uahjck van mijne
liefde en van mijn folt, het welck dien
nacht was wanneer ghy quaemt om my
de plaets te doen ruymen, die ick beter
verdiende als ghy i en dat ick u als doe het
leven niet benam , was geen gebreck van
mijn Wil , maer om dat ey my ontweeckn
Alfoodan, om u niet te fchaden , en mijn
felven te bederven, vertreck ick van hier,
ick geloof om te fterven. nademael ick
met "mijn leven, mijn geluck meen te
foecken. Ick weet wei datick weynigh
winftdoe, met u defeomgen tegemoet te
voeren ; maer ick wil ten mmften dat ghy
weer, hoe ick uw ingewandt en hert door-
grondt, en de afgunft ^e dae^n vmont
levondenheb, om uten mmften met die
kleyne oriluft te laten , daer uw ondanck-
baerheydt my tot fop groote ouellmgen
verdoemt heeft. , rJ
Alfredo ftondt verbaeft over üch idt
ren , van foo grooten geduit g*»**
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
Hl
al
i
437
hebben , om fulcke ftoute redenen aen te
hooren. Houdt my' nu voortaen , ant-
woordc hy , voor een lief-hebbend
Broeder, naedemael ick lbo veel medelij-
den met u gehad hebbe, van niet tc gebie-
den , dat u een paer van mijn Dienaers
den hals fouden breecken. Maer hy hadt
het gelaten, om hem eenighiins verge-
noeging te geven, over het mifnoegen het
welcke hy tegen hem hadt. Hy vervolgh-
de, dat, hebbende hem Eftela benomen ,
fulcks geenfins fijn afgunfl: , maer wel een
ftraf van fijn eygen onwetentheydt was :
en hy, wetende hoe grooten weêrfin iy
tegenshem hadt , cn watgrootcr achting
fy hem droegh , hadt niet konnen laten,
ten inficht van eenige belangen , haer we-
der te beminnen , al- hoe- wel hy wel wift ,
dat iy hem in veel deelen niet waerdigh
was.hoe fchoon,wijsen edel fy mocht zijn.
Den opgeblafen verdwaefden Alfredo fou
£ich noch verder door fijn onbefchoftheyc
hebben laten vervoeren , ten wacr Carlos
hem denwegh afgefneden hadt, met te
legden, hyiou van Eilcla cn haer doen
met beter aenfien fpreccken, cn dat hy fijn
eygen inbeelding tot fijn afgodt maeck-
te , indien hy fich dorft laten voorftaen ,
dat hy haer waerdigh konde zijn , en dat
hy tot befcherming van haer deught cn
fchoonheyt den degen liever fou trecken ,
als voor fijn eygen laeck. Altredo wilde
geen langer tijd t met hem verflij ten, ea
T la-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
4;8 DORTSCHK
latende hem als een fot , keerde hem den
rugh toe » fonder hem te antwoorden.
Carlos volghde hem tot aen de muur van
het huys, en keerde alfoo weder nac het
fijne, om aldaer alles tot fijn vertreck
veerdigh te maeck(fn. Men fou de droef-
hey t,quelling,en het mifnoegen, daer fich
Ellcla in bevandt , niet konnen befchnj-
ven, ficnde fich fel ven foodanigh verlicht.
Sy deedt niet als revelen by fich felven, en
nu het ongeval van Carlos , en dan haer
eygen te beklagen ; fy hadt geduurigh-
lijck fijngcftalte, fijn geeftigheydt , lijn
verftandt , en boven allen fijn vaft geftelde
eneerlijckc wil voor oogen : fyfaghnu
wel dat hy die gene was , tot dewelcke
haer liefde fich met fulck groot recht ge-
neyght hadt. Sy maeckte een vergelij-
king tuffchen dcfe twee roinnaers, fy
merckte Carlos aen als verftandigh, Alrrc-
do als dwaes en laetdunckende ; Carlos als
welgemaeckt, Alfrcdo als milmaeckt
den een gehaet van het geluck , den ander
van de natuur , en befloot daer uy t, Carlos
was haer liefde, en Alfrcdo haer haet en
ongenoegen waerdigh. Sy meende finnc-
loos te worden , wanneer fy bedacht , dat
fy den eenen altoos voor haer oogen ion
moeten hebben, die fy hate : en miflchien
nimmermeer weer fien , die fy beminde.
Sy hadt wel gewenfcht dathy fijnreys
afeebroockcn hadt , maer fagh daer geen
middel toe > of fy molt fich (elven gcwelt
ARCADIA.
439
aen doen. Hier drong haer de liefde daer
toe aen, daer wcderhieldt haer weder haer
achtbaerheydt , fy beklaeghdeheteen, en
befchuldighde het ander; wat fou fy doen?
de min krccgh de overhandt, en fy befluy t
middels tot fchortingvan fijn reys aen te
wenden. Sy neemt dan pen, papier en incl,
en fchrijft aen Carlos , hem beJaftende den
volgende nacht aen de achter-deur van
haer huys te komen , alfoo fy hem noodt-
faeckeli jek, voor fijn vertreck uy t Sevilla,
fpreken moft; en dat hy.fulcks doende,fou
bevinden wat van haer liefde was. Den
dagh gekomen zijnde, gaf fy den brief
een van haer macghden , die van al haer
geheymen wilt, om defelvc aen Carlos te
behandigen. Dit wierdt van de Dochter
foo gedaen , ten tijden als Carlos beligh
was, fi jn affchey t , van een menighte van
lijn vrienden, dewelcke hem voor het
laetlte waren komen aenfpreeckcn ,
te nemen. Sy verfocht hem een woordt
alleenigh te mogen fpreecken ; het welcke
hy toeltaendc , gaf hem de Maegt den brief
van Eftela in handen, feggende, dat fy, om
van niemant nagefpeurt of gekent te wor-
den, geen antwoort verwachten fou. Car-
los bleef verwondert over dele nieuwig-
heydt , hy opende den brief , dewelcke hy
vandt van Eltela te komen; dcicivegelcfea
hebbende, wilt hy niet wat te dencken;
Hy overleyde valt wat oorfacck haer daer
toebeweeght moght hebben, nademacl
T 4
f
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
aao DORTSCHE
fy niet alleen fulck een weêrfin in hem
hadt > als fy getoont hadt , maer ooek ge* |
reedt ftondt met Alfredo te trouwen*
Evenwel wilde hy haer gehoorfamen , 'en
foq lange fijn reys opfchorten , maer de
iwarigheyt was , dat de geheele Stadt vaft
ftondt te wachten wanneer hy uyt-rijden
fou. Hydan vervolght het affcheytdat
hy genomen hadt , en rijdt alfoo , verge-
lelkhapt met den braefften Adel , dewelc-
ke hem geleyde , de Stadt uyt. Defe tij-
ding quam de bedroefde Eftela ter ooren ,
die daer over de meefte ontfteltenis van de
werelt ontfing , fy befchuldighde te ge«
lijck haer tracgheydt , en de onredelijck-
hey t van Carlos , nacdemael het genoegh
was om hem ondanckbaer te maken» hem
te kennen te geven , dat men hem bemin-
de. Hier viel fy toe haer d waes beftaen te
▼ervloecken , het welck foodanigh tot
haer fchande uytgevallen was. Onder dit
klagen enquellen, quam eyndelijck den
nacht aen , fonder dat Eftela evenwel ge-
negentheyt vandt haer te ruft te begeven;
fy begaf fich aen de fel ve plaets , die korts
te voren de getuyge van Carlos deugt was
geweeft, van waer fy een mans perfoon fag,.
deweicke hebbende de geheele ftraet ont-
deckt en doorfien, fich in het midden van
de fel ve ftelde. Eftela deedt haer beft om
te fien of fy hem konde kennen , en dacht
aen fijn geftalte dat het Carlos was » en
waerliick fybedroogh fich fel ven niet?
y 1 want
44'
ARC A DI A.
want hy hadt fïch nauwelijcks ontlaft van
fijn gelelfchap gevonden, wanneer hy den
vegh wederom te rugge na de Stadt nam,
om Eftela te gehooriamcn. Hy , eenigh
gerucht aen de tralie hoorende, naederde ,
en vragende nae de Dochter die hem dien
dagh den brief behandigt hadt, vernam aen
de Hem dat het Eftela was.Hy dan om geen
tijten gelegentheyt te verliefen , ontdcck-
te fich aen haer , en gaf haer met eenen te
ï kennen wat fnoodé treek fijn Broeder hem
gefpeeJt hadt , oock het bedrogh van dien
voorgangen nacht, de groote van fijn lief-
de, en hoe het hem fmarte haer te ver-
iaeten. Sy gaf hem weder in tegendeel
te kennen, hoe fy het ftuck wereks ge-
waer geworden was , en hem met fijn
broeder gehoort had , wat haer bewogen
had , hem gunft te dragen , en hoe fy hem
een brief gefchre ven had , om hem fijn
reys foo lang te doen fchortcn; ghykont
wel dencken Carlos (feyde fy) dat het my
veel tranen gekoft lieert , eer ick daer toe
heb konncn komen : nademael vrouwen
van aenfien , al eer fy fich laeten bewegen
om hun wil te ontdecken , groot gewelt
op fich fel ven moeten doen. Godt weet
wat ftrijt ick met de eerbaerheyt en
fchaemte heb gehadt , tot dat mijn gene-
gentheyt, alles overwonnen hebbende»,
.mijn tosftant wegh droegh. Carlosden
nacht is my tegenwoordigh gunftigh , en
"edeckt door haer fchaduw , is mijn aen-*
T f ge :
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
m DORTSCHE
icficht te minder fchacmroot , ïck be-
011111, cnfooghybcgccrr, fahck deuwc
zijn. De middelen van mijn Vacder zijn
genoeehtot ons onderhoudt , en wat uw
Broeder aengaet, de gunften de welcke hy
van my genoten heett , zijn foo germg en
wevnigh, dat de grootfte daer van is,
hem een nacht voor verftandigh gehou-
den te hebben. Verfchoont in my delen-
nusflagh , en neemt mijn liefde : weder in
vergelding, dcwelcke ick u fchuldigh
ben voor uw ftantvaftigheyt , die, van my
beledight zijnde.my hebt gc-eert, en, van
my veracht , my hebt voor geftaen. Ge-
looft my dat ick defe<*cugt in hoogc ach-
ting heb; j«e(bodanigh,datickubeloo*
vc f dat , al had ghy anders geen gaven als
««r getrouwe liefde, de felve genoegh fou
zijn om mijn hart het uwetcmaecken.
En of by geval mijn ongeluck foo groot
moghtzijn, dat het voornemen dat gy
hebt , meer kracht op u had , als defe mij-
ne liefde, de welcke u te rugge foecktte
houden , fal ick even wei foo verre verge-
noeght blijven , dat ick ten minftcn, voor
loo veel my aengaet , u we «erom betaelt
hebbe, het geen ick u ^huld,ghr^af ;
Met groote verwondering hoorde Carlos
<le<c woorden aen , Tiende lichfelven nu
door fulck een open wegh te recht ge-
bracht* Hy bedanckte haer met de mee-
fteeerbiedighcydt voor defe nieuwe eer ,
Seh felve/aenbiedendc niet aUeen voor
ARCADIA. 445
haer Bruydegom , maeroock voor haer
**|fiaef. Ondertuflchcn begoft deduyfter-
Wj heyt van de nacht allengs te wijcken,waer
door Carlos genoot faeckt wiert fijn af-
fcheyt van fijn beminde Eftela te nemen,
M~cn fich na het huys van fij n vrient Leonar-
l*j ^° te Degevcn> hullende fkh daer over
|!dagh voor een wijl ftil houden, en des
•r. nachts fijn Eftela komen fpreecken. Op
'3 dcfe wijfe gingen eenigedaegenennach-
: ten deur, in eerbaere gunften van defe
r Minnaers, al-hoe-wel het genoegen van
i Eftela feer vermindert wierdt, nademacl
Alfredomeer als te voorenby haer Vader
3 deedtaenhouden , waeropdefen hem een
korte uytkomft belooft hadt, dewelcke
< daer over Eftela feer moeyelijck bcltondt
te vallen , het welcke fy niet nalietharcn
Minnaer te kennen te geven, die fich daer
- over niet weynigh ontltelde, hemdunc-
kende,dat,doordefc vreefe van Eftela, fijn
hoop groot gevaer liep. Maer Eftela fulex
merekende, gaf hem de mcefte verfeecke-
ringvande werelr, hem toeleggende , dat
wanneer i'y hem haer gencgentheyt ge-
openbaart hadt, fulcks niet was gefehiedf,
- op dat een ander haer fou genieten. Eynde-
lijckbeüoten fy, dat Carlos den volgen-
den nacht , door de achter poort, by haer
komen fou , om al!oo haer Vader , in aen-
ffnereking dat hy van het felve Woedt met
ffijn Broeder was , en liende de noodt faec-
akelijckheydt , moght als gedrongen wor-
T 6 den,.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
DORTSCHE
ju* . hunbeyder houweüicktc*teftaen.
Ca" os was Jet traeg ot» debeftelde tijtté
verfchijnen.hebbcndellulckeenbhjtfchap
f'ffiT Lmoet , als of hy Heer van de ge-
hee 'e wfreltwas . vergefelfchaptmetfnn
vrientLeonardo,dewelkehyteneyndevan
déftraetdede wachten, om ««Aorfm
dat hem niemant onvoorfiens opden hals
„,„m Kauweliiks hadt hymetfijn degen
SSraeckt.ofEftela, hebbende
de ronde van^et hnys | S^aen ' en yde r m
f.in ruftbevonden.verfcheen daer met tm
va" haer maeghden, tot getuyge van hun
daden, vergeëlfchapt. Sy feyde in korte
woo "den tegens hem.hy foude nufien hoe
veXa^haerverfchuldight was , op
dat ofhv by geval , als een man , weêr-fin
moXtkrii«n, inbeminttez.jn. hym
™df cKoght herroepen hoe veel hy
haer eekoft hadt; met eenendeedtfv hem
nadVachter-poort toegaen , dewelcfee hy. ,
met die van haer hart, open vinden (ca. Ift
Sartossehoorfaemde haer, enEftelabe- ,
srf fich om hem de poort te openen,^
S,Lr geduürende > den kleynen tndt , dej
«eTckf daer toe van noodenwas , gebeurj I
Se dit ongeval.Carlos, gaende na de poort
vernam lenigh volck m * «"f «J*
welcke hy vermoede , om dat het veel m
£t getal Was.dievan het Gerecht tez.jns
Erover hem geenlina
a|t doentotEftelas in te gaen 5
de andere z.jde «ode ongeraden wa*
ARCADIA. 447
!aer te blij ven wachten . Hy dan befluyt dt
•ftraet te verlaten tot dat fy voorby waren,
len, begeeft fich, benefièns fijn vriendt
►.Leonardo, in het naefte huys. De an-
> deren evenwel , yemandt vernomen heb-
i bende ,fochten naer hen , fich verdeeiende
; in twee benden , om hen -te beter te vin-
den , het zy in de eene ftraet of de ander»
Carlos daer op komt weder voor den
Idagh, weltevreden, dat fy foo heen ge-
gaen waren , en vcrfocht Leonardo fich na
huys te begeven , al foo die dingen die hy
met Eftela uyt te voeren hadt , fijn tegen-
woordigheyt niet vereyfchten.. Carlo*
! hielt fich wel verfceckert, dat het volck,
het welcke hygefien hadt, die van het
Gerecht waren,hetwelcke omtrent die tijt
gewoon was de ronde te doen ,. om veel
onheylen, diegemeenlijckals dan gebeu-
ren , voor te komen ; maer hy bedroogh
fich ; want fijn broeder Alfredo , bewogen
.door een fnood wantrouwen , hadt fich
met eenige van fijn Dienaers op wegh
begeven , om te fien of hy met loofheydt
defe onbeweeghlijcke Ichconheyt fou
hebben konnen verftricken; en daer ko-
mende, hadt defe twee in het geficht ge-
kregen, en daer op fijn Dienaers belaft,
defelve te vervolgen, om te fien, wie fy
waren, blijvende foo alleen , juyft als EfteU
de poort opende , om haer beminde vrient
te ontfangen', fpreeckende veel aengena-
mc woorden tegen Alfredo, die fy meende
T 7 haren
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
44*
DOfcTSCHE
haren Carlos te zijn. Alfredo bemerckte
wel dat hy die gene niet was , aen wie die I
foetigheden behoordenjmaer hy geloofde,
dat deneen of den ander van haer ge volghef
haer Minnaer aldus verdaghvaert hadt ,
bedrogen zijnde doordeduyfterheydt van
de nacht, nam derhaiven voor , dit be-*
drogh te gebruycken, en de deerne te vol-
gen , om daer door gelegentheyt te krij-
gen, om by haer Meefterffe te komend
Hy dan fijn aengeficht bedeckende, om
niet bekent te zijn , begaf fiehdaer hem
Eftela, niet fondergroote fchaemte, ver*
wachte,en,ommet geruftheyt by haren
Carlos te zi jn , na haer kamer toe gingk .
Alfredo bevelende haer te volgen. Op
defe wijfe gingen defe twee bedrogene
vaft voort, wanneer Carlos aenquam :
maer de dtenftmaeght hadt alfeedts de
poort weder toegeüoten, en wilde fich
daer op vertrecken, om haer Me- vrouw
gelucktegaenwenfehen. DenbedroeN
den Minnaer Carlos, hoorende haer wegh
eaen , riep haer wederom , en bidt haer
Eftela te fcggen, dat hy daer was. Hoe kan
dat zijn, vraeghde de deerne, daer Carlos
fooeven hier ingekomen is? Carlos, vol
vermoeden zijnde, begaf fich wat naerder
aenhetveynfter , methetwelcke fy be-
figh was tefluyten, om te beter van haer
geilen tezijn, het welckdemaeght, die
hem kennende wiert , ten hooghften ver-
baeft en ontftelt maeckte jfy feydc Carlos,
hoe
1 WêêA
|-:-"- w
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
'44?
haer Iongkvrouw de poort geopent,
m ongetwijfelt een ander in lijn plaets in-
gelaten hadt. Carlos, by na verwoedt zijn-
de , badt de Dochter, hem de poort te wil-
flen openen, om te verhinderen dat het
werek niet vorder gingk. Dit wierdt ge-
3 daen, en de maeght leyde Carlos na de ka-
smervan haer Jongkvrouw. Maer def*
I vonden Cy gefloten , hoewel fy door de
f fpleten in defel ve fagen. Carlos daer door
Llïende, fagh Eltela, die, met een bloote
I degen in de handt , befigh was , fïch te-
gen een mans perfoon te befchermen .
; feggende met traenen , en vol verwoedt*
hey t defe woorden : foo groot is uw onbe-
fuyfthey t, en foodanigh uw fchelmeryen .
dat ick u doorfteecken ibu , eer ghy uyt
defe kamer komen foudt , ten ware ick
vreefde mijn eer daer door in gevaer te
ftellen. Maer by den Hemel , indien ick
my niet genoeg hlaem opuwfnoodtheyc
wreecken kan , fulrghy ten minften fien
wie ick ben, en wie ghy zijr, foodanigh dat
ghy niet leecker fult zijn voor mijne
wraeck, al wacr het fchoon dat ghy u ver-
berghde in het ing. want der aerde \ nade-
maelfulck een bellaen niet ongewroken
blijven m-igh. Ick heb u geroepen , mee-
nende dat ghy een pcrloun waert , die
morgen mijn Bruydegom fal zijn , ghy
v hebt my door uw bedcckthcyt en ftiliwij-
I genthey t bei!ro?en , en hebt de moet ge-
hadtom in mijn kamer te komen, ick be-
val
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
..8 DORTSCHU
val u te fprelcen cn u te ontdecken , mat
ehv u inde felve geftalte houdende , heW
mv vermoeden gemaeckt , maer fiende m
wat «ervan is. hebbeick de moet gehad'
iHnmuweygen wapenen te berooven, ei
mydaer mede te verweeren. Nu legn
wat ghy doen wilt.want ick fweere u, eei
ghy Komen fult tot het uytvoeren van u»
3wLiheyt.dat gy my fult fien
mmiin éygenbloet.opdat raetmijndoot
^Zlhefteeneynde magh nemen.Car-
losfiendeie kloeckmoed.gheyt vanMe-
la, om haer te helpen, en dat fnoot beftaen
te ftraffen , belafte de dienftmaeght acn ,
haer V rou teroepen. dat haer Heer quam.
Eftelaontftelde fich , en Alfredo bleet ver-
Wft ri-hoe-^1 hy fi}nenthalven fich van
deelde wil van den ouden man derfde
Keren, en opende derhalven de deur
^y moedighlijck.wanneer hy met groote
«sondering fijn Broeder daer&g in ko-
m Z fpringen,dewelke hem den degen op
SetaS feftende,hem de doot drevgde °c
hv nie' feyde wie hy was, hoewel hy hem
Mel kende. Alfredo bleef tenhooghlta
«r«oUrt,fiendefijnBroeder,d.ehywe
verre van daerdaght teiun, en beeldi
feh tnX hy dro?mde. Hy vandt fich te,
tooghlen opgetogen . evenwel van* M
foo wel moetaais te f<^n,datderc ptet
„fctbequaem was, è«
te dwingen! maer indien hy fel* ca
man waf. als hy fcheen , hy fou fich me
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 449
lem op de ftraet begeven. Carlos nam
Sdefe acnbiedinp aen , hoewel hem Eftela
' xfocht met kracht te wederhouden , maer
- te vergeefs. Carlos dan begeeft fich nae
tbuyten, pevolght door Alrredo, die te
-Mineer verbittert was, omdat hyfaghdat
sCarlosde goede wil van Elleiahadt, en
tfch vertrouwende dat lijn volck, hem
webbende miflehien ficn ir,gacn,nict foudé
'daten, hem tehulp te kemen. Dit waren
H(fijn inrichten, al-hoe-wel iïjn woorden
foodanigh waren, dat Eftela alreedts, in
de hooghfte bekommernis voor haren
iMinnaer was. De twee vyandtlijcke
Broeders komen eyndelijck op de ftraet,
-maer Altredo meende tcbefwijeken, van-
eneer hy dacr omtrent niemandt van fijn
rolckgewaer wiert : want fijn Dienaers,
hem aldaer op hun wederkomft niet vin-
licndc, envermoeyt van de ftraet open
'.'.neder te loopen , hadden fich van daer be-
geven , om hem in een van fijn gewoone
ihuyfen van vermaeck tcgaen loecken,
lievoor de Heeren vanacniien alleuuren
3 )pen ftaen. Alfredo vreefde fijn ontfmde
oiroe Jer fecr, en om het gevecht , was het
nooghlijck , voor te komen , feyde hy
ihem , dat hy dele Iongkvrouw foodanigh
. geminde, dat hy niet begeerde dat eenigh
i mheyl in haer ftraet gebeuren lou , waer
>)verhy Carlos verfocht, met hem in de
mefte ftraet te gaen , om aldaer hun ge-
fihilte beflechten. Carlos, als fooieer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
4r0 DORTSCHE
wegen de eer van Eftela beforgbt, alsye-
mant anders, nam defe voorwaerden gaet-fl
neaen, latende fijn beminde bedroeft m>
in tranen, die, na dat fy met veel onnutte,
klaghten haer hart een weynigh ontloü
hadt, beaoot,daer quame af wat het wilde
het eynde van dit bloedigh beftuy t te gaen
fien. Sy dan,komende in de naefte ftraet
fach dat defe twee al handt-gemeen w*
ren geworden, endatCarlos fijnvyandt
vaftvoet over voet terugge deedtwijOf
ken, die niet anders deedt als af keeren, ere
fich met veel woorden over fijn Broeder tt
beklagen , als die nu wetende wie hy was *
evenwel het hart hadt hem te willen bele
digen. Maer Carlos niet lancet ■ konncndc
lijn boolheydt verdragen , lagh hem me
mecraen als een Broeder, maer als eei
doodt-vyant. Eftela quam foo na by ,dati :t
Alfredo kennende wierdt , en overleggen?
de, hcefcbadelijck fijn doodtaen hen bey*
den was , als fullende Carlos , ter oorfaed
van de fel ve, genoodtfaeckt zijn te vluch
ten, en haer in jammer te laten ; fteld
fich aen de zijde van Alfredo , juyft wan
neer hy , willende de vlucht nemen
quam te ftruyckelen. Carlos wilde me
hem voortgevaren hebben , wanneer h
fiin goeden Engel fagh ftaen , die Alfred
fóchttebcdecken.Hy daer op wederhiel
fich, cn, kennende Eftela bleef onb*
weeghlijck ftaen. Sy , hebbende Altre_
gelegenthey t gegeven om op te toen ^
ARCADIA. 4r,
I bruyckredefc Woorden tegen hem: Is het
• mooghlijckAlfredo, dat ghy, van fulck
« een atkomft zijnde, niet weet dat de liefde
j niet kan noch magh gedwongen zijn,na-
' demael de wil ten minftcn behoort vry te
; zijn. Meent ghy dat een vrouw tot liefde
• tedwingen,ecn Muur of Stadt ovcrweldi-
• gen is , dacr men niet als macht en gewelt
I toe van nooden heeft : waerlijck ghy bc-
• drieght u fel ven. Ick fegge u dan , dat ick
• Carlos bemin,in fpijt van al u verraderyen
en afgunft , en dat met fulck een liefde als
ghy liet , en defen nacht] verwachte ick
hem als mijn Bruydegom. Ach Heer,
i wanneer een vrouw van mijn ftaet foo vry-
moedigh van haer genegentheydt fpreken
derft, is hetdwaefheydt tedencken , haer
. fulcks te doen uy t het hooft flaen. En om
dat mijn wilgeen langer uytftel lijden
magh, foo hebt gy u Hechts na uw huys te
- begevë,terwij 1 uw Broeder het mijne voor
fijn cygen gebruyekt. Nauwelijcks hadt
Eftela ciefe woorden gefproken , of Alfre-
do,rafende van fpijt en fchaemte, fich van
?daer begaf, alleenighdenckende,op wat
: wi jfe hy fich fou mogen wreecken. On-
tdertufichen , de Vader van Eftela, zijnde
^oor het gerucht wacker geworden, nam
jfijn degen en kap, om te fien wat 'er
imoght te doen zi jn , en roepende een Die-
*aaer,beval hem licht te ontlteecken , met
tiefe gingk hy al de poorten van het huyf
>eiïen,of fy oock wel gefloten waren , fon-
des
der dat hy cenige gedachten hadt, dat fijn
Dochter dc ooriaeck van dit gerucht
moght zijn , als wiens zedige ftilheyt : , afl
fulcknadcncken ver van hem deedtblij#
ven. Alleenigh dacht hy dat den of den
anderen geldt-gierige , hem lucht .van de
mocyten teontlaften, om met lukkeen
forgc fijn Indiaenfchc fchatten te bewa-
ren Hyquam eyndelijck daer de beforgM
de Dienarette op de fchilt- wacht ftondt*!
wachtende naede twee Minnaers , delevj
fiende haren Heer aenkomen , hadt even
lbo veel tijdtsals noodigh was , orn hen te
verbergen, fonder te dencken datly dei
fteutel in de poort liet. Den ouden man
fiende de fteutel , was daer over feer ver-
wondert , alfoo hy wel meende , de poort
dien avondtfclve gefloten te hebben. Hy
nam dan de fteutel uy t het flot, en vorders
alles ocfloten fiende , begaf fich weder na |
fijn bedde. Weynigh tijdts daer nakomt!
Carlos met Eftela aen de poort , weynigh
denckende wat 'er gefchiet was. Carlos
riep aen de Maeght.roaer geen antwoordt
krijgende, meende hy dat de Dochter mi
flacp was geraeckt. Defe .onder dies ge-
loovende dat haer Heer weder te bedde
was , quam weder om haer poft te bewa-
ren, nier de fteutel miffchende, merekte
fy haer onvoorfichtigheyt. Sy , hoorendc
hen aen de poort, begeeft fich na de tralie
en feghthen wat haer gebeurt was. Eftetyt
•Uw op meende te fterven van fennek ,e
D O R*T SC HE
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 4rj
• .-üxJcedtniet als luchten en klagen. Carlos
giag haer met droefheyt aen.cn feydc haer,
ïïkjdat dit ongeval haer gebeurde , om dat hy
rongeluckig geboren was. In't kort, klagen
enoch kermen golt 'er niet , men mort be-
fluytcn wat men doen fou.< arlostcn laet-
mften vandt geraden, dat men fieh te lamen
na het huys van Leonardo ibu begeven ,
om alJacr met bctet gelegentheyt <>ver te
leggen wat men doen ibu j dit wierdt goct
gevonden; maerde Dienftmaeghtwild»
geen iins al leen in den noodt bl ij ven, noch
al den ftorm alleen uytftaen i waer over fy,
door hulp van Carlos, fich uytdc naefte
vcy nftcr, neder liet, en fich met hen op de
wegh begaf. Ten huyfe van Leonardo
gekomen zijnde , gat hem Carlos te ken-
nen hoe de Taken ftonden , en aldacr wierdt
goet gevonden , dat, dewijl men , ter oor-
iaeck van hun groote vriendtlchap, ter-
ftont vermoeden op hem en fijn huys heb-
ben fou , het dienvolgens beter was, voor
dat den dagh aen quam, fich uyt de Stadt,
; na een fchooncn Lult-hof vanLeonardo.te
begeven, leggende omtrent dry mijlen van
daer. Dit loo bcfloten zijnde , wierdt'cr
een Karos vacrdigh gemaeekt, en Leonar-
do een van fijn Dtenaers la ft gegeven
hebbende, om hen als lijn eygen pcrlbon
op te wachten, begaven fich dele twee
Minnaers de Stadt uyt. Sy daer gekomen
zijnde, vonden de plaets feer goet tot hun
verblijf. Carlos feydc tegen het volck dat
op
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
>r4 DORTSCHE
op de plaets woonde, dat Eftela fijn Sufte? 1 2 b
was. Op dat,in gevalle ycmant van defel ve
in de Stadtquam , hy niet lichtvaerdigh-r
lijck de tong roeren moght.Leonardolietp
niet na alle avonden te komen , en hein
te berechten waferomgingk , hen fcher-|
pelijck beladende niet te voorfchijn te I
komen, noch op eenige bemiddeling te \
dencken, voor dat de faeckeneen beter
aenfchijn hadden, en den eerften yver
over wasi want hy berichte,dat den Vader
van Eftela , hebbende fijn woordt aen den
Graef gegeven , om dat hy oordeelde fij n
tijtel hem een groot aenfien in fijn ge-
flacht te fullen geven , by na van raeierny
aen het woeden was, entwee duyfent
kroonen hadt belooft aen die gene die hen
fou weten aen te brengen. Al dat niet te»
genftaende, bleven fy een wijl fonder ont-
deckt te worden , tot dat ey udelijck , een i
van de landt-lieden binnen de Stadt ko- |
mende, (gelijck fulcke dingen terftondt 1
feer verbreyt worden) van dit voorval
quam teverftaen, en hoe veel geldts die
gene fou genietendie defelve wiftaente
brengen, waer over hy, ick weet niet wat
gedachten , op de gaften die op de woo-
ning waren , begoft te krijgen , te meer , ,
dewijl hy licht het een of het ander ge-
mcrckt hadt, dat niet heel Sufterliick of
Broederlijck was (gelij ck de liefde fich
lelven altoos niet ontveynfen kan,) be-
woogen dooreen vervloeckte gierighey
ARCADIA;
4ff
■
i
dcongeluckige gelieven gingk aenbren-
gen j wijfende de plaets aen , daer twee
jonge lieden waren , die fich Sufter en
Broeder noemden , en fich fecr bedeckt
hielden. Maerhalf foo veel hadt genoegh
geweeft, om vermoeden te geven, in voe-
gen terftondt order geftelt wiert , om hen
te vangen. Carlos hadt het minftc ver-
moeden op dit ongeval niet, maer genoot
met vermaeck fijn foete gcvangkenis,
wanneer hem door den Dicnaer van Leo-
nardo wiert aengefeght , indien hy fich in
handen van het Gerecht niet wilde fien ,
dathy fich fonderuytftel moft redderen!
Gelijckcen donderflagh was fulcksinde
ooren van delen ongeluckigen Minnaer.
Eftela badt hem te willen vluchten, nade-
mael de gramfchap fich aldermeeft op
hem uy tftorten fou. Hy nam met duy-
fenden van tranen fijn affcheyt van haer ,
feggende tot beHuyt , dat hy fich meende
na Granada te begeven , tot dat de toorn
vanhaer Vader fou over zijn , daer hy
vrienden en verwanten genoegh had. Hy
tldus fijn tijdt nemende, wilde fich de
poort uyt begeven , maer wierdt door lijn
vyanden gedut» fy wilden hem ftaende
houden,maer fyn moedt wilde dat niet lij-
den, maer treckende fijn geweer, fteldc
fich tegen hen allen , om fich foo lang te
befchermen als hem mooghlijck was , en
waerlijk fijn gevangkenis fou meer als een
leven gekoft hebben, ten waer Leonardo ,
die
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
AS6 DORTSCHE
die quam om hem te waerfchouwen , fij iv
vriendt in die geftaltenis fiende, fichby^
hem gevoeght hadt,engefeght, dat fulc»,
fcheen meer een middel tot verlies van,
fijn leven , als reddering van fijn fceckeU
te zijn , dat hy beter fou doen de faeck in»
ftilheytaf te wachten, en die ondertuf-
fchen fijn goede vrienden te bevelen.Car-j
los dan gat fich gevangen , hoewel met;
groot tegenftreven van fijn dapperheydt* \
ondertuflchen begaven fich.de anderen
om Efteia te (backen, maer hun foecken
was vergeefs, : want fy menendodat Car-
lostijdt fou hebben gehadtom te vluch-
ten, wilde het fel ve doen, en begaf fich al-
foo een achter-poort uyt , met meening
fich na het naefte Dorp te begeven, en fich
daer te verbergen , totdat fy gelegentheyt
fou hebben , naGranada, daerfyCarlos
meende te vinden ., te reyfenv Sy op een
aengename . vlackte uy tkomeode , begaf
fich van daer incenigh geboomt , en foo
al wat vorder , tot dat fy , door vermoey t-
heyt geparft , gedwongen wierdt fich aen
de kant van een beeck neder te fetten, en
een wijl te ruften, daerfy van verre een
Harder met fijn Vee ge waer wierdt, die,
om de tijdt te vergeten , een vrolijck Ue-
deken fpeelde. Sy, by hem gaende, vraeg-
de hem, hoe verre fy van het naefte Dorp
was, en verftaendc het felve daer dieht by
te zijn, vandt den Harder noch wel loo be-
leeft , dat defelve , bevelende fij n V ee aen
een
i
ARCADIA.
417
< een jongen , de moeyten gewilligi
anam, om haer, in het Dorp, dat aen het
I hange n van eenbergh lagh , tegeleyden.
iUtela hielthaer daereenkortcn tijdt ver-
borgen, tot dat fy gelegentheyt vandt fich
naGranada te begeven , om daerfuh we-
f'l deLtyharen Carlos te vinden : die onder-
r tuflchen wel ver van daer, in handen en
* banden van het Gerecht na Se villa reyfde
•r Hy aldaer in de gevangkeni* geworpen
: zijnde , vandt een yder fijn vriendt en be-
gunftiger, behal ven alleen defe, die hem
a ' l de xneefte vriendtfchap fchuldigh waren
1 1 f Alfoo Alfredo niet focht als fijn faecken te
ï verfwaren. Evenwel foodanigh was de
nvoorfpraeck van veel lieden van aenfien,
(<by de vader van Eftela, dat defelve,na Jan-
' >. ge tegenftandt , fich ten Jaetften een wey-
nigh gefeggen liet, te meer,dewijl hy fagh
dat Alfredo , nu meer door haet als liefde
; gedreven, niet deedt als de gelieven te
■'Verfwaren , fonder evenwel Eltela Teer te
i'begeeren. De vrede wort dan ten laetftcn
•getroffen , en Carlos in gunlt en genade
jacngenomen : alleenigh fchorte het aen
üEftela,men fandt na de hoeve , om weder
.ma haer te vernemen , macr niemant wift
;van haer te fpreecken, men fochc het
;gantfchc landt daer omtrent open neer,
muer men vandt'er taclnoch teecken van ;
«en yder bedroefde fich, Carlos meende'
steontfinnen, en den ouden man , (gelijck
'.anenhet verlorene het meelde, acht) wift
V niet
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
4c8 DORTSCH6
nietwaer fichtekecren, hy hadt nu wet
gaernetienmael foo veel gegeven, om
haer te mogen omheUen.als hy voor heen
op haer en Carlos hooft geftelt hadt : me-
mant was *er die fulcksniet jammerden,
als alleen de af gunftige Alfredo , die haer
niet beter als onder de handé van roovers ,
of onder de klauwen van het wilt gedierte
wenfehte te ficn. Die ondertuifchen haer
rcys na Granada bevorderde , niet twijfe-
lende aldacr haer Bruydegom te vinden ;
maer fy was wel verbaeft als niemant daer
van hem wift te fprcecken, tot dat 'er eyn-
delijck berichting quam , hoe Carlos ge-
vangen, en ten lactften de faeekby geleydt
was ; nademael men niet traegh hadt ge-
weeft, om het fel ve over al te laten weten ,
of fy bvrgcval yemant ontmoeten moghr.
Sy daer op fendt een bode na Se villa , door
de welcke fy liet weten , oMtfe tot Grana-
da wa». en fich teneerften tf^yfwaert
or wegh begeven fou.Onuy*r«xAeliJck
wasde'blifdtfchap , die defe tijding ver-
oorfaeckte, waer over fich een yder benef-
fens Carlos op wegh begaf, om ..^'f
ontfangen. Alleenigh Altrcdo, wi de fich
daer niet laten vinden , maer quelde fich
foo in fijn verliepen vandt ach loodamgh
geparft door fpijt en verdriet, dathytn
veel dagen fijn kamer met verliet ; het
welckdagehjcx meer en meer toenemen-
Te, hemtenlaetften in het bedde, en eem-
ge maenden daer na in het graf braght.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
4T9
Latende Carlos foo wel in het bt
lijn goederen , als van fijn liefde. Carlos
waerlijck bedroefde fich over fijn doodt ,
toonende dat met het verkrijgen van het
beminde, fijn haet voldaen was j evenwel
was de fmartfoo groot niet, datfe niet te
verfetten was, daer het aengenaem leven ,
het welcke hy tot noch toe met fijn Efte-
la geleeft heeft , geen kleyne oorfaeck toe
gaf. Hy heeft fich tot noch binnen Seviila
gehouden,tct dat hy in dienft van den Ko-
ningk, om eenigebyfondere verrichting
naBruflelgefondcn wiert, daer hem Am-
brofio gekent heeft. Rijck en machtigh
zijnde , foo door de goederen van fijn
Broeder, als die van fijnSchoon-vader,
(die een ige jaren na hun houwelijck,
over leden is. Wat nu vorder de reden is ,
waeromme hyhier inHollandt overge-
komen zy, is my fo« wel als de Hceren en
Jongk vrouwen onbekent.
Euftacchio aldus fijn vcrhael ten cyndc
gebraght hebbende, begeeft fich het gant-
Fchc gefelfchap beneden nacr den Hof, om
aldaer met malkander het overige van
den dagh over te brengen, en de acngena-
me groente van het rijfende loof te genie-
ten. Lyfander nam de bevallijcke Kuphc-
mia , en Lydamas Cly tie , by der handt, cn
Polymythus het felve acn Lucinia willen-
de doen, bevandt dat lijn brieven van
gratie en Privilegie noch niet gezegelt,
noch de voorwaerden van hun verdrag gc~
V i tcec-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
éfc> DORTSCRE
tceckent waren , evenwel, op ernftige be-
loften fich te beteren , en noch dien avont
fijn misdagh goet te maecken , liet fich de
fchoone Lucinia gefeggen, en nam fijn
gefeifchap weder aen.
Periander en Euftacchio terwijl begaven
fich na boven opeen aengename Beïvide-
re , van waer fich de Stadt Dordrecht op
het alderg ierlij ckfte vertoonde. Syfich
daerbv malkander nedergefet hebbende ,
genoten het fchoonfte gehcht dat yemant
fou konnen wenfehen : het geen door het
vallen yan den avondt , die feerfchoon en
aengenaem was , geenfins vermindert ,
maer, door het flickeren van de dalende
Son , vry vermeerdert en verheerlijckt
wierdt. Ick moet bekennen,feyde Euftac-
chio.de gelegentheyt van uwe Stadt, heeft
kingen my boven allen wel behaegt, fy heeft alle
om- hoedanigheden van een welgelegen
Vcnt plaets , en een Borgery die voor alle niet
Stadt bot is, hoewel grootiheyt onder fommige
Por • al wat plaets fchij nt te hebben ; ick heb in
dregt, andere Steden wel wat meer aenfien en
gunft voor een vreemdelingk.maer in defe
meer geflepentheyt , felf oock onderden
gemeenen man , gevonden. Hoewelden
kleynen tijdt dat ick hier geweeft ben, my
lichtelijck verfchuont, indien ickmyin
mijn goet-vindenbcdriege.Namy berecht
is, vervolghde Euftacchio, zijnde Voor-
rechten, waer mede defe Stadt voorfien is,
al ongemeen, voornamentlijck dat van
Aen-
metc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
arcadia: 461
het Stapel-recht, het welcke , mijns bc-
dunckens, een ongemeen Voor- recht Voor
defeplaets, enaleenige ongelc^entheyt
voor andere Steden is; ongetwijfelt fal
het fclve al out en nootfaeckelijck wel be-
weert zijn, alfoo foodanige voordeden
niet laten geduurighlijck hun bcltoockers
te hebben ; voornamcntlijck wanneer niet
alleen het voordeel van den befittcr, maer
oock cenighlins de verhindering van an-
deren daer mede vermengt is. Peri ander,
mcrckcnde dat Euftacchio begeerigh was ,
en gaerne eenigh naerder bericht daer van
hebben fou , haelde van een planck,boven
hun hooft met boecken Üacnde , een uyt
den hoop voor den dagh, zijnde de Dort-
fche Bclchrijving van den Heer Iohan stapel-
njnn Beverwij r£,eertijdts Raet enOrdinaris Recht.
Artz van defelve Stadt. Sie daer , waevde
Euftacchio,(antwoorde hy) dé man die uw
verlangen volkomentlijck fal konnen
voldoen, en tcnnaeulten onderrechting
van dit voor-recht geven; dacrfiet ghy
vooreenl dat het woort Stapel, nadegc-
tuygenis van den geleerden Hadriavus lu-
nius, een voor-recht aen een wel- verdien-
de Stadt gegeven bed uyt , om vreemde
waren , dcwelcke aldaergebraght wer-
den , op te mogen houden , om aldaer te
verftapelen of te verbodemen , en cenige
dagen gevent te werden : en hoe dat dei'e
gerechtighcyt Dordrecht gegeven is door
den Graef Iohan den eerften , in het Iaer
V 5 l*-'J9'
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
46i DORTSCHE
1299. na de geboorte van onfen Saligh-
maecker, en dat ter oorfaeck van haer
goede dienften, haren Heer betoont. Sy is
daer na menighmaei door de andere Gra-
ven zijn na- en op- volgers beveftight, als
door Iohan de tweede , in 't Iaer 1300. by
Willem de vierde , in 't Iaer 1344. oock
daer na niet alleen beveftight , maer oock
vermeerdert door de Keyferinne Marga-
riet , in 't Iaer 1346. en 1 3 5*0. oock by
haren Soon Willem van Bcyeren, 1 3 ƒ ƒ.
en fijn Broeder Aelbert , toen Ruwaert
van Hollandt, 1 3 69+ en na Willems doodt
als Gravc, 1393. inhet volgende Iaer by
Willem van Ooftervandt, en! 1446. by
Hartogh Philips van Bourgoengien. Wat
aengaet de beweering van de felve , die is
•snede wel noodigh ge weeft, alfoo ver-
fcheydcn Steden daer groot ongenoegen
over hadden , en daer over , voornament-
lijck by den Keyfer Karei de vijfde klagh-
tigh vielen , als namentlijck de Steden
Delft, Amfterdam , Rotterdam , Gorin-
chem, Schiedam» Alckmaer, Hoorn,
Enckhuyfen, Edam, Geertruydenbergh ,
Bricl , Medenblick , Monnickendam ,
Woerden en Naerden , als oock de Dorpen
van Wormer en Uytgeeft. Vertoonende-
door openbare en ingeleverde verfoeck-
fchriften , dat den handel , volgens hun
natuurlijcke en ingeboren Vrydom, op
alle Rivieren, Stroomen, Wateren,en Ha-
venende, vry ftondt, fonder bedwongen
ARCADIA. 4$$
te zijn met Schepen en Goederen tot feec-
kere voorgemelde plaetfen te moeten lan-
den of havenen , volgens hun oude ge-
woonte i dat die van Dordrecht nieuwig-
heden, tot achterdeel van defevrydom
voortbrachten, met hun geprctendeert en
fubreptijf Octroy inhetwerek te wille»
ftellen. Gelijckfe tot verantwoording
van het fel ve oock nietgecompareert of
verfchenen zijn. Waer door fy door Har-
togh Aelbrecht fouden verklacrt lijn
van hun Recht voor eeuwigh vervallen
te zijn. Dat evenwel die van Dordrecht ,
by tijden van oorlogh en twift.de Schepen
hebben willen dwingen , tot hun gepre-
tendeerde Stapel, gelijck fich de Sup-
plianten daer oock weder met Recht heb-
ben tegen verfetj daer van nochecnige
ProcefTen tuflehen die van Dordrecht cn
Rotterdam on-afgedaen hangen. Iaedat
die van Dordrecht niet alleen haer oude
Recht hebben willen befchermen en
voorftaen , maer oock met nieuwigheden
defelve befwaren, als dwingende tever-
ftapelen , foodanigc waren, als yemant tot
fijn eygen behoeten gebruyek fou mogen
gekocht hebben , als oock Loot, Kennip ,
Kacs, Hoepen, Klauhout, enfulckals
daer de zageof bij le door gewceft heeft,
als oock Appelen cn diergelijcke : verfwa-
rende dagelijcks meer en meer het loon
en de onkoften,tot fchadc van den handel}
bchalven dat door het verbodemen, dc
V 4. wa-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
4*4 DORTSCHE
waren menighmael uyt dichte en bequa-
me , in ondichte en onbequame Schepen,
die van Dort behoorende , over gebodemt
worden , tot fchade en gevaer van de goe-
deren , zijnde noch daer en boven gehou-
den foodanige Schippers te betalen , foo
veel hen defelve af eyfehen, beneffens an-
dere ongeregeltheden meer: behalven dat
die van Dordrecht hetfelve recht noch
verder fouden cx ten deren en uytbreyden
als hun gepretendeerde maght fich ftrec-
ken magh. Waer uyt fy befluyten , dat de
felvepretenfle Voor- rechten, al waren de-
felve al deughdelijck verkregen , ter oor-
faeck van al de voornoemde ongebruyc-
ken , behoorden vernietight, en een yder
lijn behoorlijcke vrydom , van handeren
doortocht op den Rhijn, Wael , Mafe,
Lccke, Yflel en M er wede , vergunt te
worden. Maer die van Dordrecht daer te-
gen, voor de Raden in (foliant, de deugde -
lijckenoorfprongk van hun Voor- recht,
als fpruytende uyt byfbndere dienften ,
hunnen L'rins bewefen , als oock de by voe-
ging van andere voor- rechten, en hun
Ampliatie en ver mcerderi ngen .ftreckende
die vorders boven de dry andere Rivieren,
de Mafe, de Lecke, en de M er wede, tot op
den Rhijn, WaelenYflêi, alleen igh met
uytfluyting, onder (èeckere reftri&ie, van
de Poorters van Middelborgh, Ziericzee ,
en Dordrecht , alles ter oorfaeck van hun
getrouwe dienden, &c* voortbrengende;
ARCADIA. 4^
beneffens den langen en geruymen tijde
vandepoflTeffie , of het befit van defelvc
Rechten gehadt te hebben, behalven
verfcheyden vonniflen , uy tfpraecken , en
cxecutien , foo by des ICeyfers Hoogen
Raet, als het Hof van Hollandt , daer over
uytgefproocken, en in het werek gefteltj
oock het gegeven Vonnis van Wijlen
Hertogh Aelbrecht bewijfendc nul en
van geender waerde te zij n , als zijnde fy-
lieden maer eenmacl geroepen , en behal-
ven dat , henlieden van rechts wegen niet
geraden , als doe te Compareren, en voor
den voorfz. Hertogh , in wien s ongenade
fy door hun vyanden en quaetwillige wa-
ren gebraght, te verfchijnen, gelijck oock
' i de plaets, daer fy als doe gedaeght waren ,
voor hen niet feecker was j oock dat veel
van de Supplianten hun tegenftanders, als
fulck recht in hen erkennende , met be-
llotene brieven menighmael gratie en
gunft voor fommige perfoonen en goede-
ren, aengaende het fclve Stapel- recht, ver-
focht hadden : zijnder door den Keyfer
Commiflarifen beftelt , en geordonneert ,
om de Supplianten (ondertuffchen door
de Steden van 's Hartogenbofch , Grave ,
• I Reymcrswael, Tholen, en andere ge-
. \ Iterckt) en die van Dordrecht voor hen tc
> doen roepen , en de ftucken en befcheyden
vaneen ydernate fien , en hen , waer het
doenlijck , te vereenigen. Waer op eynde-
liick, naadviis en overlegh van de felve
V f Com:
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
4<jrf DORTSCHE,
Commiflarifen en Gemachtigheden , het
bcuuyt van den Keyfer gevolght is , ver-
klarende de Supplianten of verfoeckers ,
beneffens hun by-gevoeghde voor niet
ontfangkelijck, noch in hun verfoeck-
fchrift gefondccrt ot gegrondt , en dat die
van Dordrecht hun Stapel en Recht van
dien foudcn behouden. Waer op van
nieuws des felven Keyfcrs Ordonnantie
enStatuyt gevolght is, (met hertelling
evenwel » om de abuyfen en miihandclin-
gen,die omtrent het gefeydeRecht mogh-
ten voorgevallen zijn , te redderen) luy-
dendc gelijck uwjEdelheyt aldacr lef en
kan. Met welcke woorden Periander het
Boeck den Italiaen in handen gegeven
heeft, die het felveeenmael doorgeloo-
pen, enden inhoudt aengemerckt heb-
bende , fich op de plaets , hem door den
w ij fen Periander aengewefen , gevcft , en-
met het lefen van foodanige regelen , als
hier n* volgen, befigh gehouden heeft.
v AERLE, by der gratie Gödt* , Roomfch Keyfer *.
altijdt Vermeerder des Rijcks , Koning van Geima-
«icn, van Caftilien , van Leon , van Granade , van Arra-
gon , van Navarre , van Napels , van Sicilien, van Mail*
fornue, van Sardaine , van de Eylanden vanlndyen,
«ode vatten Lande der Zee Occane , &c Eerts-hertoge
van Ooftenrijck , Hertoge van Bourgoengien , van Lo-
irijck, van Brabandt, van Limbourgh, van Liwenbourgh
endc van Gelre. Grave van Vlaenderen, van Artoys, van
Bourgoengien Pals-grave, en Grave van Henegouwe,van
Hollandt , van Zcelandt , van Fcrrette , van Hagenault J
van Namen , ende van ïutphen. Pxincc vani Swaben „
Marck*
ARC AI>r A. 4tf7
Marck-grave des Heyligen Rijcx. Hccre van Vricflandt f
> van Salins , van Mechclcn , van der Stadt, Steden ende
• I Landen van Uytrecht, Qvcr-Yflcl, ende van Groenin-
gen. Dominatcur in Afie, endein Afrijckc. Allendcn.
m Jgenen die defen onfen Brief fullen fien, Saluyt: Alfoo wy
indemacntvanO&obri leftleden , op 't diner en t,gere«
fen tuflchen den Borgcmeefters ende Regeerders van
0 onfen Steden van Delft, Amfterdam , Rotterdam , Gor-
rza chum, Schiedam, Alckmaer, Hoorn, Enchuyfen,Edarry
Gcertruydenberge, Briele , Medenblick, Monickendam 5
Woerden, Naerden, ende hare conforten, Supplianten
ende heelTchers, Borgemceftcrs ende Regeerders van on-
r I (c Steden van 9s Hertogen-bofcb, Gr ave, ReymerswaJe ,
Tholen, ende andere, hen luydcn voegende met den
voorfz Supplianten ter eender zijde: Ende den Borgc-
t meefters, Schepenen, ende Regeerders onfer Stede Dor-
> drecht, Verweerders ter ander zijde: Ter eau fen ende
j uyt oorfaecke van den Stapel-rechte, by de felve onfe
3 1 Stede van Dordrecht gepretendcert, hebben onder ande-
,\ ten by onfe Sententic diffinitive verklaert ende geor-
t donneert, dat de voorfz. van Dordrecht fullen behouden ,
^ den Stapel , ende de Rechten van dien , ter plaetfen , te-
4 • gens de Perfooncn, op de Goeden, ende met fulckc limi-
taticn, ordonnantiën, reftrittien, ende modificatien,
als wy dat verklaren ende ordonneren fouden. Te dien
b^i eynde committerende onfen lieven ende getrouwen
\% Ridder , ende eerfte Raedt , prcfiderende in onfen Rade
vanHollandt, Heer Gcerard van AlTcndclf , endeMr.
Peeter du Breul , onfen Raedt ordinaris f ende Advocaet
Fifcael in onfen Grooten Rade te Mechclen , om in hare
handen te nemen alle de Stuckcn byde Partyen op't
voorfz. different gedient , de felve Partyen te hooren op
de limitatie , ordonnantie , reftriftie , ende modificatie
van den Goeden, Perfonen, ende Plaetfen, boven geniën-
tioneerr, ende op de abuylen ende inconvenientiendie*
tercaufevan den voorfz. Stapel fouden mogen gebeu-
ren, de felve Partyen te vergclijkene, ende by haer-luyden*
contente, de Ordonnantie by gefchrifte te (tellen , föo.
verre doenlijck ware : ingevalle nict,van alles dan verbael
tc makelende ons,ofte onfe feer lieve ende beminde Su*
V 6 ft«i3.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
468
ÖORTSCHE
fter, dc Koninginne Douag icrc van Hongaryen , van BO-
hemen, 5c c. vooions Regenteende Gouvernante in
onfen Landen van hcrwaerts over, rapport te doen, oml
voorts daer innegeordonneert te worden,alfoo *t behoo-
ien foudc. Ende na dat onfe voorfz, CommilTarillèn
hare voorCz Befoingie ende Verbael , door ordonnantiën
van onfe voorfz Sufter de Koninginne gecommuniceerd
hebben den luyden van onfen Rade in Hollandt, dewelc-
Jcehen advijsopal fchrifteliick geftelt, ende by den
voorfz Commiflariffen der felver onfer Sufter , met alle
de Stucken by Partyen gedient , over «efonden hebben.
Doen te weten , aat aï 't fclve in onlen fecreten Rade I
wel , ende in *t lange door ficn is , ende gevifiteert , ende
geconfidereert, 'tgene des in defen behoorde geconfide-
ïeert te we fen. Ende nadien onfe voorfz Sufter, de Ko-
ninginne Regcnte, van als rapport gedacn is geweeft,
willende ordene ftcllen op't ftuck van den Stapel onfer
voorfz Stede van Dordrecht : hebben by rijpen advijfc
ende deliberatie der felvcr onfer Sufter de Koninginne ,
van den Ridderen van onfer Orden , endede Hoofden
ende Luyden van onfen Raden van State , Secreten ende
Finantien, neftenshacr wefende : Geordonneerr ende
geftatueett , ordonneren ende ftatueren by defen , de
Poinften ende Articulcn hier na volgende :
fN den eetften, dat van nu voortaen gehóuden fullen
worden voor Stapel- Goeden , alle Koopmanfchappen
van Koren, hart of weeck, Erweten, Boonen , Wieken ,
ende alle Zact dat ter Mate toe behoort , Wijnen, Weet,
Zout, Hout, Oeft, Kalck, Kolen, Molen. ftecnen, Stael ,
ïfet, Schaclgien, Hoppe, Harft, Runne, ende geen
811 Dat alle Koop- luyden, komende van boven, Uytheetn-
fche, ofte onfe Onderfaten, metecnige vandevoorlz.
Koopmanfchappen inde Rivieren vandc Merwedeoit
Lecke , vatende nederwaert , gehouden fullen weren tot
Dordrecht dc felvc Koopmanfchappen te Verftapelen , te
Verkoopen, te Verbodemen, ende de Rechteamer nae
ver klaert, daer af te betalen.
Vul verftaende, dat dc Steden gelegen op de Rivieren
• boven
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
arcadia: 46P
bóven de Stadt van Dordrecht , f uilen mogen koopen
en doen ontladen, in, oft voor hare Havenen, alle Stapel'
Goeden, nederwaerts komende, ende varende voorby d«
voorlz. Steden , alloo vele als fy luydcn behoeven lullen,
voor t gebruyek van de voorlV. Steden ende Inwoonder*
alleenluck, fonder de fel ve Goeden temogen anderea
luyden Vcrkoopen, Vermangelen, ofte Tranl poneren.
Wel verftaende oock.de Kerflcn, Krieckcn, Perficken,
Pruymen , Druyven , ende diergelijck wceck Oeft , ge-
öorte Runne , ende Mout , allceniijcken lullen tot Dor-
drechr Merckt houden , ofte blijven leggen een Dagh-
gerijde : ende dat gedaen , Tullen de Koop luydcn, fonder.
Vcrbodemen , daer mede mogen reyfen ende vertrecken
daer 't hen-luyden goedt-duncken ende gelieven fal, (on-
der yet te betalen. Maer worden alfulcke Waren binnen
Dordrecht Verkocht , fullen daer at betaelr u orden de
«aervolgende Rechten.
Item, dat onder 't Stapel-Hout niet begrepen en fal
ucfen Barninck-hout, Hoepen, Spccckcii , Vclligen ,
W_agen-aiTchen , het zy dat die dc Rivicre van de Leckc,
oft Merwede , opwaerts ofte nedcrwaert» gevoert wor-
den.
Item, van gelijcken en fal niet fchuldigh zijn te Vcr-
ftapelen , alle Hout dat Poorters van Gorchum tot
commoditeyt van den Inwoonders aldaer, ende van
den Ingefetcnen '$ Lands van Arckcl Vcrwerckcn ful-
len.
Item , ende onder 't Koren en fal nier begrepen welen
het Gewas gevallen beneden Viancn , oft in den Lande
van Hcufden, Altena.cndedact beneden, dat een Landt-
nian van fijn eygen Gewafch in .Sacken te Gorchum, ofte
in een van de ander Steden ter Merckt wil voeren, fonder
voor by Dordrecht te palfercn , al fonder fraude of argc-
lift.
Item, dat Koren gewaflehrn in *t landt vanArckel,
dat binnen Gorchum ter Merckt komt, ende daer geladen
woit op Schepen van Gorchum, ende toe behoorende
de Poorters ofte Inwoonders van Gorchum voorfz.
willende pafleren voor by de Stede van Dordrecht
Weft-wacrts , fal gehouden welen ccnen digh lange
V 7 Merckt
Early European Books, Copyright© 20 1 l ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
47°
ÖORTSCHE
Mcrckt te hóuden binnen dei Stede ofteHarene van
Dordrecht : En de ' t fel vc Koren tex Veme te (lellen tot
redelij eken pri j fe , na den Merckt- gang , ende te betalen *
de Rechten van Makelaerdye,endc van den Meters, ende
indien dat 'et aldaec niet Verkocht en wordt , lal mogen
pafTeren daer 't hem believen fal, Tonder te Verbode-
men, ofte Volger te nemen, mits brengende Certificatie Jj
ende affirmerende 't felvc Koren te welen van den Ge-*
wafchvan Arckel , ende Poorters oft Inwoonders vaof
Gorchum toe te behooren. Verbiedende den felven van-;
Gorchum, onder 't dcckfel van defen, ecnigh Koren
buyten den Lande van Arckel gewaflehen , voor by,de
Stede van Dordrecht te Voeren fonder Verftapelen , op
dc verbeurte van 't felve Koren ende Schip, dar verkocht
fal worden , d'een helft tot onlcn profijte , ende d'andcr
helft tot profijt van der Stede van Dordrecht : ende bo-
ven dien fullen de gene die in fulcke fraude bevonden
worden , tot eeuwigen dagen gepriveert wefen van defe
Vryhcyt. Ende om alle frauden te verhoeden, fullen die
van Dordrecht de Schepen van Gorchum,met Koren ge-
laden , mogen Vifiteren, om te befoccken oft daer onder
ceen ander Koopmanfchappcn verborgen cii zijn.
Item, dat alle Stapel-goeden , Koopmanfchappcn we-
fende, komende van boven tot Dordrecht , fullen aldaer
verkocht worden , het zy t'eenemak, oft by parceelen ,
foo wel den genen van buyten als van binnen dcf voorfz
Sl De Goeden komende uyt den Noorden , als van Am-
fterdam ende daer ontrent, door de ftedc van der Gou-
de in de Riviere van de Yflèle , nederwaerts paflerendc
voorby Rotterdam, en fullen niet gehouden wefen tot
Dordrecht aen te varen, noch aldaer te Verftapelen , uyt
oenomen Kant kout, Kromhout, ende Eycke Hanc-
ken die Gehouden fullen wefen tot Dordrecht Verkocht,
Verboden* , ende Verftapclt te worden, gclijck andere
St Des foo^n fullen deOnderfcten van de Steden ende
Dotpen van Noordt-Hollandt, ende Weft-Vrieflandr ,
Amfterlandt, Water-Landt, ende andere Steden ende
Dorpen daer ontrent gelegen, geen Rijnfcnc Wimen,van
bo-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
arcadia; 471
Boven komende, Slijten , noch Verkoopen , 't en zv dat
die fclve Wijnen eerft tot Dordrecht tc Stapel eeweeft
hebben , op de Pene van Confifcatie van de voorfz Wa-
nen, en de daer en boven twee Carolus guldens van elc-
ke Anie Dordrechts , t'appliceren de voorfz Confif-
catie, ende Penen, een derdcndcel totonfen profiite, het
tweede dcrdendecl , tot profijte van onfer voorfz. Stede
van Dordrecht, ende 't derde derdendee! , tot profiite
van den Officier van der I'Ieckcn aldacr de Wijnen ge-
vonden e ndc ceapprehendeert fuUcn worden ! die de
Executie doen lal. '
Item , infgelijcks alle Koopmanfchappen,Stapel-goe-
den, komende van beneden door Berniflè , willende we-
len te Schiedam, Delfs-haven, Rotterdam, oftopwaerts
door d'YiTcl , tot Goude , oft paflerende door dei felvcr
Stede van der Goude , enfullennicr gehouden zijn tot
Dordrecht aen te varen, noch te Verftapelen.
Wel verftaende, dat alle Stapel-goedcn, komende dóór
d'Yflel inde Mcrwcde, endc willende paflèren voorby
de Stede van Dordrecht Weft waerts, ende oock dc felvc
Goeden willende de Lccke ofte Merwcde ou\*aerts,
fullen gehouden wefentot Dordrecht te Verftapelen,
betalende dc naervolgende Rechten , ende oock te Ver-
bodemen, dan fullen ongehouden wefen Verkocht te
worden.
Item , dat alle onfe Onderfaten , van herwaers over ,
fullen mogen opwaerts voeren tot hare Mael-ftede,
achtalve mudde Zouts , oft daer onder, fonder tot Dor-
drecht te Verftapelen , bchoudelijck, dat men de fel ve
achtalve mudde Zouts lal verkoopen met ter kleyndcc
Maten by den Oe vere , fonder dat te Schepen , ofte in 't
gros te verkoopen, fonder argelift, ende daer af Certifi-
catie te brengen , als fy des verfocht fullen wcfen van der
Stede van Dordrechts wegen.
Dat alle die ter Stapel komen tot Dordrecht, ende
niet en weten tot haren gerieve tc verkoopen,. fullen mo-
§cn tot haren Mael-ftedcn keeren , hebbende hare Goc-
cn op haren Bodem , fonder yet te betalen ,midts bren-
gende Certificatie dat fy tor hare Mael fteden gekeett
zijn, als fy des by die van Dordrecht verfocht fullen wor-
dcn* Alle
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
47*
DORTSCHE
Alle Schepen ende Goeden, ter Stapel geweeft hebbeni'
de tot Dordrecht , van boven , ofte van beneden komen-
de , ende die men niet en heeft mogen vetkoopen aen die
Merckr, daer die felvc geweeft zijn, mogen pafleren voor
by Dordrecht, Tonder andermael te Vetftapelen, indien
de felve op haren Bodem gebleven zijn , en de Koopman»
'tlerve wil affirmeren. 5j
Dat een vremde Koopman, brengende Wijnc tot Dor-<*
drecht, fal de felve Wijne metter Kanne mogê verkoopen
als een Borger , Tonder yet meer te geven dan den vooifz
Borger,
DeTgelijcks , de gene die binnen Dordrecht wit Zout i
gebroght lullen hebben , ende *t Télve aldaer in 't Gros
niet en weten te verkoopen , (uilen dat mogen uy t Pen-
ningkwaerdén met te kleyue Mate, (onder yet daer I
van te betalen, dan den Meters haer Loon.
Een Koopman die tot Dordrecht fijn Göet Verftapelf, i
Verbodemt , ofte Ontladen heeft, van nu voortaen lal
mogen kiefen alTulcken Schip als hem gelieven Tal , van
wat plaetTc't Telve Tal mogen weTen, Tonder dat de Schip-
pers daeromme Tullen mogen loten ofte kavelen : des
foo Tal een Schipper van Dordrecht , willende varen om
den Telven prijTc ende loon , daet 't een vremt Schipper
om vetlaet, Tonder ftoude , hebbende een Schip (oo êoet
als de vremde Schipper , voor den Telven Uytheemfchen,
of vremde Schipper , Tal geprefereect zijn. Behoudelijck
nochtans,dat geen vremde Schipper binnen Dordrecht lal
mogen laden, dan wefeode van lutcke Stede ende Haven,
daer de Schippers van Dordrecht mede toe-gelaten wort
te laden. Ende als ter cauTen van dcfen, ofte van eenige
andere Taken, den Stapel aengaende, eenige klaghten (ou-
den mogen komen, Tullen die van den Gerechte van Dor-
drecht daer af de kenniflè nemen, Tonder de Take te moge
renvoycren voorden Dekens van den Schippers Gilde,
ofte voor eenige andere Dekens, van wat Gilde dattet zy«
Efn Schipper , ontfangen hebbende eenige Koopman-
Tchappen te voeren, Tal gehouden weTen t'zeyltegacn
met het eerfte Getijde, na dat hy Geladen Tal welen by
de gene die hem gehuurt heeft , fonder langer te mogen
verwachten , 't en ware hy des belet wierdc by de merc-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
f
arcadia;
475
fceüjcke Wint ofteOnwedenende indien fulckcn Schipper
dies in gebreke bevonden wort , fal van clck Getijde dat
hy vertoeft . verbeuren fes Carolus guldens , voor d'ecn
hdtt toronfenDrofijte, en d ander fdft CM nrofijtcvan
.rS?A * '. Jaer aen- de Exec"t>c verlocht lal worden ,
L be,a?enfnb?V;Cn/ lal?,choud™ wefen den Koopman
te betalen fijn (chaden ende intereften
iJ^nSt ScuhiPPcrv0"^^pen hebbende cenig Koop-
£7! S °Cdt^y Gcu ,chte. Ofte by de Mate , fafgehou-
M l ?Y CaU'C °Vret tC Icveren in fuld<en Gewichteen
Ware, als hy dat ontfangen lal hebben : Behoudel.ck, dat
men in tover- leveren aenllhouwnen.cn falopdcee-
woonehjeke lackagie, vallende in'tverlchieten van de
Granen : endefullen de Schippers van Dordrecht in't
ver leveren mogen voMaen, daer andere Schippers
ede mogen voldoen. rr
Die van Dordrecht fullen goede toelicht hebben op
JtareOffiaers, om den Koopman te gerieven, endcin-
dien bevonden worde dat cenigh van dien, dies in gebre-
ke ware, lulcks dat die Koopman ofre Schipper redenen
hadden omme te Klagen, fullen t felve ftraflen ende cor-
ecren, by pnvatie van officien , ende Condemnatie van
chaden ende mterelten. Ende tot dien eynde lullen oock
toelicht hebben, dat de Officiers in fulckcn gerale gcftelt
?ordcn, dat de Koopman, oft Schipper, terftondt r erieft
agh worden.
Dat de Meters, Tddrrs, en de andere Officiers, van de
oopman, otte Schipper, nier meer en lullen mogen
ïgeren , noch oock nemen , dan den Taux hier na ver-
aert, op Pene van privatie van hact Officie, als voren ,
mdc daarenboven arbitralijckcn gecorrigeert te wot-
lacn.
Ende ten cynde datdevremde Koopman, endcoock
onle Onderfaren, niet geexaltioneert en worden met on-
boorliickc Importen ofte Arbeydts loon , foo lullen
c voort/, van Dordrecht, voor het Recht van't Verfta-
'en , dat Escijs , ofte Makelaerdye geheetcn wort , en-
* hare Ofriciers , van den Goeden diëten Stapel ko-
snen, onttangen als hier nacr volght , ende niet
»cer.
Ecift
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
I
474
DORTSCHE
EerftvanTetwe, Raep.zaet, Kool-zaet , Erweten
Blaeuwc ende Witte , komende van boven , ende niet va
Weften, van elck Hoedt tweeftuyvets. JU
Van Rogge, Mafteluyn ofte Roege-meel, van dedt; >
Hoedt vier ituy vers , ende van minder naet advenanujl
Van Garfte, Spelte , Boonen, Graeuw-Erweten , Wi<
ken , Bouckweyt , Li jn-zaet , Mout , ofte Kenmp-zaet
van elck Hoedt eenenftuyvex. # ■ . Jj
Item, van de Haver , van de drie Hoedt twee ituyve»
Welcke Exci jfen betaelt fullen worden, by den Koop
ende Verkooper, elck half ende halt.
Soo wanneer eenigevande voorfe. Goeden, binnc
der Stede van Dordrecht andermael verkocht fullen wo«
den , foo fal den Kooper gehouden wcfen , 't felve Ree?
te betalen, ende de Verkooper fal vry zijn.
Ende van de voorfis. Goeden , komende van ^ efte
als van Antwerpen, Zeelandt, Vlaenderen ,of van cider
fal betaelt worden als hier na volght :
VanTcrwe, Rogge, Raep-zaet, Kool-zaet, Lijn-zaet
Erweten , Blaeuwc ende Witte , van *t Hoedt eencn ftu;
Van Garfte, Mout, Spelte , Kennip-zaet , Gracu*
Erweten, Boonen, Haver* ende ander fpecie van Granei
van 't Hoedt ecnen halven ftuyvcr.
De Metets ende Aibcydts luydcn, fullen ontfangep
als hier mei volght: .
Item, van Tcrwe rRogge meel , Raep-zaet, Kenm
xaet , Lijn-zaet, Kool- zact , Spelte , Garfte , Mout , va
elck Hoedt een half blancke, de een helft tot lafte van de
Kooper, en die ander helft tot lafte van den Verkooper.
Van Boonen, Wieken, Eiwcten, van de drie Hoct tw
ftuy vers, tot lafte als voren*
Item, van de Haver, van 't Hoedt een oottjen.
Soo wanneer de Ter we, Rogge, Rogge -meel, Ra
zaet, Kool-zaet , Kennip-zaet, Spelte, Garfte, oft M©
tot Dordrecht onverkocht opgeleydt wert , ofte fa"
onverkocht vandaer Vervoert wordt, fullen de Metei
voor haer recht hebben, voor elck Hoedt een oortje n
'ten ware de Schippet dat wedejomme voerden tot m
Mael-ftcde , dat houdende op fijnen bodem , m welcke
ge
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
47f
i voren
gevalle de Metets dacr niet afhebben en :
crklaert is.
Van *t Meten van Erweten, Boonen , Wieken , Bouck-
ïveyt, ofte Lijn-zact , dat opgclcydt, ofte Vetvoctt wort ,
» ils voren, vanelck Hoedt een half blanckc.
Item, van Meten van de Haver, die opgclcydt of
Vervoert fal worden, als voren , van de drrc Hoedt cenen
"Ivcnltuyver.
Die van Dordrecht fullcn hebben voor den Koop van
■jlrie Roeden Rij nfche Wijnen, endc daer beneden , van
Weke Roede, houdende thien Dortiche Amen, dertien
-utuy vers, die de Verkooper alleen betalen fal.
Endcfoo wat W ijnen ineencn Koop verkocht wor-
jen boven de drie Roeden, te weten, boven de twee-
aide veertigh Amen Brabants, dacr af fal bctaclt worden
vier en-twintigh ftuy vers voor de Roede , totlaftcvan
len Kooper, ende Verkooper , halfendc half, endc dacr
!n boven, denExcijfcnacr ecnFlciTche Wijns van twee
Stoopen, na ouder gewoonte.
I Vsxi een (^turner wit Zouts, dat tot Dordrecht te Sta-
>el verkocht wort , fal de Koopcr betalen , voor 't recht
r.nn den Excijs, ofte Makclacrdyc, een half blanckc , endc
ie Verkooper een blanckc.
Van vier quartiet Zeeuws , die maecken vijf quarticr
Dordrcchts , die Verftapclr lullen worden , fal bctaclt
worden, voor elclc (Quarticr Dordrcchts, negen Duyts.
Van't Meten, fullcn dc Arbeydcrs hebben, 't zy dat tot
Dordrecht Verkocht ende Vermeten wort , ofte niet, van
* dek Quarticr cenen brafpen nine.
Item, van grof Zout, lal de Stadt voor haer Recht van
•Excijs , ende van Mokclaertlyc hebben , van 'r hondert
""gen Öuyvers, ende de Meters van t hondert acht ttuy-
ts.
Van clcke Kuype Wects, fullcn die van Dordrecht
woor hen ontt'angcn twee blancken , tot laftc van den
oKoopcr, ende Verkooper , half endc half.
De Meters lullen hebben van clcke Kuype Wects , tot
^ftcals voren, cenen ftuy ver, uyt gcfchcydcn van Weet
ara
an wellen in Balen komende , dacr cn lal men niet af
talen.
Van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
■47*
DOllTSCHE
Van alle Wefds Hout, Getiromert, ofte Ongetin
roert , Eycke Plancken , ende ander Wefels Hout , d
ter Stapel behoort , fullen die van Dordrecht genictt
•van den Pondt groote twee ftuyvers , tot laftc van d<
Kooper , endc Verkooper , half endc hal£ ^ jM.
Item, deArbeyders fullen hebben van 't Slijck, of
ayt den Water 't Hom te Schepe te doen, van elckc
Rijns-gulden een blancke , ende van 't gene dat fy luyd< i
lullen fchorten aen de Schepen , ofte Schuyten , lullen l jI
hebben van den Rijns-gulden eenen halven ftuyver.
Als eenigh Hout foo fwaer fal zijn , dat de Arbeyd
met fijn Takel 't felve niet Schepen en mach , maer nu 1
de Kraen in de Schepen gefet moet worden , foo fal bt|
taelt worden voor 't Kraen geldt ende Arbey den , van
Fondt groote vier ftuyvers. Indien de Koopman dj
Hout van ondere begeert te bellen , ende dat doet Kar!
ten , omme te weten oft onder foo eoct is als boven , fft
van een Staendaert betalen van Atbeyden vijf ftuyvers»?
van een Scha ofte van een Steen-balck eenen ftootet
ende van een Molen-roede eenen brafpenningh , ende va
alle ander Hout naadvcnant, *t welckde Kooper allee
betalen lal. r
Van 't Meten van Plancken , fal van 't duyfent betac
worden eenen ftuyver , tot lafte van den Kooper , cnr
Verkooper, half ende half, ende de refte van den Arbey'
dies aengaendc , fal een yegclijck mogen Belleden m
fijn goet dunckeu.
Van Drach-hout, *tzy uytten korten, ofte lange)
Bofch, fal men betalen voor 't Recht van den Exciifc
oft Makelaerdye , van het duyfent vijfthien ftuyvers, dae
van de Verkooper , die't van Boven af brenght, de thie
ftuyvers , ende de Koopers vijf ftuyvers betalen lullen
cnde indien 't felve Drach hout min gekocht wordt da
by den duyfent , daer af lal betaelt worden na advc
nant. ., , r _-^J
Noch fal de vremde Koopman, die 't voorfz. Hout .1
brengt, tot onderhoudeniflè ende nwkinge vande Plactl
daer t voorfz. Houtinne geberght wort , by tijden vaj
Storm cnde Onweder, betalen een vierendeel van cqS
Hout , 't wclck men not mt een Keper Hout,
D
Early European Books, Copyright© 20 1 l ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 477
Degefwóren Kervcrs, die dit Hout leveren, Tullen
i ebben van elck duyfent Drach-houts thien Ituy vers , tot
■yte van den Vetkoopcr , endc indien *t min is, naer ad-
nant.
Indien de Koop-luyden die't voorfz. Hout van boven
brengen , cenige voorderebewaernilTe begeren te heb-
van 'r voorlz. Drach hour, mogen fy Beftcden
en den Arbeyders , om me toe licht tot haren Houte te
'ebben, *tzy ofte fy der Stadt Ecdtgcdacn hebben, oft
iet , loo goeden koop als fy konr.cn.
Van de Ludix-fparren , korte endc lange , oft Som-
bers, die tot Dordrecht tot Bakken gereduceert wor-
ten , lullen de Koopcr ende Verkooper , van elcken Balck
etalen een Duyt.
I Tot nukinge van de Plaetfcn daer 't Hont inne gebergt
<rt>rdr, fal devremde Koopman betalen van 't hondert
-alcken een Paeymentkcn , t welck beloopt op die hon-
en een thiendcdecl van eenen Balck.
Als de vremde Koopman lijn Hakken verkocht fal
ebben, foolal hyden gefworen Levcracrs betalen van
- tle honden Bakken thien ftuyvers , ende van minder gc-
ulenaeradvenant.
I Indien de vremde Koopman fijn Hout niet en kan Ver-
ooopen, ende begeert bewareniflc van den gefworen
v^veraezs , endc fijn Bakken geftapelt , ofte op malkan-
«ten gefet te hebben , voor Storm eudc Onweder , lal
«talen voor elcken Balck eenblancke, 't en ware W tot
minderen Prijs konden accorderen. Linie Rillen die van
Oordrecht, den Koop luydenmet Hout al daer komende,
jrijfenecn gerictfclicke ende bequame Plaetfe, daer ly
aaer voorfz. Hout bergen ende leggen mogen.
\ Alle Ocft dat tot Dordrecht te Mcrckt komt , als Ap-
pelen, Peten, Pruymen , Groene Ocker- noten , endc
tnderOcft, van wacr 't felve komt, ende al -daer ver-
docht wordt , fal betalen van de Tonne anderhalf (en*
K.ingh Dordrechts , daer van de Kooper betalen (al eenen
/alvë Penning , en de Verkooper eenen geheclê Penning.
•'I De voorlz. Kertlcn (allen betalen Wnegh geit , als die
' Ot Dordrecht vctkocht worden , te weten , van 't bon-
' nert wegens een Ooit, tot laftc van dcu Kooper, ende
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
>'
47»
DORISCHE
Verkooper , half ende half.
Dedrooge Moten, die tot Dordrecht Verkocht end<
Vexfeodemt lullen worden, dacraf (al betadt worden .
van de hondert duyfent,'t welck genoemt wott een groo i
hondett , twee ftuyvers , ende daer en boven der Kerck<
totter Fabrijcque behoef, eenen halven ftuyver, al't VCHi
fee fal ftacn tot lafte van den Verkooper alleen.
Voor het Tel-gelt vaa de voorfz Noten, fal men voot'i h
groot hondert betalen drie. grootcn, tot lafte van den
Kooper alleen. ... . , ,
Item , van Sme-kolen , ofte Kalck , fal de Stadt betael
worden, voor 't recht van der Excijfe, oft Makelaerdye '
van elck Hoedt eenen halven Brafpenning , die de Koo«o >
per betalen fal, ende de Meters voor haren Arbeytsloon . »
voor elck Hoedt eenen halven ftuyver , die de Vcrkoopcift
betalen tal. . I
Van Hout-kolen , ende Steen-kolen , en lal met betael
worden, dan den Arbeydt.
Van Molen-fteenen, fal men betalen van t Pont-groo
drie ftuyvers, tot proffijte van der Staflt, tot lafte van dei
Kooper ende Verkooper, half ende hal£
VanSchaelgien,'vanCouverdack, ende dat daeraei
kleeft, fal men betalen van 't Pont groote drie ftuyvers »
tot lafte van den Kooper ende Verkooper, half end»
half. Ende aengaende het Tel geldt, lal betaclt wordei
van 't duyfent eenen ftuyver , rot lafte als voren : end<-
nridtfdicnfullen deTelders oock gehouden wefen du
Schaelgicn t'Scbepe te leveren , indien dat verfocht wortt
VanYfer, ofte Stacl , dat tot Dordrecht ter Wag<
komt , fal men betalen van 't honderr wegens een Oort
tot lafte van den Kooper ende Verkooper , half ende half,
Van de Hoppe, van't hondert Porxft wegens fal betael
worden eenen ftuyver , by den genen die de fclve Hopp<
verkoopt, . _ ,
Van Runne die tot Dordrecht verkocht lal worden, en
(al niet betaelt worden, dan 'r Mcten-gelt.
Item , van Harft, van 't hondert wegens een Oórt , toi
lafte van den Kooper ende Verkooper, half ende half;
Ende ommedit onverbrekelijcken re onderhouden ,
ende te doen forteien eifc& tot eeuwigen dagen : foo fal
d<
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 47i>
lc Schdut van Dordrecht (in tijt wefendc) als önfen Offi-
ier, als Gravc van Hollandr, tot allen tijden, als hy dies
>y den Borgemecftcrcn van wegen der Stadt van Dor-
Irccht verfocht falzijn, fijn Dienaers ofte ander Uyt-
eggers mogen fenden ende houden op cenigc van dc
'oorfz. Rivieren , omine den genen die tegens dele
Ordonnantiën doen oft attentcren Tullen f oftedaerte-
;ens gedaen oft geat tenteert haddden,aeri re mogen halen
net hare Schepen ende Goederen , ende die binnen der
ïtede van Dordrecht te doen brengen , ommc aldaer ter
[uftitie geftelt, van hare delt&en en mefufen^unitic ende
:orre&ie ged*cn te worden Te weten f voor deeerfte
reyfe, dat die tegens defc Ordonnantie bevonden fullcn
worden gedaen te hebben , eerft ende al voren gehouden
tullen wefen op te leggen ende te betalen, boven 't Recht
yan't verftapelen, de koften van den Schout ende fijnen
ienaers gedaen , omme hen luyden acn te halen : ende
tcrenboven noch by den voorfz. Gerechte gecondem-
neert te worden inde Boeten van tfeftighCarolus guldens,
by den voorfz. Schout te verhalen acn 't voorfz. Schip ,
endeoock aen de Koopmanfchap , Stapel- Goeden dacr
inne wefende* Ende voor de tweede reyfe , op Pcynen
boven 't Recht van 't Verftapelen) indevooriz. onko-
fcen, ende verbeurte van honden ende twimigh Carolus
guldens, te verhalen als voren. Ende voor de derde reyfe f
op Pcynen van Confifcatie van ft Schip ende Goedt.
Ende foo dickwils ende menighmael, als na de derde rey-
fe een Schipper ofte Koopman bevonden ende geconvin-
teert fal worden , tegens 't Inhouden van dcfen gedaen
te hebben, fal daer aen tot elcke reyfe verbeure fijn Schip
ende Goeden, als voren. Welekcpecunide Boeten ende
Confifcatie wefen fullen , v-or d'een helft tot Onfen
proffijte , ende d 'ander helft tot proftijtcvan de voorfz.
Stede van Dordrecht* Ende fal dat Gewij fde van dien ,
gedaen in conformitc van dcfen , byden voorfo. van
Dordrecht Executie hebben, niettegenftaende Oppoficie
ofte Apellatie, ende fonder praejuditie van dien»
Ende of 't gebeurde datdc Borgemeeftcrcn van Dor-
drecht, den Schout aldaer ver fochten, ommeeenige Uyt-
ieggers op de Stroomen te leggen, endeby denfelven
be-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
480 DORTSCHE
bevonden wórde niemant regens defe Ordonnantiën ge-
daen te hebben , fbo fullen de Koften van dien gedtaget I
worden tot lafte van de voor fz. Stede allee ne . Ende om ï
nicdat elck weten mach't Inhouden van Onfcr tegen J
woordige Ordonnantie , ende da er af geen ignorantie!
pretenderen, foo fullen die van Dordrecht fchuldidl
zijn,dcfe Ordonnantie te doen fchrijven in een Tafereel J
ofte Berdt , ende 't felve hangen binnen der Poorte van
den Grooten Hoofde der voorfz Stede, ende 'tfclwlf.
Tafereel te doen onderhouden tot allen tijden, al- daen '
gefchreven fullen welen d'Articulen van defe Ordonnani £
tie, ende dclgclijcks een ander Tafereel op't Stadt huysjti
i-dacr. I
Rclcrverende niet te minaen Ons en Omen Nakome-S*.
lingen , Grave van Hoilandt , d' interpretatie ende verkla-1
linge van de duy fter nifle die namaels foude mogen ge- 3 '
beuren , by verloopen van Stroomen , by veranderinge :
van de Koopmanlc happen, ofte anderfints, by wat
manieren dat welen moghte. Ende te mogen meerderen L
ende minderen na de gelegentheydt van den tijdt endei
exigentie van Onfe Saken. Des t oirkonden hebbenl
Wy Onlen Zegel hier aendoen handen. Ghegeven inre'
Onfib Stadt van BrulTcle, den vierden dagh in Junio9|»
inft jaerotis Heeren vijfthicn hondert een-en- veer tiglu
Van Onfcn Kcyfer-Rijcke , den twee-en wintighftcaJ
Ende van Onfe Rij eken van Spaengien, e n dc ander en ,1*
den fes cn-twinti^hften. Onder (tandt gefchreven: F
By den Keyfer in fijnen Rade , ende geteyekent ,
Vereycken*!
Nader Om eenige opftaende gcfchillen te ver- 1
ver- hinderen, ver volghtle Periandenhoorende
d"g" dat Euftacchio tot daer en toegekomen
die van was, is 'er naederhant eenigh verdragu
Gor- tuflehen die van Gorcura beraemt , aen-
cum* gaende eenige voorwaerden , die in ge-
fchil fcheencn te ftaen, en dat volgens die
voor-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 4g,
f voorwaerden. Dat die van Gorcum hun
■A eygenTerwe, Haver , Booncn , Erweten,
1 en Garft, van hun eygen gewas, enaa-
J dere die fy felfs gekocht hebben ; fullen
.1 mogen voorby Dordrecht vocré.Mits be-
:::J talende voor de dry hocdr,Gorcums maet,
0 foo voor Maeckelaerdye , als Mcct-gclt, te
£ faemen dry grooten vlaems j en een Vol-
->?ger nemende Schip of Schuyt van Dor-
1 drecht, die gehouden fal wefenfoo veel
vracht tot Dort of onderwegen over te
nemen , als den Schipper of Koopman be-
rt lieven fal. Maer alle andere graenen lul-
9 Jen die van Gorcum gehouden zijn tot
C Dordrecht te verftapclen. Dat fy op dc
ifeive wijle inhuneygen, ofmede-poor-
t teren Schepen , Zout van het Weften ful-
c len mogen halen , mits betalende de ge-
srechtigheyt van Maeckelaerdye , of meet-
3 geit. Als oock van het Noorden en
I Weften alle Hout , Wagenfchot , Sparren ,
lendiergelijckcn, tot huneygen llcctbc-
)hoeftigh. Maer geen Kromhout , Kant-
) hout, noch Eycken planclvin, als met een
Volger, cn de rechten betaelende. Sy
f mogen oock foodanigc Stapcl-gocdcrë als
'tot Antwerpé, in 7,ceïanr,tor Amild.fam,
4 of elders in de Noorder of Wefter quartie-
.ren gekocht zijn , voorby Dordrecht
ibrengen ; mits betalende dc helft van de
IMaeckelaerdycn.het Meet- geiten Waegh-
-geit , cn een Volger nemende. Yemant
;imagh oock by eenigh vry go.t, dat tot het
X ver-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
4*
DORTSCH
verftapeleu niet gehouden is , vijf of fes 1
iacken Meels , en vijf hondert Ykrs , ion-|
der meer, van het Wetten komende,fonder|
Volger, verftapelen of verkoopen, voor byl
voeren; mits betalende, wegen hetyferl
van de fes guldens een ftuy ver , en van de, ;i
6 facken meels een halve ftuyver. Alle;
Wefterfcheof Franfchc Wijnen voor hun^
eygen flijting en nootdruft fullen fy oock
fonder eenige belading mogen voor by
voeren. Als* oock een knyc Klaphouts ,
met een duyfent Bodems, of vijftigh ftuck
Rabben, of minder. Oock als die van
Gorcum niet meer Stapel-goeder ë in twee
Schepen geladen hebben , als een Schip
van Dordrecht fou mogen voeren , lullen
fy met een Volger mogen volftaen voor
beyde fchepen. Sy mogen oock eenigh
kleyn getal van Schoot- hout, Hoogn-
hout, Schuppcn-hout, Klompenen Blaes-
balcken , voor by voeren , tot diicretie
van den Borgemeefter van Dordrecht j
roitsberalende den Impoft , indien 'er ee-
nige op (het. Als oock 7. 8. 9« of ,0- 0
ten uyterften 12. tonnen Oefts, van Ar-
kelfch gewas , dat tot Gorcum ter Marckt
cebraght is, doch met verlof van den
Borgemeefter, en betalende voor yder
Tonneifi Penningen tot voordeel van
de Kerck. Tonnen , Horden , Rijs , Tee-
nen en diergelijcke zijn vry vanallebe-
laftingen. En als tot Dordrecht geen
Schepen gevonden worden na vereyicn
7
JM
ARCADIA; 4g,
van de Lalt of Lading van de Stapel-goede-
ren , of dat niemant om rcdelijck loon
volgen wil ; lbo fal den Borgemeefter
van Dordrecht daer bytijts in hebben te
vooihé.te wetë.mits taxerende 'tloon van
den Volger,of den Schippers van Gorcum
toeftaende te mogen voort vaeren, fonder
Volger of verbodemen. Wel verihende,
dat als dien van Gorcum geoorloft fal wer-
den voorts te vaeren Tonder Volger , fy als
dan het dobbelt van JbodanigeMakelaer-
dye fullen beraden, als voor heen op clcke
fpecien van goederen geftelr is.
Eulïacchio roemde defc Voor rechten
deStadt leer voord<.eligh te zijn.cn Icheen
verwondert.dat defelve, hoewel bloeyen-
de.noch niet meer in handel uytmunte.Sy
hebben noch,boven dele, het recht van de
Munt, vervolghdc Pcriander, het welcke
geen andere Steden van Hollant genieten,
dat hen door Hartogh Aelbrechr van Bey-
eren gegeven, en door Joh au van Beyeren,
Philips Hartogh van Boorgondien , Maxi-
miliaen Roomfch Koningk , Ptfftippm
Hartogh van Ooftenrijck , Karei de vijfde
Roomfch Keyfer, Philippus de tw.edc
Koningk van Hifpanicn , alfl Graven van
Hollant, alsoock na der-hant door Prins
Maurits.als Stede-houder, bunffns mijn
Hceren de Satcn , in het her i jyj- ,en in
hetlaer 1^35, en foo vervolgens door de
Opper- overigheyt beveftight is. Sy heb-
ben hun Waerdijn, welck Ampt tegen-
X 2 woor-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
a«4- DORTSCHE
woordigh door den wel Edelen Heere van
Naeldwiick , Out-Borgcmeefter , bekleet
wort; hun Munt-Meefter, hun Pre-
vooften, Gefworenen,8cc. dewelcke de
macht hebben , om alle mifdaden , uytge-
iondert vrouwen - kracht , doodt-flagh,
moort, of diefte, door de Munters be-
gaen , te mogen ftraffèn. Niemant , als al-
leen,een vry Munter, vermagh al daer te ar-
beyden , dewelcke, als oock hun nakome-
lingen ,beneflfens hunne goederen (Koop-
manfcbappen uyt gefondert) in Hollant,
Zeelandt, en Vrieuandt vry zijn van alle
Settingë.Tollen en Bedé, van alle Accijfen
van Wijn , Bier ,Broot , Vleefch, en alder-
hande Lijftocht , die fy binnen hun huys
met hun Huys-gefin mogen uijten, ge-
iiick oock mede van alle dienden vanOor-
loge , en nieuwe Tollen ; welcke Vrydoni
fy genieten in aller manieren, binnen of
buyten de Munt, werckende of niet
werckende. Daer voor moeten fy ver-
bonden zijn tot allen tijden het werck van
de Munt by te woonen , achter latende
alle andere hantwercken of hanteeringen,
al waer het dat fy daer meer voordeel kon-
den by doen. Soodanigh leggen de rech-
ten en verbanden van de M unt.
Het
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
4*1
Het VII. BoeCk.
Uftacchiohad metlijdtfaem-
heyt defe Dortfche Voor-
rechten doorlefcn en ge-
hoort , wanneer een koele
windt, tegen denavondtuyt
het Ooften wat aenwacke-
rende, lien bcfluy ten deed, fich na de luwte
in den Hof te begeven. Sy daer gekomen
zijnde,en het jonge gefelfchap fcer bcfigh
fiendc , met na Polymythus te luyfteren ,
vraeghde Periander, wat fy voorhadden ?
Polymythus, antweorde Lydamas, is
doende,fijn voorgaendc mifiagen, met een
aerdige vertelling, weder goet te maec-
ken , daer in hy belooft heett , de dapper-
heydtvande Vrouwen op den hooghften
throon te ftcllen. Iele hoop , antwoorde
Periander , dat hy daer in gcluckiger als in
fijn voorgaendc fal zijn, oï anders Jagh ick
geen racdt tot fijn verfocning. Polymy-
thus dan , die alrecdts begonnen hadt , be-
gint weder ter liefde van de nieuwgeko-
menc van voren aen.
De Vertelling van het Ounoofd
Over [pel.
Het Spaenfche Hof was tot Valladolid,
wanneer op een van de alderkoutfte win-
X 5 ter-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
486 DORTSCHE
terfche nachten , en omtrent dien tij dt
van den nacht , wanneer de meefte van de
KLloofters , de metten beginnen te luyen ,
een jongk Edelman , Don Garcias ge-
noemt, uyr een fruys quam, daerhy den
tijdt met tijdrkorring en fp^elen over ge-
braght hadt.Hy ras in de ftraet waerin fijn
Herbergh Itont, fonderdathy, al-hoe-wel
den nacnr feer duyfter wis eenigh toorts-
licht by fich hadt , het fy d ir lijn Lacquay
de fijne verloren hadt, of dat hy een man
was , die daer niet vc 1 na vracghde : wan-
neer hy fchierlijck een duur fagh openen,
en een perfoon daer uyt ftooten, met fulck
een gcwelt , dat fy aen de andere zijde van
de itraet voor fijn voeten nedervicl. In-
dien hy daer over feer verwondert was, hy
was het noch meer, wanneer hy,defe mil-
handeldede handt willende geven, om op
te helpen , bevandt dat het een vrouw in
het hembde was, blijvende leggen weenen
cn fuchten , fonder de alderminfte begeer-
te te tooncn om op te ftaen. Hy twijfelde
terftondt of fy wel feer gequetft fou zijn ,
en hebbende haer , met hulp van fijn die-
naer , op de been geholpen , vraeghde
hacr,of hy yets tot haren dienft konde
doen ? Ghy kondt my mijn leven en mijn
eer behouden, antwoorde hem defe onbe-
kende, met een ftem die door haer hicken
en fuchten was afgebroocken lek bidde u,
vervolghde fy , by dcfelve Edelmoedig-
hevdt, dewclcke u behulpfaem aen mijn
on»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 487
ongcluck gemaeckt heeft, dat ghy my er-
gens onder dack helpt, in fulckcr voeden
dat het niemandtals u , en defe, van vvclc-
kers trouw ghy verfecckert zijt , bekent
zy.Don Garcias deckte haer met fijn man-
tel , en bevelende fijn dienaer haer te hel-
pen voortgaen aende ecne, gelijck hy
deedt acn de andere zijde , quamen iy wel
hacfi: aen fijn Herbergh,dacr fich een ydcr
al te ruft begeven 'hadt, bchalven ten
dienftmaeght, die, de deur openende , niet
deedt als knorren en morren , om dat men
haer foo lang hadt laten opwachten. Maer
den lacquay gaf haer geen antwoordt, als
met het uy tblafen van de kacrs , het welc-
ke haer, terwijl fy defelvc weder gingk
ontfteecken , duyfent fcheldtv/oorden te-
gens hem deed uytbraken. OndertuiTchen
leyde , of eerder droegh, Don Garcias defc
bedroefde Vrouw op fijn kamer, dcwelc-
ke cp de eerde verdieping was, alwacr hy ,
Wanneer fijn dienaer üent gebraght had ,
een van de fchconftc Vrouwen van geheel
Spangien (agh, het wclcke hem cp een
tijdt verlieft en medeüjdigh maeckte.
Haer bruyn hayr fwierde met gecfiigo
krullen om haer voorhooft, al-hoe-w:j'
een wcynigli in onorden , en bedeckte ten
dcclen haer fchoon aengcficht en haer wU
maeckten hals. Haer oogen waren vol
tranen, haer armen, handen, hals,cn voorts
haer geheel fchoon lichaem vol ftramen,
buylen,en blaren , als of iy wel een bet met
X 4 ccn
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
4ss
DORTSCHE
een ftegel-reep , draeg-bant, of diergelijck 1
Garcias 4
ruygh gegeefeh
verwondert was een foo fchoonen fchep-
fel te iïen, fy was niet minder verbaeft ,
fich fel ven in het gewelt vaneen jongk
Edelman te fien, diewelfcheen niet bo-
ven de i f jaren out te zijn. Hy vermerck-
re haer verbaeftheyt, en dede njn beft haer
te doen gcloovcn , dat fy niet te vreefen
hadt, vooreen Edelman, diefichfelven
iou geluckigh achten , in haer dien ft te
fterven. Ondertuflchen maeckte fijn die-
naereen kleyn vyer van kooien, gelijck
men in Spangien gewoon is ; en hy leyde
fchoon ly waet op het bedde van lijn Mee-
fter ; dewelcke hebbende defe bedroefde
onbekende goeden nacht gewenfcht, haer
in het befitvan fijn kamer liet, daerhy
de deur welvaft van toe floot, engingk
leggen by een Edelman van fijn vrienden»
onder ick weet niet wat voor-geven , die
in het felvc huys ter herberge lagh. Hy
fliep ongetwijfelt beter als fijn gaftinne,
die niet liet den geheelen nacht met
fchreyen door te brengen. Den dagh aen-
gekomen zijnde, kleede fich Don Garcias
£00 kofteli jek en net als hy konde , gingk
aen de deur van de kamer ftaen luyfteren ,
daer hy de arme Iongkvrouw noch hoorde
kermen en k lagen. Hy maeckte geen fwa-
ri gheyt binnen te gaen ; macr foo haeft als
fy hem fagh , begoft fy meer als van te vo-
ren tc weenea en te kermen,Ghy fiet hier ,
fcyde
4
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
M
mm
r,
f
ARCADIA. 4S9
eyde fy terftondt tegen Don Garcias , een
Vrou die op gifteren de geachtrte was van
geheel Valladolid, en heden in de uyterrte
fchandc, en een erbarmelijcke ftaet geval-
len is } om foo veel mede-lijden in de har-
ten te wercken , alsfy voor defen afgunfr.
gedaen heeft» Maer hoe groot mijnon»
geluck oock magh zijn , vinde ick dc on-
derftandt, dewelckeghy my hcbtgcdacn,
foo groot en tijdelijck, dat het|felve onge-
twijrelt cenige verlichting en reddering
mijn ongeval fal konnen toebrengen; in-
dien ghy my foo guntligh fult geweeft
hebben , dat ghy my tot aen den avont uw
kamer vergunt, en als dan, of in een dracg-
ftoel,of in een Karos, in een feecker K.I00-
fter, het welcke ick u noemen lal , voeren
laet. Maer , vervolghde fy, naaldefeal-
reedts ontfangene weldaden , derve ick u
noch defe afvergen, namentli jek, dat ghy
de moeyten gelieft te nemen, om aen mijn
huys te gaen vernemen, hoe het aldaer ge-
ftelt en gelegen is, en wat men in het Hof,
en door de Stadtfprceckt van dele ellen-
dige en ongel uckige, die ghy lbo Edel-
moedighlijck befchermt hebt. Don Gar-
cias , met dc vol vaerdighcy t van een man 1
die alrectsbegoft te minnen, nam aen haer
in alles te gchoorlimen , en te gaen waer
fy wilde. Sy deed hem dc behoorlijke aen-
wijfing, cn hy liet haer, om fijn laft te vol-
brengen , in foo veel droefhey t , dat fy op
nieuw foo leer beliondt te j amracren , als
X ? of
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
4yo DORTSCHÈ
ot' fy eerft begoft. Hy was nauwcli jcks een
uuruyt, en weder ty fijn bedroefde Ga-
ttinne komende,die hem tiende, eé gebaer
beftondt te maken, als of fy alreedts hadde
geweten dat hy haer quade tijding braght.
Me-vrou, feyae hy, indien gy Eugenia, de
huyf vrouw van Don Sanche, zijt , heb ick ;
dingen vernomen, daer u ten alderhoogh-
ften aengelegen is. Eugenia , feght men ,
is wegh , en Don Sanche is in handen van
het Gerecht , befchuldight over de moort
van Don Louis, fijn broeder. Don Sanche,
is onnoofel,fcydc fy.ick ben de ongelucki-
ge Eugenia, en Don Louis was den mee -
ften boofwicht die oyt geweeft is. Haer
fuchten en hicken, het welcke weder met
groot gewelt begoft , liet haer niet toe
meerder te fpreecken. Macr gelijck al het
geen geweldigh is , felden lang duurt , foo
geviel het oock dat de droefheyt van Eu-
genia fich mede een weynighbegoft te
matigen, Sydrooghde haer tranen af, en
fuchte niet meer met fulck een gewelt als
te voren , en hernam haer redenen op defe
maniere: Het is niet genoegh dat ghy den
naem en ftaet van de(e ellendige , die ghy
binnen foo korten tij dt foo veel goets ge-
daen hebt , weet , maer ghy fult oock de
by fonderheden van haer leven moeten
hooren , en door fbodanigh vertrouwen
bekennen, höedanigh de verbintenis is,
waer mede ghy my verbonden hebt. Ick
ben, vcrvolghde fy , uyt een vandevoor-
naemfte
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
1
ARCADIA.
i n acmfte Huyfen van Valladolid , rijcic, en
fl met fchoonheyt genocgh om niet ydel te
« zijn geboré. Al dele hoedanighcdé konden
Vu niet minder als my veel Minnaers verwec-
}È ken , onderdo vvelckedefe twee Broeders,
C Don Sanchc en Don Louis,de voornaemfte
v waren, Maer of defe twee Broeders mal-
kander in ftaet,perfoon, en liefde genoeg-
i faem gelijck waren , vcrklaercen lïch
'£ evenwel mijn vrienden tot voordeel van
3 Don Sanchc, die de oudtfte was, gelijck
: oock mijn genegentheydt hun verkieling
v volghde, en my geheel aen een man over
£ gaf, die alreedts veertigh jaren voorby
v wasj die evenwel door lijn foeten aerdr, en
I degrooten yver , dewclcke hy hadt om
r my te behagen , fich lbo diep in mijn hart
i in drong , als eenigh ander , die my in ja-
ren gelijcker was , fou hebben konnen
doen. De twee broeders , al- hoe- wel fy
i mede-vryers te famen waren gewesft,
si leefden daerom niettemin vreedtfaem
te famen. Hun huyfen waren aen
^ malkander, foodanigh, dat fy maer een
huyfing fchenen te zijn, nadcmacl dc
i muur, dewelcke hen van malkander
I fcheyde, een deur hadt, die, met gemeene
J to.ftandt, noch aen de een noch aen dc an-
:> derezijdc gefloten wiert. Don Louis ont-
t faghfichniet vcor lijn broeder, om my
» defelve plichten te bcwijfen , dewelcke
t hy gewoon was, terwijl hy fijn medc-
r vryer was. En Don Sanchc , diens liefde
X 6 door
491
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
¥jt DORTSCHE
door het genot vermeerdert was , wiflr
hem fijn galanteryen , en minne-plichten
danck. Hy noemde my felf de Meefterffe
van fijn Broeder, die van fijn zijde een ,
waerachtige min voor een geveynfde
deedt doorgaen , en dat met fulckeenbe-
leyt, dat ick 'er felf door bedrogen wierdt.
Eyndelijck , na dat hy my gewoon ge-
maeckt had, hem van fijn liefde te hooren
fpreecken , in tegenwoordigheyt van een
yderj begoft hy my in het by ionder daer
oock mede aen te taften , en dat met fulck
een onhcbbelijcke aendringentheyt , en
foo weynigh aenfiens , dat ick nu niet
meer van fijn godtloofe liefde twijfelde.
Hoe jongk ick oock was, foohadt ick
evenwei voorfichtigheyt genoegh, om
hem te doen gelooven dat ick al het feive
noch al voor vey nfery c aen nam. Ick nam
in boert op al het gene hy my in ernft fey-
de, en hoewel ick noyt grammcr ben ge-
weeft, als doe wederhielt ick my evenwel,
ten beften dat ick konde , om mijn gelaet
niette verliefen. Hy wierdt daer over te
meer verweckt, in de plaets van fijn voor-
deel daer mede te doen. En my aenfiende
metoogen, dewelcke fijn onbehoorlijcke
crift genoeghfaem te kennen gaven , ley-
de : Neen , neen, Me- vrouw , ick veyns ai
minder zedert dat ick u verloren nebbe
als ick deed wanneer ick noch op u te hoo-
pen hadt. En al-hoe- wel uw geftrengheyt
groot genoegh is , om u wel haeft van een
I *
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
A9%
t liefde tc vcrloflen , die u foo hatelijck is ,
I hebt ghy my evenwel lbodanigh het lijden
gewoon gcmaeckt, dat ghy het noyt,
beter fultkonnen zijn ... .' Om my noyt
meer alleen by u te vinden , viel ick daer
tufl'chen in, wanneer een van mijn gevolg
in mijn kamer komende , hem verhinder-
de fijn ongebondentheyt verder uyt te
breyden, cn my mijn mifnoegen tc too~
a nen. Doch ick was daer na blijde dat ick
ri* het niet gedaen hadt , ter oorfaeck van
n mijn man , hopende dat defen fnooden
metter tijdt keren fou, my minder te
beminnen, en meerder te achten. Maer
hy gingk al vcort voor de wei elt tc vcyn-
fen , en my in het byfonder mocyclijck te
vallen. Ick diende my van al mijn gc-
llrengheydt dicickkondc by halen, om
hem te doen atïchricken, ja fclfs foo ver-
re , dat ick hem dreygde, fijn Broeder alles
te kennen te geven. lek bad hcm-.ick ween-
de ; ick beloofde hem te beminnen als
broeder; maer hy wilde bemint zijn als
Minnacr. Eyndelijck,nu geleden, nu qua-
lijck gehandclt, en altoos even vierigh be-
minnende , fou hy my de ongel uckighfte
vrouw vin geheel Spangicn gemaeckt
hebben , indien mijn gewiilb, het wclcke
my fclf van de minlte gedachten niet over-
tuygen konde» heticlve hadt willen toc-
hten. Maer ten laetften , mijn deught,dic
fich fel ven tot daer- en-toe foo wel tegen
fulck een gevacrlijcken vyant hadt weten
X 7 te
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
DORTSCHE
te befchermcn , verliet my , om dat ick
haer verliet , en ick verriedt mijn felven.
Het Hof quam tot Valladolid , met al haer
Hoffclijck heden. En gelijck als alle nieu- •
we dingen behaeghlijck vallen,foo was het
oockdatonfe Vrouwen in de Hovelingen
fa gen, het geen fy noyt in de braeffte van de
Stadt hadden konncn vinden. Gelijck fy
weder, van hun zijde , hun uytterfte belt
deden , om fich onsbehaeghlijck temaec-
ken, diefy miflehien al voor verwonnen
en ingenomen hielden. Onder de Ridders
van het hof , omaldaer van hun dienrtea
vergelding te ontfangen, was mede een
Portugees, Andradegenoemt, die fich,
door fijn kloecke geeft en bracf ge-
laet , boven ai de andere aenmerckelijck
maecktc. Hy hadt geen eroote middelen,
maerhet fpeelen maeckte hem meefter
van die van anderen, en fijn winft deedt
hem foo heerlijck voor den dagh komen,
als de machtighfte van het Hof. Ick was
ongeluckigh genoegh om hem te beha-
gen, en wanneer mijn ydelheydt, en de
teeckenen dcwelcke by my toonden, my
hadden de inbeelding gegeven, dat ick fijn
genegentheyt gewonnen hadt, geloofde
ick , dat ick de geluckighfte van alle vrou-
wen was. Ick fou u qualijck konnen tc
kennen geven, hoedanigh by fich felven
beminnelijck wift te maecken , en hoe
ovcrtolligh ick hem liefde. Dien foogoe-
den,foo eerbiedigen man, dien ick getrout
hadt ,
I
D
1
jm
jM
]m
t
tav
■V
ARCADIA. 4Af
i hadt , wierdt my wel haeft foo verachte-
lij ck als hatel ij ck , en Don Louis noch
meer als hy oy t voor heen gevveeft was; en
niet kon my behagen als Andrade : jae ick
beminde niet als hem, en wanneer ick
hem niet (agh , maeckteickal de wcrelt
verbaefl: door mijn ongcrultheyt. Die van
fijn zijde was niet minder , jae foodanigh,
dat fijn genegentheyt tothctfpel, voor
die van myte beminnen en te dienen,
wijeken molt Sijn gefchencken wonnen
mijn dienareflèn wel haeft, en fijn brieven
en veerfen mijn uyterfte wil, gelijckal fijn
avondt- en morgen-fpeelen al de getrouw-
de mans van onfe wijck nadencken
maecktcn. Eyndelijck, hybefprong my
foo wel, en ick verweerde my fooqua-
lijck, dat ick my ten laetiten overgaf. Ick
beloofde hem al dat ick hem geven kon,
cn wy hadden geen bekommernis , als
overbequame plaets en uure. Mijn man
wierdt tot dc jacht genoodight, daer hy
veel dagen medebeiigh molt zijn. Ick
liet dit mijn lieven Portugees weten, cn
wy beraemden onfe by-een-komftopden
felven nacht, wanneer mijn man desdaegs
vertrecken fou. Ick had aengenomen op
fecckere uurede achter-deur van on fen
Hof open te laten , cn onder fchijn van de
koclheydt van den nacht te willen genie-
ten, deedt ick in een kleyn houten kamer-
ken dat a'.dacr fhet, cn rondtfomopen, en
van Orangic-boomen en Eglantieren om-
cin-
Early European Books, Copyright© 201 1
ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninkh
jke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
496 DORTS.CHE
cingelt,een leger-bedde decken. Mijn man
danvertreckt uytdeStadt, endiendagh
docht my den langden te zijn, die ick van
al mijn leven doorgebraght hadt. Den
nacht gekomen , cn het bedde doormijn
Dienareflen toegemaeckt zijnde , hieldt
ick my voor hen, als hadt ick grooten luft
om te üapen : waer door fy, foo haeft als fy
my ontkleedt hadden , fich mede te bedde
begaven,behalven een Kamenier, die ken-
nis van mijn liefde hadt. Nauwelijcks
hadt ick royte bedde geleght, en mijn
Kamenier de deur van het huysaenden
Hof uytkomende toegeflooten, wanneer
mijn Dienareflên my quamen aenfeggen,
dat mijn man gekomen was, Ick hadt
even tijdts cenoegh om de achter-deur
van den Hofydie ick voor Andrade open
gelaten hadt, weder te doen fluy ten, wan-
neer mijn man by my quam , die my met
de meefte vriendelijckheyt van de werelt
bejegende; maerghy kondt wel bedenc-
kenhoedanigh ick hem onthaelde. Hy
feyde my, dat hy gedwongen was geweeft
weder te keeren, om dat den Edelman, die
hem ter jacht hadt geleydt, van fijn paert
gevallen was, en fijn been gebroken hadt $
enbegoft daerop mijn verkiefing, van
defe aengename flaep-plaets , teprijfen
feggende, datliy metmy daerden nacht
wilde doorbrengen . Hy deed fich terftont
ontkleeden , en ley de fich by my* Al dat
ick doen konde, was, foo veel mooghlijck
was,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
cv W:
E
ARCADIA. 497
as, de ongenoeghte.die ickdoor fijn on-
verwacht wedcrkeercn ontfing , te bedec-
ken, en door afgedrongen vriendclijckhe-
den te doen gelooven, dat de fijne my aen-
genaem waren» Andrade ondertuflehen
quam op de geiteldc tijdt cn placts, en
hebbende de poort gefloten gevonden, die
hy hadtjgemeent dat open ibu hebben ge-
Weeft , klom s door hulp van lijn Dicnaer,
over den muur van den Hot', dacr hy wel
gehoopt hadt den nacht met my over te
brengen. Hy heeft my daer nagefeght, dat
hy dit voornamentlijck bcftondt,uyt min-
yver, meen en de dat een ander fijn plaetf
ingenomen hadt, die hy voorgenomen
hadt, foo wel als my ,na dat hem de gram-
fchap als toé deed voornemende handelen*
Hy komt dan na het kamerken toe, macc-
:endc fooweynigh gerucht alsmoogh-
lijck was. De Maen fcheenfeer klaer,
waerdoor ick hem wel konde licn in ko-
men , het welckc my feer verbaeft maeck-
tc , cn hem deed toewencken , dit hy ver-
trecken fou. Hy konde ten eerlten niet
wel fien, of die gene , die by my lagh, mijn
man, of ycmandt anders was; maer fiende
in mi jn gelaet meer vrees als ontfteltenis,
en fchaemte, en op de tafel het k leet en de
pluymen , die hy mijn man dien felven
dagh hadt gelien aen te hebben , cn die foo
byfondcr alsaenmerckelijck waren; twij-
felde hy niet of ick lagh by Don Sanche ,
die hy gerufor flapen lagh, als cenigh
vreemt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
498 DOllTSCHE
vreemt Minnaer fbu hebben kontier
doen. Hy evenwel liet niet na.by het bed
de te komen , en my een kus te ontfteelen .
het welcke ick hem niet verhinderd
konde, uy t vrees,van mijn man wacker t<
maecken. Hy wilde my niet langer in deft
benauwthey t laten, maer gingk heen, hef-
fende de oogen nae den Hemel, lij r
fchouderen ophalende , en geraecktd
langs den fclven wegh weder uyt , waeffi
langs hy ingeraeckt was. Des morgens
ontnng ick een brief van hem, die vervultif
was met de treurighfte klaghten die ick
oytgchoort heb, bcneftens een geeft igh
veers, tegen de Tyranny der Mannen. Hya
hadt het overige van den nacht befteed tol;
het maecken van defelve , gelijck ick den
feheelen dagh met het leien van de felvtf
oorbroght. Het gevaer dat wy geloopeni
hadden , deedt ons niet eens te meerded
omfien , noch vreefen weder yets anders:
aen te vangen. Maer indien ick van fclven
niet genoeghfaem daer toe genegen was
geweeft, noch door de brieven en fchr i f ren
van Andrade daer toe opgeweckt was ge-
Worden ; het aenraden cn aendringen van
mijn Kamenier fou machtigh genuegh
hebben geweeft my daer toe aen te voeren $
ibodanigh was die totgunft en voordeel
van Andrade. Sy derfde my wel tegemoet
voeren, dat ick hem welweynigh tnoft
beminnen, dewijl ick foo vrees- achtigh
was 5 en fprack met fulck een nadruck
van
ARCADIA. 409
van fijn liefde tegens my , als of fy felf aen <
38 den een of den anderen Minnaer haer ge-
- negentheyt uytgedruckt hadt; her geen
my deed bemercken, dat fy niet onervaren
f m de konft van minnen was. Ick hadt my
o voorfoodanighvleyen moeten wachten,
• en fulck een fchadelijck gelelfchap
fchouwen j maer wat is het, ick wilde
mijn fel ven verderven, en indien fy dcug-
delijcker wasgev/eeft, fou ick haer mif-
fchien minder vertrouwt hebben. Eyn-
delijck, fy braght myfoo verre, dat ick
toeftondt Andrade in een Garderobbe , of
kleerkamer,by mijn kamer ftaende.te ont-
fangen , dacrfy alleen fliep, met befluyt,
dat foohaeftals rnijn man in flaep fou zijn
fy fich in mijn plaetS by hem leggen fuu ,
terwijl ick den nacht met Andrade fou
doorbrengen. Dit wierdt dan alfoobe-
ftelt , en Andrade wierdt in de kleer-
kamer verborgen. Mijn man viel in flaep,
en ick maekte my vaerdigh om by Andra-
da te gaen , en dat met fulck een ontftel-
tenis , als een perfoon hebben magh , die
door groot verlangen , en vrees gedreven
wordt; wanneer een fchrickelijck geluyt
mijn ooren llocgh, en mijnen man wacker
imacckte, waerop wy de k amer alreedts
vol roock , en door de glafen het flickeren
ivan den brandt fagen. Een fwartinne, die
in de koocken arbcy de.had , na dat fy haer
droncken gefopen hadt , daer den brandt
ingebraght, hetwelcke men niet eerge-
waer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
foo DORTSCHE
waer wiert , voor dat het drooge hout,foc
van de koocken, als de (lal, daer na by
ftaende , daer door aengefteecken wierdc ,
hctwelck tcrftondt na de d celen van on;
vertreck begoft overtegaen» Mijn mar.
was van een yder feer bemint , waer ovei
terftondt het geheele huys vol nabuurer
was. Mijn fchoon-broeder Don Louis ,i
die het gemeen gevaer het aldery verigh
fte maeckte, was het eerfte met fijn volckn
om ons te helpen»in de weer. Hy,gedrevem
door fijn genegentheyt , vloogn middenl
door de vlammen heen , die nu de trap ak
begoften aen te taften , in mijn kamer. Hyi - . -~
was in het hembde, enhadt niet als fijrilfe-
nacht-rock aen , waer mede hy my be-
detkte; en hebbende my in den arm genoot. ••: > -
men * meer doot als levende , ter oorfaeewtia' '<
van tiet gevaer daer Andrade in wasj**
meer als van mijn eygen , braght hy my* , J
door de geraeene deur in lijn huys, en levfch^.
de my in fij n bedde , alwaer hy my liet 'm% >:
de bewaring van eenige van fijn Dienaar
reflen. OndertuiTchen mijn man , en al%f
de andere die hem te hulp gekomen wa«w -
ren , deden ioo veel , dat het vyer gebluflr
wierdt , nadat het al veel fchade gedaen
hadt. Andrade konde lich lichtelijck in
defe verwarring redderen , foo dat hy on«l
bekent wee h geraeckte , ennauwelijcks
is de vreught te geloovcn , dewelcke ick», . .,
ontfong, wanneer Marine, mijn Kame-J?.f
uier, my die boodtfehap braght. Hyi, . ; 1
IchreeM "v
9 n<
■
ARCADIA. To%
reef my des anderen daeghs hondert
fotternyen , dacr ick foo fot mede was te
lefcn, als hy geweeft hadt te fchrijven.
Enaltoo onderhielden wyons onderling
verlangen valt op, met malkander brieven
overen weder te fchrijven. Nadat men
al de fchade.die het vyer ons gedaen hadt ,
weder herftelt , cn ick het huys van Don
Louis weder voor het mijne verwiflelt
hadt : hadt Andrade niet veel motytcnom
my te bewegen , noch eenraael den fel ven
wegh te beiöecken; dewelcke hy meende
dat hem nu niet als door een ongemeen
voorval gemifcht was. Den fel ven nacht,
dewelcke wy totonfeby-ecn-komft beitelt
haddcn,gevicl het.dat een Ridder,een van
mijns mans befte vrienden , fich genoodt-
faecktvondt, (ter oorfaeck van een ge-
vecht , het welcke hy gehadt hadt) een
fchuyl-plaets te foecken , waer over hy
fich by feeckeren Ambafladeur begaf:
maeralfoo hyfich aldaer niette fccckcr
bevandt , mort hy fich nootfaeckclijck el-
ders foecken te verbergen. Mijn man
braghthem hcymclijck in ons huys, cn
nam foo lelt de (leutel van de poort aen de
ftraet, dewelcke hy in fijn tegen woordig-
heytdeedt toclluyten , uytvieefe dat den
een of den anderen botterick van een die-
naermoght komen te ontdecken , dat 'er
ycmandt in fijn huys verborgen was.
Wanneer defeordcre,tot mijn groote ver-
baeftheyt, alfoo bcftelt was , liet Andrade
het
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
fot DORTSCHE
het gewoonlrjck teccken op'de ftraet hoo-
ren. Marine dat vernomen hebbende , be-
af fich aen een laegh gctraly , en deedt
em weten , dat hy noch een weynigh ver»,
toeven fou. Wy hielden met malkander
daer op krijghfraet; waer over fy hem met
weynigh woorden gingk te kennen ge-
ven , en dat met de meefte ftilligheyt die
haer mooghlijck was, dat 'er wéér een
nieuwe verhindering gekomen was; (lel-
lende hem evenwel voor, dat hy noch een
wijl vertoeven fou, tot dit al het volck te
bedde was , om door een kleyn veynfter ,
het welke fy hem openen fou,in de kooc-
ken , die heel laegh Houdt , in te komen.
Daer was niet het welcke Andrade fwaer
of gevaerlijck fcheen, wanneer hy Hechts
fijn liefde konde vernoegen, waer over hy
fich genegen toonde fulcks teonderftaen.
Mijn man ondcrtufiTchen deedt fijn vrient
te bedde gacn, en begaf fich oock, na mij n
voor-beeit, vrocgh te fiapen ; gelijck oock
al ons huyfgefin net fclfde deedt. En Ma-
rine , wanneer fy geloofde dat al de werelt
nu in flaep was, opende de kleyne veynfter
voor Andrade, die met weynigh moeyten
daer een gedeelte van fijn lichaem door
krecgh , maer foo onvoorfichtigi en onge»
luckighlijck , dat, na veelgewelts (het
welcke hem meer hinderde als vorderde)
f edaen te hebben , hy omtrent den mid-
cl tuflehen de traelien vaft bleef, fonder
voorwaerts of achtcrwaerts te konnen ge«
race-
I
ARCADIA. f0,
k raeckcn. Sijn Dienaer konde hem in het
t mmilc geen hulp bewijfen , gelijck oock
.1 Marine, fonderycmandt anders by haer te
v hebben , niet konde doen. Sy dan girgk
s heen , om een van de dienftmacghden -
twacker tcmaecken daer fy vriendtfehap
mede hielt , tegen dewelckc fy feyde. dat
i 'ereenen.haer vryer, die fy feer beminde,
dewelckc fy| door de koocken veynltcr
hadt willen in laten , valt geraeckt was ,
I fonder dat iy hem konde helpen, haer bid-
3 dende de handt tc willen leencn. Dit dcedt
i de ander gewillighlijck, maer by gebreck
:van een hamer, of eenigh ander yfer-
> werek , fou de byftant van dele twee vrou-
wlieden vruchteloos zijn geweeft, indien hy
*$felf om fijn pongiaert niet hadt gedacht ,
daer fy fich fuo bequamel ijck mede wiftcn
te dienen, dat, na veel moey ten en arbey ts,
de traliën uyt de muur geraeckten. In-
j voegen Andrade van de fchrickeiijeke
vrees, in de welcke hy gewecö was, van ,
indien hy dacr betrapt wiert , ten minlten
Voer een dief of roover gehouden te wor-
den , verloft wiert, Dit evenwel konde
.\)Imet foo wcynighgeruchts nietgefchiedé ,
lof een van onle Dienaers qium het te
)i hooi en , die daer over het hooft uyt het
veynltcr llecckcnde, Andrade fagft, die
r met de traliën, noch aen fijn lichaem ge-
lijck een riem valt hangende, gingkloo-
ï'psn,foo veel als hy konde, van fijn dienaer
;;gcvo)ght zijnde. De gebuuren en ons
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
jo4 DORTSCHE
volck riep, houdt den dief, houdt den dief;
maerfy hadden devoorbaet : altoos daer
wiert geen twijfel gedagen > of de dieven
hadden door dekoocken willen inbreec-i
ken , daer men de traliën uytgenomen
fagh. Ondertuffchen quam Andrade in
fijn huys, daer hy het yfer moft laten afvij-f
len, alfoohet hem onmooghlijck was,
daer andere uyt te geraecken,wat raoeyteni
ly deden. Dit derde voorval maeckte
hemfeer ongefint, gelijck ick naderhandti
vernam : voor my , ick nam het heel an-
ders , en meende . terwijl Marine, vol ver-
baeftheydt noch fcijade, my hetverhael
daer van deedt, my fieckte lachen. Even-
wel Ket ick niet, focwcl als Andrade , een*
groot ongenoegen inaldefe ongeluckige
of mifluckte aenflagen te nemen. Maer
evenwel, in de plaets van te verkoelen , en
af te nemen , nam onfe begeerte meer en
meer toe ; waer over wy niet langer kon-
den wachten , om een andere proef te
doen, als dien dagh, die na dit vermaecke-
lijck voorval quam. Mij n man was toen
in de Stadt gegaen, om de faecken van fijn
vrient tebemiddelë,waer medehy fich,na
alle fchijn, den geheelé dagh fou verlet en
onledigh vinden. Ick fandt Marine na An-*
drade,die niet verre van ons huys woonde. *
Sy vandt hem in fijn bedde, noch feer ver-
moeyt van den arbeydt die hy den vorigen
nacht gedaen hadt, enfoo mifnoeght over
al defe ongeluckige, voorvallen , dat Ma-
rine
ARCADIA. f0.
rine daer eenighfins over t'ontvredei
Wiert , fiende met welck een koelheythv
de voordeden aennam , dcwelcke fy hem
uy t mij nen naem deed , en om dat hy foo
weyn.gh yver toonde , om my te komen
ZfnA ft*?'1 fy hem 2cno^h ™°r.
Relde, dat de gelegcntheyt, dewelcke üch
aenboodt, niet verloren , maer aenecno-
men moft worden. Eyndel.jck evenwel
hy quam my vinden , en ick ontfing hem
met foodamgen vrcught, als een perfoon
iou konnen toonen , die t'eenemael inge-
nomen is. Ick was foo verblindt, dat ick
minder bemerckteals Marine, hoe koel
hy my onthaelde , al-hoe- wel het maer al
te blijckehjck was. Mijn vriendeliickhe-
den, ten laetften, trocken de lïjne oock, de
welcke nu foo verre quamen, als by na het
hooghfte te bereyeken , wanneer Marine ,
die om welftaens wil uy t de kamer gegaen
was,met verbaefthey t weder daer in quam,
feggende, dat mijn man daer was. Sy
braght Andradcin de klecr kamer, zijn-
de hy meer doodt als levende, en vry meer
verfchrickt als ick , daer ick ruym foo
veeloorfaeck daer toe hadt, als hy. Mijn
manhadt noch vets aen fijn volei te be-
laften gehadt , aleer hy in mijn kamer
quam , welcken tijdt my wel te pas quam
om wat te bekomen , en Marine om
een groot koffer ledighte maecken, en
Andrade daer in te leggen. Nauwelijcks
was dit lbo beftelt , wanneer mijn man in
Y dt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ro6 DORTSCHB
le kamer quam , en hebbende met anders
als in het voorby gaen roy eens gekuft , in-
de Garderobbe of Weerkamer gingk,
daer hy een Comedie of Blyfpel vandt lcg-
scn, daerhy inbegoft te Men, alfoo hjfl
Lr een plaets gevonden halt, dieheni
behaeghdej en^dit lefen fou m.flchten
noch lang geduurt hebben, ind.en.ck|
ooor raedt fan Marine . met in de Uecrfl
kamer was gegaen, daer ick hem het lefen |
veThinderde* en bewoogh met my m m,,n :
kamer te komen. Maer mijn ongeval W«t i
daernietby. Don Sanche. fienOedat ick ,
oneeruften vol gedachten wat, geli)ck.
kk wel reden hïdt, wüde.door fonvro-
lijckheydt , mijn ongenoeghte enl waer-
moedieheyt verletten. Noyt deedt bfj
Seer loeyten om my te behagen, en noyt |
behaeghdeyhy my minder, lek badt hent|
„v t mïj» kamer te gaen , veynfende groo-|
te begeerte om te üapen te hebben. Maer
door een ontijdelijcke «rm«^i|ck.|
hevt, die als doe buyten ordmaer was, *il-
delymy.felf in mijn weêr-wil.gefelfchap
hooien! ^fl*hT?^,WA% ■
maer hoe vermaeckelijck hy nch oock
konde aenftellen, bragnt hy my met als
oneeneughte toe ; foo dat .ck ten lartftw
têf roneen wierdt , hem vnendelijcke*
!ii re üvt te jagen. Soo haeft als Minne dat
deur gefloten hadt, liepifk nadekleer fl
klmef.om onfen gevangen te verloffenl
Kopend, ,n?tW met ter haeft f
ARCADIA. fo7
en meende te fterven van fchricfc , gelijck
ick mede , wanneer wy Andrade fagen
leggen londer beweging, en Tonder pols,
gelijck een menfch die doodt is , gelijck
wy oock in der dacdt meenden dat hy was.
Oordeelt nu eens in wat groorer benauw t-
hcyt wy beyde waren ; ick huylde , trock
my het hayr uy t het hooft , en maecktc al
het mifbaer van een wanhoopigh menfch,
jaick geloof dat ick moets genoegh fou
gehadt liebben,om den pongiaert van An-
drade my in het hart te boorë, indien mijn
My tfteeckendedroefheyt my niet foo flauw
gemaeckt hadt, dat ick gedwongen was ,
my op het bedde van Marine neder te wer-
pen. Defe Dochter , hoewel ten alderuy t-
terfte benauwt, behielt evenwel meer oor-
deel als ick, in ons gemeen ongel uck, en
poogde dacr hulp-middelen toe te bc-
fchicken , daer ick, foo fwack zij nde.geen
raedt toe fou geweten hebben. Sy leyde
my, dat Andrade miflehien maer in een
flaeutewas , en dat een Heel-mecfter , of
dooreen aderlating, of een ig andere hulp-
i middel, hem miflehien wel weder tot fielt
; fel ven fou doen komen. Ick fagh haer aen,
jfonder haer te antwoorden, alfoo mijn
ifmarte myde fpraeck benam. Sy wilde
rgeenti jdt verliefen over dit bcracdtflicn ,
ïmaergingk heen om te doen hetgeen fy
►Voorgeflagen hadt. Maer lbo haeft als iy
ïdedeur hadt open gedaen, om uyt te gaen ,
quam 'er mijn fchoon-broeder Don
Y z Louis
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
f0g DORT SC HE
Louis in j wekk tweede ongeval ons noch
verfchrickelijcker was , als het eerfte.
Indien al het lichtem van Andrade , het
welckdaer voor fijn oogenlagh, ons niet
overwonnen hadt, de ontfteltenis van onfe I
aeneefichten , fou ons ten vollen verraden 1
enontdeckt hebben, datwy vreemdeen
feltfame dingen hadden uy t te voeren , het
welke hy,als Schoon-broeder en Minnaer,
fou hebben gefocht door alle middelen uyt
te vinden. Het was dan noodigh voor my ,
my voor fijn voeten neder te werpen , die
ick foo menighmael voor de mijne genen
hadt ; en , vertrouwende op de liefde de-
welcke hy my droegh , en op de ;Edrfmoe-.
aielieyt van fijn aerdt , die onfcheydchjcfc
by een recht Edelman moet zijn , al wat
my het lieffte en waerdfte was.m fijn wil te
ftellen. Hy wilde my met gewelt doen
opftaen , maer ick wilde niet en vertelde,!
hem, foo veel mijn tranen en hieken vnM
den toelaten , het jammerlijck toeval , dat!
my gebeurt was ; waer over ick niet t wik
felen kon , of hy was in fijn gemoet ten al-i
derhooghften verblijdt. Don Louis , ver-:
volohde ick , ick bidt voor als nu u EdeH
mo?digheydt niet, om my langer in het
leven te behouden , mijn ongelucfc
maeckt my het felve hatighlijck genoegh,
om my kracht te geven, W^f*"
benemen ; indien ick niet vreefde,dat mnc
wanhoop tot achterdeel van mijn eer fot
l>y tgeleght worden. Van het wclcke dr
ARCADIA. 'fty
▼an Don Sanche , als oock fijn leven on-
fcheydelijck zijn.Ghy mooght gelooven ,
dat de veri'mading, dewelcke ick vanu
gehadtheb, meer de uytwerckfelen van
mijn afkeer , als van mijn deught geweeft
zijn; ghy mooght u verheugen in mijn on-
geval, en (elf my aen uw wraeck opofferen;
macr evenwel foud ghy my geen müdaet
derven verwijten , die ghy my felf hebt
gefocht te leeren ; gelijck ghy oock niet
minder als toelating kont hebben voor die
gene, die u foo veel toegelaten heeft. Don
Louis liet my niet meer fpreecken. Ghy
fiet, Mc- vrouw, feyde hy , dat gy te recht
geftraft zijt , om dat ghy foo quaden vcr-
kieling in uw liefde en haet gedaen hebt.
Maer hier is geentijdt te verhelen, oma
te doen fien , u verloflende uy t de benaut-
hey t in de welcke ghy zijt , dat ghy geen
beter vriendt als Don Louis inde werelt
hebt.Hy liet my daer mede, en quam, een
oogenblick daer na, met twee mannen,
van de fulcke,die hun koft winnen met ar-
beyden,cn met laften tedragen,die hy door
yemandt van fijn volckhadt laten halen.
OndertufTchen hadtick met Marine het
lichaem van Andrade weder in degroote
koffer gelcght. Het welcke Don Louis
hen felf hielp opbeuren, om dat by een van
fij n goede vrienden te brengen , die hy dit
voorval ontdecktc , gelijck hy oock voor-
heen de liefde gedaen hadt, die hyj'my
droegh. Aldaer wierdt het lichaem van
Y 3 An-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
I
fto DORTSCHE
dradc uy t het koffer genomen , en op een
tafel geleght. Terwij Imen hem fijn klee-
deren uy t toogh , betaftemen hem van al-
le kanten , de pols , en de deelen van het
hart , daer men noch eenige beweging ge-
voelde , waer door men vernam , dat hy
noch niet doodt was. Men deed terftondt
een Heel-meefter halen, terwijl men hem
in het bedde leyde , en door alle raooglijc-
ke middelen poogde weder te doen beko-
men*, waerdoor hy ten laetften weder tot
fich fel ven quam, en terftont da< r op gela-
ten wiert . Men 1 iet een Dicnaer by hem >
cnelck vertrockfich uyt de kamer, om
tijdt aen de natuur en ruft te geven , en al-
foo te volvoeren, het geen men foo geluc-
kighlijck begonnen hadt. Ghy kondt u
wel in beelden hoedanigh de verbaeftheyt
van Andradewas, wanneer hy na foo een
lange bef wij meling fich in een bedde
vandt • en of hemde vrees die hy gehadt
hadt , niet weder te vooren quam , en hoe
men hem in het koffcr hadt doen gaen ,
fonder dat hy nu wift waer hy was , of wit
hy te hopen of te vreefen hadt. Hy was in
defe wonderlijcke ongeruftheyt , wanneer
hy de deur van de kamer hoorde openen ,
en, nadat men de gordijnen van fijn koets
opgefchoven hadt, by het licht van de
keerfen Don Louis gewaer wiert, dewelc-
kehy wel wift mijn Schoon-broeder te
zijn, en die, een ftoel genomen hebbende,
ftch voor 't bedde nederfette,en hem defe
woor»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
ml
woorden te gemoet voerde. Kent
we!, Heer Andrade, en weet ghy wel dat
ick de Broeder van Don Sancheben ? Iae
ick,antwoorde Andrade, ick weet het wel.
Gcdenckr u wel, vervolgde Don Louis, wat
u op gilleren to* fijn ent gebeurt is ? en ick
fwcere 0, vervol^hde hy, indien ghy in uw
galanteryen en minncpartcn tegen mijn
Schoon futter vcortgaet, of foo men u oy t
in haer ttraetkomtte fien , dat 'er niet Tal
zijn, het geen ick tegen u niet in het
werek ftellcn fal; en gelooft voor feecker,
dat ghy fonder leven ibudt zijn, indien ick
geen erbarmen meteen dwafecn ongel uc-
kige vrouw hadt , die fich nu op my ver-
trouwt heeft , en indien ick niet vcriekert
was , dat de fchendige ftucken die ghy te
famen , tegen de eer van mijn Broeder,
voor gehadt hebt, niet uytgevoert zijn.
Verandert van wconing.vervolgdc hy, ew
denckt niet dat ghy tl foodanigh fult kon-
nen verbergen , indien ghy in gcbrceckc
blijft van uwwoort na te komen, liet welc-
keickbegecredatghy my geeft , of ick faJ
middel vinden , u denhals te breecken.
Andrade fou hem noch wel meerder be-
looft hebben ,en toonde hem de fnoodtfte
onderdanigheden , dieoyt een kleynmoe-
digh hart fou konnen bcdencken. Hy
verklacrde hem , dat hy hem fijn leven ,
het welcke hy hem hadt konnen benc-
nemen , altoos fchuldigh fou blij ven . Sij n
fwackhey t was genoegh, om hem als noch
Y 4 het
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
rii DORTSCHE
het bedde te doen houden, maer de vcr-
fchricklijcke vrees, dewelcke hy hadtge~
h ad t , gaf hem kracht genoegh om op te
ftaen.Hy kreegh toen fulck een afkeer van
my , als hy my van te voren liefde gedra-
gen hadt* ja mijn naem felve was hem een
afgrijfen, Ondertuflchen was ick inde
grootfte bekommernis ter werelt, wat van
hem gekomen moght zijn , tonder dat ick
de moet hadt , Don Louis daer na te vra-
gen, meerder als mijnoogen tegen hem
op te heffen. Ick fandt Marine na het huys
van Andradc , die aldaer quam, juyft wan-
neer hy daer weder gekomen was , en be-
figh was , met fijn goederen te packen »
om te verhuy fen, en in een ander gedeelte
van te Stadt tegaen woon en. Soo haeft als
hy haer (agh , verboodt hy haer oyt weder
van mijnent wegen te komen aenfprcken,
feggende haer in weynigh woorden , at
het geen tuffchen hem en Don Louis
voorgevallen was , en voegde daer by , dat
ick de ondanckbaerfte , en trouwlooffte
vrouw van de werelt was *. dat hy my niet
anders aenmerekte als een perfoon, die
hem hadt willen verderven, en dat ick niet
meer om hem behoefde te dencken , als of
ick hem noy t gefien hadt. Na defe woor-
den dreef hy Marine ten huyfen uy t , die
daer over niet weynigh verbaeft was*
maer hoedanigh dat haer ontfteltenis was ,
had Cy evenwel (bo veel loofhey t als hem
van verre te volgen , totdat fy fagh waer
ARCADIA.
P3
lm
hy fijn goet inbraght; wanneer fy fich we-
der na huys begaf. Het mifnoegen dat ick
had, my fiende befchuldight van een ftuck
werks, daer ick onnoofel in was, en gehaet
van een man die ick foo feer beminde , en
voordewelcke ick mijn leven en eerge-
waeght hadt, liet myniet toe de blijdt-
fchap, dewelckeick van fijn behoudenis
hadt, te gevoelen, Ick viel in een fwaer-
geeftigheydt , die my korts in het bedde
hielp, en mijn fiecktcaen de Gences-mec-
fters onbekent zijnde, quelde mijn Man
tot aen lijn hart. Maerom mijn ongeluck
tot den hooghften trap te brengen, was het
dat Don Louis fich begon te dienen van
den ongemeenen dienft die hy my ge-
daen hadt , my geduurigh afvergen-
de , het geen ick Andrade fou hebben
willen geven , en my verwijtende dat
ick hem bemint had , wanneer ick hem
voorftelde wat ick acn mijn Man, enhy
aen fijn Broeder fchuldigh was. Indien
ftaet was ick toen, gehaet van die ick be-
minde , al te feer bemint van die ick hate,
Andrade niet meer fiende, en Don Louis
al te dickm aels, en mi jn fel ven geduurig-
liick befchuldigendc, van foo ondanck-
baer aen den belten man ter werelt ge-
weeft te zijn, die alles deed ommytebe-
hagen, en alle hulpmiddelen in het werek
ftelde , om my weder te doen genefen , en
dat op dietijdt, wanneer hy de meefte re-
den hadt, om my te verderven. Ick bleef
Y f ge-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
fi4 ÜORTSCHE
gcheelc twee Maenden in mijn bedde, ver-
wachtende de doodt met blijdtfehap ;
macr mijn jongkheydt quam my te baet »
en , in ipijt van mijn onvertrooftelijcke
droef heyt , hielp my weder op de been, al-
leen om my in fwaerder ongevallen in te
w ickclen. Don Louis vervolg hde my on-
dertuflehen even y verigh , jae meer als hy
oy t gedaen had, waer tegen ick Iaft gaf,aen
mijn Oienareflen, en voornamentlijckaen
Marine, mynoyt alleen by hem rc laten.
Hy, verwoet door de ie verhinderingen, en
de tegenftant dewelcke ick hem dede, nam
voor fich,tot fijn voornemen te komen, en
dat door de fnoodtfte verradery , die men
iou konnen bedencken . Ick nebbe u hier
voor gefeght, hoe men, dooreen deur, van
ons in zijn , en van zijn in ons huys komen
kan, dewelcke niet als feer Telden gefloten
wierdt. Op feeckeren nacht , wanneer hy
voor hadt lijn fchelms befluyt in het
werek te ftellen, en wanneer hy geloofde ,
dar al ons huyfgefinde in de ruft was ,
quam hy door defe deur in ons huys, open*
de de deur aen de ftraet , en maeckte al de
pierden los, die in oniê ftal, en al in een
goet getal waren > die wel haeft op de
plaets , en vervolgens op de ftraet geraeck-
t en .Het gerucht dat fy maeckten , weckte
mi jnen man wel haeft uytfijn flaep, als
oock de ftalknechten,die de forgc over dat
vee bevolen was. Don Sanche was een
groot liefhebber van defe beeften , waer
over,
li
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA,
WH
i
; j
over , foo haeft als hy gehoort hadt, dat de
fijne op de ftraet waren gcraeckt , hy fich.
ten bedden uyt begaf, en na de ftraet Jiep >
hebbende alleen lijnen nacht-rock aen ,
maeckende groot gekijf tegen de ftal-
kncchtcn,en den portier,dat fy lbo weynig
forgc voor de ftal , en voor de poort gedra-
gen hadden. Don Louis , die lich in mijn
voor-kamer verborgen had , en mijn man
fien uyt- loopen , gingk, een weynigh tijts
na hem, na beneden, en floot de voor- deur
achter hem toe i wachtende noch een wey-
nigh, om te meer wacrfchijnelijckheydt
aen fijn doen te geven : Daer na komt hy
fichan mijn zijde leggen, fich foo wel
veynfende mijnman tezijn, dathctwel
vreemt fou zijn geweeft, dier door niet be-
drogen te worden. Hy was feer kout ge-
worden, om dat hy foo lange in het hemb-
dehadtgeftatn. AymyHeer, feydeick
tegen hem , foo haeft als hy de voeten by
my onderdack , hoe kout zi j r ghy ! Het is
waer,antwoordc hy my , bootlende mijns
mans ftem aerdigh na , ick vreefde al dat
ick op de ftraet fou verft ij ft hebben . Z ij n
uw paerden weder gekr gen? vracgde ick
hem. Mijn dienaers zijn daer noch mede
bcfigh , antwoorde hy : waer op hy my
naerderdeaisom fich te warmen, en toon-
de my ongemeene vriendelij kheyt, tot dat
hy fijn fnoode verradery ten eynde bragt ,
en fijn Broeder en my in oneer fteldc Heb-
bende dan gedaen htt geen hy voor hadt,
Y 6 veynf
w
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
1
fi6 DORTSCHE
veynide hy noch over fijn paerden be-
kommert te zijn, hy ftondt wederom op ,
opende de groote poort , en gingk foo ftil-
lekens, door de gemeene deur , weder in ^
fijn huys , wel moedigh miffchien op fijn .
bedreven miidaet, en Sch verheugende in
die daedt , die oorfaeck van fijn verderf is
geweeft. Mijn man quam korts daer na
wederom,en hebbende fich weder te bed-
de begeven , naerderde my vafl: , foo kout
als hy was, maer alfo hy my vriendelijck,
cn,na my docht, buyten gewoonte , weder-
om beftondt te handelen, badtick hem my
te laten flapen. Hem docht fulcks vreemt
te zijn, daer ick my weder van mijn zijde
over verwonderde , en aen het verraet be-
goft twijfelen, dat mygefchiet was* Ick
konde dien geheelen nacht geen ooge
luycken, en begaf my wel vroegh ten bed-
den uyt,gingk na de Mifle,alwaer ick Don
Louis vandt , meer als gemeen uytgeftre-
ken, en met foo een vroli jek gelaet , als hy
het voor heen droevigh cn ttraf hadt ge-
hadt ; hy boodt my het wy- water aen ,
het welcke ick met groote koelheydt
van hem ont6ng , en hy my aenfiende
met een verfmadelijckcn lagh, feyde*
Ach my, Me-vrouw , hoe kout zijt
ghy l Op dele woorden , zijnde defel-
ve die ick hem gefeght hadt , en m
niet toelieten meer aen het fchelm
ftuck te twijfelen , wierdt ick bleeck ,
cn terftondt weder root. Hy merek-
te
R
• i
C A D I A. f ,7
te wel aen mijn oogen en gelaet , wat ont-
fteltenis my fijne woorden hadden toege-
braght , en hoe ick my over fijn ongebon-
dentheyt vergramde. Ick gingk voort ,
foaderhem aen te fien , en braght al den
tijdt van de Mifle met de meeftc ongeruft-
heyt van de werel tover : gelijck ick oock
niet liet |mijn man te ontruften , wanneer
ick over de maeltijdt, en voorts dien ge-
heclen dagh , n iet anders deed als te fuch-
ten, en vol gepeynfen te fitten, het welcke
genoeghfaem de ontftcltenis van mijn
geeft te kennen gaf , hoe feer ick oock de-
fel ve poogde te verbergen. Ick gingk na
mijn kamer, vroeger als na gewoonte, my
veynfende een weynigh onpaflelijck te
zijn , nam duyfent befluytcn om my te
wreecken, toteyndelijck mijn raferny my
een inblies , daer ick my aen hieldt:
Zijnde de uur om te bedde te gaé gekomé ,r
begar ick my benefrens mi jn man te bedde.'
Ick veynfde my teflapen , om hem tot het
felve te bewegen , maer foo haeft als hy in
flaep was, en ick vermoede dat al ons huyf-
gefin van gelijckcn ruftc, ftondt ick
ftillekens op , nam fijn pongiaert, en» foo
blindt en aengefteecken van mijn raferny
als ick was , geraeckte door de gemeene
deur, cn langs den felven wegh, waer
langs den fchender by my gekomen was ,
in fijn kamer; mijn raferny, hoe groot
die oock moght zijn , verhinderde my
geenfins mijn faecken voorficluighlijck
Y 7 t»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
jïS DORTSCHE
te beleggen.Ick voor fijn bedde komende,
daer hy wel geruft lagh en Hiep , tafte met
mijn lincker- handt na fijn boeiem , na de
plaets van fijn hart, en de felvc door
het kloppen gevonden hebbende , gat
met de rechter, die met den pongiaevt
gewapent was, en geenfins door ecnige
fchrick of beefde of mifte, twee fteecken,
in het boofe hert van Dun Louis,en flrafrte
hem met een facbter doot als hy verdient
hadt. Mijn raferny braght my ioo verre ,
als hem noch vijf of fes fteecken daer-en-
bovcn te geven, waer naick my weder na
mijn kamer begaf, met futck een bcza-
dighthey t en geruftheyt, dat ick daer door,
mijnfelvenmoft verfekeren , noyteeni-
gendaetmet meerder £cnoi gen godaen te
hebben. Ick ftack den pongiaert, foo bloe-
digh als hy was, weder inde fcheyde;
Ik kleede my indcr haert, en, foo ftillekens
als my mooghliick was , nam al mijn geit
enjuweelen by my , en allbo, meer gedre-
ven door mijn liefde , als ontüelt door het
geen ick gedaen hadt, vc» het een man, die
my meer beminde als fijn leven, om my te
werpen in de armen van* een jongelingk ,
die my meer haete als de doodt. De bc-
vreeltheyt , daer het vrouwelijck ge-
flacht gemeenlijck mede bevangen is,
wierdt foo wel door mijn hartstoghten
overwonnen , dat icfc fonder fchrick , foo
alleen en fonder befcher ming als ick was ,
den wegh van mijn huystot aen de woo- ]
/ ning
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. Tt0
mng van Andrade , in de nacht, kon de af-
leggen , en dat met fulck een verfeeckert-
hcyt alsofickeen goetrtuck wercksby
lichten i dagh gingk aenrechten. Ick klop-
: te aen de deur van Andrade, die niet te
huys was , zijnde noch befigh met fpelcn .
byeen van fijn vrienden. Sijn Dienacrs.
die my kenden, en niet weynigh over
rm.,n komft verbaert ftonden , ontfingen
mymet groote eerbied igheyt. ftoockten
my vyer aen inde kamer van hun Heer.Hy
guam korts daer aen te huys , fonder dat
ick geloof dat hy gedachten hadt , my in
lijn kamer te vinden. Soo haeft als hy
myfcgh.fcydehv : Hoe,Me-vrouw Euee-
ma, wje heett u h'icrgebraght >enwit be-
geert ghy noch van een per Joon , die ghy
aen de na-y ver van een Schoon broedermie
u bemint, hebt willen op offeren ? Ha An-
drade! antwoorde ick hem , kght ghy [om
qualijck lulck een onfchuwelijck voor-
val uyt , het welcke my dwingi mijn toe-
vlucht aen dien man ter wc relt tl nemen ,
aen de welcke ick my bekenne het .neelte
Verbonden te zi jn ? en neemt ghy een foo
onvoordeeligh oordcel , van een perlbon,
die u foo veel teeckeoi vin haer gene-
genrheyt gegeven hoeft ? Ick hadt al wat
anders, als lulcke beltraffing, van u ver-
wacht, en ghy foudt u niet bevind. n in de
E.Öaet om my meerder verwijt te doen , in-
dien ick de daet niet gedaê hadt.die gy my
te laft leght, en voor een miJdaet laet door
gaen.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
T S n li
-xo DOR
gaen. Indien ick ecnigegedaen heb , het.
is geenfins tegen u geweeft , maer tegen
een man, die my wel waert behoorde tel
zijn i en tegen dewelcke ick maer al te on-ft
danckbaer ben ge weeft , om foodanighl<
niet tegen u te zijn , en die ick verlaten*
heb, om een wrecde te vinden, die my dus|
qualijck handelt. Indien uw doot , die ick|
geloofde waerachtigh te zijn, my t°t£!c|'
wanhoop van een vrouw gebragt hadt,dieffc
niet verwachte als alle oogenblick van een*
man overvallen te worden ; en wanneer» .
Don Louis my in dien beklaeglijcken ftaetw
vandt, wat konde ick minder doen, als my f
op fijn Edelmoedigheydt te vertrouwen ,a
benefifens de liefde die hy my droegh?d.
Maer den fchelm heeft fijn begeerte, tot)
nadeel van mijn eer , maer oock tot nadeel*
van fijn leven, hetwelcke ickhem metw
defe handt benomen heb t enditishct,*
mijn wacrdeAndrade Jietgeen myhierto
gebraght heeft. Ick moet my voor het*
Gerecht verbergen , tot dat men komt ter
weten, hoedanigh demifdaedt vanDonB
Louis,en wat mijn ongeval is. Ik heb gelt,5
en juweelcn, en dat genoeg, om met u in I
eenigh eedeelte van Spangien , daer ghy
mijn ongeluck fult willen vergefelfchap- 1
pen,te leven, ondertuiïchen fal de tijt aenl
al de werelt doen fien , dat ick eerder ont-
ferming als lafterwaerdigh ben, gehjekf:
mijn handel u mijn voorgaende dadenjS
rechtvaerdigenfal. Jae,jae, vielbydaera
9 tui-to
II
ARCADIA. fJl
tuflchen in,ick fal de plaets van Don Louis
; gaen in nemen, daer gy nu moede van zijr,
om , geli jek als hy , vermoort te worden ,
wanneer gy my oock moede foudt zijn.Ha
dertele vrouw, vervolghde hy , defe laetfte
I daet, beveftight my genoegfaem in het ge-
voelen ,dat ghy my aen uw' Minnaer hebt
Willen op-offeren. Maerghy fult'eralfoo
met dit enckel verwijt niet afkomê,cn ick
i fal eerder de beul van uw mifdaedt , als de
f mede-ftander zijn.Met defe woordë,trock
• i hy my met gewelt mijn kleederen uyt; cn,
i met een wreethey t , die fijn eygen Dienaers
^ fchrick aen joeg,gaf my hondert flagé met
> een riem, foo nacckt als ick was , cn alfoo
I fijn raferny vergenoeght hebbende, en van
jflaen vermoeyt zijnde , ftiet my op de
"J ftraet , daer ick ongetwijfelt geftorven , of
i onder de handen van die my nu miflehien
> foeckë, fou zijn, ten waer ick u foo geluc-
:kighlijck gevonden had. Dit verhaelde Po-
/lymythus op de naem van Eugenia, en ver-
volgde. Met heteyndigen van defe woor-
iden liet fy haer armen, en die declé van het
ilichaem, die haer de eerbaerheyt toeliet te
>toonen,fien,dewelcke t'eenemael volbuy-
len en wondé waré.Na het welcke gedasn
tehebben.vervolghde fy : Ghy hebt, Edel-
moedige Don Garcias , mijn jammerlijck
ongeval gehoort; geeft my nu ract.ick bid*
»lder u ernftigh om. Ha Me- vrouw ! ant-
> Twoorde Don Garcias, ick wenfehte dat ick
- u foo wel raden konde , als ick middel fal
vin-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
BI
, it DORTSC HE
vinden Andrade te ftraffèn, indien ghy my
fulcks toelact : en miigunt my de eer niet
van u te wreecken, fonderdat ghy behoett
vrees te hebben , een Jongkman in het
werek te ftellen , die fou gevoeligh is^van
« ongeval, aU aen de belediging en het on-
geliickdat u gefchiet is. Defe woorde fey*
de haer DonGarciasmet een hevigheyt é
dieEugenia genoeghfaem deedt • Tienen
gelooven. dathy foo veel liefde als erbar-
men voor haer had. Sy bcdanckte hem op
debeleeftfte wijfe als fy konde,en verlocnt
hem de moeytcn te willen nemen, en eens
weder na haer man te keeren , om te ver-
nemen wat men eygentlijck van naer
vluchtende doodt van Don Louis feyde
Hyquamdaer recht op detndt, wanneci
men hem indegevangkenisleyde, bener,
fens al fijn huyfgefin, en het volck var
Don Louis, die getuyght hadden, dat DonWa
Louis, hunmeefter , op Eugenia was vcrjt v
lieft geweeft. De gemeene poort, die men*
open gevonden hadt, en den bebloeden
pongiaert in de fcheyde , fchenen hem
van de daedt eeni?hfins te overtuygen
die hem foo feer fmerte als mooghlijcl
was. De vlucht van fijn vrouw, met al
haeriuweelen en geit, dat mede vernuft
wierdt , ftelden hem tn een wonderhjclcei
verbaefthey t,fonder dat hy kolt nedenckenl
watvandefaeckwas, alhetwelckeherrf
duyfentmael meer fmerte als de ^™gJ;
kehis, of het beleyt van het Gerecht J
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA; r*j
on Garcias fpoede fich om Eugeni*3 dit te
Kennen te geven: maer hy kondè her even-
el foo haeft niet doen als hy gewilt hadt.
en van lijn vrienden, die yetsmet hem te
oen hadt , hielt hem een lange vijl Itaen ,
n de ftraet daer fijn wooning wasr.dcwclc-
:e juyft recht tegen over die van /tndrade
ondt; uytdewelcke hy een Dienaer ge-
sterft en gelpoort fagh komen, die ccn Va-
icsdroegh. Hy volgde dele van verre ntf,
"fier fijn vriendt vergefelfchapt, en hem in
et Pofthuys fiendegaen.volghde hem.Hy
ig" dit h" ''ry pan^Ln vnerf'i-h deeat
.ouden ,daer men binnen een halt uur me-
wegh rijden fou. Don Garcias liet hem
t gaen , en deedr oock het gelijcke getal
rden, tegen defelve uur, vaerdigh ma-
en. Sijn vriendt vraeghde hem , wat hy
er mede voor had ? hy beloofde het hem
fullen feggen , indien hy mede van de
arty wilde zijn ; daer den anderen mede
ïvreden was, lbnder ~ch vorder te be-
ommerenwat de oouucck was. Don
arcias dan badt hem , fich vaerdigh te
liaecken,en hem acn het Pofthuys te ver-
dachten , tot dat hy eens heen en weder
n fijn huys was ge weeft. Sy fcheyden
dus van malkander, en Don Garcias bc-
\f fich na Eugenia , om haer te kennen te
«ven, wat hy van haer dingen gehoorten
•ernomen hadt. Hy gaf fijn waerdinne,
tt een getrouwe vrouw was , alle noodt-
kelijcke ordre,om kleederen voor Euge-
nia
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ri4 DOHT8CHE
nia tebeftcllen . *n haer in ftact te ftellen , {
om in een Kloofter tegaen , van de welcke i
de Priorinne Ijaer bloet-verwante , en feer t
genegen was. Hy gaf daer- en-bcven r
heymelijcfc order, aen fijn Dienaer^Js
om een teyikleet aen fijn vriendt , bM>
neffens laerfcn en fpoorc'n re brengen , em;
hebbende Eugenia hooghlijck aen ü)1W
wae,rdinne bevolen, om haer voor een yd<*
bvdeckt te houden, gingk fijn Macker vin jj
den, met dewelcke hy na het pofthuya
gingk, daer Andradej een oogenblick daedfc
na , mede quam. Don Garcias vraeghddk
hem , waerheen fijn reys laeh ? dele belt-
rechte hem, dat hy na SeviïTe gingk. Wjlf:
hebben dan niet meer als een Poftillon van
nooden , vervolehde Don JGarcias , dewi).j
onfen wegh daer mede henen leydtJ
Andrade hielt fich daer mede vergenoegt J
(en fagh miffchien Don Garcias en. fijrj
vriendt voor twee fulcke duppen aen , al
kk in Engelandtbcn geweeft, om hen onj
derwegen hun geit af te ftroopen.) Svdart
vertrocken gelijckerhandt uyt Valladohdl
en deden een goeden wegh , fonder ander*
te doen als gaïlopperen, of rennen , gchjclj
men weynigh onderlinge redenen heett !
wanneer men te poft rijdt» Eyndelijcj?
Don Garcias fich fiende in een ftreecl.
landt , ver afgefcheyden van woonlagen oj
lieden, oordeelde defe de rechte plaets td
Zi jn ,diehy focht. Hy dan reedt een wey»
nih voor uyt , en quam daer op weder o
* rug
A R C A D IA.
iggeop fijn pas, en badt Andrade ft il te
jhouden. Andrade vraeghde hem , wat hy
; van hem begeerde ? Ick wil met u vech-
sten , antwoorde Don Garcias , om, indien
>ick kin , Eugenia te wreecken, dieghy
jctoodelijck beledight hebt, dooreen het
lihoodtite ftuck wereks, dat cenighboof-
1 wicht fou konnen bedencken. Ick heb
jeen berouw van liet geen ick gedaen heb,
I antwoorde hem Andrade fier genoegh,
►Tonder eenighfins verbaeft te fchijnenj
Tnaer het fou wel konnen gebeurë, dat dit,
I het gene ghy beftaet , u moght komen te
: berouwen . Hy was dapper genoegh , en
ftijght daer mede van fi n paert , wanneer
i hy iagh dat Don Garcias hetfelvedeedt ,
fonder dat hem de felve fijn antwoort ge-
■ waerdighde. En fy hadden fich reedts al
1 vaerdigh gemaeckt met den degen in de
handt , wanneer de vriendt van Don Gar-
cias hen quam frggen , dat fy niet iouden
vechten i'ondcr hem; en boodt fich felven
aen , om tegen den Dienaer van Andrade
een kans te wagen; dat een kloecke galt, en
vaneen goet gelaet was Andrade ver-
klaerde , dut , al hadt hy de befte fpeeldcr
van geheel Spangien aen fijn zy , hy even-
wel noyt anders als een tegen een fou wil-
len vechten. Sijn Dienaer, fonder fich
met het proteil: van fijn Meefter te willen
behelpen , vcrklaerde van fijn zy , dathy
niet wilde vechten tegen yemant , hy waer
oock wie hy waer, in, of op wat manieren
het
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ylo* DORTSCHE
het oock fou mogen wefen : invoegcr
dien vrient iich mort laten genoegen , eer
toefiender te zijn. Het gevecht duurde
niet feer lang, zijnde de (aeckvan Dor
Garcias te goet , om geen overwinnir.gt<
behalen. Sijn vyant wierp fich foo on voor-
fichtelijck op Don Garcias, dat hy hem io I
het geweer liep, en voor lijn voeten nedeiè
viel , verliefende fijn leven met fijn bloct
Den Dienaer van Andrade , en den poftil-
lon , zijnde den een foo vreefaebtigh als
den ander, wierpen fich voor de voeteitf
van Don Garcias neêr , die geen fin hadtu
hen een igh leedt te doen . Alleenigh be-<
lafte hy den Dienaer van Andrada het.
Valies van fijn Meeiter te opené.en daer al
het geen Eugenia toebehoorde , uyt te ne-
men. Den Dienaer vandt de (leutel in fijn»
Meeftersfack , en openende het valies, ltel-
de in handen van Don Garcias , een man-
tel , een rock, en een overkleedt , alle feer >
koftelijck ghemaeckt , beneffens een:
kleyn Kaft j en , wiens fwaerte deedt wel
gelooven dat het niet ledigh was. Don
Garcias belafte den Dienaer met hetlic-
haem van fijn Meettertedoen , wat fij-
nen raedt gedragen fouj maer dreygh-
dehem de doodt, indien hy hemoyttot
Valladolid weder figh. Hy belafte den
Poftillon,niet voor het begin van dé nacht
weder te kceren , en beloofde hem, dat hy
de twee paerden , dewelcke hvmet fich
nam,acn hetpofthuys weder vinden fou.
Ick
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. fl7
Ickwilwrl gelooven datfy hem hierin
tennaeuiten ge hoor 6 mdm, als zijnde
by n i doodt van fchrick , en fich achtende
tenhoogbften in hem gefcoffcfen , omdat
; hy hen het [even gelaten hadt, Men heeft
>noyt vernomen wat den I >iena< r mcr het
licbaem tan ïiji Mecirerui ocrelr van fij
liederen gedaen heeft ; liet is wel te
n
ge-
üoven, dai i > der fich meeftcr van heeft
> ge ni iet k ' M .n weet OOCk niet hoe fich
>den Pottiilon in defen handel gedragen
> heeft ; maer Don Garcias en fijn vriendt ,
-renden weder na Valladolid. Sy begaven
«fich ter, huyfe van den Ambafladeur van
)den K-ylcr, dacr iy bleven tot aen den
'tvondt. Don Garcias liet lijn Dienaer ha-
len .dewelcke hem feyde.dat Eugcnia fcer
^bekommert was , alfoo fy hem niet weder
fegh. De paerden wierden wcder.door een
ïonbekent perfoon.aen het pofthuys gc-
ibraght, die fich terftont weder wegh
maeckte;nadat hyfe de (ralknccht in han-
>den gcirelr hadt. Men fprack federt van
>de doodt van Andiade, niet als vaneen
i Edelman , die duur een onbekende vyant,
lof door de ftroopeisgedoot was gr worden.
(Don Garcias keerde dan weder na fijn
• huys, daer hy Eugenia vandr.gckleedt mat
cfoodanige kleederen , als h icr fijn waerdin
)beforght hadt. Hf gaf Eugcnia haergoc-
idcren weder , bent ff ens haer juweclen , en
; gaf hacr tc kennen , op wat wijfe hy haer
rover Andradc gewroken hadt. Gelijck fy
van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
jzV DORTSCHE
van een goeden aert was , kon fy niet latei!
mede- lij den te hebben , met eenperfoom
die fy voor hcenfoo vyerighlijck bemint'
had. Dien fel ven dagh was 'er binnen Val-
ladolit uytgeroepen , datniemant Eugenia'
in fijn huys fou hebben te verbergen , en
dat men twee hondert kroonen vtreeren.
ibu aen defe , die haer fou weten aen te
brengen. Dit deed haer befluyten hoe
eer hoe liever in een Kloofter te gaen I
gelijck Don Garcias , foo haeit alfi
het dagh geworden was , fich na de Prio-
rinne of Abdiffe begaf , die haer beloofde te
ontfangen , en heymelijck genoegh te
houden. Hy gingkdan een Karos huuren «t l>
endefelve ineeneenfame ftraet ftilhou- fc
den die dicht by de fijne ftondt, daer Euge^j i
niaingingk, beneffens hacrwaerdin ,dc
een en de ander met hun falie bedeckMg:
De Karos braght hen tot aen een feeckere]
plaets , dewelcke hy den koetfier aengewe-l $
ien hid , daer fy af gingen , op dat by het j t
Kloofter, daer fy fouden ingaen , nieti i?
weten fou. Eugenia wierdt daer feerwelifc.
ontfangen, en Don Garcias en fijn waer-^
din namen oorlof van haer, om na de faken* t
van Don Sanche te vernemen , van det t
welcke hy vernam,datfe flecht ftonden,en|H
hart gefproocken wierdt, van hem op dei!
pi j nbanck te brengen . Dit deed Don Gar-lit.
ciasaen Eugenia weten , die fich feer quel-ta
de, haer man in gevaer te fien, van geftraft ^
tc worden , overeen roifdaedt , diehy niet &
ge-
ARCADIA
nam , fich felven ,n handen van het Ge-
recht over te geven. Don Garcias focht
haer het fel ve te ontraden, maer riet haer
denRechtertebefchriiven,enhem rekten
weten dat ter niemant was,als ly, die hem
3^£O\k0nnen ™de^chten wie Z
doodtOagh gedaen hadt. Delen Rechter!
diejuyfth aerMaeghfch ap was, gingk by
GerecT deandere Ampt-liede^van het
Oerecht Eugenia beleedt hen, dat fy Don
wLShadtr°,mgebr^ht» a,soock & oor-
beek van fulck een beüuyt. Men teecken-
a! ?^Wat fy bekent hadt> cn vertoon-
de h«t felve aen fijn Catholijcke Maie-
«eyt.d.e.aenmerckende de fware mifdaedt
van Don Louis, en de gérechtige gram-
schap van Eugenia , haer de mifdtedt ver.
gar en Don Sanche in vryhey t deedt ftel-
ien,benefïens fijneen fijns Broeders huyf-
genooten ; die haer de doodt van fijn Broe-
dermet qualijck afnam, en milTchiente
Jieverom had. Hy gmgk haer befoecken ,
iooals hy uyt de gevangkenis quam, en
verlocht haer weder met hem tehuyste
gaen, maer fy wilde daer noyttoe ver-
ftaen, hoe fcer hy oock aenhieldt. Sy twij-
felde wel niet , of hy nam de doot van fijn
Broeder, gelijck hy die behoorde te ne-
men, maerfywift oock wel, dathyyets
Van het geentmTchen haer en denl'ortu-
ees gefchiet was, vernomen hadt ; en dat
e minfle vonck van miny ver niet laet een
Z ge-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
„o DORTSCHE
e'heelvyerteontfteken. Den armen Don
Sanche quam haer menighmael befoec-
ken; tooide haer de meelteliefde vande
verelt, om haer weder tot hem te krijgen,
maer al om niet. Sy bedelde een onder-
houdt voor fich nabaerftaet , en behalven
dat fy niet wilde uyt het kloofter gien ,
leefde foo vriendeliick met defen goeden
»an, dat hy al de reoenen ter werelt hadt .
haer feer hoogh te pnjfcn ^aer al de
liefde die fy hem toonde inhet kloofter,
Termeerdemaer fijn quelling, om dat hy
haer daer niet uyt kon kr.jgen ; waer door
hy eyndelijck foo fwaermoedigh wierdt ,
Sder fieck van tebedde v.el , welcke
fieckte hem na een tamelijck lege. m het
eraf hielp. Hy badt Eugen.a , hem het ge-
noegen ie geven, van hem te komen be-
'Sn , if fi.n.fieckte , eer hJ*£™
eeuwiehgingk verlaten ; welcke laetftcn
dlënft fy foo goeden man n.et weygeren
kondeüie haer altijdt foo hadbemmt.en
„och beminde. Sy was by hem toen hy
merf , eTmeende /elf mede te ; fterven van
d oefneyt, fiende degrootebhjdtfchaPd.e
hv betoonde,van haer nocheenmacl «eder
in fiin huys te mogen fien. Evenwel def*
hae laetftc deugnr bleef geenfins oobe-
v?n al (fin goederen maeckte; waer door fy
^vaKhoonfleenrijckfteWeduwen
^ geheel Spangien wierdt^ fc£
waoneerfe korts te voren de «Idet ellen
ff-.,
1 WiiaI
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
A..n ARCADIA.
dighfte was geweeft. Sy hertelde hem na
fijn verdienrten ter aerden, en eenigcn Hid?
daer na droegc n hacr vrienden haer deaen-
fcnl.jckfte houwelijcken op, die tekn'i
ren hun eerfucht. Mier dewijl de fpreeck-
Plaets van het kloofterdagelijcks fcoftS
Befocht wiert , beval fy , d?t men hacr van
S"dt ' ï "ï D°n ^«^alleen, fo«
hten fien en fprcken. Defen Jongen Edel-
man hadt haerfoo welen wel te pas ge-
dient, dat fy hem noytfagh, of fy fcyde
ichuldigh was, als een bclceftheyt en
danckfegging Sy fagh weluyt fijn ge-
. volgh, en toeftel.dat hy niet rijck was , en
wasdaer over wel foo Edelmoedigh als
iiem alle onderftandt aen te bieden , die een
minder van fijn meerder wel fonder
ichaemtemagh ontfangen: naaer fijne*
moet was te Edel en te eerlijck daartoe.
Syvrccfde hem dan te beledigen , indien
iy hem een yereering deedt , die fijn ver-
flienften.enhaermiltheyt waerJigh wal
tn wilde aen de andere «ijdemetondanck-
> baer blijven. Maer indien fy bekommert
was om hem tebeloonen, hy was het niet
: minder als fy , om hacr te beminnen , dit
ïhem een ongerurtheyt veroorfaeckfe , die
t'eenemael fijn geelt onrlrelde, fonder
•dat hy evenwel het midftc daer van derfde
' uaten blijcken: want hoefou hy hebben
«van liefde derven fpreecken , tegen ecii
2> 2 vrou-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
«ouwe die om de liefde foo vee geleden
bad?rn;oornamentlijckopdieti,dt,wan- I
neernaer trcutigh gelaet, en geduunge
?«ncn hem genoefhfaem deden oordee-
lt haTzfel te vol droef heyt was, om I
plam voor eenige liefde te hebben. Onder |
S'elugenil quamen verfoecken , in j
qual teyt el hoedV.gheyt van haer ooj-
moediehfte (laven , om met ter «jdt haer i
eenen Don Djego, d.e fich felven uytfteec-
kTndemaeckte6doo,fijn
hardine, als hebbende geen andere laeclc
om ficn tedoen aenmereken H, rw* jfoo
fot als eenigh Jongkman fou konnen z.)n ,
cnfoowoeftalsfoT.enfoo verdnengh aU
loeft. Hy was voor de reft foo m.f-
St van lichaem als van geeft, en alfoo
Smvan goederen, als begeengh om d.e te
hebben. Hy evenwel was van een »an de
voornaemfte huyfen van Spang.en , en na-
maeehfehap van een van de voornaemfte
M ScrJ Dienaers vanft«t hetgeen
hem alleen des te ongebondener nwekte.
Men verdroegh hem inde plaetfendaer^
hy quam, allefn ter oorfaeck van fijn ftaet
m«r niet om een ge verdienfte. Delen
SoTDWoodanlgh als ickhem u be-
Sneven héb, achtein Eugen.aallesge-
bonden te hebben, ^^,1?"»'^
focht, en hoopte haer 1'chtehjck, door bet
gefagh.het weleke fijn Mager . aen het HoJ
ladden (die hem belooft hadden, haer*
ARCADIA.
4
I
Maer
doen hebben
Eugeniawas foo Jichtelïjck'ntct'tebew^
gen, omtrent een faeck vanfulckcn be-
lang, alsmenfichhadtingcbeelt, cn het
Hot wilde geenfins, ter liefde van een ee-
nighpcrfoon , eenigh gepelt plegen , het
geen het algemeen fou hebben moffen
ichaden of hinderen. Eugenias wijeken
mhetkloofter, haer fhndtvaftigheyt van
daerniet weder uyt te willen komen, en
het voornemen , het welcke (j nam, hem
niet meer te willen hooren fpreecken , en
de koelheyt felve van diegene, die' fijn
faeck voorftonden, benamen fijn hoon die
hy genomen hadt , van haer fonder moey-
tcn te fullen verkrijgen , t'eenemael. Het
welcke hem deedt befluyten haer met e«-
welt uyt hetkloofter te lichten. Waer-
lij ck een van de fwaerlïc mifdaden, die
men in Spangien fou konnen bega en , en
die flechts eencn fot , gelijck hy was , fou
derven acnvang-n. Hy krecgh voor fijn
geit hulpers die al ioofot als hy waren ,
ftelde ordere op ververfchir.g van paerden,
totaeneen zee-haven , daerecn Schip op
hem te wachten lagh. Hydan overwel-
dighdehet kloofter, ontfchaecktc Euge-
nia, endefe ongeluckigc wiert een root
van den onwaerdighlten menl'eh van de
geheele werclt , en was her gebleven, ten
waer haer den Hemel een onverwachte
byftant beitelt had. Een man alleen , die
het gefchrecuw van Eugcnii verweckt
Z l had ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
m DORTSCHE
had , derfde fich tegen den geheelen hoop
ftellen , en hun aftocht verhinderen , hen
den doortocht en voortgangk weygeren-
de , en dat mctfulck een dapperheydt en
moet , dat hy Don Diego en veel van fijn
mede-ftanders quetfte , en tijdt gaf aen de
Borgers,die te met op de been geraeckten,
fich te faem te voegen , en'.aen het Gerecht,
dat mede by der handt was geraeckt, Don
Diego in ftaet te ftellen, of om fich te laten
dooden, of om fich te laten vangen. Aldus
wiertEugenia tijdclijck geholpen , maer
aleer fy fich weder na het kloofter het voe-
ren, wilde fy evenwel weten, wie dien
dapperen man wasgewceft , die fijnlcven
foó kloeckelijck voor haer gewaeght haat.
Men vandt hem met veel fteecken en won-
den in het lijf, foo als hy byna al fijn
bloet met fijn kennis verloren hadt. Eu-
genia wilde hem fien, en had foo haefl: haer
oogenniet op hem getogen , of fy kende
hem voor Don Garcias. Indien haer ver-
wondering groot was, haer medelijden
was niet minder, daer fy groote tcecke-
nen van toonde, en die foo hertstoghtigh ,
dat men defelve tot haer vermindering lou
hebben konnen uytleggen, indien fjr an-
derfins van elders geengenoeghfameoor-
faeck om fich te quellen had gehadt. Sj
verkreegh foo veel, door veel bidden en
fmeecken , dat men haer Edelmoedige be-
fchermer niet in de gevangkenis braght ;
dewelcke Don Diego, foo fterrendc ala
hy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. nr
lWaV van fijn mede-ftanders
erkent hadt.maer wel voor dien,dewelcke
hen had tegengeftacn. Men braght hem
dan in een by gelegen huys.het welke dat
was, het geen voor defen Don Sanche toe-
behoort hadt , cn nu Eugenia eygen was ,
daerfynochalle haer huyiraet , cnecm>c
van haer huyfgelïn gelaten had. Men ftel-
gg hem onder de Binden van de befte
Wont-heelders van het Hof, en van de
Madt, enEugem'a keerde weder nahaer
doofter, maerwas gedwongen den vol-
genden morgen weder te vertrecken , cn
iichnahaerhuystc begeven, naedemael
aen alle Klootfers een verbodt was gedaen,
van eenigc wcreltlijcke pcr/oonen meer
te herbergen. Des anderen daeghs ftierf
DonDiego, en fijn vrienden hadden ge-
laghsgenoeghjom te verhindcren,datrr?eu
hem lijn proces of rcchtfplegin.;* niet
maeckte,en hem een lchandael aen deed
foo doodt alshy was, Macr fijn model
ftaenders wierden geilraft , nadat lyhct
verdient hadden. Ondertullchen weni'chte
Eugenia niet anders,als haer trouwen Don
Garcias buyten noodt te tien , en was half
wanhoopigh, om dat men hem buyten
hoop van gencfen fteldc. Sy riep den
Hemel aen om hulp , beloofde de Meeftcrs
goude bergen ; macr hun konft was uyrge-
put, en konden niet meer hopen als in
Godt, en dejongkheyt van den krancken.
Sy gingk niet van lijn bedde af , endroegh
2/ 4. nacht
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
n<5 DORTSCHE
nacht cn dagh alle mooghlijcke forgé
voor hem , en dat met fulck een geftadig-
heyt , dat het haer felf by na in het bedde
fou geholpen hebben.Sy hoorde haer naem
menighmael in fijn mondt , wanneer hy in
fijn koortfen lagh. Hy fprack menighmael
van liefde , en foodanige woorden als men
gemeenlijk onder het vechten gebruyekt ,
maer alles buy ten order. Eyndeli jek over-
won evenwel de natuur het ge welt van
fijn fieckte.komendc de genees-middelen
te baet. Sijn koortfen verminderden, en
fijn wonden lieten fich in beter ftaet fien :
foodatde Heel-meefters Eugemafijnge-
nefing verfeeckerden , indien 'er geen an-
dere toevallen by quamen. Sy deedt haer
daer over gefchencken geven , en in alle
kereken voor den gequetften bidden.Toen
was het datDon Garcias uy^den mont van
Eugenia verftondt , dat fy het was , die hy
verloft had, en dat fy uyt hem verftondt by
wat gelegenthey t hy fich daer foowelte
pas gevonden hadt, om haer byteftaen,
komende van een van fijn vrienden te ver-
eefelfchappen. Sy konde hem niet ver-
fwiigen, hoedanigh fy de plichten achte,
waermedefy aenhem verbonden was t
nochhy de uytfteeckende blijdtfehap, die
hy gevoelde van haer dien dienft gedaen te
hebben. Macr hy hadt haer wel een faeck
van meerder belang willen te kennen ge-
ven. Opfeeckeren dagh als fy, alleenigïi
by hem zijnde, hemernftigh badt , haer
1 ' niet
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. m
liet langer ondanckbaer tcgens hem te Ja-
ten , eniich van haer en hacr middelen in
cenige gelegentheyt te dienen ; achtehy
die gevonden te hebben , die hem toeliet
lijn oprechte genegent heden te ontdeo
ken. Maer het overdencken van het geen
hy voor hadt, deedt hem als een doode bc*
derven, invoegende ontiteltenis v.in lijn
geelt foo fchijnbaer in fijn acngeficht te
lefen was, dat Eugenia gedwongen wierdt
te vragen, hoe het met hem was , en of hy
fich qualijck bevoelde aen fijn wonden ?
Mijn wonden, Me -vrouwzijn geen fins het
grootfte quaet dat ick gevoel. Wat hebt
ghy dan meerder ? vraegde ly,feer benaeut
en bekommert zijnde. Een ongeluck,ant»
woorde hy , het welck boven alle hulp-
middelen is. Ket is waer , vervolghde Eu-
geni^, dat ghy ongeluckigh zijt, lbo ge-
vaerlijck gequetft tc zijn, om harent wi! ,
die t?hy niet kent, en die foo veel niet waer-
digh is. Evenwel het is een ongeluck dat
eyndigen kan , nademael de Wondt-heel-
ders aen uw gene li ng niet twi jfelen. Dir is,
datmy bedroeft, ant woorde Don Gaixias,
indien ick het leven in uwen dicnlt verlo-
ren hadt, ick fou ten minltcn een heeriijck
eyndegehadr hebben, in de plaets dat ick
nu leven fal tegen mijnen danck , en lang
den ongeluckighften van alle menfehen
zijn. Met die goede hoedanigheden die
ghy hebt ,antwoorde Eugenia, geloof ick
U foo ongeluckigh niet te zijn als gy (egt.
% S Hoe
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
r53 DORTSCHE
Hoe ! Me-vrouw, vervolghde hy,acht ghy
foodanigen man niet ongeluckigh , die
weet wat ghy waerdigh zi jt , die u meer
acht als eenighperfoon terwerelt, dieu
bemint meer als fijn leven, en evenwei
niet heeft, waer mede hy u verdienen kan,
fclf al was hem het geluck altoos foo gun-
fligh , als tegen geweeft ? Ghy overvalt ea
ontftelt my wonderlijck , antwoorde fy
hem , met een blos , maer de verfchuidi-
ging, waer mede ick u verfchuldigt ben ,
geven u een voorrecht, het welckcick,
in de ftaet waer in ick ben , geen andere
als u toelaten fou.* Draeght maer forge
tot uw genefing, vervolgde fy, en gelooft
dat u ongelucken niet lang f uilen du uren,
indien het üechts aen Eugenia hangt , dc-
felve ten eynde te brengen. Sv verwac hte
niet dat hy haer ant woorde, daer hy al een
deel Complementen en Hoffelijckhedcn
toe vaerdigh hadt , die miffchien , in die
ontfteltenis , gelijck het vijfde radt te pas
fouden gekomen hebben } maer riep d»e
van haer Dienaers, die forge voor hem
droegen, engingk uyt de kamer, op de
fclve tijdt wanneer de Heel-meefters
daer in quamen. De vergenoeghfaem-
heyt van onfe geeft , is de befte hulpmid-
del voor een krancklichaem. DonGar*
cias hoopte uyt de woorden van Eugenia ,
fulck eengeluckigh gevolghin fijn «et-
de, dat ai fijn moeyelijckheyt en quelling
in een uytgelaten blij dtfc hap veranderde.
* ° En
in
.. I
J
ARCADIA. f$n
En defe blijdtfchap diende meer tot fijn
genefing, als al deplaefters cnhulpmid-
delen der Heel-meefters. Kortelijck hy
wierdt volkomen gefondt i en verliet, cer-
baerheydts halven, het huys van Eugenia ,
maer niet de hoop van haer befit. Sy hadt
hem ondertuflehen toegelaten haer te be-
minnen , behoudens dat het bedccktelijck
gefchiede , en miflehien hadt fy hem foo
lief als hy haer. Maer hebbende een man
verloren, en fulcke voorvallen gehadt, die
haer de praet en hec onderhoudt van het
Hof endeStadt maeckten, wilde fyfich
door een verhaeft Houwelijck niet weder
op de tong van de gemeente begeven.
Maer Don Garcias eyndelijck overquam
al defe fwarigheden door lijn verdieniren
en ftandtvaltigheyt. Hy was wel genocgfi
gemacckt van fijn perfoon, omeenigh
mede-vryer te doen wanhoepen : was
jonger Soon van een van de beltehuy fen
van Arragon , en al hadt hy fich duor den
oorlogh niet aenlienlijck gernaeck t , gc-
lijckhyhadt, de lange dienllcn , dieljjn
Vader aen de kroon gedacn hadt , foudcfl
hem cenige aenlienlijcke vergelding van
het Hof hebben doen hoopen. Eugenia
dan kon tegen foo veel goede hoedanighe-
den niet langer op , noch hem langer ver-
fchuldight blijven voor foo veel grootc
dienllcn : eyndelijck, fy trouwde hem , en
de Stadt,foo wel als het Hof, keurde haer
verkiefmg voor goet, en op dat fy tg min-
Z 6 der
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
I
lm
f 40 DORTSCHE
der reden van berouw fou hebben , vereer-
de hem den Koningk .korts na fijn Houwe-
lijck, met een Commandery van StlacoU
Sy kregen veel kinderen met malkande-
ren, die alle tot ftaet geraeckt zijn j en men
verhaelt noch defe gefchiedenis in Span-
gien , dewelcke ick u voor waerachtigh
toefegge, geiijckfe myoock toegefcght
lS Aldus braght Polymythus fijn vertelling :
ten eynde, ó'lc alfoo wey nigh aengenomen
wierdt als de voorgaende. Ghy hebt ons
daer de vrouwen hcerlijck opdenThroon
gefet, feyde Euphemia-, ten waer ick het
liet om Nicht Lucinia niet meerder tegen
u te verbitteren , ick fou befluyten,dat ghy
niet anders voor hadt, alsde felveop het.
fwartfte af te malen. Ghy toont ons hier ,
vervolghde Clytie, wel een verwoede,
maer geen dappere; een wraeckgierige ,
maer geen eerbare vrouw , die meer y ets
beters als fy te dancken heeft , dat haer
ontuchtigh beüuy t geen voortgangk hee*t
gehadt, als haer genegenthey t. Polymythe
Polymythc , vervolghde Periander , ghy
maeckt het hoe langer hoe Hechter , en
lult het ten laetften geheel verkerven. Ick
weet niet hoedanigh mijn Lot is.ant woor-
de den Iongeiingk : ick "doe mijn beft , om
degunft van defe longkvrouwen te ver-
dienen, en hoe hetgaet het loopt myte-
gens de boegh. lek lal het evenwel trach-
ten te verbeteren, en het rechte wit te tref-
fen»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. ...
en , of het fal my aen macht cn verftandt
on tbreecken. Hoe her is erf niet. berechte
Eu.hcch.o daer op , den Heer Poly mythuS
heeft ons daer het vcrhael van een^out
™»wel,£k en grouwelijck ftuck werek
gedaen Her geen te aftchouwelijcker is
om dat het vaneen gcfl.cht voortkomt,
het geen gewoon is, meer door haer oogen
als handen; re quetfen. Men fou diefJnt-
«uedige dieren foo veel quaets noyt kon-
nen toe vertrouwen , vervolghde Lyf,n-
er ten waer yerfcheyden voor- beelden
an het vrouweï.jek woeden ons verfee©,
erden, dat 'er met felden een tijgen hert
n i die teedere boefera fteeckr. Wy hebben
ler binnen defe Stadt een, her welck voor
duyient lou mogen dienen , mucr ick ver-
trouw dat Vader het verhaeldaer van be-
ter iou kannen doen, als nader aen die rijdt
ge eert,of naeuwer onderrichting dter van
hebbende, gebjek mygedenckt hem het
ielve menighmaelof aen de tafel, ofaen
den haert, te hebben hooren vcrhilen
Wanneer wy btter op ons gemack firn *
ui antwoorde 1'criander, (die gifre dar het
Ivondtmael klaer was) fal ick niet laren .
den Heer Euftacchio dit fnoode ttuck me-
de te deelen , en de ftnffedaer byte voe-
gen. Dit leggende nam hy Eurtacrhio
by de handt, en leydc hem m binnen ge-
Volght van de andere jonge lieden. Men
vandt de tafel alreedts gedeckt , maer
evenwel de fpijie noch niet vaerdigh, waer
Z 7 over
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
I
«•ai DORTSCHE
over den Heer Euftacchio den HcerPe-
riander verfocht, terwijl fy togh wachten
moftcn, hem het beloofde verhael te doen;
Hy fich tegen een van de veynfters aenge-
fet hebbende, en de andere ten dcelen voor
hem fittendeten deelen voor hem ftaendc,
bcgoft aldus den Itaüaen te believen.
Dor. Tot Dordrecht» in het Anckertje , (nu
dregts dooreen eerlijckman bewoont) hielt ee-
Moort nen ian Smit Herbergh en Nacht-gaften ,
Vxxy{' dewelcke,vanTilburgh inBrabandt van
geboorte iijnde,eenenCornelia lans , uyc
het Landt van Schouwen, getrouwt, en by
defelve verfcheyden kinderen gewonnen
hadt. De Duyvel en de fnoode gierig-
heyt drongen defe ongeluckige foo verre ,
dat fy wel foo goddeloos waren, als ver-
fcheyde gallen , en andere lieden , om hun
gelt,en goederen, gr ouwel ij ck te vermoor-
den , en de mif handelde lichamen inde
kelder te begraven ; totwelcke grouwe-
lijcke mif daden fy , beneffens hun eygen
handen, oock die van hun Sonen en Doch-
teren eebruyekten. De eerfte die fy hier
binnen de Stadt vermoort hebben , was
een Wijnkoopers Gefel, enden tweeden
een Borgerinne van defe Stadt, die hun
Soon, Peter genaemt, met een bijl ver-
moort heeft, wiens huys fy,nade daet,met
malkander des avondts t'eenemael ledigft
eemaeckt hebben. Noch een Iongkman
van Doornick, een Maeckeher, fich a.daer
ter Herbergh begeven hebbende, wierdt
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. ,it
geliick de reft vermoort en begraven ;
WkeenGoutfmit.eneen oudtman n£
eengrooten baertj noch een Vrouw van
Antwerpen , een Man van Waelwiick cn
hun kelder gevonden cn opgegraven ziin
hebbed f VeQhandIaen h« werck te flaen ,
hebben fijn Soon Pieter , cn fijn DochteJ
Mary door bevel van hun Vader, noch
een Vrouw, Meynsgenaemt, in haer eygen
huys vermoort, cn het huys berooft, laten-
de de Vrou we, met een mant vol fpaende-
ren op den hals , onder de trappen lcpgcn ,
al.oty vandefelve doodtgevallcn wa"
Gelijckoock dien fel ven Pieter, en flirt
Broeder Andries, mede uyt laft van hun
Vader,een Vrouw tot Baerdwijck , terwijl
hun Vader hen tot Waelwijck verwachte ,
vermoort, en de goederen die fy daer von-
den met fich gevoert hebben. Defen
godtloofen Vader, heeft noch , boven al
defe grouwelijckc rtucken , fijn Soon Pie-
ter, met fijn twee Dochters. Janneken en
Marye , na Keulen gcfonden , d3er fy een
uytdraeghfter vermoort , en van hun goe-
deren , hetgeen fy het gereed t (re vonden,
mede genomen hebben , gelijckoock dien
Pieter met fijn Sulter Iannckcn een Mee-
Jterflè tot Mecchelen , en andere meer tot
13 of 14 toe, en dat al binnen den tijdt
I van fes jaren , omgebraght hebben. On-
• dertuflehen komt defe Ian Smit te fterven,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
t \/l DORTSCHE
latende fijn Vrouw cn Kinderen Erfgena-
men van fijn goederenen boofheden,
Twee Dochters hadden fich met hun
Broeder Iacob na Venetien begeven, niet
konnende de grouwelen van hun huys- en
bloedt-genoten langer aen fien, alwaer den
een by een konftigh fchilder, Hans van
Calkar , omtrent het Iaer .f36. woonde, \
die, wanneer de fchelmttucken uytqua- s
men, door aenfchrrjven, oock voor den
Raet aldaer ontboden wierdt, alwaer ij
rondt uy t bekende,kennis van de boofheyt
te hebben, maer dat fy (om datfy, door een
natuurlijcke gentgentheytgedreven, hun
ouders niet aenbren^en, noch oock de
grouwelen langer aen fienkonde) verkoo-
ren hadde haer Vaderlandt te verlaten, de-
welckeoock daerover ontflagen wierdt.
Een wijl tijdts re voren , eer delen Moort-
kuyl ontdeckt wicrr, was'er eenen Adnaen
Schildman , Soon van Schildman lacobiz.
Schepen van de Stadt , en luffr . Maria van
Neck, Adriaens Dochter.in huys geweelt,
die de vryer over een van de Dochters
maeckte, die feer fchoon was Deie niet te
Treden hem in de Minne-ftricken gevan-
gen te hebben, wilde hem noch eenen an-
deren om den h ils werpen , die hem wet
licht al fijn liefde weêr fou benomen heb-
ben , maer hy, iuyft voor een Spiegel Iraen-
de, ontforangk het, fondcr dat hy even wel
het ftuck ontdeckte. Naderhandt quam
dier mede, om defe fchoone te befoccken,
een
ARCADIA. m
een R.jcken Bender, die met Rijnfchen
Wijn afgekomen was, fitten drincken.
Delen meende defe dubbele Moorderefle
mede den ftrop om den halste werpen,
maer hy wiert hergewaer , en fcydetegens
haer : Wel hoe Vryfter, fpeelt gy met mv ?
Maer daer na, veynlende geen achterdocht
te hebben, braght hy haer een vricndelijc-
ken dronck toe , met eenen feggende , hy
had al veel beter wijn te fcheep, dewelcke
hy haer eenmael wilde laten proeven , en
ftondt met eenen op, om, geli jek hy feyde,
een kruyek of twee daer van te gaen halen.
Het welck fy hem te eerder toeltondt, om
dat fy verhoopte, wanneer hy befchonc-
ken was , haer werek met hem te beter
öyt te voeren. Maer hy op de ftraet geko-
men zijnde , feyde tegens haer : Het gene
ghydaeraen myfocht te doen, doet niet
meer,of ghy lult in fwarighcyr gcraecken.
Het is verwonderen* waerdigh, dat dit
werek loo lang beeft konnen verhooien
blijven , nadcmael noch dry andere kinde-
ren (wacr van deoudtfte negenthien jaer
oudt was , en met fijn jonger Suften , ter-
wijl het moorden lijnen gangk gingk, het
voorhuys bewaerdejkennia van het werek
hadden. Maer dewijl Godt die grouwelcn
nier langer wilde ongeftraft laten, heeft hy
deboofheydt op dele wijfe uytgebraght.
Het gebeurde dat Frans van Lykerckcn ,
Schout van den Ouden bofch, aen Ian
van Drenckweert, Schout tot Dordrecht,
fchreef,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
f4*
DORTSCHE
fchreef , hoe dat op den elfden van dien tfr|
genwoordigen Maent (zijnde den Brief oj
den i4gefchreven) cene Ianneken Blow
maerts , in haer eygen , huys door twee
gefellen vermoort was , wekkers kleede^
ren hy ten aldernaeuwfte befchreef, alt
mede den naem van den eenen , dewelcW
Andries geheeten was. Wanneer dea
Schout van Dordrecht defen Brief ont«i
fangen hadt , heeft hy terftondt na de ge-;
legentheyt van de kleeding , en den naem
laten vernemen , waerdoor hy , foo dooi
den naem als door de kleeding, vernam,da<
Andries in den Ancker, ten tijden als dtó
moort gelchiet was , uyt de Stadt was ge«j
weeft. Hy,op defe verfeeckering, doet hetr
op den aivandefelve Maent vaft fetten
waer van hy de Schout van den Ouder
Bofch de weet deed,hem verfoeckende, t
bevordering van het Gerecht, ecnigelie-l *:
den, die den fel ven Andries in den Oudenfc
Bofch gefien hadden, over te willen fen-;
den. Het welckegedaen wiert , en defe
gekomen zijnde , betuyghden dat Andnei
een van de twee was, die tot Ianneken Bloe-
maerts t'huys gelegen , en de vrouwe vern
moort hadden. Hydaer opfcherpelijckjj
ondervraeght , heeft ten laetften be-d
kent , als dat hy , ten verfoeck van fijinl
broeder Peter hem de moort hadt helpen*
doen , en het huys beftelen. Maer dewijl
hy al het geldt en de j u weelen , de welcketa
aldaer vermift wierden, niet wilde beken*
nen J
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
m
mm
m
m
ARCADIA. 5.47
nen , wiert den Stedehouder aen fijn Moe-
der gefonden, om daer na te vernemen ,
feggende, dat Andries veel meer geldt en
juweelen van Ianneken gehadt had, als hy
bekennen wilde, gelijck fy wel wilt, en tot
haereygen ontlalting openbaren moft , of
dat Andries anders noch meer fou gepij-
night worden. Dit geichicdc in de tegen*
genwoordigheyt van haer Dochter Mary ,
die, het felve hoorende , een facksken met
lilvcrwerck voor den dagh gchaelt, en
den Stedehouder over gelcvert heeft.
Wanneer dit den Schout ter handt gcftclt
Was, wierdt Andries daer weder op ondcr-
vraeght, dic,na veel dreygcmcnten.beken-
dc het felve tot Ianneken Blocmacrts ge-
ftolen te hebben. Den Schout is daer op ,
met de Schepenen , na fijn Moeder ge-
gacn , en heeft haer na het ander goct ge-
vracght, waer op fy, gelijck oockhaer
Dochter Mary , met ccde verklacrde, van
geen ander goet te weten, noch yets racer
in haer huys gehadt te hebben. Wanneer
de Schout te huys gekomen was,
heeft hem den Borgemeclter een beurs
met negen ponden vlacms te huys gefon-
den, dewclcke hem door een cerïijckc
Borgcrs Vrouw was te huys gebraght , dc-
Welcke, verltaende dat met de kloek afgc-
klept was , dat al die gene , die ecnigh goet
uyt het huys van Ian Smit hadden ge-
braght, of iien brengen, of een igh in be-
waring hadden , het Felve den Schout» of
den
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
j4S DORTSCHE
den Borgemeefter fouden te kennen J&m
ven } of dat die gene , by gebreke van dien , d
by dewelcke fulcks t'eeniger tijdt daer na i
moght bevonden worden , als van dievery :
befchuldight en geftraft fou worden ; in
geen gebreecke hadt willen blijven. Uyt 1
dit geit dan blijekende dat Kornelia, de
Weduwe, en Mary, lan Smits Dochter, een
valfchen eedt gedaen hadden , wierden f/f
beyde in hechtenis genomen. Het is tenf
hooghftente verwonderen, datfichdefcl
na net vangen van Andries noch inde
Stadt dorften blijven onthouden , daerfyl
genoegfaem konden dencken , dat hy aliejj
fou moeten bekennen. Maer hetblijcktf
dat hen Godt de oogen verblint heeft , onr
hen tot hun verdiende ftraf te brengen.
Defe oock ten naeu wften en ten fcherpfted
ondervraeght zijnde, hebben gelijckew|
handt al hun begane Moorden beleden/
waer op de doode lichamen, tot acht toe,ir;
de kelder opgegraven , en elck weder in
een byfondere kift geleght,cn alfoomel
eenbetamelijcken uytvaert op het groote
Kerck-hof, metgevolgh van den Deken
cn Canonicken van de Stadt , als oock van
de Minder-broeders, Auguftijnen, Dekem
en Gilden, begraven zijn. Èenige dager
daerna wierdt het doode lichaem van lan
Smit (die eenteen tijdt te voren geitorver
zijnde feerongeruft in fijn eyndege
was
weeft , en geduurighlijck Hoort, moort
den mondt hebbende) op gegraven , in ee
fterc
ARCADIA. f49
ftercke kift geflagen , met een paert door
de Stadt gefleept, en alfoo aen Galgh-oort
opeen radtgefet, mettwaelf klcppelen
daer rondtfom, alfoo delaetfte nae fijn
doodt vermoort was, An dries met fijn
Moeder en Sulter wierden oock verwcfen:
eerftdat Kornelia voorde Waegh op een
Wagen gefer, van'daer Ooft-waerts aen
over de Nieuwe-bru^ge , en van daer we-
Jjler Weft-waert over de Pclflè-brugge,
>:tot wederom voorde Wage fou gevoert
•« worden ; dat men haerondertuflthen der-
l: thien brandt- teeckcnen , met de bijl daerfe
de moort medcgedaen hadden , glocyendc
Igemaeckt, geven fou: een in hetopko-
■\ voordeNieuwe-brugge, het vierde voor
{ de Munte , het vijfde weder voor de Wijn-
c brugge aen de landt-zijde , het fefte voor
1 de Tol-brugge aen de landt-zijde , het fc-
11 vende voor de Vifllhe- brugge aen de filve
^ zijde, twee voor het huysdacr fy in ge-
v woont , en haer Moorden gcplecght had ,
J twee voor de ftraet daer Klcyjfcen en
r4 Mcyns,die door hen vermoort waren , ge-
il woont hadden, het twaelfde voor de Lom-
d baerde-brugge , en het dertiende weder
v voor de Wage. Alwaer fy van de wagen
••w weder afgenomen, en aen een ftacck gcftelt
fou worden, endaerfoo lang levend igh
ft aen blijven ftaen, tot dat Andrics haer
2 Soon, en Mary haer Dochter met een vyer
§ gedoot fouden zijn, waer na fy oock mede
tot
DOHTSCHE
totter doodt toe gefengt , en na den Oor
gevoert fou worden, om daer aen eer
ftaeck te worden geftelt , gelijck men Die
ven en Moorders gewoon is te doen
Even ibodanigh was oock het Vonnis var
Mary, dewelcke levendigh haerbroedefe
Andries moft fien ter doot brengen , en al**
dan mede verbrandt , en haer lichaem,b)
haer Moeder , aen een ftaeck, op den oort I
f eftelt worden. Andries wierdt mede tof !
et om voeren, endertien brandt- teecke-fc
nenverwefcn, om daer na levendigh aect
een wip gehangen te worden , over eer
groot vyer , in het welcke hy tot vijf rey
Jen toe, in en uytgelaten, en na devijfd
reyfe totter doodt toe verfengt , en alfoo,
5
beneffens fijn Moeder en Sulter, aendemb
Oort tot een Spiegel geftelc fou w'ordenat
Welck Vonnis over dele mifdadigen op*
defe wijfe uyt-gevoert wierdt , fter-rf
vende fy alle met groot berouw en leedt-*
wefenvanhunfonden. Waerlijck, fcydej
Euftacchio , fien de dat Periander fweegh , J
dat was een grouwelijck beftaen , en by na^
een ongehoorde booflieydt. Een dierge«#
lijck opfet, feyde Lydamas, ick vooreeni-*
ge jaren tot Amfteldam begaen en geftrafW
heb gefien. Seecker Waerdin , AbigaiH,
genoemt, wonende omtrent het Kamper» 3
4amfe hooft, daer Bergen in Noorwegen uyt-1
Huys- hangt , hadt met haer tweede Houwelijck 5
moort een boorman getrouwt, diemaer tame- a
lijck wd met haer leefde * te meer, alfoo t
de*)>
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA rrl
dcfelve Vrouwe eenighlïns foet op den
dranck was. lafoodanigh was hun huys-
.houden, dat dcfelve Waerdin menigh-
4 mael aen eenige goede bekenden gcklacgt
1 had datie vreefde , dat haer den Noorman
j noch eens vermoorden fou. Daer woonde
• cJn Diemlmaegt by dele Vrouw, die meer
. de vrouw als de maeght (peelde , en, in de
plaers van tegehoorlamcn, fich droegh als
ot ly iel ve dc \ rouw was geweeft, defe.
t zy dat fy verhoopte , dier door lel ver de
vrouw te worden, ot' door eenige verbit-
terthcydt tegen haer Meeftcrfle aenge-
fteecken, of door den Man acngedreven
jas, (het wclckely evenwel ontkent, en
hem ontfchuldight heeft) neemt haren
ilaghwaer, dat haer Meefter droncken en
ia het bedde gegaen , en haer Vrouw in de
ichter-koocken, by den haert, meteen
pijp toeback te fuygen, befigh was. Defe
goddeloofe Deerne (dat na mijn onthoudt
medeof een Noortfc hc of Oeeni'chc pry
ivas) om haer Ituck uyt te voeren , werpt
haer Vrouw van achter een dru k om den
hals, van meening haer mede te verwur-
gen ; mier niet wel tot hier voornemen
,onncndegeracckcn,alfoo fich de Vrouw
Teer weerde, en haer alrcedts feer vinnigh
nden duym gebeten had, neemt een brant-
hout , het geen ten den haert ftont , en
geeft haer daer eenige ftagé mede voor en
Dphet hooft , totdatdeongeluckigedooc
"as. Sy dit ioo uytgevoert hebbende,
fleepÊ
/
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
j.f, DORTSCHE
fleept of draeght het mifhandclt lichaerr
't zy alleen , of met hulp van haer med>
géiel,tenhuyfen uyt, leght het aenc
water-kant op cenige houten en balckc
voor over , en gaet foo ftillekens weder i
huys. Des morgens vroeghwierdt het li
haem door de waeckers gevonden enb
kent Men klopt aen de deur, dewelcke g
opent zijnde, vertoont men de dienfi
maeght het doode lichaem van had
Vrouw defe, fonder lich feer daer over *v
ontftellen , feght of roept, dat dit het geeg
is , dat fy haer menighmael had te voor»
gefpelt , als dat haer noch het een of h<1
ander ongeval, door haernacht-loopen, W
droncken-drincken, gebeuren fou* Dl
Man komt mede voorden dagh, die mee»i
der ontfteltenis als droefheyt toonde. H:
lichaem wort eyndclijck door het Gercch'
wech, en foo den Waert als de Dicnte
maeght in de ge vangkenis gebraghr. E
wonde en beten , in haer vinger of duyu'
ftaende , gaven terftondt eenigh vermoert
den ,beneffenseenige andere teeckenerm
daer fich een fchuldigh gemoet naeuwu
lijeks vanvryen kan. Sy wordt over hl'
ftuck ondervraeght , en, na fcherp ondeb
foeck,belijdt eyndelijck de mifdaet,en <ï*
uorfaeck,die, of waerachtigh of valfclfc'
my ontgaen is. Onderftaen zijnde, of haeu
Meefter haer mede- plichter was, heeft M
fulcks ontkent , en den Noorman t'eena
mael ontfchuldight , die daer over oocIe
ARCADIA. m
sijnde in het byfonder nacuw onder-
vraegt, en.voor onkundigh geoordeelt, na
eenige dagen van fijn gevangkenisontlla-
gen is geworden. De MoordereflTe wiert
ter doot veroordeelt, en ter beftemder tijdt
opeen Schavot ,aen een ftaeck, meteen
«out en onverfchrocken wefen geftelt,
aen de welcke fy naeuwelijcx half gewurgt
wicrdt , wanneer den Scherp- rechter haer
dry of vier flagen , met het lelfde brandt-
hout, waer mede fy haer Vrouw gedoodt
hadt, voor het voor-hooft gegeven heeft ,
dat 'er het bloet in overvloet by neer liep ,
Jiaer toen voorts met de koorde, waer me-
dehy begonnen hadt , af makende. Godt
blijft foodanigh boofwichten (fcyde Pe-
k'v riander, fich beneftens fijn gaftcn ter tafel
fettende) noyt fchuldigh , maer komt
vroegh of laet tot fijn recht en gerechtig-
Jieydt. Ick hebfe fien Griffen wclckers
dootflaghtien, ja twintigh jaren bedeckt,
of geheeit isgeweeft, en eyndelijck.na foo
een lang verloop van tijdt, na verdien/te te
f huys gefocht , gelijck ick een Veen-boer
" hebiien onthallen , die in een gekijf met
fijn Vrouw voor een Moordcr uytge-
laeckt, en dacr op aengegrepen wierr.Het
bloedt dat vergoten wordt, wil niet onge-
wroken blij ven,
Eynde van 't fivtnét Boccl>K.
A a
II ET
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
DORTSCH E
Het VIII. Boec
I Ldus valt men ten laetften aen '\
defpijfe, en het hevighfte
over zijnde , begoft Lydaroas
> v de goede Polymythus weder
!^§^-S al boertende voor te nemen,
cn hem als in fijn ongenade te vertruoften ,
enfich fclvenaente bieden om fijn vrede
met de Iongkvrouwen , en yoornament-
liickmet de fchoone Lucinia te helpen
bemiddelen. M aer Euftacchio daer op in
vallendcfeyde: Indien ick niet vreefde den
bcvallijcken Polymythus ongelijck te
doen, of vermoeden te geven, als wilde ick
fijn belangen onderkruypen , ^u ecn
vertelling voortbrengen , die de Iongk-
vrouwen (vertrouw ick) eenigh genoegen
fou konnen geven. Hetfal my daer ten
minftentoedfenen. berechte folymythu5
daer op , om hen het g^«^L*"£
men, het welcke fy van ons in het pmo
hebben, als hadden wy he quaetlte ver
trouwen van hen , en my alfoo den wegn
te banen , om te beter tot m.jn veran -
vroording te komen. Begint dan vry, Edele
Euftacchio, en het fal hen-lieden,en in hen
my verbinden. Het felve verfochten oock
de andere Heeren en Iongkvrouwen, en al-
foo begoft Euftacchio fij n
Vtr»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. m
Vertelling van de Spaenfche
Amazone.
Defe geweldige beweging des gemoets ,
daer de Dichters een Godtheydc van ge-
maeckt , en diefe Liefde genoemt hebben ,
heeft noyt minder ydele roem gehadt, om
fichfelvenfegeteeckenen toeteeygenen ,
als teroorfaeck van het gevolgh en inhout
van defe gelchiedenis. Nademael in het
midden van de borgerlijckeen bloedigh-
fte oorlogen , door de welcke Spangien is
ontroert geworden , zedert dat fy van
het jock der Mooren is verloft, fy
de al-der-uytfteeckenfte blijck van haer
kracht getoont heeft , die men oyt van
haer heeft gcfien.
DeKoningklijcke ftadtToledo toonde
als doen wel haer macht en vermogen, fich
felven in dealgemeene verdeelingen van 't
Rijck, en in de byfondere gcfchillen van
de twee doorluchtige Huyfen , dat van de
Palomeques , en dat van de l'acheques, in
I ftaet en wcfen behoudende. De hoofden
v van de Palomeques waren op die* t ij t twee
(broeders, vermaert door de Edelmoedige
i Edelheyt van hun Voor-ouders,en door de
roem van hun eygen daden , van de weJc-
ikedeoudtftc Don Ferdinand, en den ander
! Don Pedro genoemt wiert. Die onder de
\ Pachecjues het hooghfte acnlien hadt , was
een Riddcr,Don Lopez genaemt; vaneen
Aai leer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
*>y<5 DORTSCHE
feer doorluchtigh Huys voortgeforoten,enl W
van de geheelc werelt, ter oorfaeck vani
fijn uytlleeckende deugden.geprefen, doord
de welcke hy den naem van den volmaeck-tl *
ten Ridder verkregen hadt. DefetweeijK
Huyfen droegen malkander een onver-a 'ft
foenlijcken hact , dewelcke al van den Va-ij j* ;
der tot op de Kinderen over erfde , f onder
dat men anderfins daer den oorfprongk \iF>*
van weten kan. Nauwdijcks gingk'ereen W*>
dagh voor by , of deaenhangers van defe*
twee Huyfen wierden hier of daer in de >
Stadt handt-gemeen. En Don Lopcs hadt m
tot t weemael toe de Palomeques gedwon- s
genToledo te verlaten , dewelcke hy met
fulck een y ver vervolgde , dat hy hen ver- 1 :
fchevdemael in een Slot , niet verre van de
Stadt gelegen, belegert hielt, uyt het welc- ■
ke fy Sch evenwel altoos dooreen verbor- y
gen uyt-gangk wiften te redderen. In voe- o
gen wanneer fy het huys vermeefterende, afci
en meenende de hant aen de twee Broeders
teflacn ,niemant vonden. Dit wasdeoor- tor
facck,dat men den naem van het huys, van f<"
te voren Cigarral, in die van hetbetoover- »??
de Hot veranderde. In het midden van defe
onorden , geviel heulat fich Don Lppez m j -
eé gefelfchapbevandt, daer hy Lome fag, f -
dewelcke hy oordeelde een Iongk vrouw
van alle volmaecktheyt te zijn. Defe was
de Dochter vaneen Borger van Toledo,
riicker in aenfien, als goederen van het ge- «
luck , en door defe brefle was het dat Don | ;
Lopez 1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. fS7
Lopez dit flot beftondttc beftormen. Hy
i dedeal wathy konde, om haer fijn gene-
gentheden te ontdecken , en haer gunlt te
verkrijgë ; en door de koftelijke gelchenc-
ken , dewelcke hy dede, gcraeckte hy lich-
telijck, ten eynde van fijn voornemen.
De groote jongkhcydt van defe jonge
»t Dochter, en de byfondere genegentheyt
om koftelijck voorden dagh te komen, en
de kleyne gelegenthey t om daer toe te ge-
raecken, begunftighden de aenleyding van
delen Edelman ? in voegen fy fich kor-
teliijck feeraen hem, meer door fijn milt-
dadighey t , als door haer eygen genegent-
heyr, verfchuldight en gehouden fagh : lbo
dat fy hem gedwongen was toe te ftaen ,
l dat hy hier quam belbecken , wanneer fy ,
». door het af- fijn van haer Vader, daer gelc-
gentheydttoe konde krijgen. Door ver-
Joop van tijdt veranderde de verbintenis
van Lorize , in een oprechte genegentheyt
tegen Don Lopez, ten aenfien van fijn hoo-
ge verdienfkn , en byfondere waerdi^he-
den-, evenwel moght hy dat geluck niet
lang genieten : want den Vader van Lorize
a wiert wel haeft gewaerfchouwt van Don
Lopcz, gien en komen in fijn huys , en dat
f door een Iongkman, die heymelijck fijn
C Dochter ten houwdijck veribcht.Dic uyt
i liefde niet naliet wel op fijn hoede tczijn,
k en op den handel van Don Lope te letten ;
n waer door hy hem eenmael gewaer wiert,
" foo als hy met fijn Minnares aen een veyn-
A a 3 fter
■
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ff8 D O RT SC HE
fterfprack, cn hoorde datfy tegen s hem
feydej dat iy twijfelde dat haer Vader ce-
nigh quaet vermoeden hadt , nademael hy
haer minder vricntfchap betoonde als voor
heen , jac foo, dat hy haer dreygde in een
kloofter te willen fteecken.Don Lopez ftel-
de haer daer op voor, dat hy haer wel haeft
meende van haers Vaders Tyranny te ver-
loten, indien fy daer toeverftaen wilde j
dat fy maer alleen noodigh had , van plaets
te veranderen. Sy was over dit beüuyt in
heteerft al een weynigh verbaeft, maer
dewijl de liefde roeckeloos in het befluyten
is , ftondt fy fulcks ten laetften toe , cn fou-
den dien volgenden nacht hun voornemen
in 't werck geftelt hebben : maer defen
mede-vryer, gedreven door fijn min-yver,
liet niet na haer Vader alles ten naeuwften
te kennen televen . Defe tijding maeckte
den man feer verdagen en ontfte!t,ter oor-
faeck van defchande die hem Don Lopez
focht aen te doen , waer over hy beüoot
- alle middelen aente wenden, omfichop
hem te wreecken. Het eerfte dat hy dede
was,fich voor fijn vyanden.de Palomeques,
te verklaren, en het naefte, fijn dochter m
de bewaring van de Moeder der twee Palo-
meques te ftellen, dietotToledo woonde;
fich inbeeldende, datfy aldaer het alder-
(êekerftefouzijn, alfoo Don Lopet noy t
de ftoutheyt hebben fou, om aldaer fijn be-
fluyt in het werck te ftellen. Dit gedaen
aijnde, verlact hy fijnhuys,(foodanigh was
3\
...si
AR C A D I A. 579
de drift die hem vervoerde , hem in
treuren, en fijn Dochter tot een jammcr-
lijck eynde braght) neemt de wapenen
aen , en begeeft fich by de Palomeques.die
als doe buyten de Stadt waren , omalfoo
gelegenthcyt te vinden , Don Lopez, over
de hem gedrcygde oneer, te ftraflkn. Waer-
lijckhy hadt beter gedaen,fijn leedt teont-
veynfen , en fijn Dochter heymelijck , acn
diegene, die haer verfocht , te honwelijc-
ken, alsfulck een onbedachte daet3en te
vangen, waer door hy veel quaets fou heb-
ben konnen verhinderen , en fich en fijn
huys in ruft ftellen. Wanneer men Don
'Lopez de tijding braght,dat fich den Vader
van Lorize aen de zijde van de Palomeqdtes
hadt begeven, maeckte dit hem weynigh
bekommernis, alfoo hy fijn tegenftanders
niet veelfterckte fou konnen toebrengen :
maer wanneer men hem daerby feyde, dat
men niet w ift,waer hy fijn Dochter gelaten
hadt, meende hy (alfoo fich de gramfchap
met fijn liefde qmm tc vermengen)
t'eenemael tcontfinnen. Hy deed haer in
alle kloofters Ibecken, geloovcnde dat haer
Vader haer ineen van de felve gefteecken
.hadt, volgens fijn dreygen ; maer al ver-
geefs; gelijck oock al fijn anderen arbeydt
was, die hy»om na haer te vernemen , aen-
wende, niet anders dan of fyinhetinge-
want van deaerde was verborgen geweeft.
Waerlijck hy had toen al fijn verft ant wel
van nooden , om den naem van den yoU
A a «ft maeck-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
s6o DO R T SCHE
roaeckten Ridder niet te verliefen , en fijn
overtollige gramfchap te bedwingen. Lo-
rize onder tuflehen was in al iöogrooten
qu. i i ing als hy ; fy merekte de plaets daer
iy was , niet als een wooning, raaer als een
gevangkenis aen, ter oorfaeck van de kley-
ne gelegenthey t die haei gegeven wierdt,
het aengename voorwerp van haer gene-
genthey t te iien: maer bet meelt c dat haer
quelde, was dat fy noch gedrongen was
haerfmert te ontveynfen, waertocfyal
haerkonft enbequaemheydtin het werek
ftelde. Evenwel groeyde haer fwaermoe-
digheydt foodanigh , dat de alderflechtfte
wel konde bemereken , dat fy door eenigh
iawendigh leet gedreven wiert; al-hoe-wel
niemandt daer de oorfaeck van konde uyt-
vinden. De vrouwe bydewelckefy woon-
de , pooghde haer door alle mooghlijcke
middelen vermaeck aen te doen. Haer aert
was van foodanigen bevallijckhey t , dat fy
al die gene,die haer fagh, tot genegentheyt
bewoogh ; en evenwel in defe naeuwe ge-
vangkenis was 'er niet het welcke haer
vreugt of genoegen konde toe-brengen, en
ten waer geweeft door het gefelfchap van
de Dochter van defe Me-vrouw , en de Su*
fter van dePalomcques,Cefaliagenoemt,
fy fou wel haeft het eynde van haer leven
gefien hebben. Defe Iongk vrouw wiert by
haer Moeder opgevoedt,oiet foo naeuwen
oplicht , dat fy niet alleen niet van de ande-
re Iongk vrouwen van de Stadr^tnaer oock
ARCADIA. ?6i
felf ter naeuwer noodt van het eygen huyf-
gefm,gekentofgefien wiert. Haerfchoon-
heyt was in der daet leltfaem , en uytfteec-
kender , alseenigepcn foumachtighzijn
te befchrijven. Sy beminde Lorize feer ,
gelijckoock defchaer by-zijn tcnalder-
hooghllcn aengcnacm was. Cefalic was vry
: jonger als Lorize , maer hadt evenwel de
3 geert foo wacker en vaerdigh,dat haer ver-
3: ltant het gebreck van haer ervarentheydt
# overvloedighlijck vervulde cn vergoede.
•< Door defe loete gefellinne , voelde Lcrizc
) fich al vry verlicht , en bequaem 'er uyt tc
v wachten , dat de tijdt ccnige verandering
r in haer faecken moght komen te veroor-
faeckem Ccfalie deedt niet , als haer alle
uuren te verfoecken, haer het geheym van
haer droefheyt te willen ontdecken , daer
toe aen wendende al haer minnelijckheden
die fy konde by halen, te meer alfoo fy wel
oordeelde, dat daer de liefde deoorfaeck
van was : maer Lorize vrcefde de gene-
gentheytdie haer Cefalie diocgh tc doen
veranderen , indien fy haer nicuwfgierig-
heydt daer in voldecdt ; waer door ly haer
liefde, die fy Don Lope droegh.hacr vrecf-
de te ontdecken , alloo defen naem haer
niet anders als hitelijck kondezijn; heb-
bendefy defen doodelijcken haet met de
melck van haers moeders borden ingeto-
gen. Evenwel, na veel uytllcls.vandt fy lich
gedwongen opening te doen, verfchoo-
nende haer ongeregelde genegentheyt , op
A a ƒ de
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
S6t DORTSCHE
de hooge verdienden van Don Lopcz. \
Ccfalie bleef een wijl fonder haer daerop j
te antwoorden, ten hooghften verwondert *
over de vreemde ontmoeting van defe ge-
negentheyt. Sy poogde, door veelvcrtoo-J
ningen y defen foo wel ge wilden naem uy t \
het hart van Lorize te bannen , maer vandt B
al haer verftandige voorftellingen tel
krachteloos , voor fulck een fware uyt- j
wercking : want Lorize was noy t foo wel- ;
fpreeckende , als toen, om het voor-recht » i
het welcke fy boven alle andere Iongk-
vrouwen hadt , van foo braven Edelman te
befitten, te beweeren. Het blijckt wel,fey-
defy tegen Ce&iie, dat ghy onkundigh
zijt , hoedanigh de heerlijcke gaven zijn
van defen on vergelijckelijcken Ridder, en
dat het alleen de vyantfchap is , die u fulck j
een mifgevoelen van hem doet hebben. J
Het zijn de aldergeeftighfte gebaren, de
volmaecktftebevallijckheden , hetaenge- ;
naemfte aengeficht , en het Edelmoedigh-
fte hart van al de Edel-lieden van dit Rijk ,
die hem met den tijtel van den volmaeck-
ten Ridder vereercn* en, fonder te liegen ,
ick moft t'eenemael van oordeel en ver-
(tandt berooft zijn, indien ick met mijn
genegentheden de fijne niet beantwoor-
de, nademaelhy van al de werclt bemint
is.
Het fcheelde weynïgh, of de kracht van i
haer rt d .nc n , en de moed ighey t , met de- i
welcke Lorize haer redenen ftijfde , hadt i
de
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
dtquaden indruck, die Cefalicvan Don
hadt , t'
:1 in hacr doen
eenemael
dwijnen.Maer indien Lorize daer toe geen
volkomen vermogen hadt, ten minllen
braght fy foo veel te wege, dat liet geloof ,
hetwelcke menhaerhad ingeplant, dat
Don Lopez een Barbaer , en menlchen-
moorder, en bloedtdorftigh menfeh was,
by haer vernietight wierdt. Jae Cefaliebe-
goft in haer hart dc verkiefingen liefde
van Lorize voor goet te keuren, en beflont
haer te beloovcn , in alle gelegcntheden
haer daer in gonftighte fullenzijn. Het
vervullen van defc belofte was twijfelach-
t tigh genoegh, en daer was groot gevaer in
r gelegen, fich daer aen te gedragen, en daer
<} op te vertrouwen : evenwel liet Lorize niet
na, haer voor defe goetwilligheydttebe-
dancken , en te bidden , haer gun ft tègens
haer niet te vecminderem OndertuflTchen
lietfy niet na, wanneer fy alleen was, von-
den te fmeden, om Don Lopez de pl aets be-
kent te maken, daer hacr Vader haer op-
gefloten had: want fukks hem te kennen
te geven, was (gelijckfe fich voorliet
ftaen) deneerlten trap van haer genoegen
tc leggen. Na veel overleghs, vandt fy een
middel , om haer genoegen te voldoen.
Omtrent dees tijdt hadt de Moeder van
Cefalieccnb.devaert.aen het hcylighdom
de la Piedra tot Toledo , begonnen , dier fy
des morgens ten fe ven uuren henen gingk,
en ten negen uuren weder van daen quam,
A a 6 ai-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
364 DORTSCHE
altoos metCefalie enLorize vergefelfchapt
hebbende alle het aengeficht met hun &»
lien bedeckt. Op een van defe dagen wilde ü
fich Lorize van defe gelegenthey t dienen , m
om een begin van haer beÜuyt te maecken. m
Sv fchreer dan twee brieven, van een felf-fleau
den inhoudt en opfchrift, dewelcke fy welf
toezegelde , houdende acn Don Löpez Pa-.««:w
checo. Op vijftighfehreden ontrent vanfe ^
haer huy s , liet fy een van defe brieven f
len , en den ander foo als fy van de bcde-
vaert quamen , latende die fooaen de gunft
van hetgeluck j fich inbeeldende , dat het
aenfien van dien naem, den een of den au- 1
der bewegen fou , hem die brieven 9\ ofte» J
minfteneen van beyden, ter handt te ftel-
len om hem daer door eenigen goeden
dienft te doen. Defe vondt gcluckte haet
noch beter als fy gemeent hadt , in voegen
hy beydedefe brieven noclkyoor den mid-
dagh in handen kreegh. Evenwel hadt
fich Lorize foodanieh aen haer geiuck
niet vertrouwt , of ty hadt den fin en den
letter van defe brieven feerduyfter cnuiv
bekenbaer geïchreven » foo dat men noch
den fin raden , noch haer fchrift bekennen
konde.DonLopez defelve geopent hebben-
de, wiert een weynigh verwondert over de
onbekende letteren, dewelcke hy in de i elr
vc vandt > uy t de welcke hy defe woorden
las.
Brief ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
f6f
Brief van Lorizeaen Don Lopez
Pacheco.
Vytvreefe vantnijn verlies te bever ePen ,
beneffens dat van defen Brief, heb ick voor een
tweeden bevjaert , u cengeheym van belang be-
% kenttemaecken, het vjekke uk voor defe reyfe
% aen het geluck niet heb derven vertrouwen
t' Maeromuvanden onlujl , daer u het lefenvan
I dejen Brief in [oukonnen Jl ellen , teverlofen,
&.c befsveereicku, by al vj at u het lief (le fott
t mogen zijn, datghy op morgen ten negen uitren ,
t met alle mooghhjeke zedigheydt en voorfuhtig--
heyt, u in de Capelle de La !>iedra laet vinden.
Dejen Brief, dewelcke uk u verjoeke in uw han-
den te willen dragen, fal het teecken zijn, vjaer
aen uk u kennen [al, gelijck een andere my aen
u fal doen, devjelckeick op dien f elven onder
den hoeck van het tapijt fal leggen , het vjelcke
% de trappen van den Mtacr bedeekt , daerghy de
I uytlegging van dit geheym fttlt vinden. Den
A Hemel vuil u behoeden,
) Ongelooflijk was de ongeduldigheyt van
Pon Lopcz, in het verwachten van den
acnftacnden morgen, om te weten door
welcke handt hem defen brief gefchreven
was , zijnde de hant van Lorize daer in foo-
danigh verandert , dat het hem onmooghr
I |ijck was, defelve te kennen. Hy kondede
* bcftelde uure niet verwachten , maer alfoo
l baeft als hy opgeftaen was begaf hy ficli
A a 7 na
I
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
f66
D ORTSCHE
ftaende op de aengewcfcn
pïaets, met den brief in de handt.Hy fteldc
fich aen een hocck, om te minder genen te
zijn, endezedigheydt, die hem van defe
onbekende foo ernftigh bevolen was ,
waer te nemen. Eenigen tijdt daer na iagfc
hy verfcheyde vrouwen in en uyt gaen,
dewelcke daer hun gebeden quamen doen,
maer omtrent acht uuren quam Lonze
daer oock . met haer ge woonhjek gdel-
ichap. Syhadt den Ridder wel haeftin het
ooee , fondcr van hem bekent te zijn , om
datdezedigheyt van haer gewaet , en het
kleet dat fy over haer aengeficht had, nacr
onkenbaer maecktc. H&bende haei rg£
b-dtffedaen , en vaerdigh zijnde , om de
Moeder van Cefalie, cn*defe felve te vol-
een , leyde fy haren brief op de aengewe-
fen plaets. Maer fy was foo verheught van
hem ecfien te hebben , dat fy hem aen Ce-
falie wees, aleer fy uyt deKerck gingk, om
daer door haerverkiefmg tebcterte we -
tieen. Totdaer.en.toehadtdeonnoofele
Cefalie de kracht van defe tochten noyt
geproeft; zijnde haer hetgeficht en het
lefelfchapder mannen onbekent, behal-
ven haer afgefondert leven , daer m ft»
houden wierdt , als zijnde geduunghhjek.
,u(Tchen. de geheyme wanden van haer
Moeiers huys beflotcn geweeft : maei loo
hacft als <y haer oogen op Don Lope* ; gc-
flagenhadt, vandtfy fich tenhooghftcn
op getogen , <ulck een fchoone vyandt van
Arcadia,
1 fcaer gedacht te lïen.Lorize \
I ftcltenis, die fy in haer merkte, haer aengê-
boren haet toefchrijven , dcwelcke haer
i Broeders Don Lopez roe droegen ; en, bc-
drogen door dit gevoelen, liet niet na Ce-
falie geduurighlijck inet fijnuytiteecken-
de hoedanigheden te onderhouden, om
alfoo haer liefde te meerder te wettigen :
maer eylaes ! het waren foo veel fulphur-
priemen , daer fy de aengroeyende vlam-
men van Ccfal ie meer en meer mede ont-
ftack.
Sy eyndelijck vervolgden hunnen wegh
te huyiwaert, daer Lorizc nu meer als voor
heen een droeve en befwaerlijcke gevang-
kenis vandt , alfoo het geficht van Don
Lopez haer verlangen meer en meer hadt
opgeweckt. Ondertuflchen defe vrouwen
waren foo haeft niet uyt de Kerck , of Don
Lopez,hebbcnde fich verfeeckert van het
verborgen pandt, gingkhet gehcym van
fijn vorigen Brief in defe laetfte onder-
foecken : indewclckc hy defe woorden
vandt.
Brief van Lorize aen Don Lopez
Pacheco.
Van de nure af dat myn Vader my u en mijn
(elven ontnomen en ontvoert heeft , ter oorfaeck
van de kennïjfe , detvekke hy van «nsvoor-
'V \ nemen gekregen had, hebben mijn oogen niet an»
dert gedaen ah wee?:en ; en ick bekenne dat de
njjan-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
f<j3 DO RTSC HE
wanhoop een eynde van mijn leven feu hebben
gemaeckt , maienm'ijnnoodtfaeckehjckheydt en
wijn liefde my defen vjeghmet geef ent hadjx
den. Maer dewijl het jckjnt dat mijn ongeval
felfmedebjden met my gekregen heeft, enick \
rwete dat wwEdebnoedigheyt u buytenaüe befef* \
fing van vreefe fielt , heb ickgeen fwarigheyiP 1
gemaeckt ute bidden, my defen aenftaenden
vacht te komen befeecken. Ickben in het huys v
van de Palomeques , daer my mijn Vader befieu
heeft , om onfe onderhandeling . door detoejtcht 1
van de Moeder en Sufler van uw vyandëje vet' É
hinderen* De aenrnercUng van deplaets,fchijnt l|
welmijnverfoeck onbiüijck, en het ondernam \
gevaerlijck te [uilen maken, maer vjanneerghy
fult toeten dat Uk her een vertrouwde vrien* §
dinne.die my behulpfaem vjefen fal , verkregen
hebbe , fnltghy hetgevaer foo hoogh niet ach*
ten. Debequaemfienure fal die van den mid-
dernacht zijn. lek fal u dan aen een veynfier
van den Hof die aen de firaetttftkomt , en van
de andere gebuur-huyjen afgefondertftaet, ver-
wachten , om dat die plaets eenfaem en buyten
gevaer is. De duyfiemis van den nacht Jol u oeck %
gunftigh ijjn , als oock het af fijn van uwe vy-
anden. Ghy xJjt Don Lof ex, Pacheco, en ick die
u verfoecke , de fiandtvafiige Lorize. hk beb
geen beter redenen, om uw moet op te vjecken,ab L.
defe,gelijckghy geen genocghjame fult konnen '■
vinden , om u van dit verfoeck te verfchoor.en , i ;
- omdefelve een volmaeckehhrmarejfe niet t*\
te fiaen. k
Hoe i
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. f6rj
Hoe menigerhandc waren de gedach-
ten die onfen Edelman ontruftigdê, nadat
\ hy defen brief gelefen hadt : Hy was uyt-
I termaten verblijdt fijn Meelterfche weder
? gevonden te hebben, die hy meende dat
) voor hem t'ecnemael verlorê was. Maer acn
J de andere zijde bèvandt hy lich t'eenemacl
ï ongeruit, aenmerekende dat het huys daer
Xiyinbewaert wierdt, foo vermoedelijck
voor hem was, dat hetminlte van allen
I maghtigh genoegh was , de groot fte moe-
i oigheydt flaeu whartigh te maecken. Hy
0 maeckte duyfent overleggingen by fich
5 felven , of dit voornemen van Lorizc het
betrachte eynde wel fouden bereyeken; en
1 viel ten laetften inde vreefc, dat, of al wel
fchet gcluck hem in het cerfte gunftigh
• quam te zijn, by verloop van tijdt lijn gaen
en komen ontdeckt moght worden, en al-
foo defejongk vrouw een eeuwige fchande
op den hals jagen, beneffens het verlies van
fijn eygen aenfien. Maer gelijck Vr geen
redenen zijn, die een Iterckegencgentheyt
vermeefteren konnen, belloot hy evenwel
het begeeren van Lorize toe te flaen, en na
tekomen,en eer lijn leven in gevaer te (tel-
len, als ongehoorlaem te zijn. Hy dan be-
;geeft fichioo heymelijckals hy konde , na
ideplaetsdewclcke hem was aengewefen.
IHydtedtdc ronde rondtfom denhof, om
3te onderfoecken of'er nergens eenige
agen geleght wierden , niet dat hy geen
"oet vertrouwen op Lorizc hadt, maer om
dat
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
fjo DOllTSCHE ■
dat hy vreefdedat fy oock fou konnen ver-jta?
raden of bedrogen worden , nademael eenlpa
derde haer gehcym wift. Siende dan dati w»
'er niets te voorschijn quam , begeeft hyl n,
fich onder het veynfter van den hof, enira
een weynigh tijdt dacr na hoort hy eenie
open doen , daer fijn vriendinne fich lich-lp
telijck van hem deed bekennen. Sy genoo-fr.t
ten met malkander eenige uoren een ver-*ra
makelijckeby-een-koraft, en fcheyden at-to
foo vaneen, nadatfy bedoren hadden .fc
malkander, foo menighmael als de gc|e-fct
genthey t fou aenbieden , op de felve wijfie**?
te vinden. De blijdtfehap, die Lorixei^
door de aenfpracck van haer vriendt ge-fc*
voelde, was tc groot, om in een boefcm al-
leen befloten te blijven, fy moft diehacm
vriendin Cefalicmedcdeelen: maer de uyt- 1
wereking was foodanigh , dat Cefalie, die
het aireets mede wech had , hoorendeditl
acngenaem verhael , by het quaet dat haeri
alreedts pi jnighde , noch dat van de mm-|
yver voeghdc, watgewelt fyoock aen-;
wende om het een en het ander uyt haer
gedachten te bannen i jae, in tegendeel, het 1
gewertvan haer liefde grocydein fulckcïl
manieren aen , dat fy het bedde moft hou-
den, enfelf ingevaer van haer leven gc-
raeckte. De Geneefmeefters wenden alle
hulp- mjddden aen , tegen de koorts die fy
uytwendighfagen en voelden, maer dele
waren heel ftrijdigh met de wareheckte;
die haer aentafte, in voegen het hoe
lan-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
arcadia: r7 i
•>fL langer hoe erger wierdr. Dc groote
M|genegentheyt die haer Lorize droegh ,
verbondt hacrgeduurigh by haer tcblij-
.ven, waerover fy de £elegenthcydt niet
s nemen konde, om haer Vriendt Don Lopez
■ 1 °P te wachten , alioo fy des nachts , fondcr
«groot vermoeden aen de Moeder van Cefa-
j »ihc te geven.niet derfde uy t de kamer gaen.
Evenwel bleef fy niet t'cenemael ionder
3 vertroofting. De laetfte reyfe dat fy Don
:> Lopez gefproocken hadt , waren fy onder-
ahnge overeen gekomen, dat wanneer de
' gelegcntheyt niet diende om by malkander
ste komen , hy aen dc veynfter van den hof
- ©een woort fchrifts aeneendraet fou vin-
.itdcn hangen , waer uy t hy de reden van haer
r; verhindering verftaen fou. Met defe vondt
> mollen fy fich behelpen , om dit af-wefen
reen wcynigh te verfoeten. Lorize, die foo
i blint in de fieckte van haer vriendinne
fwas, alsdeGenecf meerters felf, gaf haer
aróionnooflijck defe haer vondt te kennen ,
udaer defe iïecke fchcen een groot ver-
maeck in te nemen i ondertuirchen vol-
komen berecht krijgende vandegehey-
..3 men van hun liefde, gelijck fy haer ge-
ï noeghfaem verbandt, om niet voor haer te
verfwijgen, wetende door haer ^acuwe
3 geeft, die al die van haren ouderdom te bo-
even gingk, het binnenftc uyt het hart van
Lorize te halen. Defe loofc Cefalie hadt
.shiet foo haeft het naeuwfte berecht van de
-onderhandeling van Don Lopez en Lorize
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
f7* DORTSCHE
gekregen, of fybefloot fichdaer van te
dienen, omalfoo een hulp-middel voor
haer quael te vinden , en haer leven van de
doodt,dcwelckehaerdreygde,teverlo(len.
Ondertuffchcn de hindcr-palcn , dewelcke
Don Lopez geduurighlijck in fijn liefde
voorquamen , en de kleyne gelegentheydt
dewelcke hy faghom die te boven te ko-
men , bcgoftcn hem moede te maken , en
fijn geneger.theyd*tc verminderen , even-
wel liet hy fulcks niet ten vollen btijcfcen • i
en vervolgde alle nachten fijn veynfter tel*
befoecken , om tijding van Lome te hoo-
ren, en haer van fijn ftandt te laten weten.**
Maer ten laetften , t'eenemael moede vaafc;
al dit vergeefs gaen en komen , liet hy Lojfev
rizedoor een brief ken weten, dathyge-jfr,
drongen was een kleyne reya aentene-ft,
men? dewelcke hyhaer verfocht hem te*,,
willen toelaten, en dat hyden tweeden!,
nachtdaeraen fijn affcheyt van haer fout.
komen nemen. Soo haeft Lonze dele*,
droevige tijding verftaen hadt , hetfy niet*
na Ccfalie die mede tc dcelen, noch nat van
tranen zijnde , die fy onder het leien ge- j
ftort hadt. Cefalie pooghde haer te ver-
trooften , met de foetfte woorden die p
konde bedencken , maer de droefheydt du
fv gevoelde was foodanigh , dat het naei
ónmooghlijck was gedult tc konnen n*
men. Door de geweldige quell.ng ; 4
haer geeft, engebreck van haer ordinaej
voedffel, verhitte haer het bloet in fulckc
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA
oegen , dat fy door een brandende koorts
icngetaft wierdt , dewelcke haer binnen de
ijdt van vieren twintigh uuren in den
lyterften noot ftelde. De nacht dewelcke
laerDonLopez geftelt hadt , om fijn af-
dlcheyt van haer te nemen, komteyndelijck
iaën :endeongeluckige Lorize , tiende dat
>f haer ongel uck haer dit genoegen weyger-
cdc , vandt iïch genoodtfaeckt de tuflchen-
:finiddehng van Ccfalietegebruycken. Lo-
srize dan deedt haer verftaen, hoedanigh fy
«haer hulp van nooden hadt , en gaf haer een
nbriefken, het wclckc fy hacr badt aenden
ndraet vaft te maecken. Ongelooflijck was
edeblijdtfchap dieCefalie gevoelde, over
,-defe onverwachte gelegenthcyt, dewelcke
'fy wel meende niet te laten voorby gaen.
• 3Het begin van de iiecktevan Lorize, was
shet begin van degenefing van Cefalie, ge-
>(lijckof den Hemel tot dele veranderingen
Ifelf geftemt hidt : foo veel als de ficcktc
vi tfcan Lorize aennam , foo veel nirn die vin
ïCefalieaf , en dit verfoeck dat hacr Lorize
>*|decdt, wasmiddels genoegh om Cefalie
ovolkomentlijck te genefen, Behalvcn dek
3gelegentheydt, kreegh fy oock dele, van de
akamer van Lorize voor haer alleen te laten,
JjAiyt vree fe, foo fy voorgaf, hier ruft te ver
oftooren , en hacr, wanneer fy in (lilte was ,
fhlleen te laten , om haer inde fel ve niet te
verhinderen. Defe vryheyt wift fy wel te
ilgebruycken , om haereygen gedachten op
.; ïfiet papier te ftellcn , en dat briefken, in de
plaets
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
«74 DORTSCHE
plaets van dat van Lorize , acn den draet t<
hangen. Wanneer nu de uure gekomet
was, op de wclcke Don Lopes aen het vcyn
fter komen , en iy haer loof hey t uytvoerei
fou, begeeft fichCefalie na de gewoon»
plaets. Sy hadt foo haeft het veynfter me
geopent , of fy vernam Don Lopez, die he
gewoonlijck teecken deedt , om fijn vricn
din te kennen te geven, dat hy daer wachte
Cefalie hem dan kennende, liet mcteei
bevende handt den draet nederdalen , dae
fy haer leven of haer doodt aengebondei
hadt, en veynfendc het veynfter te lluyten
liet het felve een wey nigh open , om te fier.
hoehy fichfou acnftellen. Don Lopez
celoovendedatdit Lorree was, die doe
eenige ongeluckige voorvallen gedronge
wasfichtevertrecken, begeeft fich na d
de muur,en taftende, krijgt dë draet en hc
papier dat daer aenhingk m handen . H e
welckehy grooteren fwaerder als na ge
woonte bevandt te zijn. Hy begaf fich dae
mede na fijn huysj maer door ongedult v*
denbrieftelefen, kondehy foo lang me
wachten, tot dat hy te huys gekomen was
maer hielt aen de deur van een Kerck ftil
daer een lamp ontfteecken was , en openc
aldaer den omflag met eenige ontfteltenis
dacrhy een brief invandtvan een andei
hant, als die van Lorize , gefchreven , im
een kleyn doofken van gout, geefmaheer
daer in gefloten.Hy (lont een wijl verbael
fonder te weten wat te doen, of eerftde
brie)
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. m
.ef, of eerft het dooiken te openen \ cyn-
-M Jclijckbegoft hy met het dooiken, die?
rj ?en (Irael als die van een blixem uytquam ,
Kiewdcke hem de oogen floegh. Defe
ij juam van een Afbeelding voort, dewelcke
de meette fchoonheydt vertoonde , die oyt
iffnikfr oogh onder den Hemel gefien heeft.
iy befagh de Af beelding een lange wijl met
jroote verbaeftheyt, en opende daer op den
vief, om daer door fich felven in dele duy-
terhey t licht te geven , na dat hy het doof-
den weder toege floten had : maer hy vandt
• lier noch meerder reden van verwonde-
ing , als hy den inhoudt van defelvequam
* verftaen, dewelcke foodanigh was.
Brief van Cefalie aen Don
Lopcz.
Daer is niet als den Hemel dat het lijden weet,
'f tck heb uytgeflaen , eer tck my foo verre heb
I 'erven inlaten , als defen Brief uyt mpn handen
» de uwe over te fenden, en roep dtfelvl tot ge-
uyge , ofmy de/mert tot het punt van de doodt
Mtgebraght heeft > terwijl tckpooghde mijney-
tntegenflant te cvcrkomêten eenfaek te bejlaen,
iïe mijn eer mgevaer fielt x by defe, die een doodt-
yam is van mijn ge/lacht. Maer ind'.ede opperflt
acht , die over alle anderen heerfcht , heeft ge-
tilt, my in uw genade te Jlellen,om uw zegeteeke-
; m y over de volkomen nederlaegh van ons huys ,
« vermeerderen ; tot wat vry- plaets fal ick my
wgen heren , daer ick my fal verfesckert v'n:-
den ?
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
r7$ DORTSCHE W
den ? en me is bet die my befchermen faüEntn-
dien de dapper beyt van mijn Vader en Broeders
voor uw wapenen beeft weten buyge.boefiu het
tnoogbUjckxtjn, datdefwacketegenftandtvan
ten Dochter genoegbfam feu bevonden VJordmi
om ficb te befchermen. UtUes \ Den Lopez , hot
gro9tisiUge^engheyttéehetmtlottegensm \
huys oefent, nademael, inde pUets van voldoe
mng oen onfe belediging te geven, defelve 'tegen* \
woordigb een nêeu fitcbt-ofer veer me Autaret^
Mu erndaer , ahde laetfie reemdie u vanuw
vyanden noch overig was,ge*tfere te worde . Di
kenmfjedieLotite myvanubeeft doenhebben
beeft u een volkomen beerfebappy evermygege- i
Ven,endiefoegeweldigb,datmijnbantmetzot l
derven onder pen u defelve uyt te drucken \ be ï
balven dat de tranen, die dit papier uyt mtjnoo
gen befprengen en netten , geen plaets genoegh la f
ten, om daer de noodige woorden op uyt te druc\
ken. Indien bet verkoel , het weleke Lenze nnf
fiomenighmael vanuw verdienfiëgedaen beeft f
„neracbtigbzy.ismtjn ftmabeydthcbtebjekt
verfehèonen, enickbeb reden te hoopen eemg
gunfl by u tevnden, devjijlick dezelve verfeec
%e door bemiddeling van deze ïoodinne,die defe)
Brief vergefelfcbapt. icl^ bidde u oomoemf
luckjiefdve foogebeym en met foo veel aenfie) •
H bandelen , als men van een volmaeckt Rid
der, daer gby den naem van draeght j omtren
httgefiacht en de perfoon die defelve meh
brengt, te vemachen beeft. Uaer om my dii
vmtltedoen genieten, moet gby geen ach
* J flat i
ARCADIA. f77
pmopdt verbittertheyt die ghy hebt telen
mnt naem, noch mffifanïep by die fan
Lm* vtrgduckejaer m denckbeelt de af-
ukïou nop Inboet dat Uk van u verwacht
nament!,^ uJeftn aenfunde nacht ob de
gcwoonc uure enplaets te mogen firn, kpnnen
verhop. Den Hemel wil u dier toeMeZ
aen, en my «engenaem aen uw* oogoi maken.
Cefalie Palomeque',
DonLopcz.hebbendedefen brief door
icien , en den naem van Cefalie gefun
meende in fijn finnen betoovert te zijn'
Nu fagh hy de fchildcry aen , en dan ^
der den brief, cn konde fich niet inbeelden
heteenen htt ander te beiïtten : en den
verraft hebben , ten waer fijn volck, dat
hem iocht, by hem gekomen was. Hy.fi jn
Dienders kennende, floot fijn brief, en dit
kortelijck afbeeltfel weder toe , en einek
met hen na fijn huys , foo vol verwonde-
ring, dat het hem onmooghlijck was ren
oogete luyckcn. Ondertufilhcn lieten
oock verfcheyden na-bedenckin^en niet
na hem aen te taften, als of dit wel een la-
gcen loofheydt van haer Broeders moeht
xijn , om hem daer door te verftricken ■
maerfijudapperheydt bchielt ten ahler-
laetftedeoverhandt, bencffenshet verlan-
gen fijn goet geluckte onderfoecken
ier door hybefloot, alle vermoeden acn
B b een
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
-7S DOllTSCHE
een zijde te ftcllen , om foo fijn eer als fijn
leven aen de handen van Cefahe te ver-
trouwen. Met dit bcüuyt verwachte hy ,
metonlijdtfacmheyt, debeftemde ftondt,
wanneer hyeen pantfierof raalien-rock
aentoogh , en fich van andere bequame
wapenen, om in tijdt van noot wederltant
te bieden, voorfagh, en, fondervanye-
mant vergefelfchapttezijn , om beterde
ftilte te genieten, fich na de gewoone
plaets begaf. Op het eerde aenkomen
vandt hy het alles itil , maer een weymgh
tijdts daer geweeft hebbende , wierdt het
veynfter llillckens geopent , daer fich Ce-
falie in vertoonde,die hem by fijnen naem
groete. Don Lopez vocghde fich daer op
dichterby de tralie, en brack de ftilte met
defe woorden : Ick wil voortacn de ge-
dachtenisvan Lorize in te grooter waer-
den houden, endeuure vanhier eerde
kennifle zegenen, dewijl door haer toe-
doen , de afichrick die ghy van mijn per-
foon mooght gehadt hebben , in een on-
vercelijckelijcke eer verkeert is. Ben ick
betoovert , of is het waerachtigh, dat ick ,
die den onvcrfoenlijcken vyandt ben van
oiw huys, magh waerdigh geacht worden,
voor u te verfchijnen. Voor u, wiens vol-
maecktheden alle bedenckingen en in-
beeldingen overtrerTen.En dat,in de plaets
van my te vernietigen , en tot aflche te
verbranden , ghy my toelaet die pralen te
genaken ? Het geen ick dan te bidden hety
ARCADIA. f70
is?dat ghy my heIpt,Me,vrou vv.de behou-
dmg van defe roem te veiieeckeren
Neemt my voor u flaef aen.en gelooft, dat
ick,in gevaer van mijn leven en aenfien, u
al de proeven van een volmaeek te gehoor-
iaemheyt toonen fal. Cefjlie wierdt foo
opgetogen door defe aengenamc woor-
den, dat fy van blijdtfehip, naeuwelijcks
Will waer fy was , en antwoorde hem ten
eerften met een fucht , en daer na met de
ioetfte woorden dichaer delfde konde
mgeven, die ick voor by wil gaen , om u
geen vermoeden te geven, dat ick, gelijck
veel andere , die uyt mijn ey gen poot fuy-
ge. Altoos fy bedanckte hem duyfentmacl
voor de eer die hy haer acndeedt ,
en beval de hare aenfijr. deughten op-
rechtigheydt , ey fchende geen andere ver-
gelding van hacr bettaen , als alleenigh fo-
danige, daer hem fijn eygen deught toe
verbandt.Hem voorts gevende tc bedenc-
ken,of Lorize veniienlkn genoeg h hadt,
hem tot een eeuwige fliverny te verbin-
den , of dat fy,boven lucr, het voor recht
fou mogen bedingen. Macr.bclloot fy.Jioe
het zy or n-erjier zy fy leve of fterve in uw
gedachten , ick fal my noyt als over mijn
ongel uck beklagen, poogende door mijn
tranen mijn brandt te bluffen, en mijn
fmertdoor mijn lijdtfaemheydt tc over-
winnen , en indien ick heb teftcnen , fal
icktenminrten die vertroofting hebben,
sJatickde Moordcresvan mijn eygen fel-
B b 2 ven
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
«■8o DORTSCHE
ven niet ben, hebbende de ware middelen
gefocht, die tot mijn genefing dienen.
Don Lopez liet niet, hacr met veel hof-
felijckheden te betalen , ten eynde van de
welcke fy hem ontdeckte, wat bedrogh fy
gepleeght hadt , om hem haer genegent-
heydt teontdecken, gevende hem met ee-
nenden brief van Lorize, om daerop na
fijn goet- vinden te antwoorden , hem fwe-
rendc,defelve haer getrouwelijk ter handt
te ftellen, behoudens dat hy niet ontdeckte
wat ontrouw fy haer gefpeelt had. Laten-
de hem anderfins toe, foodanigen {tij 1 te
gebruyeken als hem goet dacht , dewijl fy
welfoo hoovaerdigh was , als fich {elven
alreedts een volkomen macht over lijn
ftantvaftighey t te belooven.
Daer waren omtrent twee uuren verftre-
ken , dat defe twee nieuwe Minnaers defe
eerftelingen van hun liefde plucktenj wan-
neer DonLopez niet verre van fich een
ftommelend gerucht hoorde , het geen in
het naerderen vaft meer en meer aenwies.
De duyfterhey t van den nacht belette hem
te fien wat het was , evenwel hy vandt
fich genootfacckt te rugge te wijeken , en
Cefalie te verioecken , het felfde te willen
doen, en haer veynfter te üuyten. Hy be-
gaf fich aenftondts tuflehen het loof en de;
ruyghte van de groene kruyden,aende!
muurftaende,in, fich nederleggende , inJ
f ulcker voegen, dat defelve hem genoegh-
faem konden bedecken , om te fien waer
A R CA Dl A. r8l
d rt gerucht van dacn quam. Een oo /en
W.ck dier acn fagh hy een groot getaC-
wapende lieden. ^lJ»ige
Hier belt Euftacch io een weynigh rtil ,
a fo h y bemcrekte dat I.ydamascn Cly ê
een kleyne reden twirtludden acngevan-
gen , van dewclcke dele fcer op den onge-
tle"hn d van fü°**fee IongkvrL
wenbeftondt uyt te varen, als die al het
vrouwchjek geüacht, oWoodaniw on-
™h?H Vr'TcdjShcvt, van hS ge-
verkja.en.^handcacndcdcni cnLy.iamas
defelve dacr m focht te VerfcJtoonen , fich
op de gewoonte van die talden beroepen-
de . Euaacchio.hcn willende fcheyden
viel daer tuflehen in, feggcndcMf vrouw
men heeft te weten , dat, behal ven de £
ZT\Ca "Ianlere' dicdi<*mael deon-
wettighlte dingen ccnighfins fchijnt te
Wettigen , noch een andere verbintenis in
die geweftcn is, die de vrouwen aldaer tot
die fpoorlool heyt kan bewegen , nament-
lijck.de forge die men aldaer aenwent, om
hen bedeckt en onbekent voor het oogc
der mannen te houden, wacrdoor iy groot
gevaer loopen , om noyt by nageiien , en
d«en volgens fwaerlijck aengcibcht te
worden , terwijl fy door hun jaloufyen ,
gehjek iy de dichte traliën van hun veyn-
iters noemen , een yder Hen en bekennen ,
en alfoo menighmael verkieien, fondcr
hoop van verkoren te worden te hebben ,
B b 3 Wacr
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
f ^ 2, U V/ L\ * ^ — -
waer door fy fich dickmacl genootfaeckt
vinden, hun genegentheden,aen die fy wei
willen, te openbaren , indien fy niet al be-
vende, en ongelieft willen blijven. Sulcx
neemt geenfins de onwettigheyt van
hunnen handel wech , berechte Clytie
daer op , alfoo noyt Dochter haer gedach-
ten verder als de verkiefing van haer Ou-
ders behoort te laten gaen, en een yder lbo
veel fchaemte behoorde te hebben , als
geen man foo veelgefagh over haer eer-
baerhey t te geven. Penander , haer reden
geprefen hebbende , verfocht den Italiaen
infiinredenvoortte varen. Wantwyfijn
felve met hem (vervolghde Euphemia>n
dearootfte benaeuwtheytterwejelt,ter
ooFfaeck van defe gewapende heden , die
hem foo onverwacht overgekomen zijn ,
datwy van nu af aengeen andere ftaet
maecken, alshemterftontontdcckt, en
inftucken gelcheurt tefien. Wy lullen
hem liever van dat gevaer (antwoorde
Euftacchio) verlofTen , niet tegenftaende
defe nieuwe aenkomelingen geenfins van
fiinbefte vrienden zijn. Hy dan fich een
wey nigh herhaeit hebbende , vervolghde
aldus. r mjt.
Iudien oyteenigh Ridder of Minnaer
reden gehadt heeft, verradery en bedrogh
te vermoeden, waerlijck Don Lopez nadt
daer het meefte recht van de wcrelt toe :
iae hy quam foo verre , dat hy , in fpijt en
xnifvertrouwen vande fchoone woorden
^ van
DORTSCHE
y
M
}j
v
^3
ARCADIA:
van Cefalie, niet anders geloofde, of fy had
hem aen haer Broeders verkocht, en rtont
nu om hem te leveren; na dat hy foo Ioof-
hjck door het aes van hner brief aen den
angel was geraeckt. Zijnde dan in dat
gevoelen, nam hy evenwel voor, fijn leven
iood-cralshykonde te verkoopen- even-
wel w.ldc hy het gevaer niet voor loopen ,
maer wachte met kloeckmoed.ghcyttct
dat hjn vyanden hem op quameniwanncer,
inde plaetsvantenaerderen, hy hen nac
een kleyne poort van den hof faghgaen,
dewclcke omtrent hondert fchreden van
hem at ftondt , daer fy een eyndiken bran-
dende Jont in de lucht fmeten , het welck
door die van binnen met het felveteec-
ken beantwoordt , en daer op de poort
geopent, en terrtont weder toegcfloten
wiert. Soo haeft dcfe gewapende binnen
waren, en Don Lopez niemandt meer om-
trent fich fagh , gingk hy na het ey ndc van
de ftraet , wier langs dit. volck gekomen
Was, daer hy een troep R uyters gewaer
Wierdt, die fich tegen een gi'ooten tooren
van de Stadt in order geftelt hadden , de-
welcke fcheenenhet geleyde, vandefe,
dewelcke in gegaen waren , te zijn. Al
defeomflandigheden deden hem geloo-
ven, dat de Palomcqucs, Broeders van Ce-
falie, in deStadt waren, en dat fy,onweten-
de van hun komft, en onnoolel van eeni^e
verradery was. Lopez achte fij n belang te
feer daer aen gelegen te zijn , als toe te la-
B b 4 ten,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
1
ir
DOU.TSCHE
«n, dat fijn vyanden alfoo in de.Stadt fc*
den neftelen, en om te toonen, dat ny Ken-
nis had van hun minfte tochten, w.lde hy
hen een valfchen alarm geven , gelijcK ly
hem gegeven hadden. Hy dan begeeft
fich in aftei haeftna fijn huys.daerhetal m
diepe ruft bgh, behalveneenkamer-die-
naer , op dewelcke hy fich feer vertrouw-
de , deFe landt hy terftondt aen fijn vrien-
den, om hen aentefeggcn.datfyfich by
fiinnuysfouden latenv.nden. Metdefe
begeeft hy fichnuxtepacrt.en doorveel K
van fiinhuvfgenotenvergefelfchapt , laet
denatom blffen, op dat de Womeques
fuUk. hoorende, tijdtmoghten „hebben
om te vertrecken. want hy wilde fich
gSnfins van het voordeel . het welcke : hy
f U doe op hen hadt . dienen , alfoo hy hen
lichtelijck in handen fou gekregen heb-
ben, indien hy hun Sufter mmderachtmg
toedragen hadt. Wanneer hy nu oor-
fl«fde datfy tijdts genoegh hadden ge-
hadt, omfich felvenin fockerheydtte
ftellen , hielt hy fich als of hy hen wilde
lain foecken, en inde p.aets van d.cn
iegh te nemen, dewelcke hy wel w.ft dat
fy door moften, fioegh geheel ?en andere
in, komende alfoo weder te rugge. fonder
veis uytgerecht te hebben , en doende op
het aen-Tcomen van den dagh de" aftocht
blafen-Ondertufichen was hy in het groot-
fteoneedult vande werelt, om te weten
door wat middel Cefalie in haer kamer
m
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. f$f
was geraeckt, fonder van die vernomen te
zijn , die foo onvoorfiens in den Hof ge-
komen waren ; waer door hem den dagh
feer lang en verdrietigh viel. Eyndelijck
evenwel komt de lang gewenfchte uur
aen; hy begeeft fich na de ordinareplaets
van hun gefpreck, daer hy Cefalie vandt,
die mede om fijnent wil indegrootftebe-
naeuwtheydt van de werelt was gew eelt ,
vreefende dat hem eenigh ongeval beje-
gent was. Maer om malkander uyt het
verlangen te helpen , vertelde haer Don
Lopez eerft al wat hy gedaen ludt , het
Welcke haer groot genoegen" toebraght,
in vergelding van het welcke fy hem
weder vrymoedigklijck deoorfaeck ont-
deckte , waerom haer Broeders gekomen
waren , namentlijck, om haer moeder de
gelegentheydt vaneen Houwelijck,voor
haerCefalie, aentedienen. Kortelijck
het eynde van dit nacht-gefpreek was,dat
Cefalie Don Lopez beloofde, het Houwc-
lijck.foo veel haer mooghli jck was,uyt te
ftellen. Don Lopez ftelde haeroock de
antwoort op den Brief van Lorizc ter
handt , en alfoo fchcyden fy voor dien
nacht.
Ondertuflchen bleef de arme Lorize
onkundigh van het ongelijk datmen haer
aendeed , latende fich van Cefalie alles wijs
maken wat defe wilde, het welcke hier
in haer fieckte en quelling ten minden on-
lerhieldt. Sy door-las den brief die haer
lb j Ce-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
*%6 DORT SC HE M
Cefalie ter hant ftelde , na dat ly haer ver-
haclt had, het hacchelijck ongeval dat
Don Lopez gedreyght bad, het welcke fy
feydedeoorfacck vart haer lang vertoeven
oeweeft te zijn. Den inhoudt van defen
brief was : Dat Don Lopez , hebbende de
fieckte van Lorize verftaen , het voor-
nemen van te vertrecken geftaeckt had ,
dat, dewijl hy fagh dat de yreefe van fijn
afzijn haerfoodanigen öuelhngaenbragf,
hy haer beloofde alle gelegentheden, die
haer droefheyt moghten veroorfaecken ,
uy t fiin hart te bannen, haer biddende, tot
b 'fluyt,goede onderhandeling met Cefalie
te* houden, door wiens toedoen fy bequa-
melijck hun brieven konden wiffelen.
Soodanigh was de vertroofting. die Lon-
zc door dit bedrogh ontfing, dat haer
fieckte dagelijcks meer en meer begoft te
minderen , maer fy was foo afgemat, dat»
al eer fy de macht had om uyttegaen ,
Don Lopez en Cefalie tijdts genoegh had-
den, hunfpeluyttefpelen. Terwijl Don
Lopez fichaldus in fijn liefde onderhield ,
waren dePalomeques , fijn vyanden , niet
{til, maer leyden geduurighh jk op hem
toe y om hem door den eenen of den ande-
ren middel in handen te krijgen, en op
eenmaal al het leetdathy henaengedaen
had te wreecken fy hielden altijtecn ver-
fpieder in de Stadt , die al fijn gangen
waer nam, en fijn Meefters geduunghlijclc
vau alles onderrechte. Pelè volvoerde
ARCADIA. T87
fijn Iaftfoo wel, dat hy wel haeftgewaer
wiert, dat onfen Minnaer alle nachten
uy tgingk.om op een plaets te gaen.daer hy
geen ander gefelfchap als de liefde van
noodenhad» Dele, Tonder vorder te ver-
nemen , wat plaets het waer , daer hy alle
nachten heen gingk , gaet terftont fijn
Meettors de tijding van dir gacn cn komen
brengen. Defe wilden geen tij t verloren
laten gaen , om defen hunnen vyant te be-
traepen. De lichtigheyt die fy hadden
om t'allen tijden in de Stadt tekonnen ko-
mcn,gafhen daer goede gelegenthcyt toe,
en moedighde hen tot den acnvangk. Het
geviel dan dat Don Lopcz, bcfigh zijnde
met fijnCefalie, om te Tarnen de midde-
len , van haer Houweli jek te verhinderen,
fdaer fy door haer Moeder Teer toe aenge-
drongen wiert) te beramen , fijn reden
door een geroep van ontallijcke itemmen
verhindert vant, het wclck gevolght
wiert van ccnyflelijck geklanck van Wa-
penen j het weick dién Ridder deed gcloo-
ven, dat defen alarm van fijn vyanden
voortquam. Hy nam terftont fijnoor-
hi van Cefalie.die valt beefde als een loof,
en hem op fijn eedt afvorderde haer van
hem te laten hooren, indien hy het gevaer
ontquam. Gelijck als Don Lopcz gedacht
l had , lbo was het oock , de l'alomeques
waren dien nacht heymelijck in de Stadt
gekomen, en hadden fichterliont na het
auys van Don Lopez begeven , het fel-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ƒ38
DORTSCHE
ve overweldight, en alles wat'eringe
yonden wierdt, neder geir.aeckt, en na da
fy alle hoecken en winckclen door ge-
tocht en geplondert hadden, de wooning i
aen brandt gefteecken. Dit gedaen
hebbende , vallen fy op fijn mede-
ftanders , daer fy defelve wreetheyt en dol-
heyt aenrechten , foo dat men noyt in ee-
nige Borgerlijcken oorloogh, fulckeen
verwoefting in eenige ftadt van eygen
ingefetenen gefien heeft. Ondertuflchen
onïenMinnaer,volfpijt, van wegen het
voordeel dat fijnvyanden, door fijn ver-
fuym,op hem gekregen hadden, wilt niet
wat te beginnenj hy derfde fich fel ven aen
defe woedende Barbaren niet vertoonen *
niet, dat hy niet garen fijn leven aen de
fchimmen van detë, die voor fijn feeck ge-
{neuvelt waren , fou op geofifert hebben,
maer om dat hy alleen te fwack tegen
fulck een menighte was. Al het gene
hy indefe gelegenthey t konde doen , was,
fich in het eerde huys van fijn vrienden ,
het welcke hy open vandt, te begeven,
daer hyby geval een van fijn Dienaers
vandt, die de raferny van fijn vyanden
ontkomen was, en fijnen Heer vertelde :
hoe de Palomeques tot fijnent huys ge-
houden hadden, en hoe eenige van lijn
vrienden en de reft van fijn huyfgefin iicn
op een kley n (lot , het welcke hem toebe-
hoorde, ftaendc omtrent dry mijlen ^ van
Toledo , en op een hoogh en fteenachtign
2^
ARCADIA. «fc
geberght, beneffens al fijn koftelijckfté
goederen en juwcelen , begeven hadden.
De Meefter van dithuys, dacrfich Don
Lopez in begeven hadr , was de Vader
van defen Dienaer, die hem defe tijding
braght, waer over hy aldaer fecr wel ont-
haelt en verborgen wierdt, a!-hoe welde
Palomeques groote ftraf aen een yderge-
dreyght en doen verkondigen hadden, die
fou onderrtaen Don Lopez in fyn huystc
nemen. Men fou naeuwel.jcx konnen be-
ichnjven , wie van defe twee gelieven de
mcefte quelling gevoelde , geduurende dit
onweer , of Don Lopez,door fijn verlies ,
en het miflehen van fijn beminde , of Ce-
falie , door de vrees die fy voor haer Don
Lopez had; doch defe laetfte was het mee-
fte te beklagen, alfoo fy foo ongel uckigh
was, dat fy haer verdriet door geen teecke-
nen derfde laten blijeken , maer op krop-
pen mof}. Al het geen men aen haer Moe-
der boodtfehapte, van wegen de overwin-
ning van haer Sonen, was haer een fteeck
in haer hert, en vermeerdering van haer
quelling, ja haer liefde overwon de natuur
ielve, doende haer 1'elf met het bloedt van
haer Broeders haer Minnacr het voordeel
toewentchen. Soodanigh was haer on-
ruft, terwijl Don Lopez van fijn zijde niet
vry wis, lijdende evenwel met gedult de-
fen aenlloot van fijn ongeluck. Maerge-
lijck het ongeval (ich wel haelt vermoey t
yant defe te beftrijden , die haer met mot:
Bb 7 tegen-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
DORTSCHt
ttgenftaen, atfoo liet fy oock wel haeft af,
dcfen dappere Edellink dus hevigh aen te
taften, gevende plaets aen eé gelegentheytf
dcwclcke fich aen boodt , om eenige vol-
doening voor dit ontfangcn verlies te ver-
krijgen. De Palomeques , hebbende een'
wi ltiidts naLopc» omgefien, en hem
niet meer in de Stadt vernemende , geloor-
dendat hymede uyt fijn Vaderlandt ge-
vlucht was, en trocken derhalven uyt,om
ceni£ren oproer te ftillen , die in een van de
voornacmfte vlecken van Caftille ontftaen
was, gelijck het geheele landt als doe vol
twiften muyterywas. Op defe tijding
beftoot Don Lopez wederom uyt fijn
fchuylhoeck te voorfchijn te komen , om
fijn verftroyde troepen by een te verfame-
len, en een goede gelegenthey t af te wach-
ten, omfich eenmaelopfijn vyandente
wreken. Maer aleer hy uy t de Stadt ver-
treek, wilde hy fijn beloften aen Cefahe
voldoen, en beproeven, of de overwin-
ning van haer Broeders haer genegent-
hey t niet verandert hadt } zijnde door de
oneemeene fchoonheydt van defe de ge-
dachtenis van Lorize t'eenemael uyt fijn
hert wech genomen , daer mede feer toe-
geholpen hïdt , dat haer Vader , hebbende
fich, alsgcfeght is, aendez.jde van de
Palomcques begeven , defen raedt van al
defeverwoefting aen te rechten, aenfle-
ftl ve gegeven hadt , invoegen hy aen haer
aietmetr dencken konde, als met een
MM
f cc
ARCADIA. "f9i
ornemen , om haer kuyiheydt te ver-
korten , tot wraeck van het leedt dat hy
van haer Vader ontfangen hadt : maer fijn
gemoet was te Edel om fulck een fnoodt-
, 3 heydt te beft aen , waer over hy van twee
uquaden het rainfte verkoos, nemende
- de onftantvaftigheyt voor verradery. Om
ii dan fijn voornemen uyt te voeren,begeeft
(hy fich des nachts tenhuyfen uyt , alleen»
(üjckmet defen Dienaer vergefclfchapt l
3 hebbende een dieven-lantacrn by fich , en
jkomt foo aen den muur van den hof, die
a hem menighmael foo dier geltaen hadt.
}Hy deedt hetgewoonlijck teecken, maer
i wierdt van niemant beantwoort j hy talie
iniet de hant,nadcn gcwoonlijcken draet ;
ij dien hy in handen krecgh, en een brief ken
idat daer aen vaft gemaeckt was , gelijck fy
ifulcksalle nachten onderhielt, hetlclve
rmet den morgenfront weder wechncmen-
jde. Hy, met het ielve, begeeft fich t ien of
*twaelfichredcn vandacr, en las het fchrift
\by den Lantaern , vindende daer in dcfe
woorden.
Brief van Cefalie aen D. Lopez.
Indien den Hemel n in het midden van al de',
1 (è vertcoeflingen betcaert heeft > en uro ontfan-
ngen leet tivo geenjïnts u eedt doenvergetenynoch
u liefde in h.iet verkeeren , foo blij ft doch niet
'vgebreecken , u defen naefl-aen ftae?iden nacht
l hier te laten vinden , tot u en mijn verge*
egen. Met
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
DORTSCHE
eeft fich Dor
berichting
Lopez weder nae fijn verblijf- plaets , om
de tijt te verwachten, dewelcke hem ge-
ftelt was , hebbende ondertuffchen duy-iü
fent gedachten wat het moght zijn , dat»
Cefalie hem wilde te kennen geven. Wan-1
neer eyndeiijck de uur aengekomen was ,
gaet hy na de gewoone plaets , op de fel
ve wijfe als den voorigen nacht verfeit
Hy was daer nauwelijcks gekomen, of hy
hoorde Cefalie aen het veynfter fuchten ,
om hem te toonen de ongemeene droef-
heyt die fy ontfine uyt de vreughdc van
haer Broeders ; om het welcke te beveili-
gen , deed fy hem weten * dat fy beuoten
had, alles te doen wat hy van haer begeer-
de. Indien ghy begeerte hebt , antwoor-
de Don Lopes , om my op het alderhoog-
fte te verbinden , de gelegent heyt biedt
fich tegen woordigh daer toe aen, die,
voor by ge wefen zijnde , milTchien novi
weder verfchijnen lal. Hebt ghy liefde
en trouwe gcnoegh, fchoone Cefalie, om
op deie tegenwoordige ftont uw huys te
verlaten, en my te volgen? Jae ick, ant-
woorde Cefalie al bevende , en met een
groote fuchtj twijffelt niet, ick heb u
fulck een volkomen maght over my gege-
ven, dat'er niet is, het gene ick om uwent
wil niet fou verlaten. Evenwel fal het al-
leen op die voorwaerden zijn,dat ghy my
voor uw bruyt houden fult, en dat , tot 'er
tijde ons houweüjck volkomentlijck lal
ARCADI A. SOr
i voltrocken zijn, wy met malkander als
. f Broeder en Sufter fullen leven. Ick roepe
daer over de hoogcMajefteyt tot getuy ge,
antwoorde DonLopcz, cnbidde dat die
. my door fijnen Blixcm wil ichenden, in-
| dien ick cenigh ander voornemen heb', als
de minfte van uw bcgeertC-, als een heylige
I wet te onderhouden. Het ongeluck, het
;we!ckc niet fdden onfe aldergrootfte
| hoüP hefpor, liet fich oock nu aenficn , de
uytvoering van dit werek te lullen ver-
S hinderen. Lorize,dicfelden Hiep, door de
9 aenmereking van haer ellenden.hadt me-
3 nighmaelgehoort, dat Cefalic des nachts
l ftillekens uyt haer kamer gingk. Dit
9 deedt haer gelooven, dat fy eenigen handel
b dreef , die fy haer niet wilde gemeen ma-
v ken. Dit gaf haer eenigh mifnoegen, aen-
eemerekt fy haer foo vrymocdighlijck
3 5acr hert ontdeckt hadt;evenwel wilde fy
iaerover haerbeklagh tegens haer niet
iocn , maer uyt wachten dat de ti jdt haer
i Je rechte waerheydt van alles ontdeckte.
De kleyne hoop die fy hadt , van oy t het
ongetrouwe voorwerp van haer lijden
lieer te fien, onderhielt haer geeft met
- luyfent droeve quellingen, juyftopdie
fc ijdt wanneer Cefalie uyt haer kamer
jingk.om voor dele reys , naden inhoudt
fi /an haer briefken, by Don Lopcz tcgaen.
t Wanneer Lorize, die niet fliep,dc deur van
i le kamer van Cefalie hoorde open gaen ,
. ictondt fy oock een weynigh daer na ftille-
kens
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
V
rg± DORTSCHE
kens op, om haer nieufgierigheydt te vok
doen/onder te dencken dat haer belangen^
daer foo feer mede vermengt waren. Sy|
gingk door al de deuren heen die fy opent
landt, gingk in den Hof, enfoototaeni
het veyniler, denckende haer aldaer tert
fullen vinden , gelijck fy deedt , komendeÉ
aldaer achter haer, juyft op dien tijdt, dat*
DonLopez haer de verfeeckering deedti
van fijn trouw. Wanneer fy de ftem vai
Don Lopez, en het dobbele verraedt ,
men haer fpeelde, kennende wiert, wierd
fy foo ontRelt , dat het weynigh fcheelde
of fy was van haer fel ven daer heen gevalf tr
len: en waerlijck fy had als doe wel al bae*
wïifbeyt en ftandtvaftigheyt van nooden-
om te beletten dat haer min-yver met uyt
borft, Sy, ficnde fich dan op defe wijf«
mif handelt, keerde terftondt haer liefdé
ineen bloedige wraekgierighcyt, en iwoe
op die uure defe twee ongetrouwe der
doodt. Wanneer fy naderde om de rett var
hun befluy t te hooren , faghfy dat : Cetalr
hetveynfter verliet , fy , denckende dat f
wederom tc bedde gingk, maeckte n
haeftighlijck voor uyt , uyt vreefe var i f
fien te worden, en floot fich weder m h
kamer.Maer ey laes! fy was wel bedrogen
want Cefalie begaf fich geenfins naebm
nen, gelijck fy geloofde, wanneer fy hef
veynfter verlierTmaer gingk nae de pooi|
vanden Hof, dewelcke fy opende, oré
fich felvcn, en haer eer m handejb
vai
tul
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. w
.van Don Lopez te ftellen. En waerlijck
liet was wel van haer gewaeght,
nengemerckt degerechtige reden die hy
oiadt, omfich over haer Broeders op ce:
.311'gerwijfe tewreecken. Evenwel lijn
Toprechte liefde drong hem tot fulck een
lerbiedighey t regens haer, dat hy.in dc al-
leruyterfre ellende, noyt de minfte ge-
pachten hadt , den eedt dewclcke hy haer
b-edaen had te verkorten. Hy was foo op-
retoogen door de ongemeene liefde, de
s/elcke fy hem toonde , lich foo vrymoe-
-ighlijck in fijn ge welt begevende , dat hy
:heen fijn fpraeck en beweging verloren
I hebben, wanneer fy by hem quam.
x> als hy haer naeckte.om haer de hant te
hutten , feyde fy tegens hem, Don Lopez
ii dien ghy u felven niet ftcrek genoeg be-
rint, om my uw beloften te houden , laet
zins niet vorder gaen , macr fcheyden dc-
{yij I het noch tijde is. Neen, Mevrouw,
ntwoorde hy.de HoogMte Macht, die het
innende van onfe harten kent, laet trgen-
roordigh de aerde haren mont opfp.ilkcn,
tm my te verllindcn , indien hy liet of bc-
aent , dat eenigh fnoodt voornemen , te-
ïn de eerbiedigheyt , dewelcke ick uw
eught fchuldigh ben, in mijn gemoet
(uyiveft. Op defe tegenwoordige ftond
;m ick u acn voor mijn bruydt, en de
)lkomene MeefterlTe van al mijn gene-
itheden. Met defe woorden deed hy
jn dienaer naderen , en nam hem tot ge-
tuy-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
5*o6 DORT SCHE
tuyge van het gene hy gefeght hadt.
falie dan, gemoedight door dcfe nieu&j;
verfeeckenng, en onderrecht van het vtf^
trouwen dat Don Lopez op defen Dien»*
hadt, verliet haerhuys, en wierp fictó
fijn armen en ge welt, en gaen foo te farml
de Stadt uy t , door een wegh die Don bo"
pez alleen bekent was, fonder van yenut
gcfien te zijn. Sy waren nu omtrent «Of
mijlweeghs van de Stadt, eebruyckeric
niet als omwegen enonbelcende pade£
om te minder ontmoet of gevolghtf
worden , om na het (lot te gaen , daer is
vrienden op gevlucht waren : wann<*
hy begoft te vreefen , dat de moeyelij<k
heydt van den wegh , en dit ongewor e
gaen Cefalie te feer vermoeyen , cn vnt
hitten,en lichtelijck in gevaer van fiedel
ftellen fou, (hoewel fy moet en kloet*
heydt genoegh toonde te hebUen) wf
over hy ftille hielt.en fijnDienaer beval *
een paert voor Cefalie om te fien , en in
vrienden van fijn kom ft en gewin te r J
wittigen, terwijl hy foetelijck raethr
fijn wegh vervolgen fou , foo haeft alqr
haren adem een weynigh fou gehao
hebben. De Dienaer begeeft fich ci<
voor uyt, maer hy was geen vijfti*
fchreden van hem , om op den vaer-wei
te gaen , wanneer hem Don Lopez Ic^
jammerlijck om hulp hoorde roept.
Defe de ftem van fijn Dienaer kennend*
badt Cefalie, haer in de jenever-ftruyek*
. ARCADIA. ro7
.ledaerftonden te verbergen, terwijl hy
. een gmgk,om te fien,waerom den armen
Jienaer djtgdchrcy maeckte, latende
aer,n de wonderlijckfteongerurtighcyt
f ;r werelt Maer laet ons hier een wey-
«gh in defe ongeruftheyt, cn hen na fijn
Menaer gaen laten , en eens te ruggc nae
ome keeren. Yder oogenbJicÉ, het
van hacr
entter weder in haer kamer komen fou ,
uurde haer wel hondert jaer. Sy luyfter-
e geduurighlijck toe, om haerinhaer
amerte hooren gaen, en oordcclende ,
t'er nu wel ee n half uur verrtreken , en
falie noch niet weder gekeert was,
reegh duyfcntderhande gedachten, de
elcke haer buytcn alle bepalingen van
ntlagh tteldui , om Cefalie te gaen foec-
en , en hacr haer trouwlool heydtte gaen
srwijtcn: wnl min-y ver weet van geen
lact of regel te ramen. Sy dan keert weder
Ui daerly gekomen was, tn vindt de
aorten noch open. Degramfchap dreef
ler tot aen de plaets, dacr fy Cefalfc noch
leende te vinden, maer hacr dacr niet
m'dende , gaet na de poort van den Hof,
ewelcke Cefalie in het uytgaen hadt
M-gcren te lluyten.Sy dit fiende,maecktc
groot gcki ijt,feggendc: ha ongetrouwe
'on Lopez ! ha goddeloofe Cefalie ! is het
m foo,dat ghy mijn onnoofclheyt verra-
:n moer? Daer op "gaet fy,vol raferny,het
mtfche huyigeün opwecken , bedecken-
de
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
jpS DORTSCHE
dehaereygen belang met den yverdieii)5
betuyghde aen de eer van haer herbergo^i
te dragen» Met defe driften komt fy in d S
kamer van de Moeder van Cefalie, e «"
ontdeckt haer,met de tranen inde oogera
het ontfehaecken en vervoeren van naea
Dochter, en den ontfehaker Don Lopezsc
welcke ellendige Jongk vrouw,tegen dea i
raet, die fy haer foo mcnighmael gegevei's-
hadt , fich foo fottelijck hadt laten verley ' «
den en bedriegen, om haer en haergant>
fche geüacht defe onuytwiflelnck i>
fchande aen te doen. De Moeder , op def j
bedroefde klaghten,begecft fich flucx tei >
bedde uyt , doet haer naefte vrienden
ontbieden , en bidt defelve,benerfens haef
huyfgenooten , den roover achter aen tr
rennen. Defe begeven fich daer over ter
ftont te paert,en fich in twee troepen, yde j
van tien wel gewapende, verdeelende '.
treckenaUbo elck fijn by fonderen wegh.;
Den dagh begoft aireets aen te breker-
wanneer fy den ongduckigen DonLopej i
achterhielden, daer hy met lange ftoc *
ken befigh was fijn dienaer uyt te helpen. i
die in een put gevallen was, diegelijcfc
der fterden ftondr. Hy, fiende loo vee -
volcks op hem aen komen , (loegh de hani :
aen het geweer , en fich een weynigh aet
een zi:de houdende, nam voor fich, eer-;
der fijn leven te laten, als fich in hun han- 1
den te iien, Hy toonde fulck een tegen- 1
weer, dat hy twee van fijn vyanden tei
ncdei
ARCADIA. <.0<»
■ieder ftiet, eer hy eenige wonde ontfen-
jen had , maer tor fijn ongeluck , willen-
•le een hou af ichutten , die hem gebracht
-"crt, brack fijn degen aen her gcvelt
Kortaf, waer door hy de fiagh op de ichou-
'ler kreegh, die door drie fteecken ge-
olght wiert, waer door hy halr doottef
< erden viel. De leven , die noch overge-
leven waren , bonden hem wel valt , en
raghren hem, foogequenlals hy was.gc-
• angkclijck na her flut van de Palomeques
aer wy voorheen van gefproocken heb-
ren, uyt vreefe dat, indien fy hem na
I oledobraghren, hy door vernam van fijn
vrienden moght verloft worden Dit
oolck hem daer hebbende , verbood aen
ren Slot-vooghr , tegen ycmanr re leggen
ar Don Lopez daer was , en begaf iieh
r»ae Toledo,om de moeder van Cc-
ilie de boorfchap van hun verrichting re
-oen. Doch defe penoeghde hier tc
blinder, om dut haer dochter by hem niet
vevonden was , en dat defe lieden van haer
iteen tijding wükn. Sy evenwel font hen
i!:rltont ni haer Sor.en , om hen die tijding
i ï laren weten, ais ook het onheyI,dat haer
uys over gekomen was , te kennen te ge-
sn,op dar iy den gevangen moghten gacn
a verkl aring afdringen , waer hy haer
.fter gclaren had, eer hy quam re iterven,
'el vreefende dar hy van die wonden niet
Jpkomenfou. Onderruflchen de verla-
n Cefalie , hoorende het gerucht van de
ftrij-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
*00 DORT SCH E m
ftriiders, toonde door haer woorden en
fuchten, die de ftecnen fouden bewogen
hebben, het leetwefen dat fv had, van nittt ? 1
by haren Don Lopez te wefen, om een g«?s J
fellinne van fijn ongevallen te zijn j al- 1
hoe wel de Goddelijcke fchicking h aet ^
wel haeft vergunde het geene fy begeerde t i fc
want eer den avont aenquam, wierdtiy,|
dacr fy valt hier en daer ginck dwalcn.door . j
den anderen troep gevonden. Sy vraeghde
hen terftont, wat Don Lopez gebeurt was? l
maer dele wiften niet van hem te fpreeken j
fy evenwel gelooide dat fy hem omge-
firaeht hadden , en dat fy fulcks voor haer
fochtcn te verbergen; waer door fyhen^
wel duyfentmalen badt , haer mede het le-^
ven te willen benemen , maer fy iprack
voor doove ooren , en dcfe barmhartige
onbarmhartigen ; fetten haer achter op
een van dePaerden ,en braghten haer in
het fel ve flot , daer hun gefcllen Don Lo- (
pez gebracht hadden, dewijl hetnaecKen
van den nacht hen belette nadeStadttef
rijden. Hun weghleyde hen juyft voor by
den Put daer den dienaer van Don Lopez in
gevallen was ;en defen ongel uckigen,hoo-
ïende het gerucht van de Paerden , en de
ftem der Ruyteren, riep om hulp cnby-
ftant. Sy.daerop ft il houdende, begaven
fichnadeplaets, daer het geroep van daer
quam, en fagen delen ellendigen, dienau-
welijcks machts genoegh had, om netr
hooft langer boven water te houden.
ö kenden
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 6oi
kenden hem terftondt, opfijneerfteaen-
fpraeck , voor den Dienaer van Don Lo-
per, en op voorgegeven hope , om hem te
^helpen, trocken al het gcheym uyt hem
jdat hy wi(tj en voorts, met de meeik
Wreedtheyt, die men bedencken kan,
wierpen hem met flccnen doodt, en lieten
hem l'oo onder het water fincken , in de te -
genwoordighcyt van Cetalic,die daer over
meerimcrt gevoelde, en meer vcrvlocc-
kingen tegens hen uytipoogh, als men lou
konnen bedencken.
De leyder van defen trop fteldc haer in
bewaring van den llotvooght, ('ouder hem
tefeggen wacrom, hem alleemgh hela
ftende, haer met n iemand t te laten fprcec-
ken die van buytcn quam , tot dat haer
Broeders daer fouden zijn. Cefalie , haer
fiende foo ruym geherberght, buy ten haer
Verwachting, nadcmacl haer den Hot
Voogt vry door het huys lier gaen, gingk ,
op het duyrtcren van den nacht , na de
plaets te ioecken , wacr door men aen den
heymclijckcn uytgangk quam , wam
langs haer Broeders hch hadden wecli ge-
maeckt, wanneer fy door Don Lopez bele-
gert waren. En terwijl fy , de plaets ge-
vonden hebbende, bciloot oocfc daer
door haer uytkomft te wagen , om lich
vandegeftrenghcyt van haer wraeckgic-
rige Broeders te bevrijden, hoorde fy de
ftem vaneen man, die droeve klaghten
deedt. Nac dat fy de plaets waergenom en
Cc hid ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
6ot DORTSCHE 1
hadt , van waer de ftcm quam , begat
fy fich ai bevende , daer na toe , terwijl d# I
bedroefde defe woorden voortbraght :
Twiifelt ghy noch,mijn ziel, dit ellendige
Ikhaetn te verlaten, daer ghyfoo veel
doorgangen hebt? Ghy toont wel groote \
bloodheyt. Wel aen, verloft my te gelijck
van al defe ellenden, daer mijn jammer-
liick ongeluck my in geftelt heeft , nadc-
macl ick een afkeer van het leycn.en geen
behoudenis of vreugde meer in de werelt
te wachten heb, dewijl men myafgefon-
dert heeft van haer , die machtigh was, (
door haer tegenwoordigheydt alleen , al
miin quellingen te verdrijven. Op dele i
woorden wierdt hem Cefalie kennende , >
en wierdt daer over foo ontftelt, datiy
meende ter neder te zijgen , ten waer de
blijdtfchap, van hem, die fy foodanigfc
beminde, noch in het leven te fien , en de
begeerte om hem te helpen, haer gemoe-
dilht hadt. Don Lopez lagh op een deel
ftrooy uytgeftreckt, ineen lagcnederxael ,
ziinde met groote koorden aen de kram-
men, die in den muur waren, valt ge-
maeckt, dewelcke geheel met fijn bloedt
. beloopen waren. Cefalie liep toe om hem
teomhelfen, en fich hebbende aen hem
bekent gemaeckt, fcheeUehetweynigh
of dc uy tfteeckende blijdtfchap hadt hem
den geeft doen geven. Neen, neen, mnn
waefdeDonLogpez, fevde fy , het ,s tijdt
van al dit jammeren af te laten , en loc
ARCADIA.
°3
53 vcclkrachts, alsghy nochovcrigh hebt,
by een te roepen, om het uyterfte te wa-
gen, en het geluck nochmael tebcfoec-
■ ken, dat ons miflehien noch niet geheel
verlaten heeft. Tenminften indien wy
. voorde tweedemael in handen van onfc
1 vyanden komen te vallen, lullen wy dat
I genoegen hebben, met malkander teller-
I ven. Met defe woorden maeckte fy hem
I los, en ademde op li jne wonden, fpreken-
a de eenigc woorden, die hacr vocditer haer
: geleert hidt, waer door de lclve terltcndt
af lieten te bloeden. Een andere wijle van
v genefen, viel daer Polymy thus op in ; in-
dien wy hier den Heer Ambrulio noch
hadden , moght ons die daer, gelijck van
hetpoeyer,de reden van geven. Dele din-
;en zijn boven de natuur, berechte daer
'eriander op , en konnen in geen natuur-
lijeke redenen belraen,maer het zy hoe het
Wil, den Heer Euftacchio lal gelieven
Voort te varen , en wy willen daer de
Gods-geleerden laten over reden-kavelen.
Eultacchio dan vcrvolghde aldus. Don
;Lopez wilde hacr na fijn uyterüc vermo-
sgende vreughde betonnen, dewelcke hy,
odoor haer by-lijn, gevoelde, maer fy weder-
ihielthem, feggendc , dat de tijdrlulckc
unoodclooiheden niet toeliet, maer hen
svermaende na hun oorbacr om te fien.Cc-
ie hadt twee machtige hoedanigheden
nhaergewelt, om de alder-bitterllc ge-
finoederen te bewegen, en tot haer gunft te
Cc i tree-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
H h
604. DORTSCHE
trecken , wanneer fy fich liet fien of hoo* 4
ren, de eene was haer fchoonheydt, die de j
genegentheden aen fich trock, en de ande- 1
re haer welfpreeckentheydt, die de finnen 1
betooverde. Met defe wapenenen befluy t j
fyde geeft van hun Kercker-bewaerder *
aen te taften, en te fien of fy hem tot mede- 4
lijden fou konnen trecken , om hen be- 1
hulpfaem te zijn , op datfe door den hey- 1
melijcken uytgangk moghten wech ge-
raecken. Sy gaet dan by hem , en vertelt n
hemkortelijck deoorfaeck van haer ge-
vangkenis , en die van Don Lopez , en dat 1
met foodanige beweeghlijcke redenen , a
dat fy hem deedt bekennen dat hun doen j
niet boos noch fchandelijck , en dat'et 1
niet als de blinde en Moedigen haet van
haer Broeders was , die de fc hult van alles
op te laden ftondt. Eyndelijck , voegende
by al defe beweegh-redenen de kracht ;
van een Diamant van hondert piftoletten ,
en groote beloften van hem te vorderen ,
boogh fy hem t'eenemael onder haer be-
lieven, en deet hem befluyten met haer de
bewaring van dat huys te laten , en hen te
volgen waer fy henen toogé.Sy toefde met
lang Don Lopez die bekent te maken ,
die dacr over ten alderhooghften verblijdt
was , evenwel vreefde hy of defen onge-
ftadigen van meening moght veranderen,
en om hem te meer te verbinden, deedt
hem een vereerine van een goude keeten ,
die hy onder fijn kleederen droegbj aen de!
' welck
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
I
ARCADIA. 6o?
welcke het af-beeldtfel van fijn beminde
hing. Het welcke hy evenwel voor fich
behielt. Wanneer dit danalfoobefioten
was , betoonde den flotvooght noch een
tweede gunftaen Don Lopez, waflchendc
fijn wonden met olie en wijn , en daer een
koftelijck nat in doende druypen , waer
door den gequetftcn groote verlichting
ontfing. Twee uuren voorden dagh fatcn
fy alle dry te paert , en reden den wegh na
Portugael op, van meening dagh en "nacht
te reylen , tot dat fy in een placrs van ver-
feeckertheydt fouden zijn. Dit was wel
een herden tocht voor Don Lopez in de
ftaet in de welcke hy was , in voegen het
een groot wonder was , dat hy fich op het
paert konde houden , maer liefde en moet
vermagh veel, en boven al de hoogeHe-
melfche genade, die de middelen aenwen-
de , tot het eynde dat in den hougen racdt
beflooten was.
Ondertuffchcn ont(ïngcn de Palome-
ques den Brief van hun moeder , alsoock
een ander van Lorize , die het verhael van
hun fchande inhielden, met woorden, die
delijdtfaemheydt felvc gaendegemaeckt
fouden hebben. Syvertrocken terftontna
Toledo, maer eer fy daer waren, bevonden
fich onfe gelieven al op degrenfen van
Portugael. D^fe Broeders verltonden als
doen uyt de mont van hun Moeder en van
Lorize, de omltandighedcn van hun
fchande, en de gramfchap fich meefter
G c j van
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
6o6
DORTSCHE
il
I
van hun geeft gemaeckt hebbende, fme-
den duyfent wreetheden , om den vyandt
van hun Huys , die fy noch waenden als
gevangen te hebben, die te doen lijden.
Met defe bloedige gedachten begeven fy
fich na Ligarral , vergefelfchapt met dele
die de gelieven daer gebraght hadden. Sy
klopten lang aen de poort, maermemant
gaf hen antwoort, als alleen de weêr-
klanck van het kloppen. Dit deeat hen
terftondt eenigh nieuw voorval vermoe-
den , fy hadden geentuygh om de poort
met gewelt te doen openen , en moften
derhaiven wachten, tot dat men ladders
cehaelt hadt , om de muur te beklimmen.'
Opdefewijfe quamen fy eyndelijck bin-
nen, daer fy niet vonden als een eenfame
ftilheydt 5 daer was noch ftotvooght,noch
gevangen , noch Sufter , en niemandt die
hen daer befcheyt van konde geven, als
alleen het bloedige ftrooy en de koorden ,
daer DonLopez open aengelegcn hadt.
Sy beftonden op malkander met de meelte
verwondering van de werelt te hen i blij-
vende alfoo voor een wijl ombeweegh-
lijck ftaen. Sy twijfelden terftondt dat iy
den bewaerder of om gekocht, of omge-
praet hadden , nademael defe noch doodt
noch levende te vinden was. Sy fochten
alle hoecken vanher huys deur, en ko-
mende inde ftal, vonden de felvefoo le-
dighals al de reft.Sy reden weder uyt net
huys ,enbefteden dry geheele dagen, om
ARCADIA. 607
A het landt te door-rennen , omtelienoffy
•v yets van hen vernemen konden , maer te
v vergeef?» Eyndelijck, fiendedatfy verra-
b den waren, toen fy het feeckerlte meenden
te zijn, keerden hun fpijten gramlchap in
een dolle raierny , daer de ongcluckigc
Lonze de droevige uytwerckïelcn van
gevoelde. Sy oordeelden terlïont dat defe
} de eeritc oorfaeck was gewecit , van den
t tocgangk , die Don Lopez tot haer Surtcr
hadt gehadt.cn dat,fonder hacr,hy noyt na
hun huys fou gecaelt hebben , en duylcnt
diergelijcke dingen meer, altenlalle van
Lorize, van wiens iietdetot Don Lopez
fy al yets van haer Vader gchoort hadden ;
door al het welcke fy iïeh foodoor gram-
fchap lieten vervoeren, dat fy, te huys ko-
mende, tot ichennis van al de wetten van
gaft vryheydt , enhuncygen aenlien,dc
ellendige rampfalige longkvrouw met
hun ponjaerden het hert doorboorden.
Defe verte hrickclijcke wreetheyt macck-
te hen aen al de werelt hatelijck , en daer
was niet een van al hun vrienden , hou
w reedt hy oock inoght zijn, die dele dact
niet boven alle bool heden verfoeydc en
vervloeckte. Terwijl dit treur- fpel tot
Toledo gefpeelt Wierdt, zcgepraelden
onfe gelieven over hunleet, vindende fich
ineen vrye placts in Portugael , dicht by
de StadtEbora, by een Edelman van dc
naeuwlte vrienden van Don Lopez , daer
lijn volkomen genefing weder kreeg ,
C c 4 hoe
{
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
1
6o8 DORTSCHE
hoewel fijn wonden door en onder het
reyfen in lillek een ftaet waren geraeckt ,
dat het weynigh fcheeldeof Cefalie fou
haer weduwlijcke ftaet hebben moeten
beklagen , felf al eer fy getrouwt was,
Maer den Hemel hadt het anders met hen
voorfien j want Don Lopez , in volle ge-
fondtheyt zijnde, trouwde Cefalie , in de
tegen woordigheyt van defen Ridder, voor
fijn echte vrouw.
Nac dat Don Lopez alfoo fijn eedt vol-
dacn had , ftelde hy lich metter tijt yaft in
Portugael, verklarende noyt weder in Ca-
ftille fullen te komen, ten waer om fijn
fchoonbroeders te bedervé.Ondertuflchen
fchreef hy aen fijn vrienden wat hem we-
dervaren was , ontboodt fijn dienaers, met
hetgeen hem van fijn goederen overge-
bleven was , van Juwcclen , en andere
rijckdommen, die men vervoeren kondc.
Nae weynigh dagen verfpreyde fich de
tijding van dit Houwelijck door geheel
Caftille, hetwelckdeoorfaeckwas, dat
de Palomeques berouw kregen , van de
overlaft die fy dien Ridder hadden aenge.
daen , wiens befiuyt foo ftrijdigh met hun
meening en verwachting was , en die
foo veel aenfiens hun Sufters eer toe gedra-
gen had. Sy deden hem aen fpreeckcn om
te verdragen , en hun gefchil by te leggen,
maer hy, fich op nieuw ten alderhooghrten
beledight vindende , door de rafende
wreet heyt , die fy , zij nent hal ven , aen de
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 60«;
onfchuldigc Lorize gepleegt hadden , wil-
de daer niet nae luyfteren. Jae in tegen-
deel , wanneer hy iich fel ven in volkomen
gefonthcyt en kracht bevandt, gingk hy
een verfoeck-brief aen Don Juan de darde,
: Koningk van Portugael,acnbiedcn, door dc
welcke hy verlof verfocht , een ontfeg-
brief de Palomeques toe te fenden. De
Koningk fteldc hem een lange wijl uyt eei
hydaer toe wilde verftaen j nademacl hy
een vyandt van foodanigen flagh van ftrij-
den was. Maer ten laetften fiende dat hy
foo veel oorfaecks had, om fijn vyanden
reden van hun doen af teeyfehen , en de
Koningin Donna Catherina lijn huyl-
vrouw die de brave dcughden van Don Lo-
j pez fecr hoogh achte , hem daer mede toe
bewegende, ftond hem fijn begeerte toe.
Detijdt tot dit gevecht beitelt , was den
veertighften dagh, nae de verkondiging
Van den ontfegh-brief , en de plaets de
Stadt Ebora , daer den Koningk als doe fijn
J Hot hield. Don Lopcz dan lant fijn brief
;aen al dc voornaemlte Steden van Caftille
f inhoudende bittere verwijtingen, van de
r fnoode daden van dc Palomeques , tot
v wraeck van de welcke , hy fich felven aen-
I boodt, alleen tegen hen bcyden te ftrijden,
en indien fy fulcks niet wilden aen nemen,
c foudc hy een Ridder tot fich nemen. Dit
| gerucht vervulde alfoo geheel Spangien »
I waer door een groote menighte volcks r
i van alderhande ftaet , fich tegen die tijdt
Cc | tot
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
éto DORTSCHE
tot Eboralict vinden,om getuygen van dat
Ridderlijck werck tc zijn, De Palome*
ques waren wel te vreden met dit befluyt
van den Pacheco , nadcmacl fulcks de uy«^
terfte voldoening was , die fy van malkan-si
der konden eyfehen , waer over fy fich van*
alle nootfaeckelijckheden verforghden, eo
fich vaerdigh hielden , om opdebeftemde
plaets, entijdtteverfchijnen, omtegerg
DonLopez cn fijn tweede denftrijdtaentcr
vangen.
De onluften van het RijckvanCatlille
begollen als doe een weynigh , door de
komft van den dapperen ICarel de vijfdc,op,
te houden , de wclcke vaft fijn Rijck meen
en meer bevredighde , wanneer defen ont-r
fegh-brief aengeflagen wiert. Maer defen i
grootmoedigen Vorft, willende den val
van defe twee doorluchtige Huyfen voor
komen , fchrcef acn den Koningk van Por-
tugaei, lijn fchoon-broeder, dat hy wilde
gelieven eenigen fachtcr middel uyt tc vin-
den , om defe Ridders te bevredigen , fon-
der dat hun leven behoefde in gevaergeftelt
te worden. Don ] uan , die daer alfoo groo-
ten gencgentheyt toe hadals hy,gebruyck-
te al de vonden die hem mooghlijck waren,
om het befluyt van DouLopez te doen ver-
anderen.. Maer het was te laet , hy had het
tocgertaen , behal ven dat de eer van Don
kopez daer aengelegen was , foo dat de
Koningk , fiende , fonder den Ridder ten
hooghftente verkorten, fijn voornemen
niet
A R C A D I A. 6xi
niet tc konnen beletten, fijn toevlucht tot
l defen treek nam , doende onder dc handt
i al fijn onderdanen weten, dat hy hem voor
i fijn vyant houden fou, die fich Don Lopez
fou derven tot byitandt aenbieden. Dit
I felvedeedoock Karei in Caltillc, tot groot
| miinoegen van veel Edel lieden van liet
I een en het ander PJjck , die grootc luft en
: begeerte hadden, om fich aen de zijde van
Don Lopez tc Hellen : om hem fijn vyan-
; den re helpen overwinnen, of in fbo
fchoonen gelegenth?ydt te (tervcn. Don
■ Lopez , die van dit verbodt niet wift , was
v welvcrbaeft datdetijdt van het gevecht
l vaft naerderde , en dat'er niemant , noch
| uyt Caftüle, noch uyt Poitugael , tc voor-
fchijn quam om hem lijn faeck tc helpen
beweeren: evenwel verminderde dierom
fijn moet niet. Wanneer nu den beitem-
den dagh gekomen was , begaf hy fich al-
leen in het perek , het welck geheel met
ftellagien, vol van den grootften Adel vm
Portugael, en de voornaemfte vrouwe, die
alle DLopez de overwinning toe wenfeh-
ten,lxfet was. Alleen de fchoone Cefalie
wierdt dacr niet gevonden , zijnde dit te
droeven Schouw- fpcl voor hacroogen, tc
meer, dewijl fy v reefde dat hier Don Lo-
pez fich niet ontiien fou,alleen tegen twee
te ftrijden, by gebreck van een tweede.
H Hy dr,n, hebbende fijn lieve Cefalie meer
doodt als levende gelaten , konv, met een
groot getal Edelen vergefelfchapt , na de
c C c 6 w'.jfe,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
6n DÖ11TSCHE
wijfcïn de vecht-placts,als gefeght is» Hy
hadt fich dien dagii niet bemoeytom fich 'ir
met veel ydele verderfden op te tooyen , rijn
al het geen cierlijck aen hem was , waren ajji
fijn wapenen en fijn fchilt, die als een 4
Criftallijnenfpiegelbloncken* Sijnpaert f:
was graeuw, meer wacker en moedighals 3*
fchoon. In defe geftalte reedt hy rondt >|i
om het perck,en hebbende deRechters en êi
de Vrouwen gegroet (want noch den Ko- h
ningk noch de Koningin hadden willen U
tegenwoordigh zijn) ftelde fich aen fijn ft:
plaets,op defel ve tijdt , wanneer fijn vyan -
den aen de andere zij de inquamen. Defe ijv
hadden meer forge als Don Lopez gehadt» %
om fich op te proncken , poogende foo i
hun macht enrijckdom,als hun dapper- %
heyt te toonen, invoegen men fou geieght
hebben , dat fy meer quamen om een y
fteeck-fpel aen tegaen , als om Hjf om lijf l.
te vechten. Hun wapenen waren met gout ^
en azur geftreept,en met koftelijck fteeck- f
werck verkiert , en hun paerden van Cor-
doua,bruyn van hayr, droegen de door- !
luchtige wapenen van hun Huys. Wan-
neer de Palomeques in het perck quamen, i
en den Pacheco alleen fagen,waren fy een i
wijl in bedencken wat fy doen fouden, of
hem (gelijck hen de wettenen denonfc» I
fegh-brief toelieten) te gelijck aentaften , 1 :
of een alleen, en malkander helpé,indien't I?
den vechter het quaetfte quam te krij- h
gen, Eyndelijckbeflotenfy,deneenna {
den
1
I
: v
M
>v
*.1
ARCADIA. 613
den ander te vechten , nademael Don Lo-
pez foo laetdunckende was,als hen fonder
tweede te verwachten» De oudtfte van de
Palomcques mort dan de voorgangk heb-
ben , endenftrijdt heteerfteaenvangen :
maer terwijl de twee Ridders wedersijts
het teecken verwachten , fict dacr een
Ridder met fwarte wapenen bedeckt, cn,
met alles dat tot een gevecht noodigh was
voorfien, in de vecht- plaets komen. Hier
op bleven de Campioenen ftil, om te weten
wat defen nieuwelingk voor hadt , hy
gingk fich deRechtersaenbiedcn,en groe-
te hen feer beleefdelijck, en daeropfijn
heimet openende , fprack defe woorden
tegens hen : Edele Heercn , daer is tegen-
woordigh niemant buyten verwondering,
wanneer hy hoort en fiet.dat in uw Rijck,
wiens wapenen over-al foodanigh gevreeft
zijn , een vreemt Ridder foo weynigh
gunftontfangt, dat hy geen tweede , tot
uytvoering van fulck een doorluchtige
dacdt kan krijgen ; doch nademael de
onvergclijckelijckc deughden van de-
fen Ridder defe gunft niet hebben konncn
verkrijgen, fal uw eer, indien die noch
plaets by u heeft, my het verlof, dat ick
verfoeck, om uwe misflagh te helpen
verbeteren , en mijn leven in dienlt van
defen , in fulck een fchoonc gelegentheyt,
te wagen, niet konnen wcygeren. De
Rechters waren tenalderhooghften over
defeftoute woorden mifnoeght , evenwel
C c 7 ver-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
6i4 DORTSCHE
verberghden fy hun onluft, en een van: vf
hen -lieden antwoorde op defe wijfe: l
Ridder het blijckt wel dat ghy niet weet , I
in wat achting wy de moedige zielen heb- *
ben,nademacl ghy het aenfien dat ghy ons
fchuldigh zijt , foo lichtelijck derft ver-
korten- Gy hebt ons door uw verwijt wil-
len bewegen om u dit bcgeeren toe te
ftaen , weet dan , dat, indien hy u wil ont-
fangen voor fijn tweede, ghy vrymoe-
dighlijck uw dapperhcytin't werk Hellen
mooght. Sonder u evenwel , foo ghy het
leven behoudt, te ontQaen van de ftraf die
ghy door uw onbefcheydentheyt verdient -
hebt : cn weet oock, dat, ten waer het be-
vel van fijn Majefteyt, hier genoegh brave
Ridders omtrent zijn, dieu in dit b*fluyt
welfouden voorgekomen hebben , indien
de vreefc voor des IConings gramfchap
hen niet wederhouden had.Sijn Majeftey t
fal my het vergeven , antwoorde den on-
bekenden , indien ick fegge, dat dat geen
goede middel was , om het gevecht van
Don Lopez te beletten, en dat defelve
hem verongeli j kt, te gelooven,dat hy niet
moets genoegh fou hebben , alleen den
ftrijdt te wagen, die herts genoegh heeft ,
om al die hier tegenwoordigh zijn het
hooft te bieden. Met defe woorden geeft
hy» fonder na antwoort te wachten, fijn
paert falfoo fwart als lijn wapenen)de fpo-
ren , en begeeft fich aen de zijde van Don
Lopez, die fijn dapper gelaat, als een goet
voor
ARCADIA. $td
voor-teecken van de overwinning aen-
i nam. Hy wilde hem acnfpreecken, maer
i de aenkomft van den. Konir.gk belette
hem voort te varen , dewelcke , hebbende
.5 verlraen dat DonLopcz een tweede ge-
i kregen hadt, fich met dc Grooten van fijn
■I Hof na de vecht plactsbegif, om, door
[ fijnhooge macht cn gcfagh , dc Ridders
9 de voorrgangk te verhinderen , iiende dat
.(i fijn eerfte lilt Tonder vrucht was Hy, ko-
er mende in de kamp-plaets, belaftcde Rid-
y dersiïch (til te houden, terwijl de Palo-
n meques , cn den Pacheco affregen , en hun
n helm openden , om fijn Majefteyt te groc-
ï ten. Evenwel delen onbekenden ftondt
i niet af, noch ontdcckte fijn hooft , maer
boogh fich alleen! ijck op fijn paert, het
i wekk met groote verwondering van de
! tocfienders waergenomen wierdt. De
Koningk feyde hen dat fijn begceren was,
datfe fich te vreden (ouden houden,opdc-
fc pJaets van eergekomen te zij n , en dat
fy de moet te groot hadden , om aldus
malkander te verderven, dacr Cf beter
dienft voor het Vaderlandt konden doen :
dat den Kcyfer hem door een bode hadt
laten weten , dat hem ten hooghften acn
■ het leven van den een en den ander gelegen
; was , om welcke oorfacck hy hun gefchil
t|i op fich nam, beneff ns dc befcherming
van hun eer. Met dele woorden naderde
I hy de Ridders om hen te omhelfen , kee-
tende fich eerlt na Don Lopez , die, fiende
defca
1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
<$,<$ DORTSCHE
dcfen Prins door lulck een y ver gedreven jb'f
fich genoodtfaeckt vandt lijn wilby deb ^
fijne te voegen, gelijck dePalomeques
mede aireed ts gedaen hadden. Terwijl
den Koningk deie aenfpraeck deedt , hielt
fichdefen onbekenden aen een zijde, en* >s.
fiende dat een yder vertrock,verfocht ook
verlof , om temogen vertrecken. Maer
den Koningk belafte hem vaft te houden ,
als die begeerde te fien, wie van fijn onder-
danen foo rtout was geweeft.als fijn bevel
te overtreden. Hy deedt hem dan tot dien
eynde afftaen, en fich ontdecken ; maer als
men hem den heimet afgedaen had, vandt -m
men , daer men een Mars verwachte , het
ware wefen van de liefde , vallende een
fchoone bos van gout-geel gekronckelc
haer over de fchouderen en wapenen
heen. DonLopez kende haer terftondt
voor fijn Bruyt , en de Paiomeques voor
haer Sulter , het ecnige onderwerp van al
defe voorvallen. De ftemmige foetigheyt,
en kloeckmoedige daedt van defe vrouw ,
behaeghdeden Koningk ten alderhoog li-
ften , en de Koningin,<fie daer hacft de tij-
ding van hadt , landt boden aen den Ko-
ningk, om hem te verfoecken,defe fchoo-
ne Amazone haer toe te willen brengen.
Wanneer fy voor haer quam , verklaerde
haer Majeftey t , foo grooten fchoonheydt
noyt geficn te hebben , die op het rouw»
ftael loo wel afftack,als op het alderkofte-
lijckfte gewaet. Men fprack lang inhet
Paleys
ARCADIA. 6t7
hkys niet anders , als van dit vreemde
voorval, het welcke al de wereldt in ver-
< wondering ftelde. De Schoon-broeders
wierden door bemiddeling van den Ko-
ningk ten laetften t'eenemael vereenight,
daerfy de eenighlteoorfaeckfgelijck oock
die van hun laetrtegefchil) van was ; be-
loovende eenyder van fijn zijde , alles te
vergeven en vergeten, en de voorwaerden
vanhunverdragh op het aldernaeuwfle
na te komen. Na al het welcke de helt-
achtige Ccfalie haerManen haer Broe-
ders weder gelevert wiert , urn met defel-
ve na haer Vaderlandttc kceren. Maer
;er Cefalie ontwapent wiert, en het Paleys
trerliet.deedtden Koningk , tereeuwiger
gedachtenis van defe diet , een trcft'elijck
fchilder komen , die haer in de felve ge-
ftalte , als fy als doe was , af maelde. Defe
ifbeelding is lang in de kamer van den
Koningk te ficn ge weert:, maer wiert
Jacr na in het Koningkli jcke Wapen-huys
^ebraght, dacrfe noch tegenwoordigh is,
Df altoos noch onlangs geweeft is: Ge-
ijck de waerheydt van dele gefchiedenis ,
'niet tegenftaende alle onnatuurlijckhe-
ïendiemen fich daer omtrent fou willen
/oorirellen) by diegene die des landts ge-
fchiedenifTen weten, genoeghfaem bekent
>.
De vertelling van Euftacchio fcheen het
refelfchap, en voornamentlijck de Iongk-
r rouwen , feer aengenaem te zij n , die den
ver-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
6i3 DOllTSCHE
verftandigen Italiaen niet wilden laten te
bedancken, om dat hy de eer van dit ge-
flacht in fulcker voegen had willen groot
maecken. Hoe wel der noch wel yets of
den ongetrouwen handel van Cefaliete
feggen viel. De nacht ondertufTchen
aenkomende , deed hen allen goetvinden , m
fich een ydcr nae fijn ruft begeven,*
om den volgenden morgen-ftondt , de-
wclcke hen , door het vriendelijck da-
len van de Son, heugelijk bcloortwas,
te verwachten. Defe ten laetften, nat
hun verwachting, lieflijck acnbreecken-
de, noodighde Euftacchio, als oock .
den wijfen Pcriander het loome legert'
te verlaten, en fich in de groente te be- v;
geven. Euftacchio was de eer ftc inden t-
Hof, die nau drie keeren gedaen had, of hy u
ontmoete den ouden Pcriander, foo als hy j
de trappen afquam.om in denHof te gaen. *,
Sy deden noch eenige keeren met malkan- *
der , en hun genoegen van de Blommen en S:
Kruyden , die met den varfchen dauw , als r
een ontallijcke menightc Peerlen.bezaeyU
{tonden, en den aengenamen morgen-ge- *
fangk, van het queelende gevogelte, en -
den fchettcrenden Nachtegael genomen
hebbende, verfocht Euftacchio den ouden
Heer , om weder nae den fchoonen Bclvc
<kre op te klimmen, en fichmethetge- g
ficht van het omleggende landt, en de *
Maegdelijcke Stadt te vermaecken; die «j.
fich daer ten hoog hften toegenegen toon- '
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA: 6iq
ie. Sy nu boven zijnde, ilaen hun geficht
In het ronde , en daer mede ten laetiten op
net nieuw-aengewonnen Lant van Wiel-
olrecht, en het gewed van Dubbeldam
'allende, leyde Periander : Dien ichoo-
ten ftreeck Landts die ghy daer liet, Edele
iuftacchio, is by ons gedencken noch wa-
er geweeir, naedat inhetlacr 14n.de pjjrt-
ojrooteWaert van Zuyt-Hollant,een fchoo- SjL_
ie ftreeck Wey-landts , beneffens 7*. Pa- vloet.-
ochyen, en menichte van Heeren huyfen,
>ndergevloeyt is , waer door veel duy fent
nenfehen , en een ontallijckc menighte
Tcc verfmoorde , ketende de ovcrblijfiels
rm en bijltcr. Dc oorfaeck van dit onge-
ral leggen iommige op etn booien Huys-
nan , die den Dijck moetwiilighlijck iou
loor geftcecken hebben \ andere op het
jroot on weder» en den i'waeren ftorm ,
yaer door omtrent dien felven tijttot Ter-
en en andere plaetlcn, als oock in Zee-
andt, Vrieflandt, Vlacnderen en elders
rrootefchade gefchict is. Andere.met de
neefte wacrlchijnelijckhcyt, geven de
>orfaeck daer van aen de vergunning van
•lertogh Willem van Beyercn , waerby
ïy den Heer van Sevenbergcn toeftond,
ie zijl of hetwater-geleyde te openen en te
Uiyten, felf fondcr kennifle van Dijck-
;raer* en Heemra.den. Welckc vergun-
ling foo qualijck betracht is geworden»
lat Teven jaren daer na, door forgeloos-
ïeyt van de huys-lieden, die de zijl open
lieten»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
J do DORTSCHE
lieten , het water des nachts in het lanc rste'
geloopen is. In fulcker voegen dat fchoo 4* tas
geweft verdroncken zijnde, heeft lan
gelegen, eer het wederom bevorftko £
werden, foo ter oorfaeck dat het fee v
leegh en moerachtigh was , als door de
inlantfchen oorlogh in Hollant , het wekv?
ke al den luft vanbedijckenwechgem
men heeft, hoewel Hertogh Philips va <. <
Bourgondien door eenige fijne hint-verte
het felve feer focht te bevorderen. Nadei t *•
hant evenwel is noch dat gedeelte het wel« t
ke ghy daer rontfom fiet, door het aer
flijeken gehooght zijnde, bedijekt , en tc T
die geftalte gebraght dewelcke ghy moo| v
fien } het geen noch daegelijcks toe neem > -
en hoop geeft van fijn ouden ftandt t'een -
ger tijt te uillen krijgen. Eenige Iare U.
Brandt j^j. na heeft net vver Gp fijn beurt de Sta • :,
Dor- wederom ten alderhoogft en befchadighC^ ^
dicgt, verbrandende wel 600 huyfë,van die hoe 1 -..
ge Poort, diegy daer tegen over uaend r .
waterkant fiet , af , tot aen die kerek (hc
Sacraments Gaft-huys toen zijde) daer di
Cupula, offtompklock-huyfkenoptlaet
en nu deFranfche-kerck is, toe. De Hal -
nu het Raet-huys, verbrande oock, benei v.
fens de Groote Kerck met den Toorem,
De huyftn , toen meeft van hout zijnde
zijn daer na heerlijcker, van fteen,uyt haeif;
aflehen, op^ercfen. Aldus heeft defe Stad 1 ;
feer veel fchade en ongevallen moetei ^
I uy tftaen, behalven die , dewelcke fy doo k.;;;
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 61 1
lorgerlijcke Oorlogen geleden heeft ,
in dewelcke fy fich altoos feerdapperlijck
1 ïeeft gedragenj gelijck fy in't Iaer 1417.
rlertogh Jan van Brabandt , dewelcke
:iaer belegert hielt, gedwongen heeft het
>elegh op te breken. Onder anderen wort
jen aerdige lage verhaelt, die fy den vyant
witten te leggen. De Borgcrs hadden ee-
lige Schepen met eetbare en andere Wa-
ren geladen, en lieten defelve drijven, fon-
der eenigh volck op te hebben, gelijck of-
fedoor het on weder los geraeckt , en foo
met den ftroom afgedreven waren. De
Brabanders, fiende dcfe Schepen te met
naerderen, en nicmant daer op vernemen-
de, vallen met menighte daer in j mier die
van Dordrecht, de Schepen met dicke
touwen onder aen den bodem vafl: gc-
maeckt hebbende, trecken dcfelvc we-
derom te rugge na de Stadt, gelijck als
viffchendie met een lock-aes gevangen
worden; Dit wordt foo van een 011 Jt Ge-
fchicht-fchrijver , die omtrent het Jaar
147 f. noch leefde, in fijn Litijnfch J icr-
boeck verhaelt , hoe wel het my feer 011-
gelooflijck fchijnt : want indien de Bra-
banders daer met fchuyten aengekomen
waren geweeft, fy hadden daer met fchuy-
ten weder konnen afkomen. Wy laten
een yder fijn gevoelen. Recht achter die
hooge Molen, dewelckeghy daer aen de
waterkant op de vellen fiet (toen, is de
ftraet , als noch de Grave-ftraet genoemt ,
in
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Kerck
ftich-
ting
tot
Dor
6u DORTSCHE
in dewclckc Diederick de vierde, Gril
van Hollant,foo als hy (na dat hy de Luy<
en Ceulenacrs, die heymelijck in de Stat»
gekomen waren,weder uytgedreven haci
iich een weynigh gingk vertreden, u:
een huys,het vvelckc tegenwoordigh noJ
den naem vanHollandtdraeght, meteei
vergiftige pijl,dooreé veynfter, van eé dtl
verborgen vyanden, in fijn dyegefchotco
wiert, aen welcke wonde hy twee dage*,
daerna gertorven is. De Kerck die ghT
aen geen eynde liet ftaen , St. Nicolaes tot?
geëygent, nu de nieuwe genaemt,is eertijd
een van de ParochyofHooft-kerckengei
weeft , maer was als doe grooter als tegen
diegt. wooor(jigh, want als fy in het Iaer iféï
op den ai. van Loumaent verbrande (wae
van de afbecelding noch in hethuysvai
den Ed: Heer Adriaen van Blyenborgh
Oudt Borgemeefter,en Curator of Opficn
der van onfeLatijnfche Schoole > noch tc
fien is) is fy maer alleenigh itucks wijft
weder opgebout. De Groote Kerck, die
ghy daer Set , is een treffelijck en uytne-
mend konftigh werek , voor de verande-
ring van den Godtfdienfl: met 47 Auta-
ren, en groote konft van Schilderyen ver-
ciert. Sy isbegollinhetjaer 1064» maer
den Tooren (die men feer hoogb,met een
Spits, had gemeent op te bouwen, maer ter
oorfaeck van de fwacke grondt nagelaten
is, gelijek het uytbeeltfel daer van noch in
de Kerck hangt) is lang daer na begon-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA; 6is
en,namentlijckinhetjaer 1339. In het
ler 145-7. isdefeKerck.als ge/èght,is mc-
e, beneffens dat gedeelte vandeSradt,
en brandt gerjcckt. Die Kerck , die ghy
aer in het midden der Stadtlict, is de
-erek van de Auguftijnen, is voltrockcn
ahet Jaer 15-13. en wat verder fictgby
ietKloofter van Maricn-born , nu tot het
Vees-huys gemaeckt Maer daer achter ,
ter ghy dien vierkanten dubbelden
Toorn, met de Balufter daer boven op,fiet,
vas het Klooftcr van de Graeuwe Suftcrs,
'»n de derde regel van den heyligcn
'rancifcus. Dewclcke in het her 15-79.
ot dc Latijnfche School gemaeckt is,
olgens dit vers , het welcke , aen de Ooft
ijde, op een van de toegcmetlelde deuren
tact.
Quifuit idolis ptcratns tempor e lov.go
Nunc Chnjh & Studijs , eji locus ijle facer.
Iet wclck aldus door ccfl van mijn kennis
prduytitis
Deesplieis-gedoemi ten dien ff van d' Af gom
langen tijdt,
ls Chrjjlus eynd'lijck en de Ko? ijlen toege-
tüijdt.
, Vacrlijck verfcheyde brave Mannen heb-
ben dele School jbeftaende in leven Claf-
1, als Rectoren, en Beftierders , voor de-
fen
Stich-
ting
van
het
Latijn-
fclie
fchoo!»
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
6%\ DORTSCHE
fen vereert. Onder de welcke den Gelee*
den Vomus en braven j£milius,beyde dacr
na Profeflbrenof Hooge Leer-raecfters 4
den eenen tot Amfteldam, en den ander
totUirecht, geftorven, devoornaemfte
zijn geweeft : Wanneer fy oock boven alle
Scholen van Hollandt de uytftekenfte was
geacht , foo in getal van buy ten- kinderen,
als onderwijfing van de jeugtj maer federt
dat in het Iaer 3 6 of 37 . de fterfte al hier
tot Dordrecht quam, heeft fy een grooten
krack gekregen, want een van de Leerlin-
gen in de School komende van de peft te
iterven , bewoogh de andere , dat meeft
' Zeeuwen waren,de School en Stadt te ver-
laten. Doch defe, zijnde al een groot ge-
tal, met malkanderen een Schip af huu-
rende, om naeZeelandt te varen, wier-U
den by Willemftadt over-zeylt, en ver-;
droncken al-te-famen , behalven weynige |
die daer af quamen, fmoorende alioo hun i
leering in het water, die fy het vyeron- J
trocken hadden. • De Heeren Curatoren ,
en opfienders daer van komen met het ge-
tal der Claflen over een, enzijntegen-
woordigh,den E. Heer en Meefter Adnacni
van Blyenborgh , Out Borgemeefter , dent
E. Heer lohan vander Burch , den E. Heerj
Cornelis de Witt,Ruwaert van Putten.fcc*
den E. Heer Penfionaris van Slingelandt,
cn den E. Heer Penfionaris IohanBerck ,
den E. D. Col vius , Predikant van de Fran-
fche, en de E. D. Henricus Dibbetius,Ue-
arcadia;
6i f
1 raer van de Duytfche Gemeente. Macr
ii ick hebbe my verwondert , feyde Euftac-
: chiodaertuflchenin, datfoo de Schout
li als de Borgermeefters van defe Stadt, yder
n met dry Helbaerdiers vergcfelichipt gaet,
ri het welke ick noy t in eenige andere plaets
si van Hollandt gefien hebbe. De Borger-
Tmeefter, antwoorde Periander, is hier
timer een in het getal, daerfe in andere
l Steden tweeof vier zijn, cn heeft alhier
- groot ge/aghen acnficn , welck Ampt te-
genwoordig door den Ed: Achtbaren Heer
Jacob van Beveren, Heer van Swijndrecht.
bekleedt wordt. Sy worden gemeenlijck
twee jaren in dien dienlt gehouden , boe
Wel ly alle vier Maenden by den Outraedt
weder herkooren worden . Macr wat de
Hellebaerden belangt , dele zijn hen in 'c
Jaer i ƒ02. vergunt, wanneer Willem van
Alblas H eeren Janfz. Ambachts-heer van
der Mijleen Dubbeldam , als doe Borger-
meefter zijnde , door een Prieftcr op de
ftraet doodt gcftcccken wiert. Kn als doe
wierden delclve oock des GracfFclijck-
heyts Officier , of Amptman, roegeftien.
Ondertuflchen hceftdeStadt van tijdt tot
i tijdt feer aengewonnen cn toegenomen ;
want voor eerft , die fchoone ry Huyfcn)
dieghy daer voor u fiet, zijn een nieuwe
^aenwas vandeStadt, als oock die uyt-
Ifteeckende Haven na de rechterhandt,
>;gelijck de Stadt doorgaensaende water-
izijdc feer aengewonnen heeft , alsheb-
d bende
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
éi6 DORTSCHE
bende die geheele haven, vandieHooft-
poort af tot aen de Groote-kerck toe,
metdeftraet daeraen, (macckendeby na
eenkleyne Stadt uyt) aen de oude Stadt
geveft, tot groot cieraet en gerief vandeji
Stadt en Koopmanfchap. Maer om tigi
fel ve beter van onfe Regeringe , en geldf
gentheydt van onfe Stadt en Borgers , als
oock haer gefchichten,re dienen, Foo leeft; i
ditBocck van den Heer Iohan van Bever-
vj'ijck , het welcke ick u Edelheyt vereer i
rej en ghy fultufelven volkomentlijck
konnen vergenoegen. Euftacchio be-
danckte. Periander, en liet hem voort-
Aert Saen* Maer &cvr'lfl ickugifteren cen
det In- woert van de natuur en eygenfehap van de
gèfcte- inwoonders heb hooren fpreecken , yer-
ne« volghde hy, wil ick u wel lbo veel bericht
daer van doen , dat fy een gematighden
aert hebben , tuffchen Brabandts en recht
oudt Hollandts. Niet los als het een , noch
bot ais het ander. Niet te fpaerfaem noch
te milt in eerbieding, behalven die loye
hoeden dragen , die men van dienarbeyt
verfchoonen moet. Door de banck wel ter
tael , maer een weynigh fchimpachtigh ,
vrolijck en levendigh van geeft, het
geen men al vryden goeden Rij niche n-
wijn tedancken heelt. Meer als naden
ouden
Hollandtfchen aerdt genegen tot
konden en wetenfehappen, felf de hoogh-
fteen fwaerftedieder zijn , tot de dieplte
aenmerekingen van de Philofophy, ot
wijs-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
2tt*
i
ARCADIA.
Wijs -begeertefgelijck heteenige van onfe
duytlche Lettcr-gietcrs noemen) en de
werckchjckfte deelen van Ww-kunft en
Sterre-kunft toe fdf die anderfins buyten ^ert
kennis van gelccrthcyt zijn. De Poely cn
Kijm-konlt vint hier lbo wel hucr bemin- na.
naers als belijders , en waerlijek wcynigli
ftedenfouden te vinden zijn, die, na hun
groote , foo wel daer mede voor hen zijn :
hetwelck miflehien oock deoorfaeck is
dat weynigemet diekonlt rijck worden :
alfoofe malkander inde weeghzijn, cn
het broodt alfoo uyt de mont trecken. Sy
hebben onder hen een wij ic van eenRe-
publijck, rtraffendcgelijckcr hanr, die een
van henlieden bende fou derven beledi-
gen. Gclijckfedaer uytdruckelijck hun
Scherp-rechter toe hebben , die met ftecc-
kende , geeflelende en brandt-merekende
veerfen, demifdadige weet door te ne-
men.Een van den hoop.die nLt geerne een
van de minltelou zijn , heeft my onlang-,
dit gedicht oponfeStadt Dordrecht ver-
eert, het welcke ick u fal laten fien, wan-
neer ick alleenighfalgefegt hebben , dat
Dordrecht niet te vergeefs den naern
draeght gclijck het vers feght :
Begeert V een fchoon VJtff of een ergh ,
Soo foeckt tot Gorcum of' ten Bcrgh.
En komt ghy noch te kort
Soo gaet en foeckt te Dort.
cSyzijn geenfins van de Simpliciottc of
D d z flecht-
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
6*8 DORTSCH8
flecht-hoofden , door ons Polymythus m
Laura een befchrijving van gemaeckt
heeft , en voor de reft in bevallijckhey t ,
talie of geftaltenis,en het geen men anders
fchoonheydt noemt, boven die van geheel
Nederlandt te (tellen. Ick fpreek in 't ge-,
meen a pat te prédominante &c. & ab/ït va*
iitas. Siet nu hetbelootde gedicht eens
over, waerde Heer Euftacchio, terwijl ick
eens beneden gae , om te fien of het onbijt
vaerdigh, en het vrouwen-getimmer in
order is. Met defe woorden gaf Penander
Euftacchio eenbladt of twee met veerfen
•ver, die defelve opflaende , las.
D E
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
D E
€19
MERWE-KROON.
De Stadt
DORDRECHT
Tos-geeygem.
Inhoudt.
E Rhijn,hUts,meltmm
Leek Godtn , afgunfigh over
dê Memede , viltm Reen» ai-
(P tC££//$ reedts ïneen Heerhjch Stadt
begint uyt te brallen , doen
daer over hun beklagh aen
den Zee-God t Nettunus, Defe, cm hciue ver-
noegen ,fendt hen na het Fatum (witlij wo?iing
bejehreven wordt;) defe Godimie tooit deft
Str oom-Goden, in Metale afbeeldsels, de dingen
dewelcke Dordrecht u) (voeren fal. Sy, over dg
Roem van defe aengroeyende Stad: , met te
meerder afgun!} ontfeecken, begeven fich na de
bergh Hecla , daerfy eenfchadclijck V)er fojfe
van daen halen, door het welke fy de Stadt Dor-
drecht aenf eken. l> alias, die daergaeme een foei
*van gele ertheyt had opgericht, Iele: den voort-
gangk van de brant. De Stroom Goden, noch
niet te vreden,foecken door het Water de Stadt
te verdelgen , waer door fyjx Dorpen met de
Groote Waert onder water feilen, lupitereyn-
delijck van boven affende , fet de Stadt door
■ de brant , en de Waert door de vloet befchadtgt,
I wier over vertoornt, vracgt na de oorfaeck , en
D d 3 onu
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
G
630 DORTSCHE
ontbiedt de Goden al te /amen voor fich. Païïas
beJchuldightdeStroom-Goden van dit beftaen ;
die daer overge(lraft% en verwefen worden, de
Stadt Dordrecht , voor altoos , de Stapel et'
kentcniste doen. Alsoock Mercurius belaft den
hophandel aldaer,tot vergoeding van defcha-
de,te planten,
MERWE-KROON.
Root Meefter van het Al, voor wie den Hemel
(wicht,
Die oude macht vernielt en nieuwe Steden lucht ,
Groot Bouw- heer, die de gront van foo veel wonderhedé
Hebt fonder grom geleght, en op den dagh van heden,
't Geen uwe ham vermoght , en hoogh en laegh verctert, d
Soo krachtigh als noch oy t bereddert en beftiert.
Dees veft,aeu 't rijfen rects,en fchijnbaet acn *t bedijeo*
Hoed door uw arm , bchoct haer nieuwe Borgeryen j
Dat ongeval noch leet hun ftille ruft verfteur ,
In fy al meer en meer het hoort ten Hemel beur<
Ten onwil van de Nijt verheft dees lage Muuren
En maeckt haer gtoot, tot fpijt van nijdge nae-gebuuren.
Dat haet, noch afguntt haer, noch leedt, noch ongeval
*efcheer,maerongeiuckftuyte af onnare wal; v.
Dat nimmer vyandt geef haer rijeken roof ten beften .
Maer fy een kuyfche fchoot beware in hare vetten.
Dus fprak de Nymph,die 't hooft uyt kille ftroome tteeRt,
Daer Hollants groote Waert defiagh derbaerenbreeckt,
En ftrekte haer hant om hoog,half leenend op het drooge,
Haer Stadt beftralendc met lieve en gunftige oopn.
Terwijl de Maes-Godr, deun gedoocken achter t hes ,
Siin hayreD,groenbemoft, in fijne ftroomen wiefch.
Uenieut op dit geluyt , te keetligh voor fijn ooren ,
Keert hy fich darwaerts,om het nauft befcheyt te hooren ;
En hoort en overleght de woorden tegen een ,
En ant woott by fich felfs de Nyroph met defe reen. ±
Hoovaerdigh wicht , hoe ver fal hooghmoet u verweken i
Hoe vei laet gy u felf verracefteren door uw nucken :
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
Dat ghy,üfdrs ontmunt , u , waerdenict befeft,
En onbefchaemdclijck u boven ons verheft.
J?-aer'iPfmii" ftrloomen» ,r°° geprefen bovên anderen.
Die lullen haren loop vctbijfl ren en verandrrn
Ot dces uw ydle roem, wan met ghy ons bellhcmpt
ci Sal door ons coc-doen zijn vernietight en gedempt '
. Uyt liadhy, en is voort, op 't u incken eener ooce
Dwars door lijn ftroomen hren.naer ondren af Jcvlo^en.
M M.IL !)'tgai^Va" * Lc^,daerYfcI, Rijn.cnVSaci
M Malkander toefden op een «iewlelifck omhad ,
M Met druyvcn-fap, geperftaen Lil er fijn altaren,
Vermengt met Bronnen nar, om 't hooft niet te Ldwaic-
Cjcdoocken inde khaeuw van wilqhen populier 5
Op groene beddingen, beiïeeckcn met Laurier,
En ricckend noten-loof, aenfsendijck van bladen, '
Met half-volwailcn vrucht geciert en overladen
Het ftaet u lehoon, feydt hv, foo haeü hy binnen tradt
O arme Goon, uw leedt te dooven in het nat ,
En, fonder meer of ramp of ongeval te dentken
Hetfpringend lap aldus in -t parlcmoer te fchencken
En onder dies uw kroon, gelooft of niet gelooft '
Tc laten fchandelijek u ftrijeken van het hooit. '
De Merue Kvmph.diellroom ontleent van arid'rcflrOO
Van mv,en mijn gebutu aenoephlaem aftekoniM
Die baftert half- Godin, d!e, Ion, kt hooft of n «ert
Haer heerlrhappy bepaelt in Hollandts tirootè Q 'err
Heeft oock.ak kaeks , om oock van haer te laten hoore'n
ten Stadt geftidlt ; die bralt nu met henr l.alve tooren '
En ileeckt het Imoftom hooch.als mijrer i w jfo gehuil '
En fy ontliet fich niet te tergen ons geduft,
En ick en weet wat nors en fchandelijck verwijten
Als nijdigacis , en u en my voor 't hooft te ('mijten
f Terwijl fy moed.gh ftoft , op dit haer viiicheis-ncft
! En d'eeuu igheyt belooft aenliaeren hatc velt.
. V ie 't dulden wil, die duld, en fpane fieh van klagen
Voor tt»y die trorf heyt valt my rcuvel te verdragen/
i Die 't lult die volge my.ick ga foo heen, te ftcur ,
I Recht na den Oceaen,de groene golven deur,
] En aen den Vader dit verwijten en dit hoonen ,
En d'hocghmoet van dit wicht al klagende vertoonen*
D d- 4 En.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
éii DORTSCHE
En ondetftaen of hy , die trots den drytant fwtyt
Van 't eerfte Rijck om laeg,haer hoogmoet niet en breyr.
Dus voer den Maes-Godt uyr.vaft fwellendc van tooien,
En op fijn reden liet de Leek fich weder hooren.
Beroemde nagebuur , racckt u de fmaet aen 't hert ,
En twijfelt niet, wy zijn deelachtigh aen de fmert ;
Wie fou, die , foo beroemt door hoogh vergoode magen,
d'Onfterflijckhcyt geniet, verfmadingkonnen dragen s
In aen fijn minders trots vergunnen 'r oone leen ,
Of fich baldadighli jek met voeten laten trcen >
Indien ghy zijt gefint te zeewaert, wilt niet vreeTen ,
lek fal de tweede, en hy , die wil, de derde welen.
Men toom de Steuren op, wy volgen alttmael ,
Voer d'Yflel daer op in , te lamen met de \\ ael ,
Alleen en foud het ons niet pallen ftil te blijven ,
Maer vinden raetfaem in uw acnvang u te ft nven.
Een yder trouw hier op , de Nymph 't verderf belwóer ,
En dacr op gingk rontfom het fchuymend perlemoer.
Ten laetUen , om te eer behouden rcys te hoopen ,
Sit yder wacker op, eer 't ty quam te verloopen ,
En dacr me voort na laeg , den Oceacn re moet ,
Opvlu*eefteuren,doordekoelc wintgevoct. (ftrandc,
EePn tós leyt Noortwaert aen , op ftreeck van duyn c n
Na Teflel toe en 't Vlic, zant-rijeke Waterlanden ,
Door rampen en gevacr, by 't varent volck beroemt ,
Den Hontlbos overlang geëernacmt en genoemt ,
Dewiil het wellen van d onevenheyt der gronden
OP'tpaclwercknaetgeUiyt,gelijcic 'tgebas van honden,
Dat met byfond're fchrick, die door de leden gaer ,
Wel diep in zee her oor der bleecke ftuurluy flaet ,
En leert , om op het laeg niet heylloos te verva en ,
»c Ontwenden het gevaer van dees gevrceWe ^llen.
Hier houdt den Zee- God hof, met hof-ftaet en gemacl ,
ln 'tblinckend kriftalijn van fijn gegoten zael ,
Om van dien oever af, daer 't hem geviel te leven ,
Aen d'een en d'an d'rc zee fijn keur en wet te geven.
't Licht daelde vaft om laegh, beneden onie kim ,
En maeckte 't klevnc vee tot Monjtaa.door haer fchim,
Als defc Goón het hof van Pofcydon bereden ,
Dc golven klievende, tet vlucht, in twee geleden. .
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. 633
( Doet Triton , na gewoont, blies een en andeimacl,
tn dner op opent lich den ingangk van de Zacl.
Sy flux na binnen, jujft hadt Godt Neptuyn de Goden
Van 't wijt geilreckte Mcyr in fijn vertreck ontboden ,
Vergramt op 't aerts geflacht, dat om gewin en luft
De baren meer ci^mccr met kielen maeckt omruft)
Om raet te plegen , door wat vonden , door wat wetten
De koene vryheyt van dat volck een pael te fetten,
d Den Raet gcicheyden , gaf men toe^angk, na 't vertreck,
d Den trotfeMaes , dc Wad , den Yiclende Leek,
Q Om heymlijk aen de Vorft het geca hen moght behagen,
4 Als nacuwe vrienden en begunde, voor te dragen*
3 Een yder let lich neer , na t onderling onthacl ,
:£ In zetels , opgemaeckt van pecrlcn en Korael i
I En als gelegcnthcyt gegunt wiert om te fpicecken ,
•3 Gingk aldereerft Neptuyn aldus dc ftiliicyt brcecken :
1 Beroemde ftroomen , wat belang ot "ongclijck
I Dringt 11 de xeys te doen ten hove van mijn Rijck }
Cl De ftaet dic'gy ten Hoof gewoon zijt te br'
Dingt in uw goede faeck nae mijn aendad
Is't onrecht dat u deert , of Stroomcn-dwj
't Is *t £ccn onlijdbacr is , antwoort dc M
Geduchte Water- God, en hoon > wel fwaer tt uragen ,
En fulcks, als nict.vergecl's ons op maeckt om te klagen.
De Merw, die halve ftroom, diCPfCUtfcbf bafteit-vlucr,
Is't die door hacre irots uw Machten qtwlling doet,
En brallende , in ick weet w at nicu geiden w allen ,
Dc kroon van't hooft fpreckt feil de hooft-vlocn met htü
Ons , die > van atkomft foo veredelt , al te m$4 (allen;
Vereert zijt) in ons loop met meer als eene lacl ♦
En, wil den Bergh God met fijn winden fulcks gehen-gen,
Koyt laten fchatting aen uw Vorftlijck hof te brengen.
Vergeefs is 't dat onf roem , cn mogemheyt gdHxk,
Voor heen gedrongen is in't mergh van't Rcomlche Kijk,
Wanneer Vitell verheft de roem van 't zegc-praien ,
J)oor Burgerharten cn beftreden Ccrealcn ;
Indien wy nu het hooft, foo trots wel eer verlicht ,
Te buygcn ftacn voor dit rampfaligh water wicht*
Kont gy niet al-te- wel ons leet fien voor uw oogen ,
Koch door verdriet in fmart ons killen fjen veiiiioogen ,
D d j Nock
eden ,
heden,
ol fliijt )
is fpijt ,
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
«34
DORTSCHE
Noch van uw kroon gerooft de peetien van uw Rtjck,
Bedwinat haer moetwil , wreeckt dit bitter ongelijck.
Verlcv t of dempt haer ftroom, uw Vorften te gevallen ,
Of met uw drytant floopt de gront-veft van haer wallen , : |
Of gunt ons weer het nat dat ly van ons ontleent ,
En maeckt ons , zijn wy nu gefcheyden , weet veteent.
Dus fprak de Stroom en fweeg , en naer een ftont verleae» *
En wat bcdenckens , dient Neptuyn hem op fijn reden.
Vcrheve Machten en beroemde Watci-Goon >
Geduchte ftutfels en vcrcierfels van mijn kroon, -
vertrouwt me uwleet bedroeft uw opper hoort van nertc,
£n ick heb deel aen al 't geen u vermagh te fmerten ;
Maer wie fal 't zijn , die fijn gewelt of kracht verfacmt
Or *t eecn het lot befcheert , en Broer lupijn bcraemt ,
Dc hooghfte Godtheyt , die het alles kan tetoomen ,
«?te!t Rikken op en af, vcrleyt en dwingt de ftroomen ,
Xn foo door mijne handt en Scepter yets gelchiet ,
Siia Godtheyt evenwel is't daer mijn macht op üet. .
Gv vol't mijn Raet,befoekt het Fatum met malkand re ,
Vim ghy daer geen befluyt , 'k fie middel tot verand ren s
lek, door verlof gefterekt van 't opperfte gefagh ,
*al ftcllen in het werek al wat mi jn handt vermagh»
Uy t had de Stroom-heer, en het dubbel paer der Goden
Neemt oorlof, en is flucx wcêr zeewaert in gevloden ,^
£a"t Noort,t echt t oe recht aen,daer d'y fzee bergen zaey t,
In 't oneemeten Ront op eeuw 'ge polen dracvt ,
Daer 't dick bevrofen nat verbiet den wegh te banen»
Ka Noorder Iaponnees , en ongaftvrye Anianen.
Daer wat den blancken Brit of Batavier befluyt ,
in * t midden van de zee op glafe klippen ftuyt .
ïen Berah leyt op het verft dat 'tAertrijk kan bereyeken ,
Gckroont in't hóoft-punt door het een en* ander teyeke»
Op welckers korte fwier fijn breedt' den ftierman gift ,
Ms hein de zuydcr kring , en 's werclts fackel mift ;
scs Mane - ringen fiet hy fich van 't licht berooven , J
|n fo veel maenden hout God Phoebus't hooft daer bovc,
vv en hy een nacht befchrijft , als nimmer Theben fagfa, 1
Wauneer Iupitn in vrouw Alcmenas armen lagh ,
A-n 't zuydcr as geheel het Sonne-licht ontvloden,
£ n gunt een lange Qaep de taftendc Antipoden. ^
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCA D I A.
6lf
Hier heeft de Macgt haer woonft, wiens Diamanten ipil
Stelt felf lupijn deVct, en regel, als fy wil ,
En in onbuygfacm ftael, voor tijt noch kracht te vlieden^
Jnlet Diamanten fmjt wat Cü wat moet gclchiedcn.
De Tarckcn dienen haer met Qjinrock,klos cn fch^t*
't Sy d eeuwighcyr belluytden yvoederóen fiarbaer,
Gclijck een water-vlöct /Etirope op 't hart te fmijtcn >
Of Afia ten rootte gunnen acn de Scijtcn ,
Of den Tyran,verlaet van lijnes Mecflers bloei
W éér van fijn hoogen troon te werpen onder voet»
Of *s wcrclts Dwingclandt in 't midden van fijn pogen ,
Tekorten, en fijn luit , lijn leven, en vermogen. °
Na veel verdricts, en moert, en arbcyt , cn gevacr f
Van driftige cylanden,cn klippen, hier cn daer,
Fn 't vreeflelijckgeficht van SchcpfcU,?! remt geiHuMfli
Gevimdc Dieren, Ichcrp voorfien met dubbel \vapcn ,
Al wat de aert bewoont, of in dc boomen fpcclt ,
Verandert in natuur , in viflchen uytgebrdt \
Komt dooi de fchollen heen , die hen als dol befpringen
Het dubbelt Goden-piet na d'heyl'gc wooning dtingen,
Hun Steuren, eyndelijck van haere vracht ontlaft ,
M3cckt met don teugel clck aen klip of oever vaft ,
En loo te landt , voorlicn met 1 pictftlfj om de Beercn ,
Of ander wreet gedrocht dacj med' van 't lijf tv kecrcnt
Den ingangk van het hol daer 't hooge Noot lot woont
Strcckt zuyd'en lan twaett aen , ccn lhlcdciu vcrlchoont
Den tocgaogk , wel voorfien met grendels cn nu t floten ,
En ftcreke hengfelen niet reclijck op te ftooten.
Ook wort noyt ftcrfli jk menllh den doortocht daer gejont
JMaer voor de Godheyr wijekt en bout en boom tcrllonr.
Een fcbaei van menfehen, of van menkheiijeke fchimmê,
Su-ckc als, door toovcr-fang geroepen, opwaerts klimmen
Uyt 't duylter Rijck dat aen dc derde Godtheyt hoort ,
Vertoont fich aen de Goón , lbo voor als aen dc poort;
Den cenen befich door fijn bidden en fijn lïneccken ,
Een ander met gewclt dc deuren op te breccken f
Een derde , met gclolen vreeflelijck gebaer ,
Schrijft kringen in het zant , en teeckens hier cn daer,
Roept Hel en Hemel aen , met prevelen cn fingen ,
piDjWtf het mooghlijckjtcr poorten in tc dringen;
D d 6 |k|
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
DORTSCHE
Macr alles dat hy wint , is niet als ydlc waen,
Somwijl een raedfcl, fwact en duyrter te vcrltaen ,
Of yets dat t' (amen ruyekt na waerheyt en na logen ,
Steels- wijs mifichié Mevrouw uyt hacr geheyra ontogen ,
üfuyt ue» dagh boeck,eer 't gekcurfteent is geweeft,
Getrocken door dci*ef,*v» of andre loofejgecft ,
Die , licht eenogh,raet macin f«n vcerten om te koopen,
Ter fluyps, by onty, het gchcym is ingeflopen.
Veel fiender nacr 't geftart dat aer> den Hemel dwaelt ,
Koe dat den eenen rijft , hoe dat den ander daelt ♦
Wat huys dat dces bewoont ; wat hemels- top een ander;
Hoe ver dat Vcnus ftaet met Mavors van malkander ;
Met wie fich defe voegt ; wat vrcught hy ginder vint j
Hoe vele machten hy by fulck een teecken wint ;
Hoe tulcks al invloeyt op 't belang van landt cn luydcn ;
Maer al fijn winning heeft maer weynigh te bcduyden.
Soo als fy naerderen dit onbegangklijck huys ,
Ontfluyt de poort van felf, met fchrickehjckgedruys ,
Door hunne kracht , die acn yets fterfiijeks is verboden ,
En gunt de toegangk aen den troep der Water-goden ♦
Die naeuwlijcks binnen , orden ingangk, vers betreen,
Sluyt Bcfa van fclver toe , foo valt weer als voorheen.
Daer fat Me-vrouw,omheynt met Maegdencn Dienaren,
En fchrijft de fchickingen op ftalc en yfre blaren ,
Xn geeft het dry-getal der Parckcn haer beiluyt ,
Om op hun rock hun wiel en fpil te wereken uyt.
De middels , in getal tenoemm noch te tellen ,
Staen vaerdig,om haer wil rerftont in 't werek te Rellen.
De ftonden, uuren , dagh, en maent , en eeuw, cn jacr ,
Die volgen allcfins haer Godheyt hier en daer ;
In het geval leyt vaft aen voeten en aen handen ,
Geboeyt met eeuwige en onbreeckelijcke banden.
Soo als fv voor haer zijn, wiens kracht het alles baert ,
Buygt ydér van de Goón ootmoedgh fich ter aerd ;
En als haer vryhevt was gegeven om te fpreken ,
Gaet voor de reft 'aldus de Macs de ftilheyt breken :
Grootmogende , op wiens wil en Aert en Hemel went ,
Die ouder Godheyt , als Iupijn, voor Vader kent j
T behege uw Majefteyt ons reuckloos onderwinden,
En onverwachte komft, tot hier toe goet te vinden.
Dit 's
1
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Begint een Stadr,wiens nacm noch ver was Korts te vore,
In glants en mogenthcyt de woleken te doorboren,
t T belang dat ydcr dringt , tot aenwas van lijn ft art ,
" fT nieufgierigh onderwind te weten , 't goct of 't quaet ,
Dat h:m of fijne Stam fal treffen of gebeuren ,
Doen ons na fulckeen tocht uw diepe ftilhcyt fleuren :
Om *t onderfoedcii , en als uy t te vinden , wat
Befloten fy omtrent den acnu as van de Stadt.
Kcptuyn , op wiens bcwioi de Water-goden draven ,
Die *t vlugge pijn hout ftiert en in en uyt de haven ,
Sand ons om dit berecht nacr herwaerts om de Noort j
Is 't oorbaer , en uw wil , men help ons weder voort.
Dus fprackhy, en genoot dcfe antwoort op fijn reden;
Hoe wetteloos het zy in dit gehcym te treden ,
Is , als onftcrffelijck , geen Goden onbekent ;
l Jvïacr wat verberght Iupijo,wat fchreurnt hy toe te geven,
Aen die beneffens hem de eeuw -igheyt beleven ?
j Behalven foo veel plichts als ick my vind verpant
JfT Te plegen acn Ncptuyn,mijn diere bloct-verwanu
Gy, volghtmy nac't vettreck, daer ick u flac te toönen
at voor- wat onfpoct,lcct,of roem uw Stadt fal kroonij
Dusfweegfe, en gingk hiei voor, een duvllrc kamer in,
Toegnr.ckclijck aen geen van al het huyfgcfin;
Daer 't geen befloten is fy gaet by een vergaren ,
i [ En hangt in order aen de wanden en pvlaien,
Daer fagmen d Hcetfchappyjclaci Afliu naem vandraegr,
»A Aen t grocyen,op fijn hoogft, en fchiclijck u eer verlacgt;
TI En Cyrus mogentheyt , die mact noch regel kenden ,
In eenen Codemanen waggelen en enden :
En voorts de korte fwier van d'ingecuymde thróftn ,
Die dj[ pcrlijckbefchrecdt d'ontgode Macedoon.
Out P.omen in 't vcrvoïgh fijn nae gebnuren tergen,
M:t r! matige begrijp van twee beroemde bergen ,
Met 'tzact van Venus Soon, en Alba t'facirfgcvocghr f
Nu Komngkiiick beftiert , dan Koningklijck mifnoeghr ,
Om 't vrouwe fchendë,dat noch enkel recht wou fchiji.c,
Dc ftocl ontfeggen acn d'hoovacrdigc Tar^uij nen.
Den
638 DORTSCHE
Den Borger-heer geftelt in 't hcyligh CapitOOl;
Met Pontus 't Rijck in 't werek op d'oevw van Pa£ool'f *
In Tchrik voorDidosStadt,tot wraek van't echte Tchennc^
By Cannas op de vlucht , de kans fich weder wennen >
Als 't toeven meer vermagh en krijghs-lift hoogcr geit,
En 't dcrtel Capua, dan 't uyterfte gewelt ;
En dien Aniiicars Soon , daer 't al voor fchijnt te vallen t.
Gedrongen wordt het fwaert te trecken voor fifn wallen.*;
Voorts 't Rijk fich fclftegtootjfijn Borgers tot een roof,
Van buy ten tweedracht, pracht en dwinglandy ten hoofV^
Een Cxfar op de been , die Timet niet kan verfwelgen ,
Sijn grooten Schoon- foon in fijn hoogfte roem verdelgd
Een nieuwe ftaet gerecht de vryheyt tot haer val ;
In 9t midden van Hen Raet, door wonden Tonder tal»
Den grooten Vorft gevelt , die zege koft behalen
Op d'onvcrwonncn by d AmoniTche Phar Talen*
*t Rijck jammerlijck op 't laetft gereten voor een wijl i
Een derde in hoerery verwacrlooft aen den Nijl ,
En alles uytceput , door Borger- zegepralen ,
Na Too veel ftri jdens in Auguft fijn adem halen ;
Bedrogen in Tibeer, mi T handelt, en ge moor t
Door hem die 'tcerft de plaets wou fien van fijn geboórt*
Aen 't flibberen langen tijdt, lang wat lang niet met allen
Twee- hoofdig lang,op 9t laetft deKcrck te beurt gevallen.
Men Tagh 'et oock 't befluyt van d'Ed'le Batavier ,
Den braven Burgerhert oprechten fijn bannier ,
En Romen trotlen , die fijn vrydom Tocht te drucken , •
En dit b eiken dat volck tot wond 'ren s toe gel u eken.
Ten tweedemael het kleyn, doch mach tig h Watertandt,
Door heerTchappy gedruckt, door oorlog h in de brandt 5
Haer Heer, in Tpfj t van al dat kracht of macht kan baren,
De handt uyt houden ruym de tijdt van tachtigh jaren,.
En eyndTi jck,als het ftael genoegh is van de Tneê ,
Haer zegen kroonen met een heereli jeke vree*
Men Tagn'er noch al meer dat wonder koft gelijcken >
De v al van Babel , het verbeuren van dry Rij eken ,
Door ft ccnigh Voor-bcelt van verweten Majefteyt ;
Een ballingk op den troon , den d wing'landt afgelcyt ;
Dry werelt-plagersjdic naeuw wapens konden dwingen *
Verrcyfcnmet verTcheel van weynigh Mane-ringcn#
Dit
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. ^
Ditaenfien had gewis de Goón noch lang verlet
$Had de Godin haer oogh niets anders voort gefct *
■Sier, feydfe, om defe plicht uw Godthecn te bewijfen »
*t Afbeeltlel van uw ftadt , gelijckft ftact te rijlèn j
do heerhjckfal ten toon haer Noordcr oever ftacn
•oSoogroeyen dees omtrent ruym halfvolwaflèn Macn.
i'Dien aenwas lult ghy fien , omtrent dc Wcrter -declcn
Van Huylen.of veel eer Paleylen en Kaftcelen ,
,Tadat fy menighmacl.dcs Brabandts fchricken moi'ht,
•Dentrayn geherberght heeft .gevaerd.ght tot den tocht.
3<De derde Didnjck, waert met Graeflijck gout te brallen
tf. Geert d'eerfte aenwas acn dees cerft beknopte w allen ,
c; En ftelt een tol , die al wat handel maeckt befwaen ,
c Dat of na boven, of voor Aroom mei onder vaert.
Maer dit geluck, te groot voor een geringen zegen ,
i Is , na verloop van tijdt, met rampen op te wegen ,
t Wanneer een vierde die de felvc name dtaeghr ,
~)oor Luycklchen Adei,en Sticht Keulens wrod< gedaefff
A at Luycks of Keulens mrtght vertieren fijne (handen "
Tot bcete van fijn fmacd, doet (luopen en verbranden.'
e wraeck volght dit bclluy t ; den want, onverwacht,
Otnt heymlijck acn, cn valt de wallen in by nacht.
Maer Dicdrijek daci omtrent, rackt in, hout rtal.ten lertc
eftrijdt, en drijft op 't cynd den I. uyeker n
laer lbo hy , afgedacn gcnoeglifaem 'r dre
Sich, ftrijdens fat, een wijl vcrlullighi en v
Treft hem cc fchicht, bequaem de ziel het li
En overwinnacr.valt door fcbclmlche en Int..
Doch dit verlacht geen wrotk acn dees of gene kant :
.Maer d'eerfte Floris neemt het werek op nieuw' ter hanf
Moer om het dreygend' leedt te weeren van fijn palen,
;Als 's Broeders ncêrlaegh Op den vyant te verhalen. *
; Hier gek bedrogh cn lilt vry meerder als gewelt ,
En d 'opgedolven grom maeckt Floris heer van 't velt ,
Als dooreen oorloghs raet , fy gaven wie Cc gaven,
rDcn ecnen vyant door den ander wort begraven •
'En d'cen cn'd'ander valt, fèlfibnderflaghofftoot,
En 't graf ktijght, eer hy is verfeeckert van fijn doot.
' Graef Willem , treft liet bet , hoe Koningklijck geboren,
: Die graegh den dollen Vries fdfin iijnneïï teftooren,
»jn verten.
Dd kedt ,
'ontdragé,
—en.
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
6*4°
DORTSCHE
In droeve lagen valt, en, leydet , buytens wals
Gcraeckt met honderden van Merwers om den hals.
Als d'Ed'len nader handt met noch een Floris twifteifi
Hem dooden op de vlucht , en vaft zijn eer fy 't wiften 1
riecat Dordrecht oock haer wraeck op 't wreevlig onbe-|
Wanneer fy Baerlant 'thooft voor fijne voetë leyt,(fcheyt^
Maer of dit Rechr,gcpleegt aen d'Ed'le wracck-gefinden^
Den Iongen Grave Ian genoegh zy te verbinden,
»t Geweygert Recht nochtans, op goede gront , den He»
Stelt teeen fijne veft en Boreers in 't geweer.
Maer eénen Wolf gedoot , die *t alles wil vermelen ,
Verloft na 't lang belcgh die opgeflote zielen :
Die, tot een welcr- wraeck, op 't overfchot van 't quaet J
Den wreeden Alandt , f faem ontloffen haren haet. I
Maer noch isH niet genoeg; den Vlaming tracht de wallé,!
Van't Zuyder Holland flechts maer ov'ngh, t overvallen,!
En dondert met gewelt de daken in de brandt , •
Maer opeeflagen , ruyrot voor Putt enStryen t landt,
Terwiil dat Witte aen't Duyn fijn enk*le kiel gaet (rieten,
En met fijn Roode Leeuw op proncken fijn banieren, J
En al de Vlaemfche naem , die 't gantfche landt omruft .
Hier krachtloos maeckt , en daer ten vollen uvtgcbUift.
Die zegen wott vervolght in overbuurfche palen:
AU Ifabel, na lang te fwerven en te dwalen »
Den woedende Eduwart, door Spencer opgeftoockt ,
Geftut dooi Dortfche macht, het ingewant beroockt ,
Den derden Willem gunt de eerc van den zegen ,
En 't Rijk haer Ionge Soon,door klaer gewelt verkreget
Op *t laetft krijgt Wit en Root door al dit oorloghs-vyd
De plaets in Do'rderccht, haer Wapen en Bannier ,
Wanneer een Keyferin, door baren Soon ge la^en ,
O Macs, uw' (hoornen verft , en dry geheclc dagen
Ghv felf.half bloet.half nat,half blanck,half purper Root,
Neptuyn een droeve gift komt ftorten in de fchoot.
Maer 4 naefte iaer , in plaets van defe wont te heelen ,
Laet Arckel 't leven in het midden van het fpeelen ,
Befluyt fijn jonge tl jdt in fulck een droeyc öeck ,
En keert in droevigh ernft het aengereebt vermaeck. J
Toen wort de brave Stadt een wijck van groote mannen*
Van Hettoahs kinderen, uyt 't Vadalandt gebannen ,
Een
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA.
6jLi
IcnHcrberg voor dcnVorft dic't RoomfcheTUjk beftierr,
M ijl Arckel wort vcrwoeft » cn 't woeden vflijck tiert ,
j Hoccx cn Kabbel jaufch een ftoel en Stadt bewonen,
\k\s erven van den haet van Moeders en van Sonen ;
^Tot dat Iacoba , door een rcuckeloos bclluyt ,
♦tHaer landt en zee-macht lact dc Burgrry tot buyc ;
ifEn Aelbiechts Kallacrt in fijn opgeworpe verten
ilHet woedend' oorloghs vokk met lijf met li ten beften,
/IMcer onhcyl is befcheert aen dccs beroemde Stadt ,
iTTen dcelen door liet vyci , ten deden door het nat ,
IHet wclck met breedt berecht ten vollen aen te hooren ,
iMet reden weygert mijn bedencken acn uw' ooien ,
kMiikhicn ofghy daer van de oorfaeck cn de grond,
'ïEn 't geen u felvcn raeckt , in uwen boefem vond.
.^Veel Borger twiften heeft fy cynd lijck te verdragen ,
•Gevacr van overval, door lift én Hocckfchc lagen ,
'{•tllytbecldfcl van het diicft en rocckcloos heftacn
er Grayciue^ens den ramplaligc n Trojaen.
anncer den Horgcrhccr geen (entkk heeft te verletten
cn kop're moes-pot tegens llormhoen cn helmetten |
aer door te grootcn macht geperft cn overmant ,
_ telt leven, ftadt, en volck den Manckcn in dl htBti
3 Dus wort dc veft een Out voor 't Graeffelijck gebieden,
|#t Plantfoen van dappere en door ft act beroemde heden,
3 De lchrick van elck gebuur , den Vlaming cn den Zeeuw f
1 Pc roem en d'e^rfte Hem van d'hoogh geachte Leeuw ;
1 Pc hultfloel , om met gout dc hayren tc verkroppen
V Van Roomfche Koningen èn Keyleilijcl e koppen ;
A Acn d'opgan^k van de Son en ncdeignn«k bekent f
> Wanneer fy Ooft cn Wed hacr Staeu Cclantcn feut,
1 Of acn den blanckcn Krit *t gemeen gelach doet lecvren ,
i En een rn mecrmaels door hacr Ridderlijke Hecvren f
1 Oftuflchen Sondcn Belt, den Noortfché Vorft befchenkt,
j Of met verftaelde vreé den S weed tot reden brengt ,
Of hacr belangen ftijft , om nia van 't wit te dooien ,
Omtrent den Wcyflel ftroom by Gotthen en by Polen,
Of Marcus Zec-ftadt met een Bereken bilt begroet ,
Pen Ottoman te lanc; een doren inde voet :.
Terwijlfe t'buyj in ruft vaft grocy t door Stcedfche forgc,
Door Witten» BC veren, en Mceuwc ca Blycubor^en.
Meer
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
6it
DORTSCH!
l
Meer Onderricht vercylcht, mijns oordecis, getn belaag
Des als ' t u lu ft begeeft u weder op de gang ;
Een langer ledighey t aen yemant te hefteden
Wor t door het werekend rond aen my tans niet geleden*
Dit draegt noch echter mee , dat ghy na menigh jaer ,
Een and "re Godtheyt lult befchouwenop't Altaer >
E n wat men Goden noemt ten zetel afgetogen ,
En 't menfchelijck gedacht ont wert van mift en logen ,
Tot dat de fuy v're leer , foo onver valft als ldaer ,
De maet komt ftellen aen 't onfuyver kerek-gebaer ,
En door een vafte gront t'ontworft'leu noch r 'ont wen
De ware Godtheyt leert befchou wen en bekennen.'
Dus eyndigt haer bericht y en fielt den uytgangk (choon
En vaerdignt fpocdifth af dces onvernoegde Goón t
Die, woedende van fpijt > met blixcm in haer oogen ,
Op 't vinnige gerit weer t'zeewaert fijn gevlogen»
Door 't yfigh yfer heen, dat voor haer Godtheyt (wicht
En hadden nu aireets den vycr-bcrgh in 't geficht f
Die , met op ' t vreetTelij ckft en nacht en dagh te blaken,
' t Benaeuwde Y Handt dreyght tot kool en afch te maken ;
Wanneer de Maes-godt eerft aldus fijn mom ontüoot t I
By't licht dar ginder vyert , dat d'afgront uyt haer fchoo
In vlammen baert , tot pijn van diep -gedoemde zielen ,
In »t duyfter Acheron en Tartars nare wielen :
Mijn haet fal fich verfaên , in fpijt van dwang of wetf
En alle fchickinge d ie fich daer tegen (êt.
Is 't ons onmooghlijck haer ten vollen uyt te toeyen*
Ten minften fal fy niet in alle voorfpoet groeyen :
Maer voelen wat de fpijt van gramme Goón vermagh ,
En haer verlies op 't minft befchreyen jaer en daglr.
D us hy; en d'Yflèl geeft berecht op fijne reden.
Wy zijn in dit belang , o Vorft , niet ingetreden
Om, daer men d'acnvang maekt voortvarend en te vlugh
Weer fonder vrucht teflaen het hooft, verbaeft : te rugh
Maer om in ons beftaen , foo als w' in d'acnvang waren
Het kofte wat het wil f ten eynde voort te varen.
Maer wat is uw befluyt omtrent dees mifgeboort ?
Wat konft bedenkt uw lift ? brengt ons uw mening voort
\Vy,als verwanten , en aen u met eed befworen ,
Eefluyten anders niet, als naer uw wet te hooren;
/
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
arcadia: 645
\ tZy Oöck wat ghy beraemt, of fluyt naer uw befticr*
"aer vcft te roeven uyt door water en door vyer ,
erecht de bitt're Maes , cn alles tc verdelgen f
Al fou 't fich Iupiter en al de Goden belgcn ♦
öOns ftroomen zijn genoegh, aen d'een, aen d and're ?j
-eeft ons bequame ftof dien vyer-poel dichte by ,
aer ik my fterk maeck,fulk een uloet van daen M brenpé,
En fulck een mengeling van peften tc vermengen ,
~>at felver fteen noch ftacl, wanncert 't aen't glocyë gact,
oe onvertccibaer , fulck een v 'lamme w eder ftact.
olght my inaer derwaerts aen. dus hy,en door dc G den
evolgh, keert landtwaert ncn lijn fnd gevimdc bode,
alf vleelch half vifch, geaeft alleen met wint en lucht,
aer, nu te lant , terftont een yfleli jek gerucht
e ooren flact , vermengt met droef en kltgfatigfa kermc,
n keten-flagen door geu elt van kraghtige ermen ,
't Geen dondert onder een een vrecilclijck pedruys ;
edrochten fonder cyndt omwaren 't ceuwigh buya
er droeve fchaduwen, van u efen gantfeh vetfehcyden ,
sBclaen met zielen, diefc in delen Kcrcker leydcn ,
-Wiens jammerlijck geklaeh door »t oor in t harte gact f
n met een wedergalm den Hckla 't voorhooft tfaet.
en poel ftaet aen de voet des Berghs aen dorre dalen ,
v-Gevoet door 't brandend nattdat dikmads afkomt dalen,
1 En als een vyergC ftrooin door 't dor geboomte krielt ,
1 En w at haer komt te voor op ftaende voet vernielt.
) Een flagh van lijm, gefwind en hevigh in het branden ,
1 En niet te bluffen door gewelt van menfehen handen,
equalt de ftrandt , die rond dees helfche poe! bcllnyt ,
tGeen (hê^; het fwalpend flijm werpt op den oever uyt
it Êactt de Maes-godt op, ibo veel als was van nooden,
iilaed met dele vracht fich (elf en d'and're Goden ,
Gev ult in horens, aen de ftrant der zee vergaert ,
:En tot een lijck- vyer van d'onfchuldge macght bewaert.
Om 't vyer te bluffen dat fijn y ver doet vergrammen ,
En tochten van den haet, door dees onlef bre vlammen*
Dus flaen fy weer op reys , en laten 't landt op zy ,
-En binnen korten tijdt zijn Groenlandt heel voorby,
Beroemt door viffchen- jacht , daer voor 't harpoen doet
Het yfiijck zee-gedrocht by bergen te gelijken; (wijke,
Voorts
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
'44
DORTSCHÊ
Voorts H vifch-rijck Friflandt f daer den armen Viflche $
Tc leven by lijn vangft, en 't gene dat hy droogt, (pootff .
De Noortkuu,wijt beroemt door Den- cnMaftc-boomc 0
Aen ftier-boort d'Orkades, bcquaemdenSchottetoomèff
En 't boomeloos geweft , 't geen Hollant is getrooft f
Hier laer op Iaer de vloot t'ontdecken uyt het Ooft ;
Soo Schotlant,berghrijck,en de krijdge Strand der Britti
Daer Kareis Soon wel eer fijn zee- macht voor liet fitten
En d'Horifond voor by , beroemt voor Iaer en dagh ,
Wanneer deNoort-fchael fteeg door 'twinnc van een (lat;
Slagh, die een Karei wees den wegh der droeve fchimmé
En F reder ij ck den Throon in vrede deed beklimmen»
Soo naecken fy te met en huys en huys-gefin f
En met de nieuwe vloet fiaen yligh Maes - waert in.
Voorts opwacrts,achter om, voor golven en voor iï rome
Om met de flagh-boegh foo de Merw op 't lijf te komen I
Het minder licht, datf met haers broeders glans beftraelt,f
De tweede eer om hoogh aen 's Hemels ront beha el t ,
En Drygeftaltigh op haer mindren of verineeren 9.
De groey of mindring werekt aen Oevers en aeu Meyren
't Zy dat haer lijfend licht de baren rij(ên doet ,
Of haren dray-ring druckt de tegenftaende vloet ,
Was nu weer vol , en gaf do vult aen Zee en ü ro omen ,
En werekaen Dijcken Dam om n peeckel tebetoomen
Wanneer de Maes, ter fluyeks , verfeit met 't ecdc-gefpan,
Si jn trouwdoofc lift aen Dubbels Stroom began ,
Te middernacht , als »t natfich hooger opgaet beuren f
Met Goddeli jek gewelt gaet op'nen fchot en deuren ,
En geeft de ftroomen bot , die voor een goet begin
Verheeren Dijck en Dam,en vallen Land waert in.
Wat jaminerlijcke ftandt was daer om aen te fchouwen !
Wat droevigh floopen van de fchuuren en gebouwen t
Wat flagh aen Menfch en vee, dar,twi jfligh waer het blij!
Verruckt door 9t vallend nat , aen geenen Oever drijft.
Het kloecke ros , gewoon ,ten fpijt van boogh en pijlen.
De fnelle Koorde- wint ter vlucht voor by te ylen9
Komt in fijn loop te kórt , voor 't vallen van de droom
En fneuvelt in het nat , al eer *t fijn wijck bekoom ,
En 't rappe wilt , van Wind noch Bracken te verraden ,
Vim gecne loop-baen als in poel ca water-plaflcn.
Wat
li
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
ARCADIA. tyf
1 :V'at fwelght men op fijn koets al galpend nat in't lijf!
i:loc menigh doot verraft den Huysman met fijn v\ ijf !
iploeraenigh teederSchacp,de wiegh noch niet omwallen,
fy)iijft ziel loos , in de ruyght , in wielen cn moerallèn !
3loc weynigh vant'cr heul , inet 't geen hy oyt befal ,
cnijdc Stroom godin , in uw Mee-waerde Stadr ,
er nauwer noot ontred ! De vloet befcheert tcllorpen f
> W icldrecht, in haer wiel wel viermael achticn Dorpen,
ftOoen fagh den fteéling aen , daer liy ter dacike lagh ,
n£cn zee , daer hy foo korts een lihoonc lantttrceck fagh ,
t fin al fijn hoop van Ocgft , foo wel gegrond te vooren ,
isvlet 't op'nen van den dagh ïn't droeve nat vcrfmooien ;
sOaer fagh de Land man ,dic 't onlangs niet nau en ftack,
n/an al lijn goct niet , als een gevel, vorft, endack.
L)t Gerucht klimtHcmcl hoogh;clk Liet lijn klaghtc hoore,
>rOees om fijn bed genoot , in ft overval verlooien ,
n£en tweede om 't zaet dat hem den Hemd heeft gegont ,
u £cn darde om fijn gewas , dat korts foo hccrlijck'ftond ,
n £cn ander om fijn vee ; 't vee (cl ver wil niet [\\ ïjgcn ,
3 Loeyt nae fijn hoy en ft al , cn weet geen voer te krijgen,
Elicnd'geflnct , die elck lbo ovcrmatCD fmart f
i Hem die de fdhade draegt , hem diefe gaet aen 1 t hart !
Maer, noch walt niet genocgh fijn diepe wrok gewroken,
Noch Dordrecht haer geluck ten fuurftcn opgcGroockcn t
De wracck molt verder gacr, en 't geen het hooge lant
Van't water had gebergnt, verdelgen door den want.
t Heyllooos verbont , loo als »t gefternt bcgoft te vallen,
Rampfaelgc Maegt , vervoegt fich binnen uwe wallen ,
En ftroyt haer Helfche ftof / gemengt een tijr voor heen,
Ontfteecken en bcreyt , door ai de Straten heen ,
Daer 't flux , in lichter latt, uyt venfteren cn daecken ,
Verfchrickelijck begint te flick'rencn ft blaken i
En alles racckt in roer ; elck toont fijn hoogfte kracht ,
Tot lcfiing van het vyer , veel i'yfiijck by den nachts
uJMacr te vergeefs • het nat , in t vn.nigh vyer gegoten ,
En fchecn niet anders als diens krachten te vergrootenj
Men liep er radeloos de Straten op en nee; ,
erghr wat men bergen kan , cn fpaend van tegenweer ,
_ewi)l de brant alleen niet wijekt voor kracht van gieten,
) -Ma« felf in weêr-wil fchijm fijo nubuur toe te fchictca
lae't
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
li
646 DORTSCHE
Iae'twasmetugedaen» en wat uw veft bevat,
O Edele Merwc kr oon , 6 Hollants eer ft c Stade *
Sooeenigh Godtheyt , daei gewoon verblijf te makelt
De fchaed niet had bepael t , in fes mael hondert daker £
En dat gebouw dat oyt lbo trotft en heerlijck was ,
In ruym foo deftigh is verreien uy t fijn as»
Wat was de uwe een finart,ó Merwe- Nymph, te noemer 1
Hoe rukte gy van 't Hooft u;v krans van water bloemerv
Hoe t rockt ghy't blonde hayr met handc vol uyt 't hoofiw
Wat ftaeckt ghy keel en op , van finnen als berooft !
Wat riept ghy Goden aen , om hulp, het pat te banen I f
Wat goot ghy in uw fchoot al biggelende tranen !
Var bracht ghy waters toe ! maer, na 't gefchaepen lagk p-
9t Quaet wift van wijckê,noch voor middel noch geklaef
Jupijn, als 't licht verrees voor fterfelijkc vol eken,
S tack by geval het hooft va n boven door de Woleken » *
En fiende om her , 100 ver 't half run op 't veerft belcnt *
SagDordrecht roo kende, cn haerMaegdc-kruyn gefchétt
Kontfom 't geweft in zee verandert , en in ffroomen , H
Van 't lant geê teeckê meer,als 't top van weynig boomf ft
Flux (end hy Maas Soon , om 't onderfoeck, beneên » 1
Die ftrax befcheyt kreegh , van het fchendigh overreên.
Der vloeden optocht , en het leggen van de lagen ,
En toeft niet, Vader daer de tijding van te dragen,
Die flux de Merwe Nymph te lamen met de Goön »
Om recht te plegen, heeft in fijn Paleys om boon.
Sy, op gekomen, ftaen te fiddren en te beven ,
Klaer overtuygt van 'tgeen haer boofhey t heeft bedreven*
De droeve Nymph in rouw , met doogen vol van nat , •
Betreurende t verlies van vol ck, van lant, van Stadt.
Wanneet den Dondcraer, vol ongedult cn tooren,
Aldus het dondren liet van fijne ftemme aenhooren :
Onwaerde Goden , die den Naem ten onrecht draegt ,
Wat Raferny heeft u 't verftant dus opgejaegt
d'Ontfchuldigen aldus ten ondergangk t ontleggen f • /
Een Landt in t water , en een Stadt in d as te leggen Y±
Zijt ghy foo onvertfaeght voor mijn gevreerde macht?
En fchi jnt mij n hooghey t waert van u te zij n veracht J
En geeft ghy foo veel toe uw ni jdighey t en tooren ,
In i pi; t van al wat Godt of Godtheyt heeft befchoren:
SQP
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
A R C A D IA. 6,-
óó heeft, tot tooming van uu ongebondeluft ,
ttoor ual veel te lang, mij:i ülixem vy er geruit/
/ttnt'waer ick nochontiag d'ontlterfelijkheyt te fchcndé
i ck fou, met Phoebus Soun, u nac mijn broeder (enden!
x)och, op dat ftrafteloos u^ aenflagh niet ventte
ntfaer't reuckeloos bedrijfuop fijn breucke föe ; '
ïhy Maes, ghy Leek, ghy Wael, ghy Yiel, mi,n bevelen
'eritaet , om nauw te zijn verrecht in alle dcclen ,
3y lult van nu voortacn de Maget Chtjnfbaer zijn .
ftZy dat gy Boom-gewas , Merael , of Zaet, of wijn,
)Naer %-nder icheept, geen kiel hacr boom voor by doen
zeylen,
tVlaer hacr , haer recht voldoen , en hoeden u van fcylen I
&3elijck ons na-bericht (al geven te veiitaen ,
ingy, vergode Maegt, fuif meer en meer, voortacn
n waerde groeven , en u kruy n iich ficn verhellen , *
:nu.» gebuuicnver onrgaenen ovcrtrcilen.
Ieren, c (al in Bw wal fijn handel (tellen rail ,
J,w Stranden krielen doen van kielen vol van lail,
i Uw Oever van den Wijn , in't Ooft en 't Z-uyd geboren ,
' ll v Spijckers boorde vol van vruchtenen van koren ,
' U v Havens op geflopt met Schepen londcr tal ,
f Envreugtcnwèivaert plaets doen hou den in uw wal,
) De Maes, omceren plicht en (chaemte tebetuygcn ,*
" Sal hebben voor uw naem tefwichtcnen rebuyven
i En, onder 'tklcyu beilagh dat u\i ( n boelèm tnaecfct
j Sijn lhoom verbergen , als hy uwe velt genaeckt. '
Dus verre hadt Euftacchio het gedicht
'.geleien, wanneer hemden Dienaer van
5 Periander quam aenfeggen.dat het ontbijt
gereedt ftondt, en lijn Edelheydt alleen
• verwacht wiert, met te meerder begeerte,
i om dat den ouden Heer , dooreen brief,
hfchielijck te huys,en van dacr ten Hoof
ontboden was. Den Edellingk maecktc
iich voort om laegh , en vandt het foetge-
felfchap op den neder- hof by malkander,
en
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
'6$
LI IJ
I b \^ H E,
cn
Lyfandc
ich vaerdigh maeckendc.i a!
den ontbijt, met fijn Vader te vcrtrcckc: .
Men voeghde fich ter tafel, en genoot va 3
de toebereyde fpijfe , die voor een ontbi n
al vry overvloed igh was. Onder het etei
maeckte den ouden Heer de voorbere) ;
ding tut fijn verfchooning, den Italiaen t r
gemoet voerende , dat by door dringend
belangen te huys,en van daerten hoof om
boden, enalfoo fijn aengenaem by-fiji
voor eenige weynige dagen te ontbeerei r
gedrongen wierdt , hem ootmoed igh lijd
biddende, het fel ve inde tegenwoordig f
hey t van fijn Dochter,Neven en Nichten *
en het geringe vermaeck , het gene hen
een arme wooning kon vèrleenen, door tc
brengen 5 beloovende, terftondt na hes
fcheyden van de daghvaert , fich met
meer gefelfchap aldaer te laten vinden.
Euftacchio bedanckte den oudenHeer met ■
groote beleeft hey dtj maer in de plaets van ;
fijn aenbieding aen te nemen , verfocht
ootmoedighlijck,fijn gefelfchap ten Hoof I
niet te willen verfmaden , alfoo hy fijn be- '
langen aldaer , by gelegentheydt van defe :
vergadering, mede, tot voordeel van een 1
van fijn vrienden , te verrichten hadt , en
dat hy , tot meerder verbintenis van fijn
perfoon, fich niet ontfien fou , by defe wT
legenthcydt , fich van het gefagh van nj
Hoogh- Achtbaren Waert te dienen» Den i
ouden Heer poogde hem fulcks met allen
ernft af te bidden, hem beloovende,indien t
hy
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
A R C A D fijt1 A.
f hem alleenigh fchriftelijck bericht van
defaecke wilde doen, felfinfijn af-zijn
-?.dacr for^e voor te (uilen dragen, behalven
i<Jat ongeraden was , ter oorlauck van fijn
.jtaronde, iich foo vroegh op wegh te bege-
èren. Euda chio b.danckte den Heer Pe-
.fcmnder van lijn goede wil; mier defe hielt
naen dar fijn ttgenwoordigheyt daer voor
1 al noodig was, en wat fijn wonde belangde,
udat die in fulck een goeden (tandt was, dat
tsdefelve hem het reyfen niet fog beletten.
3'Periander hem volhardigh iïendc , wilde
9 hem niet verder dringen , noch evenwel
sgeen verlof geven , voor Euftacchio hem
i' beloofde , met het fcheydcn van de Dagh-
>f vaert , weder met hem te ruggcte kceren.
3fHet welcke hem den Itaüaen , na veel be-
i-leefde weygeringen , moft beloven. Men
braghtde maeltijdt met veel vermaeck
ten eynde , en de tafel opgenomen zijnde ,
t beval Eudacehio fijn dien ier, alles tot fijn
- vertreck vaerdigh te maccken, en een
'i'packfken uyt lijn kamer te brengen , het
j welcke hy hem des diegs te voren, uyt dc
«jiStadt , en lijn Herbergh hadt laten halen ,
vroyt het welcke hy het gantlche gcfelfctap
rvereerd e , met eenige ïtaliaenfche aerdig-
' iheden, foo wet de Heereit als de longk-
vrouwen, in erkentenis van het beleeft
'onthiel , het welcke hy in bun tegen-
x>rdigheyt genoten hadt. Daer mede
gaf men fich in de Karos, maer het ovc-
irige geielfchap wilde nootwendighdefe
E c Heercjv
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
êfo DORTSCHE ARCADIA.
Heeren tot aen het Veer vcrfellen, wacr
over de Iongkvrouwen mede in de Karos
gingen, en Polymythus enLydamas fich
te paerde daer nevens aen voeg h den ; en
al foo begaf fich dit lieve gefelfchaptefa»
men Steê waevt aen.
£ Y N D E»
Te Dordrecht,
Gedruckt by Nicohes de Fries, in de Nieuw*
öraet, by *t Latijnfche School. 1 661*
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44
Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuest LLC.
Images reproduced by courtesy of Koninklijke Bibliotheek, Den Haag.
28C44